JONGENSKOPJES EN DEFTIGE KAPSELS Lekker eten! Zijn wij op weg naar de historische toren-coiffure? Een modepraatje met Zarah Leander RADOX De mond, zetel van den glimlach Wat een onhoffe- man van den vrouwenschedel En toch: de zuinigheid betracht Zaterdag 23 October 1937 Vierde blad Het doet ons genoegen de trouwe lezeres sen van deze pagina te kunnen mededeelen dat wij, te beginnen.met vandaag, haar een wekelijksche kookles zullen doen geven. Wij vonden een specialiste op het gebied van koken en economisch huishouden be reid, elke week in gedachten een oogenblik met onze huismoeders in de keuken te vertoeven en de dames haar goeden raad, lekkere recepten en advies op het gebied van zuinig huishouden te geven. Be ervaring en vakkennis van onze nieu we medewerkster waarborgen ons een alles zins smakelijke en leerzame, doch vooral bezuiniging-brengende rubriek. En nu: het woord aan onze kookleerares. Het koken van appelmoes Appelmoes koken is niet moeilijk, maar om mooie en smakelijke ap pelmoes te krijgen, moeten we toch op verschillende dingen letten. Hoe moet mooie appelmoes er uit zien? Blank van kleur en natuurlijk zoo glad mo gelijk, zonder kluitjes, Hoe komt het, dat appelmoes bruin wordt? Vooreerst, doordat er leelijke plek ken aan de appels zitten, maar ook, door dat de appels vóór en gedurende het koken, dus in ongcschilden toestand te veel met de lucht in aanraking komen. Hoe komen de kluitjes in de appelmoes? Doordat men niet genoeg roert, maar voor al, doordat men te vroeg begint met roe ren, nl. vóór dat de appels geheel gaai- zijn. Er komen dan stukjes ongare appel door de moes heen, die daarin niet meer gaar kunnen worden. Waar zullen we dus op moeten letten om smakelijke en mooie appelmoes te krij gen? Ie. Schil de appels vlak voor het koken. 2e. Wasch de appels niet en zet ze ze ker niet in water (b.v. om ze blank te houden), daar de smaak dan uit de appels in het water trekt. 3e. Snijdt de appels in kleine stukken, zoodat ze zoo vlug mogelijk gaar zijn. •4c. Zet de appels op met weinig water, VETWORMPJES? Meng slechts geregeld wat Radox door Uw wasch water en binnen korten tijd zijn ze verdwene Bij apothekers en erkende drogisten A f 0.9 per pak en f 0.15 per klein pakje zóódat ze juist niet aan kunnen branden, maar de smaak ook niet door het water verflauwd wordt. 5e. Laat de appelmoes vlug aan den kook komen en hard door koken, zoodat de vruchten werkelijk stuk- en daardoor vlug gaar koken. Ge. Het deksel dient tijdens het koken op de pan te blijven. 7e. Iloer niet in de moes vóór de appels geheel gaar zijn. 8e. Voeg, als men de appelmoes koud wil gebruiken, de suiker pas toe, als deze geheel afgekoeld is, daar een koud gerecht minder zuur is en dus minder suiker vraagt dan een warm gerecht. Een tweede methode. Wist U. dat men nog meer smaak en geur aan de appelmoes kan geven, door deze met schil en klokhuis te koken? Deze bevatten nog veel geur- en smaakstoffen en ook gooit men met de schillen en de klokhuizen veel van den appel weg. Men gaat op de volgende manier» te werk: Schil de appels niet, maar wasch ze goed af en verwijder de leelijke plekken, neusje en steeltje; snij ze daarna in stuk ken. Kook de appelmoes geheel op de aan gegeven manier gaar. Zeef ze daarna door een fijne gave vergiet, of een paardenharen zeef. Men mag nooit een ijzeren zeef ge bruiken, daar ijzer een scherpe smaak aan de appelmoes kan geven. Bij het zeven moet men zoolang roeren, tot alleen schillen en klokhuizen achter blijven. De suiker wordt pas na het zeven toege voegd, daar er anders met de schillen ook suiker verloren zou gaan. Behalve meer geur en smaak verkrijgt het gerecht op deze manier toebereiden bij hot gebruik van mooi gekleurde