Nanking een
nndergrondsche stad
Hitler en Mussolini stichten
nieuwe moraal
2)e Matig,
De Duitsche eer
De Lof der Zotheid
Het Engelsche
parlement geopend
Bevolking niet meer bang voor
luchtaanvallen.
Om kient den toestand in de Chineesche
hoofdstad Nanking meldt de eerste corres
pondent van Reuter de volgende bijzonder
heden:
Bij alle ontmoetingen, die ik gehad heft)
met de Chineesche regeeringspersonen, ben
ik onder den indruk gekomen van hun
vertrouwen en optimisme. Zij zijn er van
overtuigd, dat China er in zal slagen den
verwoeden Japanschen aanval, zoowel in
het Noorden als aan het front van Sjanghai,
te weerstaan.
De uitgelezen troepen van Nanking, die
den eersten stoot hebben opgevangen van
den strijd bij Sjanghai en wier veriiezen uit
den aard zeer ernstig zijn geweest, zijn
thans vermengd met troepen uit allo Chi
neesche provinciën, uit Kwangsi, Honan
en Sotsjoean, die verschillende dialecten)
spreken en wier militaire waarde en ge
oefendheid uiteenloopen. Daardoor ontt-
staat een volstrekt, nieuwe toestand in de
geschiedenis van China.
In den grond gedoken.
De hoofdstad zelf is letterlijk" in den
grond gedoken. Ik heb vanuit den tuin der
Amerikaansche ambassade 'n luchtoverval
waargenomen en zag hoe dertig bommen
neerkwamen op het vliegveld in het mid
den van de stad. Er waren daar geen Ghi-
ncesche vliegtuigen en gebouwen werden
niet getroffen. Ik kwam ten zeerste onder
den indruk van de routine, die thans reeds
verkregen is in het ontwijken van de ge
varen der luchto vervallen. Wanneer de
tweede sirene verklonken is, neemt de
geheele bevolking de wijk in de onder-
grondsche schuilplaatsen. De straten loopeni
leeg, net geheele zakenleven wordt stop
gezet.
Wanneer het sein: „alles veilig" wordt
gegeven, komen allen weer te voorschijn en
hervatten hun dagelijksche bezigheden. Niet
alleen particuliere schuilplaatsen zijn inge
richt. In alle hoofdstraten zijn openbare on
derkomens en zelfs de verkeersagenten
hebben naast hun standplaatsen kleine on-
dergrondsche schuilhoeken.
De Japansche luchtovervallen boe
zemen dan ook in het geheel geen
schrik meer in, te meer daar de to
tale schade, die door de naar schat
ting ruim 700 tot dusver neergewor
pen bommen, aan de militaire in
stellingen is aangericht, verwonder
lijk gering is.
Gebrek aan geneesmiddelen
Een bezoek aan de militaire hospitalen
heeft mij echter wederom onder den indruk
gebracht van de zware taak, waarvoor men
hier staat en van het hopelooze gebrek aan
medische voorraden. China mist volledig
iedere voorbereiding en uitrusting om het
hoofd te bieden aan dit enorme probleem* j
Een stroom van gewonden van de verschil- I
lende fronten wordt hierheen gestuwd. De
Chineesche minister van gezondheid, dr. Joei
Heng Lioe, verteld mij, dat er thans 150 mili
taire hospitalen zijn, maar dat er een ern- I
stig tekort aan artsen, geoefende verpleeg- I
sters en medicamenten bestaat. Er worden
pogingen in het werk gesteld buitenlandsche
artsen aan te werven. De minister vertelde
o.m. nog, dat vier roode kruistreinen met
gewonden door bommen vernield zijn,
Nazi-duel met doodelijken afloop
Een journalist van de „Völkische Beobach
ter", Rol tand Strunk heeft vorige week met
iemand, die hem zou beleedigd hebben, ge
duelleerd en is daarbij om het leven geko
men.
Over dit duel weet Havas nog te melden
dat het een z.g. barrière-duel was, zooals
voor den oorlog ook tusschen Duitsche of
ficieren gebruikelijk was en dat slechts mag
eindigen met den dood van een der duellis-
ton.
