Engeland danst niet naar Italië's pijpen Het mysterie van de aanranding in de Boekelermeer Nieuwe Nederlandsche omroepzenders BERT ELS' BERTELS' KIJKEN i, I00PEN CLOECK DAGBLAD VOOR HOLLANDS NOORDERKWARTIER Is de aanranding echt of gefingeerd KUNSTKORREL rVf*OM Uilgove der N.V, v.K. Trapman Co. ScKageM. ZIJ, DIE WETEN, ZWIJGEN. DE POLITIE ZOEKT VERDER, DOCH ZELFS EEN SHERLOCK HOLMES ZOU MET DE HANDEN IN HET HAAR ZITTEN. Gisteren hebben te Heiloo een aan tal verhooren plaats gehad in ver band met de bekende aanranding in de Boekelermeer. Helaas hebben deze geen voldoen de licht kunnen verspreiden over de zaak, zoodat de geheele toedracht een raadsel blijft. De verschillende sporen, welke de politie tot dusverre heeft gevolgd, zijn. doodgeloopen. Men heeft nog geen dader kunnen vaststellen. Den laatsten tijd liepen er geruchten, als zou de heele geschiedenis berusten op fanta sie van het meisje. Vergissen we ons niet, dan begon de politie ook naar deze meening over te hellen. Met het oog daarop werd mejuffrouw v. d. Bogaard een ernstig ver hoor afgenomen en aan den tand gevoeld teneinde van haar een bekentenis te krijgen, dat de geheele aanranding door haar zou zijn gefingeerd. Het meisje bleef echter bij haar oorspron kelijke verklaring, dat ze door twee personen is aangevallen. "De politie heeft dientengevolge het onder zoek opnieuw ter hand genomen. Eenigszins vreemd in dit verband is het, dat de doktoren die mej. v. d. Bogaard onmiddellijk hebben onder zocht., zich over het geval niet uit laten, zich begrijpelijk beroepende op hun ambtsgeheim, Het slachtoffer zou eventueel kunnen medewerken tot opheffing van dit geheim, indien 't daar pertinent op stond. Dat mej. v. d. Bogaard blijkbaar niet wenscht, dat de doktoren spreken, werpt een vreemd licht op -deze geheele zaak. In verband met het bovenstaande, zoomede met de in omloop zijnde geruchten, als zou de heele historie gefingeerd zijn, meenen we er goed aan te doen de zaak met alles, wat ons daaromtrent bekend is, nog eens te memoreeren. Hoe het geval zich toedroeg. Op Maandag, 25 October begaf mej. v. d. Bogaard zich naar het land om te melken. Het vee bevond zich op een weide van onge- .veer 200 M. in het vierkant, geheel omge ven door slooten. Dit landje lag onmiddellijk naast de boerderij. Bij het ophalen van het vee, was het gebruikelijk een damhek, dat zich in den versten hoek van de wei bevindt, te openen, opdat het vee zich overdag verder kon verspreiden. Toen mej. v. d. Boogaard dit werk verrichtte, zag zij plotseling twee individuen op zich afkomen, waarvan de één een pet droeg en de ander een snor had. Beide rooken naar drank en visch. Tiet meisje werd door hen aangevallen, waarbij de aanranders gebruik maakten van een mes, om haar de klceren van het lijf te snijden. Ze slaakte een gil en viel toen be wusteloos neer. De beide mannen pleegden niet nader te noemen handelingen met haar en wierpen haar vervolgens in een sloot, waarin ze, vermoedelijk door het koude water, weer tot bewustzijn kwam. Ze i wist uit het water te krabbelen en de ouderlijke woning te bereiken. Ziedaar in het kort het relaas. Wat zeggen de verwondingen ons en waar is het mes? De veronderstelling, dat het geheele ge- - val gefantaseerd zou zijn, wordt weerspro- i ken door haar verwondingen. Men kan i zich voorstellen, dat iemand zich één, twee wonden toebrengt. Maar dertien of veer den? Het is bijna onaannemelijk, iemand, die zoo iets doet, moet bezeten zijn door een waar fanatisme èn- gehandeld hebben in een vlaag van waanzin. Anders kan het niet! En dan het mes! Als liet meisje zichzelf zou hebben ver wond, moest dit mes te vinden zijn. Dat is echter niet het geval. De politie heeft ge dregd in alle slooten, doch niets gevonden. Zonder het mes blijft de verklaring van tnej. v. d. Bogaard moeilijk te weerleggen, i Deze beide feiten pleiten ontegenzegge