appels, ook .vaak een mooie, roode kleur. Het dagelijksch moment met lippenstift en spiegel. De mond is de zetel van den glimlach en de glimlach is een der aantrekkelijkste en gevaarlijk ste wapenen van iedere vrouw. Het is dus zaak aan den mond en aan de lippen aandacht te geven. De mode wil dat. wij de lippen kleuren. Welaan, kleuren wij ze dan! Maar kleuren wij met inzicht en overleg. Niet hetzelfde rood past bij iedere haar kleur, en bij elke gelaatstint. Hebt u een blanke huid en bent u blond, dan staat helder rood of zelfs oranje op uw lippen uitstekend, bent u rood dan is „kers" de aangewezen kleur, bent u donker, dan moe ten de lippen donkerrood geverfd worden. Dahliatinten zullen de bekoorlijkheid van uw lippen dan verhoogen. Hebt u daaren tegen een matte donkere huidskleur, dan behoort u* als u daarbij blont bent, een lippenstift te gebruiken, die een helder le vendig rood produceert, terwijl de brunet tes een donker Bordeaux-rood gebruiken. Hebt u mooie lippen, die noch te smal, noch te dik zijn, dan is 't alleen noodig de bovenlip met de stift een kleurtje te ge ven; daarna perst u de lippen even opeen en de onderlip verft zich vanzelf. Zijn uw lippen wat smal, verf ze dan beide en volg precies de omtrekken. Hoe nadrukkelijker de kleur wordt aangebracht, hoe minder de smalheid van uw lippen op vallen zal. Hebt u daarentegen te dikke lippen, laat dan een millimeter in het rond zondor verf, maar doe het zóó dat het verschil tusschen het geverfde en ongeverf de deel niet opvalt. De kleur moet zich naar het midden van den mond toe verdie pen. Het verdient in dit geval, ook aanbe veling de onderlip sterker dan de boven lip aan te zetten. Wilt u uw lippen tegen de aanvallen van den Noordenwind beschermen, masseer ze dan iederen avond met wat zoete-amandel- olie of wel met een preparaat dat de vol gende bestanddeelen bevat: cacaoboter 25 gram, essentie van benzoë 4 gram en zoete- amandel-olie 10 gram. Een blank gebit hoort erbij. Het spreekt vanzelf dat bij een paar goed verzorgde lippen blanke gezonde tanden be- hooren. Wat zou er anders van de charme van den glimlach terecht komen? Om de tanden, die niet zoo héél wit zijn, blank te maken, raad ik u, ze met Marseillaanscho zeep of een dergelijke zeepsoort te wasschen en ze daarna met koud water, waarin een lepel keukenzout opgelost is af te spoelen. Daarna moeten ze gepoetst wor den met een preparaat bestaande uit 75 gram kool poeder, 20 gram «sulfaat van ki nine en 20 gram magnesia. Aan deze be standdeelen kan wat menthol worden toe gevoegd. Voor het lekkere luchtje! GERTRUDE. Historische coiffure, een schepping van één der deelnemers aan het internationale kap- concours te Berlijn. De ouderwetscho overdaad poogt niet alleen op het gebied van japon nen (ruches, plooien, strikken, enz.) weer bij ons, vrouwen, een wit voetje te halen, ook wat den haartooi be treft, zien we de weelde uit vroeger tijden tcrugkeeren. Het is volkomen logisch, dat kleeding en kapsel zich bij elkaar aanpassen. De strakke jurk zonder veel versiering behoorde, een aantal jaren geleden, bij een gekortwiekt juf fertje; boven het eenvoudige bobbie-kraagje diende een glad jongenskopje dc wereld in te kijken. En belachelijk, hopeloos oudcrwetsch wa ren in die dagen zij, die haar lokken nog in vlechten of knoetjes wonden meer weten. De vrouw is bezig, onder lei ding van haar kapper, van het ééne uiterste in het andere te vervallen. Ze heeft de jongens-allure laten varen, op het oogenblik dat ze vo lants en strikken aan haar avond japonnen liet zetten, en klokken en poffen in haar daagsclie jurken Dat gaat niet! Een enkele modehuis kwam, den vorigen winter, met crinolines op de proppen, u weet wel, de wijde