Woensdag j.1. deelde Strunk mede, dat hij
door iemand, wiens identiteit streng ge
heim wordt gehouden, beleedigd was in do
eer van zijn gezin. Hij deed een beroep op
het eeregerecht, zonder hetwelk leden der
nationaal-socialistische partij niet mogen
duelleeren. Deze instantie stelde de voor
waarden van het duel zoo streng vast, dait
zij neerkwamen op een barrière-duel.
De twee duellisten, werden met een pi
stool in de hand op negen pas afstand van
elkaar geplaatst, in het midden stond een
hekje. De scheidsrechter riep „Fertig, los" en
telde langzaam tot vijf, terwijl de duellisten
onder het lossen van schoten op elkaar toe
liepen. Strunk moet bijna onmiddellijk doo-
delijk zijn getroffen.
Zijn tegenstander werd gevangen geno
men. Hij kan worden veroordeeld tot ves
tingstraf, welke kan varieeren tussclien zes
maanden en 1 jaar.
Berlijn, een propere
huisvrouw
Duitsche hoofdstad heeft 'da
schoonste straten van Europa*
Het leger van 3.300 straatvegers in Ber
lijn verwacht voor de komende drie maan
den bijna tweemaal zooveel werk als in
het eerste kwartaal van dit jaar. Voor dit
extra werk zorgen de bladeren, die van de
vele hoornen in de Duitsche hoofdstad val
len. Verleden jaar veegde de stadsrednigings
dienst in de drie maanden October en De
cember ongeveer 3.780 kubieke meters bla
deren en straatvuil op, terwijl dit cijfer voor
Januari, Februari en Maart, maanden met
veel sneeuwval, ongeveer half zoo groot
was.
Berlijn heeft de reputatie van de stad te
zijn met de schoonste straten van Europa.
Deze reputatie dateert reeds van 1771, toen
een wet werd afgekondigd, op grond waar
van alle boeren die te Berlijn de markt
kwamen bezoeken, gedwongen werden, een
karrevnacht straatvuil uit de hoofdstad
naar het land mede te nemen.
Zelfcrltlek.
Als ik zeg. dat Euwe een groot man is.
dan zeg ik niets nieuws.
Maar menigeen zal toch niet weten,
waaróm hij zulk een groot man is.
Niet alleen ornaat hij zoo knap schaakt.
Neen, er is meer.
In een gedeelte van onze pers verschij
nen over de wedstrijden tusschen Euwe
en Aljechin artikeltjes. Lezenswaardig,
critisch en zéér objectieve beschouwingen.
Recensies om zoo te zeggen. En die cri-
tieken, waarin met volkomen openhartig
heid, met groote eerlijkheid, de fouten van
beide spelers, maar vooral de fouten van
Euwe worden besproken, zijn van Euwe.
Objectiviteit is de mooiste karaktertrek
die er bestaat. Wat Euwe kan, kunnen
weinigen.
„Mijn dertiende zet was minder nauw
keurig. en mijn veertiende zet was beslist
foutief". „Mijn aandacht verslapte even en
ik deed een oppervlakkigen zet, welke een
beslissende fout bleek te zijn."
Ik citeer zoo maar twee zinnen, uit hun
verband. Men vindt er zoo ontelbare in
zyn critieken.