lijk vóór de veronderstelling dat het meisje is aangerand. En het zijn krachtige argu menten ook! Waarom werden geen politie honden gebruikt? Bekijken we thans de zaak eens van een andere zijde. Dan zijn daar allereerst de po litiehonden. Het is volkomen ondenkbaar, dat de poli tie te Heiloo, die enkele uitstekende speur honden ter beschikking heeft, daaraan niet zou hebben gedacht. Waarom is daarvan dan geen gebruik gemaakt? En dan in de vroege ochtenduren, wanneer de honden, naar men ons mededeelde, op hun best zijn? Veronderstellen we nu eens, dat er geen aanranding heeft plaats gehad. Het ant woord op de vraag is dan gemakkelijk te geven! Men heeft in dat geval niets kun nen vinden, waaraan men de dieren lucht kon geven. Men lette wel: niets is niets. Geen verloren voorwerp, geen voetsporen! Uit het feit, dat geen honden zijn ge bruikt, meenen we te mogen concludceren, dat zoo het geval is geweest. De politie vindt niets. Zelfs geen sporen. Want dat daarnaar is uitgezien, weten we zeer heslist. Er is nog iets anders. Er is n.I. ge zegd, dat „de koeien geen hond in het land dulden". Een en ander komt ons zeer raad selachtig voor, temeer nog daar dit geen be zwaar kon worden genoemd en de koeien toch immers in het belang van het onder zoek in een zoo ernstige zaak dan maar uit het land verwijderd hadden moeten wor den. Wie waren er zoo goed op de hoogte? Vervolgens moeten de aanranders volko men op de hoogte zijn geweest van het ge heele doen en laten van de bewoners en zulks wel van den laatsten tijd, want mej. v. d. Bogaard molk nog slechts 14 dagen al leen. Voordien deed ze het samen met haar vader, een sterke kerel, in wien een paar halfdronken aanranders een zware tegen stander zouden hebben gehad. Het melken begint tegenwoordig in het duister en eindigt in het duister. Wie kon weten, dat zij alleen sedert 14 dagen het bewuste hek ging openen? Zondagsvisschers zouden het geweest zijn. In ieder geval dan toch Maandags- visschers. Maar wie van deze heeren gaat er op uit in pikclonkeren nacht? Den vorigen morgen zou aan mej. v. d. Bogaard door een paar mannen van den overkant van de sloot zijn toegeroepen: „Je •bent er al vroeg bij, baas". Hierop vestig den de bewoners van de, plaats vooral de aandacht. Maar de bewuste mannen kwa men en gingen in den nacht. Mej. v. d. Bogaard had zich uit vrees stil gehouden, de mannen in de waan latend, dlat er een ,baas" aan het werk was. De Britsche minister wil „ver schrikkelijk openhartig" zijn. In het Engelsche Lagerhuis heeft Eden gisteren 'n groote rede gehouden, waarin hij verklaarde, dat niemand kan beweren, dat de Britsche regeering ooit in gebreke is ge bleven bij de nakoming van internationale verplichtingen, waartoe zij zich verbonden had. Als er critiek moet zijn, moet die niet op de Engelsche politiek alleen geoefend worden, maar op het feit, dat wij met ande ren de rol van politieagent moeten spelen. Er schijnt critiek op geoefend te worden, dat de regcering niet in staat is geweest ieder ander tot de nakoming zijner verplichtingen te dwingen. Er bestaan voor den minister van buitenlandsche zaken zekere beperkin gen bij het beantwoorden van critiek, doch er zijn omstandigheden, waarin die beper kingen tot op zekere hoogte opgeheven kun nen worden: vandaag wil ik, voor zoover dat mogelijk is, „verschrikkelijk openhartig" zijn, (Eden citeert hier Baldwin.) Eden hield zich vervolgens met het kolo niale vraagstuk bezig en herinnerde het Lagerhuis eraan, dat een land, dat aan het einde van den wereldoorlog een zeer aan zienlijke gebiedsvergrooting in Europa had verkregen en bovendien zekere territoriale concessies in Afrika van zijn bondgenooten had verworven, thans op de bres staat voor de Duitsche aanspraak op koloniën in Afrika. Ik wensch, aldus Eden, op dit oogenblik niets naders over deze af spraak te zeggen, doch wel moet ik