W1IM Pi APEN De geheimzinnige organisatie der Ver. Staten: K.K.K. Het verboden grondgebied Eeo half millioea omzet belasting op fruit Radioprogramma GEÏLLUSTREERD VERVOLGVERHAAL DOOR: EDGAR RICE I BURROUGHS No. 38. In de hut zag Jane de leeuw steeds verder naar binnen komen. Zij trachtte de gevallen revolver te grij; pen en nam hem weer ter hand. Toen zag zij Esmeralda, bewusteloos maar in leven. Tot vuren kwam het echter niet, want verwonderd zag ze, dat het grote dier langzaam door het raam werd teruggetrokken en in het maanlicht bemerkte zij de hoof den van twee mannen. Tarzan had de staart van de leeuw met beide handen gegrepen, Zette zijn been te gen de hutwand en trok uit alle macht om het beest uit het raam weg te krijgen. Langzaam kwam het dier naar buiten. Tarzan nam vlug een sprong kwam op de rug van de leeuw terecht en wrong met zijn sterke, jonge armen de kop al ver der en verder achterover. De ge- naar Jane, kalmeerde haar en samen weldige spieren van Tarzans schou- kwamen zij naar buiten om hun red ders en biceps spanden zich tot kno- óer te danken. Doch Tarzan van de pen. Met bovenmenschelijke kracht Apen was verdwenen, brak hij Sabor de nek. Voor de derde keer hoorde Clayton de overwin' (Nieuwe spelling), ningskreet van Tarzan. Hij renae Hoe de Ku Klus Klan ontstond. Met man. en macht strijdt men te genwoordig in Amerika tegen de vreeselijke en geheimzinnige daden van de KuKluxKlan, waartoe President Roosevelt een organisatie in het leven geroepen heeft Gruwe lijk zijn de maatregelen van de K.K.K. om hun doel te bereiken. In onderstaand artikel volgt hierover het een en ander. „Langs een spoorweg in de staat Alabama is het onthoofde lijk van een man gevonden, die door den trein overreden is. De man was door een verdoovend middel reeds bui ten bewustzijn. Wie is de dader?" „In de staat Michigan heeft men uit een put het hoofd van den gevangenisopzichter Avery gehaald. Avery stond bekend als een goed katholiek. Wie is de dader?" „In de hosschen bij Detroit vond men het Hj5t van den arbeider Charles Poole, die dood ge ranseld was, Poole had zijn vrouw verbo den naar de kerk te gaan en haar geslagen. Wie is de dader?" „In Jacksonville in Flo- rida drongen zes mannen, als politie-amb- tenarem verkleed, 's nachts een huis "bin nen, waarin eenige democraten een verga dering hadden. Zij namen den chef en eeni ge leden gevangen. Ondanks hun verzet werden de gevangenen naar een eenzaam strand gebracht en daar gegeeseld tot zij in elkaar zakten. Vervolgens werden zij met teer overgoten en door de veeren ge rold. De vereeniging streed tegen de K.K.K., die Amerika ondanks allerlei maatregelen be dreigt. Zij streed tegen het reusachtig aan tal misdaden, waardoor Amerika in den laatsten tijd opgeschrikt wordt en waarte gen men in dit groote land machteloos staat De verkleede politieagenten, die hun le ven hierbij op spel gezet hadden, waren le den van de KuKluxKlan. K.K.K. had ook de andere misdaden op zijn geweten. Millioenen Amerikanen zijn de K.K.K. toegedaan. Iemand is een enthousiast Katholiek, iemand is een overtuigd socialist en strijdt er voor, iemand is een buitenlander, het doet er niet toe van welke natie en ver wekt op een or andere manier de ontevre denheid van de K.K.K., iemand is gastvrij tegenover Negers en andere kleurlingen, de K.K.K verneemt het, de K.K.K. zal hem veroordoclen cn de K.K.K. slaagt er bijna altijd in het vreeselijke vonnis te yoltrek ken. Millioenen vrije Amerikanen zijn tegenwoordig lid van deze geheim zinnige organisatie. Millioenen bur gers uit het „land zonder geheimen" zweren tegenwoordig, met de hand op de loop van een revolver, te zul len bestrijden: de katholieken, de Jo den, de Negers, de Buitenlanders, onverschillig van welke natie, de Communisten. Op geheimzinnige wijze houdt de Ku KluxKlan het Amerikaansche ras geheel zuiver