Stel u voor, dat de kunstredactie van dit
blad op de onzalige gedachte kwam. den
schrijver van een roman te verzoeken, er
zelf een critiek op te leveren. En stel u
uw gezicht voor, indien u van zijn hand
het volgende las:
„Geloken Oogen is een van myn
onnoozelste werken. Er komen hier en
daar geslaagde milieuschilderingen in
voor, maar de hoofdpersoon is een onbe
staanbare figuur. Jammer, het belooft in
het begin zoo veel: ik voer u binnen in
een kring van vroolijke, vlot-levende, fui
vende en tierende Brabanders, overborre-
lend van levenslust, met laaiende harts
tochten. die altijd smeulen onder het op
pervlakkige mom van vroolijkheid. Het
milieu is wat gechargeerd, dit zy my nog
vergeven, maar plotseling wordt van u
verwacht, dat gij de raadselachtige figuur
van Lewieke den Zoo begrypt en dat
is te veel. Ik leg hem dingen in den mond,
ik dicht hem gevoelens toe, die tegen
strijdig moeten schijnenslechts een
zorgvuldige karakterteekening, waarvoor
men meer talent moet hebben dan ik, een
exposé van de gebeurtenissen in zijn
leven die hem hebben gemaakt tot wat
hij is. zou deze figuur voor u aanvaard
baar hebben gemaakt. Neen, de compositie
van dit boek laat wel veel te wenschen
over. Hier is maar één verontschuldiging
voor: de uitgever wilde het boek vóór
Sinterklaas klaar hebben. Wat den titel
betreft, men zal waarschijnlijk tevergeefs
naar een uitleg daarvan zoeken. Ik ben
n.1. zelf vergeten, waarom ik mijn nieu
wen roman zoo noemde en bij het door
lezen heb ik niets kunnen vinden wat op
geloken oogen leek. Kan een van de lezers
het mij verklaren?"
Of de violist over zichzelf:
„Myn spel dat bleek ook gisteravond
weer blijft intelligent, muzikaal en
technisch voortreffelijk gefundeerd, en of
schoon het niet de hoogte bereikt van een
virtuoos meesterschap of een groote ver
tolkingskunst, bezit het een niveau, dat
mij stempelt tot een uitstekend musicien.
Toch zal men gisteravond een gelukkig-
makende warmte, een charme in mijn tim
bre hebben gemist, dat anders voor mijn
spel zoo kenmerkend is. Er is geen twij
fel over: ik kan het beter, en ik heb het
meer dan eens bewezen. In de Suite van
Rachmaninof bijvoorbeeld legde ik een
nuchterheid aan den dag. die welhaast on
verschilligheid kon heeten. Heb ik deze
muziek wel volkomen doorgrond Men
zou het betwijfelen. Laten wij afwachten,
of ik volgende Dinsdag revanche neem"...
En kunt ge u den acteur voorstellen,
die over zichzelf deze recensie schrijft:
„Wat mij betreft, ik ben in „Maria
Stuart" mijzelf niet meegevallen. Ik ben
een speler van klasse. Met myn stem kan
ik wonderen doen in tal van toonsoorten.
Er is bij mij altijd een innig contact tus
schen stem en gemoed. Met groote zuiver
heid en boeiende zeggingskracht weet ik
verzen tot trillend leven te brengen en ik
verleen daarmee nieuwen glans aan mijn
reeds zoo rijk gevarieerd talent. Maar
gisterenavond herkende ik mijzelf niet.
Neen, Vondel had ik van Royaards moe
ten hooren
Heb ik gelijk of niet? Wat Euwe kan,
kan Euwe alleen!
Artikel van von Neurath in Ame-
rikaansch blad.
Jfet tot het Hearst.-con.cern hehoo rende
'Amerikaansche dagblad „Journal and
American" publiceert een artikel van don
Duitschcn minister van buitenlandsche za
ken, von Neurath, over „De het eekenis der
Duitsch-Itaiiaanscho vriendschap"
Hierin wondt o.a. het volgende gezegd:
Solidariteit.
Het verloop en hef resultaat van Musso-
lini's bezoek aan Berlijn heeft de niets
waardigheid der verdachtmakingen van een
deel der wereldpers ten opzichte van de
heide mogendheden bewezen, gelijk ook de
nietswaardigheid van de pogingen, Duitsch
land en Italië tegen elkaar uit te spelen,
of hun samenwerking als van geen belang
voor te stellen. De wereld heeft er kennis
van kunnen nemen, dat Duitschland en Ita
lië niet slechts op het gebied der wereld
beschouwing punten van aanraking héb
ben, maar ook ten opzichte van de doelstel
lingen der practische politiek solidair zijn.
Behalve dit echter, is aan de wereld ook de
zekerheid gegeven, dat deze solidariteit van
twee sterke en omhoog strevende volkeren,
geen uitdaging of bedreiging van anderen
beteekent, maar als een gemeenschappelij
ke waarborg van den algemeenen vrede
en tegenover dezen en de cultureele erfenis
van de beschaafde wereld bedreigende geva
ren wil optreden. Het betreft hier noch een
exclusieve blokpolitiek, noch een alliantie
met duistere of zelfs agressieve doeleinden.