duidelijk verklaren, dat wij geen re geering het recht toekennen bij dra- Die menschen kunnen het nauwelijks geweest zijn en toen we de aandacht daar op vestigden, bleef men van meening, dat die kerels het toch best hadden kunnen zijn. Het gilHen van het meisje is niet gehoord door haar broer, die bij een anderen boer werkt en die gelijk met haar van huis ging. Hij kan echter niet meer dan 400 a 500 me ter van haar af zijn geweest in open veld, terwijl men geluiden in den nacht tot zeer ver kan hooren. Waar lag het slachtoffer te water? Op de plaats waar de aanranding zou hebben plaats gehad, kan mej. v. d. Bogaard niet in het water zijn gegooid, omdat zich daar prikkeldraad langs de sloot bevindt. Aan de stekels daarvan is niets gevonden, geen draadje, geen lapje goed. Mej. v. d. Bogaard weegt ongeveer 200 pond en aange nomen, dat de beide aanranders haar er inderdaad met een fermen zwaai overheen hebben kunnen gooien, dan zou ze er, ge wond als ze was, bij het uitkrabbelen uit het water mee in aanraking hebben moeten komen. Dit echter is zeer bepaald niet het geval geweest, terwijl ook, gelijk we zelf hebben kunnen constateeren, in den on derwal geen sporen aanwezig waren. In het water gelegen heeft mej. v. d. Bo gaard zeker, Maar waar? We staan voor een nieuw mysterie. De onverlaten zouden haar hebben kunnen wegdragen. Het is mo gelijk, maar niet waarschijnlijk; Waarom zouden ze dat hebben gedaan? Om mej. v. d. Bogaard de prikkeldraad- schrammen te hesparen? Na de snij wonden, die ze reeds had? Bovendien is prikkeldraad in het donker zoo goed als onzichtbaar. Nu komt er nog bij, dat mej. v. d. Bogaard slechts een uiterst primitief, ja een bijna nietszeggend signalement kan opgeven. Dat is natuurlijk zeer goed mogelijk, omdat het aardedonker was. Wij wijzen er tenslotte op, dat de verkla ringen van mej. v. d. Bogaard tegenstrijdig heden bevatten. Ze was bewusteloos, maar weet, dat beide mannen niet te noemen han delingen met haar hebben gepleegd. Daartegenover staat, dat ze bij een aan randing natuurlijk totaal over haar zenu wen heen moet zijn geweest en dat men onder deze omstandigheden nauwelijks iets andei-s dan wartaal van haar mocht ver wachten. Het blijft een raadsel. Dit zijn in hoofdzaak de feilen, die we hebben kunnen vaststellen-. Men ziet, er zijn factoren, die wijzen op een aanranding, er zijn er ook die maken, dat men in twijfel verkeert. De politie, onder leiding van den majoor der rijksveldwacht te Heiloo, wendt al haar speurzin aan om het raadsel te doorgron den, doch staat voor puzzles, die zelfs een Sherlock Holmes de handen vol zouden geven. Een angstpsychose legt zich over de lan delijke bevolking, vrouwen en meisjes dur ven des avonds de deur niet uit. Het mysterie blijft voorloopig een mys terie. Van harte hopen wij, dat de politie het raadsel zal kunnen ontsluieren, niettegen staande de tegenwerking, welke ze daarbij ondervindt. Want van tegenwerking mag hier ongetwijfeld worden gesproken! gen van ons te verlangen, indien het in het geheel niet blijkt, dat die re geering van haar kant tot eenige concessie bereid is. (luide toejuichin gen). Eden verklaarde het eens te zijn met alles, wat over den onbevredigend en we reldtoestand gezegd wordt. Men ziet maar al te duidelijk, dat het gevolg een groeien de minachting voor de verdragen is. Er bestaat een neiging bedreigingen te uiten en bevelen van de daken der huizen te roepen, die eigenlijk ultimata zijn, en dat vrede te noemen (bijval); dergelijke me thodes zullen hier geen weerklank vinden, aan dergelijke bevelen zal het Britsche volk nooit gehoorzamen. Wij zijn genoegzaam bereid, aldus ver volgde Eden, tot den wereldvrede bij te dracen en besprekingen te voeren, doch wij zijn niet van plan naar iemands pijpen te dansen (bijval). Eden zeide ten slotte, dat Engeland zich niet zal inlaten met eenige actie, die in