en schept nieuwe zedelijke wetten. Hij strijdt tegen verdachte buitenlanders, tegen gehoorzame katholieken, tegen de negers. Eenige mill. Amerikanen gehoor zamen tegenwoordig den geheimzinnigen leiders: William J. Simons, Edward Yu-ng Clark, Elisabeth Tyler, Virgile Effinger, een ontslagen bankbeambte en een tand arts in Texas. De methoden van de Ku-Klux-Klan De K.K.K. is geen nieuw idee. De Ku— KluxKlan heeft nog dezelfde methoden als in den tijd van den slavenoorlog. De KuKluxKlan van tegenwoordig is een vernieuwing van de „KuKloi," die zeven tig jaar geleden in Zuid-Amerika, na de overwinning van Noord-Amerika in de sla- venkwestie, gesticht werdl. Door deze over winning kregen de Negers het kiesrecht en gedeeltelijke gelijkstelling. In Zuid-Ameri- ka zette men uit wraak een geheime samen zwering op touw die zich „Ku-Kloi" noem de. Spookachtige ruiters overvallen een dorp. Om zoo geheimzinnig mogelijk te kunnen optreden, koos men als klee ding lange, witte jassen, met wijde mouwen en spitse, hooge, witte mut sen, die tevens hun gezicht bedekten en alleen de oogen vrijlieten. Zoo zagen de leden er als levende spoken uit. En wanneer zij dan op zwarte vurige paarden, een brandend wit kruis op de borst een of ander dorp 's nachts binnenreden, spreekt het vanzelf, dat de bevolking verlamd van schrik was. Zoo gingen de jaren voorbij. Toen de we reldoorlog in 1914 uitbrak, was men de KKK nagenoeg vergeten. Een nieuwe doelstelling. In 1917 dook de gevreesde vereeniging echter weer op. Deze keer waren het niet a-llecn de slavenaanhangers die zich wilden wreken, maar de KKK had nu ook zedelijke en militaire doeleinden. In de schaduw van het brandende kruis en onder de witte punt mutsen wilde men tegen alles strijden, wat volgens de KKK in tegenstelling met het Amerikaansche ideaal was. Met de geheim zinnige spreuken, de spookachtige hijeen- komsten en d merkwaardige gebruiken viel de KKK niet zeer bij de Amerikanen in de smaak. William Simmons, de „keizerlijke toovenaar" in het rijk van de KKK, omringde zich met een groot, gevolg, dat de mooiste namen voerde. Hij had zijn toovenaars, zijn titanen, slangen, furiën, adelaars en sper wers. Allemaal Amerikanen, zuivere Ameri kanen, in het burgerlijk leven rechters, offi cieren, soldaten, politie-dienaren, ambtena ren en arbeiders die droomden van een nieuwe zedelijke orde. Wee hem, die veroordeeld is. Het lijkt wel of een kind dit all^^ hodacht heeft, zoo merkwaardig en onwerkelijk lijkt de organisatie van deze bond. In de groote Amerikaansche steden lacht men over de KKK. Maar in de dorpen, op het platteland, glimlacht men niet eens en degenen, die wel eens iets met de KKK te maken gehad hebben spreken er nooit over. 's Nachts ziet men wel eens een brandend kruis op het veld: dan is de Ku-Klux-Kan aan het werk. Alle leden komen dan bij elkaar. De „toovenaars" ver zamelen zich rondom het kruis. Niemand kan hun gezicht herkennen. Alleen hun oogen schitteren achter het masker. In deze nacht verschijnen degc- nen, die lid willen worden en ook de vijanden van de K.K.K. worden in dezen nacht bestraft. De veroor deelde wordt naar voren gebracht, terwijl nucn reeds de kokende teer voor zijm wonden gereed gemaakt. Dan wordt zijn vonnis voorgelezen: „De leider van het groote, onzicht bare rijk vam de K.K.K., die alleö ziet en hoort, heeft U veroordeeld". Afschuwelijke kreten weerklinken; de beul verricht zijn werk. De beweging schijnt onuitroei baar. Daarna worden de nieuwe leden opgeno men. Een voor een knielen zij neer en luisteren naar de plechtige vei'klaring. Vervolgens moeten zij zelf de eed afleggen: „In naam van God, in naam van het Licht en van de Schaduw, van het Goede en, het Kwade, zweer ik eeuwige gehoorzaamheid enz., enz." Dit alles geschiedt in het „land zonder geheimen", in Amerika in de 20ste eeuw. In don loop van de laatste