Orde-ideaal.
In de «laatste" en eigenlijke beteekenis
betreft het een nieuwe volkerenmoraal en
een nieuw orde-ideaal waarvoor heide naties
zich uitspreken en waarmede zij haar on
derlinge betrekkingen op een duurzame ha-
sis van vertrouwen hebben kunnen stellen.
Gebaseerd op de grondwaarheden van recht
vaardigheid en achting van buitenlandschen
aard en buitenlandsche belangen, is dit orde-
ideaal echter niet beperkt tot de Duitsch
Italiaansche betrekkingen. Het heeft veeleer
een algemeen geldig karakter.
Derhalve gelooft men in Duitsch
land, evenals in Italië, ook gerech
tigd te zijn tot de opvatting dat de
Duitsch-Italiaansche politiek van
voorbeeldig karakter is en men
wenscht niets meer dan dat de realis
tische vredeswil die de levensrech
ten en levensnoodzakelijkheden der
volkeren eerbiedigt en daar rekening
mede houdt, en waardoor Duitsch
land en Italië zich laten leiden, ook
zal worden tot den richtsnoer van de
internationale politiek.
De groote afstand kan er oorzaak van zijn,
dat de Europeesche toestauden en 'ontwik
keling uit zoo groote verte gezien in Ame
rika soms niet geheel juist worden gezien
en dat ten opzichte daarvan misverstanden
ontstaan. In ieder geval echter, zal een
politiek feit van de beteekenis van liet be
zoek van Mussolini aan Duitschland met
zijn indrukwekkende en onaantastbare do
cumentatie van den wil tot vrede en ver
zoening van twee groote landen een gebeur
tenis zijn, die buiten Europa ook voor Ame
rika niet zonder waarde' en beteekenis is en
die er toe moge bijdragen den blik te ver
scherpen voor de constructieve en den vrede
behoudende krachten van de oude. wereld,
Aanslag op Catalaansch
politicus
De persafdeeling van het algemeen com
missariaat voor openbare orde te Barcelona
deelt mede, dat een aanslag gepleegd is op
Cornmorera, lid voor economische zaken van
don generaliteitsraad. Toen Cornmorera huis
waarts wilde gaan, ontplofte een helsche
machine, die geplaatst was in een goot nabij
den hoofdingang. Kr werd slechts lichte
schade aan het gebouw veroorzaakt. De po
litie volgt een serieus spoor.
George VI houdt
zijn eerste troonrede
Niet-inmengingspolitiek aanbe
volen.
Ernstige aandacht voor het Ver
re Oosten.
Voor de eerste maal in zijn regee
ring heeft koning George gisteren,
de parlementszitting met het ge
bruikelijk cereimonieel geopend. In
zijn statiekoets begaf de koning
zich van Buckingham Palace naar
het Hoogerhuis. Hier las hij de
troonrede voor. Iti deze troonrede
werd ojn. het volgende gezegd:
KONING GEORGE VI.
Mijn betrekkingen met de buitenlandsche
mogendheden blij\v?n van vriendschappe-
lijken aard. Ik heb den koning der Belgen
uitgenoodigd mij in November ëcn bezoek
te brengen en een soortgelijke uitnoodiging
is gericht tot den koning van Roemenië
voor het voorjaar van 1938. Ik zal de bezoe
ken hunner majesteiten aan mijn hoofdstad
toejuichen en vertrouwen, dat zij zullen
leiden tot een versteviging van de vriend
schappelijke betrekingen, die bestaan tus
schen onze volkeren.
Mijn ministers hebben met toenemende be
zorgdheid hot voortduren gevolgd van het
conflict in Spanje. Het is hun. doel alles,
wat in hun vermogen is, te doen, om bij te
dragon tot het hersitel van den vrede onder
het Spaansche volk. Zij gelooven, dat een
strenge toepassing van de internationale
niet-inmengingspolitiek daadwerkelijk zal
bijdragen tot dit doel.