strijd met den geest of den letter van hand vest of Kellogg-verdrag is, en zich niet bij een anti-fascistisch of anti-communistisch blok zal aansluiten. Engeland biedt allen anderen staten zijn samenwerking aan, doch wil van geen hunner bevelen aanvaarden. Eden verklaarde te begrijpen, dat de oppo sitie ten aanzien van het Verre Oosten sa menwerking met de Vereenigde Staten wenscht. I-Iii aanvaardt een politiek, waar bij Engeland in overeenstemming met de Vereenigde Staten even ver als dat land gaat, niet vooraan stormt, maar ook niet achter blijft. In deze overtuiging zeide Eden naar Brusel te vertrekken. Incident voorloopig gesloten. Het incident-Schacht is volgens het Hsb. voorloopig gesloten. Het staat vast dat dr. Schacht als rijks minister van economische zaken en als president van de Rijksbank in functie blijft. Het is waarschijnlijk dat de bevoegdheden van Schacht en van Göring voor zoover zulks de uit voering van het vierjarenplan betreft thans nauwkeurig zijn omschreven in de hoop aldus wrijvingen en bot singen voor de toekomst te vermij den. Aan een artikel van den Berlijnschen cor respondent van de Neue Zürcher Ztg. over de affaire-Schacht ontleent de N.R. Ct. het vólgende: De crisis dateert reeds van Augustus. In zijn pogingen ieder opzien te vermijden, heeft Hitier zoo lang met de beslissing ge draald, tot het schandaal een hoogtepunt bereikte. Met zijn verklaringen in het ge bouw van de Amerikaansche ambassade, waarin Schacht zeide zich reeds sedert eeni ge dagen niet meer als minister te beschou wen en te hopen het. volgend jaar ook van de Rijksbank af te zijn, heeft Schacht een aanslag gepleegd om een beslissing af te dwingen. Hij nam zijn toevlucht tot de buitenland sche pers, om de verklaring dat hij af treedt welke in Duitschland door cen suur wordt verstikt aan de groote klok te hangen. Merkwaardig genoeg hebben de provoceerende uitlatingen van Schacht hem niet geholpen. Schacht, aldus de corr. verder, sluit zich aan bij de lange rij teleurgestelden, die begonnen is met Hugenberg, die op een conservatief-monarchaal bewind speculeer de, Von Papen met zijn droomen van „Kreuz und Adler" en Thyssen, die onder bescherming van het hakenkruis het 'gou den tijdperk van de ondernemers *meende te mogen voorspellen. De rol, die Schacht sedert 1930, toen hij zich uit de leiding van de Rijksbank te rugtrok, om zich te belasten met de lei ding van de campagne tegen het plan- Young, als wegbereider van Hitier heeft gespeeld, is bekend men herinnert zich ook met welk een vuur Schacht in October 1931 aan de bijeenkomst te Harzburg, waar voor de eerste maal de coalitie van natio- naal-socialisten, Duitsch-nationalen en Stalen Helm optrad om de regeermacht op te eischen, deelnam aan de fanfares van Hitier, Hugenberg, Seldte en Düsterberg. Als een stem uit een geestenwereld klinkt thans de passage uit de proclamatie van Harzburg: „Geschandvlekt is ieder, die ons front wil verbreken." Begint men nog dit jaar met den bouw? Ontvangst te Jaars veld gunstig. Naar het Hsbl. verneemt, luiden over het algemeen de door de Nozema ontvangen rapporten omtrent de ontvangstresultaten van den nieuwen voorloopigen zender te Lopikerkapel (gem. Jaarsveld) gunstig. De zender werkt thans eiken dag van 3 uur n.m. af en wel met een antenne-capa citeit van pLm. 17 KW. Men weet, dat over den zender-Jaarsveld op 415.4 M. dezelfde omroep-programma's als via Kootwijk worden uitgezonden, zon der de storingen, welke Kootwijk op zoo hinderlijke wijze van Bod LRoemenië) op de 1875 M. ondervindt. De ontvangst van Jaarsveld is hier te lande over het algemeen gunstig, gelijk ook blijkt uit rapporten, welke ons werden toe gezonden na ons desbetreffend verzoek in de rubriek „Radio-nieuws", van eenigen tijd geleden. Uit het Zuiden des lands en uit Groningen komt evenwel bericht, dat daar nu en dan storing wordt ondervonden