rokken, door verschillende vederlichte hoepels op den vereischten om vang gebracht. Wie zóó met zijn fantasie in den pruiken tijd leeft, kan ook moeilijk in een streng ach terover gekamden en ter hoogte van den nek afgesneden haardos berusten. Automatisch komt bij het zien van de zwierige gewaden het verlangen op naar coquette krullen en glanzende golfjes. De gulden middenweg. Toch was er ook toen een gulden midden weg tusschen de kale en de overbelaste hoof den. We noemden het wel de „radio"-dracht: op ieder oor prijkte, als een koptelefoon, een opgerolde vlecht. Dit systeem hield het mid den tusschen een „gekleede" en een spor tieve coiffure. Doch nu wil men van geen middenweg Hoe de Papoea's er over denken. Tocli bestaat lang niet bij ieder volk een harmonisch verband tusschen kleeren en haartooi. Bij vele Papoea-stammen bijvoor beeld vereischt het dagelijksch toilet vol strekt geen zorg, omdat het uit niets anders dan een smalle strook lijnwaad of boom schors bestaat, een zgn. lendendoek; daaren tegen besteden zij iederen dag paar uren We worden wel gedwongen Straks verdwijnen de hoofddeksels heele- maak en we worden wel gedwongen een of ander vernuftig bouwwerk boven op onzen bol mee door het leven te torsen. Er is overigens aan het weelderige kapsel nog een voordeel verbenden, waarop een on hoffelijk man eens de aandacht vestigde. „De schedel van de vrouw is lang zoo mooi niet als die van den man", zei dat heerschap botweg, „en daarom is de jongenskop-stijl voor de dames allesbehalve aan te bevelen. Zij kunnen haar lceltjk achterhoofd beter achter een knoedeltje of bosje krullen veï- bergen!" We zwijgen en Wat zeggen wij op dat vernietigende oor deel? We zeggen in dit geval niets, maar kijken eens misprijzend naar den bobbeli- gen schedel, die door het grauwe stoppel haar van menig mannenhoofd heensche- mert. Arme mannen! Zij moeten, sinds tien tallen jaren gehoorzamen aan het onver biddelijke mes van den barbier, aan de wet der kaalheid en wij, wij maken van ons hoofd ieder jaar iets anders! We maken het, in overleg met onzen kapper, nèt zoo groot of zoo klein, zoo plat*of zoo bol als wij zelf willen; we geven het iedere ge- wenschte kleur, we ontnemen, als we daar zin in hebben, zelfs den glans der echtheid aan ons kostbaar en duur! sieraad LEONTINE. Zoowel in Amsterdam als Berlijn werd in de afgeloo- pen dagen een internatio naal kappera-concours ge houden. Onder de nieuws gierige blikken van ijdel Ne derland en Duitschland sta ken de haar-artisten elkaar den loef af met het vervaar digen van geurige en glan zende kapsels. Op beide tournooien kwam duidelijk de neiging naar een weelde- rigen haartooi naar voren; kwistig voorzagen deskundi ge handen de schedels der geduldige mannequins van krullen en golven. aan het opmaken van het haar, daar dit zorgvuldig uitgekamd, met vet ingesmeerd, met gekleurde aarde gepoederd en met vee- ren, bloemen, enz., versierd wordt. Er zijn nog dwazer dingen dan bloemen en veerenl De beschaafde wereld lacht om de pom peuze versiersels der Papoea's; is ze den tiid vergeten, dat ze dwazer dingen op het hoofd der dames tolereerde dan bloemen en veeren? Wat zegt u van een kunstig gemaakt schip, dat de modieuze Frangaise in den tijd van Lodewijk XV op haar hoofd torste? Uit een vloed van zijige haargolven stijgt het schip met volle zeilen om hoog en deint bij iederen stap der draagster zachtjes mee. Niets garandeert ons, dat dergelijke mode- uitwassen, niet nog eens tcrugkeeren! Inte gendeel, er zijn beangstigende verschijnselen: de steeds kleiner wordende hoeden laten tel kens méér van het haar onbedekt en nood zaken velen tot een extra gang naar den kapper, 't Is alsof die belachelijk kleine hoedjes zeggen: „een keurig bijgeschoren nek is niet meer voldoende, mevrouwtje! Uw achterhoofd dient bepleisterd met krulletjes of een sierlijke rol!" HONDERDEN METERS TULE waren noodig voor het wélslagen van deze groote balletscène in de Ufa-film „Fanny Ellsler". - de haar wordt vrijwel geheel bedekt door een groffe witte hoofddoek. De regisseur raadt blijkbaar m'n gedach ten. „U verbaast zich er over, Zarah Lean der in een dergelijke japon te zien en nu valt het u moeilijk haar vragen te stellen. Zij heeft zeer veel verstand van de mode en heeft haar eigen zeer aparte smaak. Zij laat zich niet door modedwaasheden tvran- niseeren. Zij kleedt zich geheel naar haar eigen smaak en is desondanks een zeer modern gekleede vrouw. Zij draagt bijvoor beeld „Maar nu is 't genoeg", valt Zarah Lean der lachend Detlef Sierck in de rede, „laat mij het nu maar verder vertellen. „Also: ik houd van het echt-vrouwclijkc karakter in de garderobe. Ik heb veel be wondering voor de mode in den Bieder meier-tijd en 'k benijd de vrouwen in de periode der hoepelrokken. Vooral in „Ver bannen!", dat omstreeks 1840 speelt draag ik japonnen, zooals ik ze graag mag. Wijde opbollende japonnen van krakende zijde en groote hoeden, die het gezicht beschaduwen. Wat ik hier aan heb beantwoordt wel niet geheel aan mijn smaak, maar men moet ter wille van de rol, den moed hebben ook lee lijke dingen te dragen als dat noodig is. Ik bewandel rare wegen in „Verbannen!" Van het beroemde Adelphi-Theater in Lon den, waar ik als gevierde zangeres op treed, kom ik in een cel van de vrouwen gevangenis in Paramatta. Van deze groote tegenstellingen gaat een groote bekoring voor mij uit. Tegenstellingen, die veel eischen aan mij stellen. „Maar dames, u zoudt toch over de mode praten, toch niet over dramatiek en karak terrollen", merkt de regisseur terecht op. „Voor thuis prefereer ik wijde zijden blouses en vaak ook heel eenvoudige blou ses van linnen of frottée. Bij sportbeoefe ning ik speel o.a. golf en zeil veel let ik vooral op het practische nut. Voor middag en avond geef ik de voorkeur aan een zachte soepele stof, die in vorm en kleur de vrouwelijke gratie onderstreept. Voor op straat kleed ik mij meestal zoo strak mogelijk, met kleine hoedjes, zonder groote rand". Hierbij moest Zarah Leander het laten. Regisseur Sierck wilde weer aan het werk. En daarvoor moet alles wijken Het valt niet mee, om als journaliste een ac trice te spreken te krij gen in den tijd, dat er een film van haar wordt opgenomen. Dan moet men wel heel veel geluk hebben. Toen ik op de Ufa-atclicrs in Neubabelsberg kwam, zat men juist midden in de opnamen voor do eerste Zarah Leander- film „Verbannen!" en dan zijn de betrokke nen van 's morgens vroeg tot 's avonds laat aan het werk. Ik ontmoette Zarah Leander tijdens een korte middagpauze in gesprek met haar re gisseur Detlef Sierck. Als deze hoort, dat ik deze nieuwe Zweedsche ster wil interviewen, zegt hij gedecideerd: „Frau Leander moet uitrusten. Spreekt U maar met mij!" De beroemde actrice lacht. „Tk ben nieuws gierig, wat daarvan te recht komt", zegt zé. Eerlijk gezegd was ik uit 't veld gesla gen. Ik wilde deze vrouw haar meening over de tegenwoordige mode vragen en zag haar voor mij in ongeveer het volgen de costuum: een lange lichtgrijze japon van ruwe katoen, die in ruime plooien valt. 7.e is hoog aan de hals gesloten en men ziet de lange mouwen van de van zeer grof linnen vervaardigde onderjurk onder Zarah Lean de japon-mouwen uitkomen. Een donken ceintuur is om de heupen gestrikt. Aan haar kleine voeten draagt ze zware klom pen. Op horst en rug staat in witte cijfers 21S geborduurd en het mooie kastantje-roo-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 13