OaAAji'ianJielij&e 9ndiicAe. u&dMuiq. do-oA Ro-zto-fii
Als een zware, bijna ondoorzichtbare
sluier lag de stille tropennacht om de
„Saggir". Slechts het ruischen van
het boegwater en het flauwe stampen der
scheepsmachines verbraken de stilte.
Langzaam wendde het zeeschip den steven
en hield recht op de smalle opening aan,
die zich in de zwarte golvende kustlijn af-
teekende.
Met voorzichtig tastend lood passeerde
het de zandbanken voer dan langzaam
den riviermond binnen.
Als twee zwarte wallen teekenden de
oevers zich af tegen den donkeren hemel.
de rivier was als opgeslokt door duis
tere schaduwen. Vreemde geluiden uit het
omringende oerwoud doorsidderden de lucht
nachtelyk levensrhytme, eeuwig mono
toon.
Urenlang tastte het kleine schip steeds
dieper het land in dan straalde eensklaps
een htider wit licht op bakboords' oever.
De machine stopten zwaar rammelend
vloog de ankerketting uit de kluis.
Nog lag alles aan den wal in diepe rust.
Slechts het helder witte licht op de douane,
loods duidde de plaats aan waar de kam
pong liggen moest. Doch niet zoodra had de
schorre toon van de stoomfluit weerklonken
of overal werden lichtjes zichtbaar kre
ten klonken over het water, riemen plasten
in rukkende slagen en weldra schuurden de
eerste laadprauwen langs de scheepshuid.
Rappe inlanders klommen aan dek en spoe
dig heerschte er in het felle licht der groote
laadlampen een leven en bedrijvigheid aan
boord als ware het klaar lichten dag..
Stuurman Witkamp zat in het kantoortje
druk bezig met het laadplan. Plotseling
keek hij op In de deuropening stond een
ouwe inlander. De hand tegen de borst ge
drukt, boog deze diep.
Tabeh toeantabeh toean.
Tabeh Raid, kom je je lading halen?
Sajah, toean.
De stuurman keek den ouden man aan
Arme drommel, kwam het in hem op Hg
wist dat men aan den wal den ouden inlan
der orang gilah noemde, gekke Raid
en dat niemand omgang met hem wilde heb
ben. Ja. Raid deed dikwijls vreemd.
Ook nu weer keek hy' wezenloos de hut rond
wees dan onnoozel lachend op een fel ge
kleurde kalenderplaat Bagoes, toean...
mooi... mooi....
Ja. mooi Raid. Zoo, hier heb je de
papieren by luik twee kun je de lading
ontvangen.
Na weer een diepe buiging gemaakt te
hebben, ging de inlander heen.
In gedachten verzonken stapte stuurman
Witkamp even later het dek op. Zoo
lang hy op deze voer, had hy Raid gekend
maar nog nimmer tevoren was het zielige
in den man hem zoo opgevallen als dezen
nacht. Even later passeerde hem de inland-
sche douanebeambte van het plaatsje, die
beleefd groette. Hij hield den man staan
de, moest toch eens wat meer zien te we
ten te komen.
Zeg, mantri, ken jy Raid?
De inlander keek hem verwonderd aan.
Sajah, toean, klonk het toen.
Ik bedoel, ken je hem goed? Is hij
altyd zoo... zoo raar geweest?
De mantri scheen niet graag op deze
vraag in te gaan, doch toen de stuurman
aan bleef dringen, begon hij t§ vertellen.
Raid was evenals hijzelf in Boeneih ge
boren ze waren ongeveer even oud.
Maar terwijl hijzelf altyd in het plaatsje
gebleven was, had Raid het in de kleine
kampong niet uit kunnen houden en was
weggetrokken. Hij had veel gereisd en was
zelfs jarenlang in Britsch-Indië geweest.
Toen hij na ruim twintig jaren in Boeneih
terugkeerde, was hij een rijk man.. Kocht
uitgestrekte klappertuinen en rubber aan
plantingen en werd zoodoende spoedig de
voornaamste man in de kampong. Maar
iedereen vond hem erg vreemd geworden.