van Rome (420.8 M.) en ook wel van den zender te Kharkov, die op dezelfde golflengte als Jaarsveld werkt. Een enkele maal komt het bovendien voor, dat men via Jaarsveld het program ma hoort van Hilversum II op 301.5 M., tengevolge van inductie direct op den zender, hetgeen moet worden toegeschreven aan het feit, van de te dien aanzien on doelmatige inrichting der tijdelijke studio's van K.R.O. en N.C.R.V. te Hilversum. Naar een afdoend middel hiertegen wordt thans eer onderzoek ingesteld. Wat de storingen van Rome, enz. betreft, kan men een afdoende regeling eerst ver wachten, als de definitieve zendeibouw tot. stand zal zijn gekomen, waarbij dan sprake zal zijn van een energie van 120 kw. Zijn wij wel ingelicht, aldus het blad, dan kan nog dit jaar een beslissing omtrent den bouw der nieuwe Nederlandsche omroep-zenders tege moet worden gezien. Negen herders verdronken Dorp in Palestina weggespoeld. Ook een deel van Palestina is door over- vloedigen regenval geteisterd. Het dorp Wadi Hafir is weggespoeld, negen herders zijn ver dronken, vijf dorpsbewoners worden ver mist. Dit nummer bevat 8 pagina's EERBER1CHT DE BILT SEINTi Verwachting: Zwakke tot mati ge Oostelijke tot Zuidelijke wind, betrokken tot zwaar bewolkt, met kans op regen, weinig verandering in tem peratuur. Verdere vooruitzichten; Weinig verandering. Baromitcr*tud hedeooorgei 8 air 765 in de praktijk steeds bovenaan. De Heer Fr. Sterkens, Hoender park, Heusdenhout(N.Br.) schrijft ons dato 8 September 1937: Hierbij deel ik U mede, dat ik 180 W. Leghorns bezit, ge boren op 8 Maart 1937en opgefokt met Bertels' Opfok- voer C.O. en daarna gevoe derd met Bertelsy Kunstkorrel. Reeds half Juli legden de die ren 30 eierenen toen deze Leghorns 5 maanden oud wa ren, kreeg ik reeds 100 eieren per dag. De toename van 30 tot 100 eieren ging met spron gen tegelijk, d.w.z. per dag een toename van gemiddeld 15 eieren. Nu heb ik reeds enkele weken iederen dag 116 eierende dieren zijn in pracht conditie. Het is dus van zelf sprekend dat ik zeer tevreden ben." OLIEFABRIEKEN N.V., A'DAM (O.) Scheepskok overboord Vroeg in den morgen is de kok K. Glas uit Egmond aan Zee, varende op den stoom- treiler „Schoorl" van de maatschappij „Pet ten" te IJmuiden, over boord gevallen en verdronken. De treiler was Zaterdag ter vischvangst uitgevaren. Niemand van de op varenden heeft het ongeluk zien gebeuren. Euwe-Aljechin Nog eens remise Stand 7A—iA In „Krasnapolski" te Amsterdam is gisteravond de twaalfde partij tusschen Pluwe cn Aljechin gespeeld. Deze eindigde na den 26sten zet van Aljechin, die wit had, in remise. De stand van de match is thans 1A-AA. Een nieuw stadium in dit grootsche ge vecht is aangebroken en het moet nu zeker dubbel worden betreurd, dat onze landge noot dit stadium met een zoo grooten ach terstand moet ingaan. Want pas vanavond bleek hij, naar het ons voorkwam, weer zijn oude zekerheid en zelfvertrouwen te hebben teruggevonden, getuige zijn opgewekte en tot het uiterste fespannen houding achter het bord, getuige de finesses, waarmede hij de strategie van den tegenstander bestreed. Aljechin van zijn kant had in deze partij een klassieke opstelling voor oogen, en de botsing van deze beide rustige, consequente methoden heeft tot een volkomen gaven strijd geleid, waarop heiden met trots kun nen terugzien. De bedoelde botsing ging tus schen het looperpaar, dat Aljechin uit de Nimzo-ïndische opstelling van Euwe had overgehouden en den achterstand in ontwik keling, dien hij zich te dien einde had moe ten getroosten. De troepen werden tegen elkaar uitge speeld, waarna geen der beide strategieën aan de andere superieur bleek te zijn ge weest. Voor den wereldkampioen een aange naam intermezzo, dat hem gelegenheid biedt, zijn reserves te mobiliseeren. Eden over de koloniale politiek i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 1