maanden zijn thans ongeveer 50 Amerikanen, Zwar ten, Katholieken, Vrijdenkers, Buitenlan ders door de K.K.K. vermoord. Honderden farmers, die de K.K.K. niet goed gezind waren, en 's nachts gegeeseld werden, zijn in een inrichting voor geesteszieken terecht gekomen. In 1917 waren er 5000 leden, thans zijn er eenige millioenen. Alleen in Detroit zijn er 100.000; in Canada 500.000. De chefs zelf passen wel op, dat zij nooit gezien worden, vooral sinds Roosevelt energiek tegen deze plaag optreedt. Voorloopig heeft echter ook Roosevelt nog niet veel succes gehad. Van de groote vereeniging ter be strijding van de K.K.K. heeft nnen reeds eenige leden dood in de Amerikaansche bosschen gevonden. Steeds sterker tracht men in te grijpen, steeds strenger worden de maatregelen. Maar tevergeefs. De Ku- Klux-KIan leeft. De drie vreeselijke letters K.K.K. regecren de provincies en voltrekkicn de vonnissen in naam van een door hen bedachte gerechtigheid. Wat de HoIIandsche kweekers in één jaar opbrachten! De omzetbelasting drukt nog steeds als een zeer zware last op onze fruitteelt. Reeds meerdere malen, zoowel bij het tot stand komen der Omzetbelastingwet, als ook later, heeft het Centraal Bureau pogingen aange wend om het fruit van deze belasting vrij gesteld te krijgen. Tot nu toe is dit niet mo gen gelukken. Toch meenden wij, dat onze actie daarom niet mocht worden stopgezet. En vooral nu de 's Iandsfinanciën over het algemoen een betere opbrengst toonen, ter wijl daarentegen de toestand in don Neder- landschen Tuinibouw nog zeer slecht is, ach ten wij, schrijft de „Tuinderij", het oogenblik gekomen om opnieuw met den meesten aandrang bij de Staten-Generaal te moeten aankloppen in deze zaak. Het Centraal Bu reau heeft dan ook verleden week aan de Tweede Kamer een uitvoerig adres gericht met het verzoek medewerking te willen ver- leenen om tot afschaffing der omzetbelasting op het fruit te komen. Uit dit adres lichten wij de volgende pas sage: Om een indruk te geven hoezeer de fruit teelt op deze wijze belast wordt, hebben wij zoo volledig mogelijk gegevens verzameld omtrent de bedragen, welke de verschillende veilingen in het jaar 1936 aan omzetbelas ting hebben betaald. Wij zijn daarbij gekomen tot een totaal-bedrag van f 556.000, waarbij wij opmerken, dat dit bedrag nog niet eens geheel volledig is, aange zien hierbij geen rekening is gehou den met eenige op»zichzelf staande veilingen, welke ons geen opgave verstrekten, terwijl wij er óók nog op wijzen, dat in het. jaar 1936 de fruitoogst over het algemeen zeer slecht was, zoodat in een normaal jaar het totale aan omzetbelasting verschuldigde bedrag belangrijk hoo- ger zal zijn. WOENSDAG 27 OCIOBER 1987. Hilversum L Algemeen Programma, verzorgd door de NCRV. 8.00 Schriftlezing, meditatie, gewjjde muziek (gr.pl.) 8.30 Gramofoonmuziek. i.30 Gelukwenschen. •.45 Gramofoonmuziek. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Ensemble Van der Horst. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Vervolg concert. I.30 Gramofoonmuziek. 2.30 Christ. lectuur. 3.00 Zang en piano. 3.45 Gramofoonmuziek. 4.00 Berichten. Gramofoonmuziek. 4.15 Het Nederl. strijkkwintet en soliste. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.30 Voor tuinliefhebbers. 7.00 Berichten. 7.15 Literair halfuur. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Ber. 8.15 Christ. Oratorium-Vereeniging Hilver sum, Instrumentaal ensemble en solisten. 9.05 Causerie: „Monumenten, uit het ver leden". 9.30 Vervolg concert. 10.00 Berichten ANP. 10.05 „De Luchtverdedigingsdag te Amster dam", causerie. 10.45 Causerie over tafeltennis. II.0012.00 Gramofoonmuz. Hierna: Schrift lezing. Hilversum H. VARA-Uitzendlng. 10.0010.20 v.m. VPRO. 6.30—7.00 RVU. 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. 9.30 Keukenpraatje. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Causerie over rassentheorie en erfe lijkheid (gr.opn.), gramofoonpl. en orgel spel. 11.30 Causerie: „Werkverschaffingsproble men". 12.00 Gramofoonmuziek. 12.30 VARA-Orkest. I.151.45 De Ramblers. 2.00 Kniples. 2.30 Voor de vrouw. 3.C0 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.00 „The Lucky Birds" en solist. 6.30 „Weten, begrijpen, handelen," causerie. 7.00 Koorconcert. 7.30 „De roep naar God", causerie. 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-varia. 8.15 RadiotooneeL 9.30 Orgelspel. 10.00 Berichten ANP. 10.05 ,,Sag' beim Abscheid leise Servus", operette (gr.opn.). II.00 „Jeugd en puberteit", causerie. 11.20 „Fantasia". 11-4512.00 Gramofoonmuziek. Feuilleton door Dennis Wheatley Vertaling Eva Raedt de Canter 45. „Kijk," ging de hertog voort, „dit venster zal ons buitengewoon van nut zijn. Van hieruit kunnen wij het front verkennen. Ik zal een maal in die boschjes daar schieten, jij neemt de rechterflank voor jou rekening als zij ant woorden. Richt je pistool op die schuilplaats, vuur hoogstens driemaal en buk dan dadelijk. Ik zal vuren als ik het oogenblik gekomen acht, maar de rechterflank is voor jou. Be grepen En denk erom, niet meer dan hoog stens driemaal schieten. Er moeten zich min stens acht personen in die boschjes verborgen hebben. Ben je gereed?" „Mm," zei Simon, „ga je gang." De Reichleau vuurde. Onmiddellijk werd zijn schot beantwoord. Een schot kwam direct van onder het venster, minder dan tien voet van hen verwijderd. Simon wilde vuren en leunde uit het raam. Toen hij geschoten had hoorde men een gil. Daarna voelde hg zich plotseling door den hertog in den kraag ge pakt, zoodat zijn derde schot in de lucht af ging. „Ben je gek geworden," schreeuwde de her tog, „om zoo uit het raam te leunen?" „Het spijt mij," zei Simon nederig. „Maar ik heb hem toch geraakt?" „Inderdaad", antwoordde de hertog droog, „het is alleen aan de hemelsche voorzienigheid te danken dat hij jou niet geraakt heeft. Heb je nog nooit zoo'n gevecht meegemaakt?" „Neen," zei Simon nerveus, „neen, neen, nog nooit." Plotseling hoorden zij een slag boven de kamer waarin zij zich bevonden, direct gevolgd door een nieuw salvo uit den tuin. „Rex," zei de Reichleau vlug, „laat ons weer naar boven gaan." De treden van de trap kraakten en piepten toen zij omhoog klommen. De hertog bleef boven aan 6e trap staan. „Je bent toch nog goed in orde, Rex?" yroeg Simon een stap voorwaarts doende. De hertog trok hem terug. „Ik maak het best," hoorde men een rustige stem zeggen uit de duisternis hg het raam. „Goddank," zei de hertog en liet Simon's arm los. „Een oogenblik dacht ik dat jij een van de bende was. Denk om dat vervloekte gat in dien vloer." „Dat hebben jullie knap bekeken," ging Rex voort. „Ik heb mij er best doorheen kunnen slaan." „Luister," zei de hertog. „Ik stel voor dat wij zullen trachten den tuin aan de achterzijde te bereiken. De trap ls vrij," „Dat is goed, maar waar zullen wij heen gaan als w(j daar eenmaal zijn?" „Naar Marie Lou. Heeft zij de paarden ge kregen? En staan die al bij haar woning?" „Neen, haar boerenvrienden schijnen lucht van ons gekregen te hebben, zij wilden ze niet verkoopen." Een kogelregen tegen het plafond was oor zaak dat Rex plotseling zijn hoofd boog. „Dat beteekent niets," zei de hertog vlug. „Wg kunnen een voor een gaan, haar huis is ons eenig toevluchtsoord." „Kunnen wij niet samen gaan?" vroeg Rex. „Je weet heel goed dat dat niet kan," ant woordde de hertog scherp. „Zij zouden ons volgen. Een van ons moet er vandoor gaan terwijl de anderen zijn aftocht dekken vanuit het venster. Simon moet eerst gaan." „Waarom ik?" vroeg Simon. „Willen jullie mg kwijt zg'n?" „Doe toch niet zoo dwaas, je verspilt maar tijd met dat gepraat. Je hebt nog 2 kogels in je pistool. Rex, houd dat venster daar in de gaten terwijl ik met Simon