Hy wilde met niemand omgang hebben en
het eenige menschenwezen, waarvoor hij
iets scheen te voelen, was een klein jonge-
tj dat hij uit Britsch-Indië had meege
bracht. Het is mijn zoontje, vertelde hij,
wanneer men een enkele maal naar het
knaapje vroeg.
Raid deed erg geheimzinnig en in dien
ttfd wist eigenlijk niemand iets van zijn
leven af. Nu, na jaren Li alles uitgelekt
ook al doordat hij zelf, toen hij na die
vreeselijke gebeurtenis krankzinnig ge
worden was, steeds over het verleden
sprak.
Men fluisterde in de kampong, dat Raid
over een geheime macht beschikte. Een
ding was zeker, toen hg in Boeneih terug
keerde, gebeurden er rare dingen. Voor
dien had er rust in het plaatsje geheerscht,
de menschen deden hun werk en waren
tevreden. Doch niet zoodra was hij er ko
men wonen, of er hing een onrustige sfeer
in het dorp. De menschen werden ontevre
den ieder wildt ook zulke groote bezit
tingen als Raid hebben men begon geld
te leenen tegen hooge rente en by wien
zou men daarvoor anders terecht kunnen
als bij Raid. En deze was daartoe met
graagte bereid. Een feit was het, dat de
meesten die geld van hem geleend hadden,
langzaam, jaar na jaar achteruit gingen
en dat de rijke Raid steeds ryker werd.
Zyn bezittingen werden uitgestrekter en
tenslotte -as nagenoeg het gansche dorp
zijn eigendom geworden. Maar nog had
Raid niet genoeg. Er werd veel over hem
gefluisterd en allerlei verhalen deden de
ronde. Toch kon niemand hem openlijk
van oneerlijkheid beschuldigen. Hij stond
De toestand in het Verre Oosten zal ern
stige aandacht van mijn regeering blijven
trekken. Zij zal volharden in haar politiek
te trachten om, in samenwerking met de
andere regeeringen, of deze nu loden v. d.
Volkenhond zijn of niet, liet leed 1e verzach
ten, dat, door het conflict, veroorzaakt wordt
dit conflict lot een einde te brengen.
Met belangstelling en genoegen zie ik den
tijd tegemoet, waarop het mij mogelijk zal
zijn mijn Indische rijk Ie bezoeken".
Vervolgens verwijst de troonrede naar de
snelle vorderingen der her-bewapening en
naar de verbetering in handel en industrie,
waarna de koning de groote lijnen aangeeft
van het wetgevende programma ten aanzien
van het binnenland.
Aan het slot van zijn troonrede week ko
ning George met de volgende woorden op
bcteekenisvollc wijze af van de gebruikelijke
formule.
„Ik bid, dat onder de zegening van den
almachtigen God het resultaat van uwe be
raadslagingen de bevordering moge zijn van
'mijn volk en van den vrede in de wereld".
Min. president niet aanwezig.
Chambcrlain de minister-president is niet
in staat geweest de openingszitting van het
parlement bij te wonen, ten gevolge van een
aanval van jicht. Men hoopt echter, dat hij
heden de wekelijksche kabinctsbijeenkomst
zal kunnen voorzitten.
Onder het teeken van
het hakenkruis
Duitsch minister van oorlog
spreekt de troepen toe.
De opperbevelhebber der Duitsche weer
macht, de minister van oorlog von Blom
berg, heeft gisteren aan enkele troopenaf-
deelingen vlaggen en standaarden uitge
reikt. In een toespraak verklaarde hij o.a.
„Naast het ijzeren kruis, dragen de vlag
gen het hakenkruis." Onder dit toeken is de
strijd voor het Derde Rijk gestreden. Aan
dit teeken heeft het Duitsche volk zijn we
dergeboorte te danken, en de nieuwe Duit-
sohe weermacht zijn bestaan. De soldaten
moeten het hakenkruis trouw blijven, zij
moeten nationaal socialisten zijn. Dat wil
niets andiers zeggen dan dat zij 'den Führer
en het Duitsche volk tot den laatstcn adem
tocht trouw blijven.
Baby Lindbergh in
Belgisch dorp?
Onderzoek gelast.
aan de andere zijde van de wet nimmer
scheen hij schuld te hebben aan het onge
luk, dat anderen trof.
Ja, Raid was erg geheimzinnig, dikwijls
blindde er halve nachten licht in zijn wo
ning. Niemand werd dan toegelaten, nie
mand wist dan ook wat hy in die nachte
lijke uren deed als de andere dorpsbewo
ners sliepen. En het juiste weet ook nu
nog niemand te vertellen doch wel is
thans bekend, dat Raid uit Britsch-Indië
een slang had meegebracht, een ïeusach-
tige slang, die hy opgesloten hield in een
vertrek van zijn woning, doch niemand
heeft die slang ooit gezien.
Wel konden de inlanders, die 's nachts
nieuwsgierig om zyn huis slopen, zachte,
lokkende tonen hooren, maar niemand kón
raden, wat deze te beduiden hadden... aan
een slang werd niet gedacht.
Toen echter zijn verstand voo'1- eeuwig
uitgedoofd was, kon men uit zijn verwarde
uitlatingen opmaken, dat hij zich 's nachts
met de slang opsloot en het ondier met de
streelende fluittonen beheerschte. En
wanneer het dan met opgeheven kop zacht
heen en weer wiegde op de tonen der mu
ziek, keek Raid het monster strak in de
nauw gespleten, eeuwig starende oogen en
liet de kracht van dien slangenblik op zich
inwerken. De verlammende angst, die dan
al zijn eigen krachten uitschakelde, deed
de macht van de slang in zijn eigen wezen
overgaan. Slechts de ijle tonen van de fluit
vormden den onzichtbaren muur, die hem
tegen een doodelyke omkronkeling be
schermden. Na zijn samenkomst met de
slang "erliet Raid steeds zijn woning
e~ doolde in den donkeren nacht op zijn
uitgestrekte bezittingen rond en maakte
plannen om zijn macht te vergrooten.
Zekeren nacht, toen hij als gewoonlyk
tegen den morgen weer zijn woning be
trad. kwelde hem een vreeselijke onrust.
Hg opende de deur van zijn kamer, ont
stak de kleine lamp, die aan de zoldering
hing, maar wie beschrijft zijn ontzetting,
toen hij in een hoek van het vertrek, de
ineengekronkelde reuzenslang zag liggen.
Als een bliksemstraal trof htm de ver
nietigende zekerheid, dat hij verzuimd had
het slangenvertrek af te sluiten. Op dat
oogenblik hief het ondier den kop op
liet met geopende muil de lange spitse
tong. in gretige trilling tusschen de wyd
opengesperde kaken, een kwaadaardig
sissen hooren. gleed toen kronkelend in de
richting van den van schrik verstyfden in
lander. Op het laatste moment kreeg deze
echter ?ijn bezinning terug en vloog naar
de, op een kier staande deur van een an
der vertrek. Met een wilden smak sloeg
hy de deur achter zich dicht. Hij bevond
zich in de slaapkamer van zyn zoontje.
Over al zyn leden bevend, streek hg een
lucifer aan doch met een rauwen kreet
liet hy- het brandend houtje uit de vingers
vallen. In het dansende schijnsel van de
kleine vlam ontwaarde hij uitgestrekt op
den vloer... het vermorzelde lijk van zyn
kind.
In dien nacht opgesloten in dat kleine
vertrek bij het ontzielde lichaam van zijn
zoontje, wiens dood den prijs was voor zyn
rijkdom is Raid krankzinnig geworden.
De „Dernière Heurc" te Brussel meldt,
dat het parket een instructie heeft geopend
naar aanleiding van de z.g. ontdekking
van de baby van Lindbergh in Wavre (Bel
gië). Dit geschiedt naar aanleiding van 'n
verzoekschrift dat dr. Alexis Carrel van de
bewoners van Wavre heeft ontvangen en
dat hij doorgezonden heeft aan de Belgi
sche justitie, die last gaf een onderzoek in
te stellen. De „Pays Réel" publiceert een
foto van het kind uit Wavre, die een tref
fende gelijkenis vertoont met de foto van
den tweeden zoon van Lindhcrgh.