spreek." „Luister." De hertog sprak op een zachten, maar overredenden toon. „Je loopt een groot risico, want het is mogelijk dat er alreeds een paar van die kerels achter het huis op den loer staan. Marie Lou heeft geen paarden kun nen krijgen. Er moet dus iemand naar haar toegaan, en wel dadelijk. Zg is onze eenige hoop, en het is een dapper vrouwtje. Ik neem de verantwoordelijkheid op mij. Vraag haar of wij ons niet bij haar ergens kunnen verbergen. Wij zullen je een voorsprong van een half uur geven, maar als wij komen moet je gereed zg'n. Ga nu, iedere minuut is kostbaar." „In dit geval ga ik ermee accoord," zei Simon. „Goed zoo, vaarwel, mrjn zoon." „Ik miste hem," zei Rex vanaf zijn plaats bij het venster. „Maar ik denk dat hij het niet wagen zal voor een tweede maal in mgn nabij heid te komen." „God zij geloofd dat wij dien jongen uit al deze ellende vandaan gekregen hebben," zucht te de hertog toen zij hoorde hoe Simon zich langs de trap voortspoedde. „Dacht je dat hij eruit zal komen?" vroeg Rex. „Waarom niet? Er was geen teeken van leven in den tuin. Vuur nog eens uit je venster, om ze te laten zien dat wij nog altijd hier zijn." De Reichleau bewaakte intusschen het terras en de grasvelden die beneden hem lagen. Hij stampte ongeduldig met zijn voet op den grond. „Zij kunnen ieder oogenblik hierheen komen. Zij moeten ermee bekend zijn dat deze kamer aan de achterzijde op den tuin uitziet." Simon verscheen op het terras. Hij keek vlug links en rechts, en snelde de steenen treden af. De hertog keek hem bezorgd na toen hg het eerste grasveld overstak. „Vuur, Rex, vuur nog eens," zei hij zenuwachtig. „Vooruit dan toch! Zij moeten niet denken dat wij hier niet meer zijn." Met een sprong bereikte Simon het tweede terras. De Reichleau zag niets meer van hem dan een zwarte vlek op het smettelooze wit van de sneeuw. De hertog ademde ruimer. Hij had geen spoor van den vijand gezien erf Simon was als het ware door de duisternis opgeslokt Een kogel floot door het venster waar Rex bij stond, en vloog met een scherpe tik in den muur. Het scheen dat iemand uit een anderen hoek vuurde maar de Reichleau sloeg er geen acht op. Intusschen berekende hij den afstand die Simon inmiddels zou hebben afgelegd. Plot seling zag hij een vuurstraal in een van de boschjes bg het grasveld en daarna een schil len kreet. „Groote God," zei de hertog angstig, „zij hebben hem geraakt." Een tweede vuurstraal iets meer naar links doorboorde plotseling de intense duisternis. De Reichleau leunde in zijn groote angst uit het venster. „Niet schieten," gilde hij uit alle macht, „hij zal je zien, door de vuurstraal." Terwijl hij deze waarschuwing uitte, kwamen er ook vuurstralen uit de andere richting, on geveer twee meter verder, en een tweede gil werd gehoord. Als ln doodsangst greep de hertog het raamkozijn vast, hij vreesde dat Simon reeds gewond zijnde, zg'n laatste kogel had verschoten. In den tuin werd het weer stil. „Hebben zij hem te pakken?" vroeg Rex, met gesmoorde stem. „God weet het, maar Ik vrees het ergste. Er is een man in die boschjes daar beneden ons bij den tuiningang gewond. Nooit zal ik mijzelf vergeven dat ik dien jon gen in den dood gestuurd heb. Ik zal erheen gaan." „Je zult precies blijven staan waar je staat," antwoordde Rex dadelijk. „En kom alsjeblieft van dat raam af, zij zullen je anders zonder meer neerleggen." De hertog trok z(jn hoofd terug, maar h(j bleef neerslachtig in het duister staren. „Jg kunt er toch niets aan doen," zei Rex, terwijl hg trachtte hem op te beuren. „Jjj dacht dat hij hier heel gemakkelijk vandaan kon. Bovendien wil ik wedden dat Simon niets man keert. Weet je wel dat het allemachtig moeilijk is om een hollenden man in het donker te treffen? Hij kan beter op zichzelf passen dan jij vermoedt." (Wordt vervolqd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 7