Voederwaarde van gedroogd gras
Banketletters
Fa. K. ROL
I
I»
TERLEP
WITENL ANDSCH
VERZICHT
„Het is tijd
een proef te nemen"
Hoogzijde Tel. 70 SCHAGEN
l
Woensdag 1 December 1937
Tweede blad
Prof. Dr. B. Sjollema over s
IMPORT VAN KRACHTVOER
REGELBAAR NAAR DE EX
PORT VAN ZUIVEL EN VEE.
Zooals wij in ons blad van fristeren toe
zegden geven wij hieronder het verslag van
de lezing door Prof. Dr. B. Sjollema voor
de Vereeniging tot ontwikkeling van den
Landbouw in Hollands Noorderkwartier in
haar vergadering te Hoorn gehouden over
gedroogd gras als veevoeder.
In de eerste plaats behandelt spreker de
voederwaarde van gedroogd gras en de voor
deel en, welke voederen met dit product op
levert.
Hij wijst er daarbij op, dat gedroogd
gras in den winter bij melkvee 'n groot deel
van het krachtvoeder kan vervangen. Het
heeft dus een geheel andere beteekenis voor
de veevoeding dan hooi. Gedrooed gras als
voeder oefent op den gezondheidstoestand
van het vee een gunstigen invloed uit, o.a.
wegens de daarin aanwezige mineralen en
vitaminen Andere voordeelen van het voe
deren met gedroogd gras zijn o.a., dat daar
door een grootere economische soepelheid
wordt verkregen. De import van krachtvoe
der laat zich daarbij naar den export van
zuivel en vee regelen. Het zal verder lei
den tot veel hooger productie onzer gras
landen.
Daarna behandelt spreker, op grond van
betrouwbare gegevens, den kostprijs van
een voedereenheid in gedroogd gras. Hij
komt tot de conclusie, dat deze aanmerke
lijk lager is dan in de kracht voedermeng
sels van den handel.
In gemalen toestand wordt gedroogd gras
veel aan kuikens en biggen gevoederd.
De. behoefte aan kunstmest wordt aan
zienlijk verhoogd, wanneer zooals voor
bedrijven, waar gras wordt gedroogd, is
aangewezen de perceelen eenige malen
per jaar gemaaid en geweid worden.
De inrichting van verschillende typen
van grasdrogers wordt met behulp van lan
taarnplaatjes duidelijk gemaakt. Er zijn
drogers, waarin het drogen geschiedt op
platen (eesten), op een band zonder eind,
in een draaienden trommel of door het
gras te zuigen door kanalen, waarin zich
vuurgassen plus lucht bevinden.
Sommige dezer drogers kosten circa f 4000
andere f 20.000 of meer.
Van kleine drogere zullen brandstofge-
bruik en de arbeidskosten veelal iets hoo
ger zijn per ton droog product.
Het drogen van gras komt in aanmerking
voor bedrijven, waarop de moderne gras
landcultuur reeds is ingevoerd en die geen
groot gevaar voor tekorten aan gas gedu
rende perioden van droogte, opleveren.
Wanneer men 10 kg. gehakseld droog gras
per dag per koe geeft, zal op een groot be
drijf een hoeveelheid, bijv. 120 ton, 8
a 10 II.A. wanneer men deze geheel maait
en niet weidt) vervoederd worden, groot
genoeg om de kosten voor afschrijving en
rente van een kleinen droger niet te groot
ie maken. Voor kleinere bedrijven is ge
meenschappelijk gebruik aangewezen. In
Skandinavie heeft men coöperatieve droge
rijen, die het vereche gras van den boer
koopen. Transport van droger of van verech
gras te water is in ons land denkbaar.
Spr. vroeg zich af, hoe de grond zich zou
houden, wanneer daar zoo intensief op ge
maaid zou worden. Er zijn nog geen vol
doende gegevens om hierop een bevredigend
antwoord te geven.
In Engeland beweert men, dat wanneer men
het gras maar jong genoeg maait de zoden
hiervan geen ongunstigen invloed onder
vinden. Men moet zorgen, dat het gedroogde
gras op een donkere plaats wordt bewaard,
andere gaat de aanwezige carotine verloren.
Overgaande tot de vergelijking van ge
droogd gras met kuilgras behandelde spr.
eerst, het kuilgrasvraagstuk op zichzelf.
De Finsche kuilmethode heeft ons de
moderne graslandcultuur geleerd: het con-
serveeren van het jonge gras. De kosten
voor het verkrijgen van een bepaalde zet-
meelwaarde is bij de Finsohc kuil goedkoo-
per dan bij het drogen. De verhouding per
1 kg. droge stof zetmeelwaarde is ongeveer
C ct. bij kuilgras tegen 8 ct. bij drogen.
Dagelijks gratis oogonder
zoek. Ook 's avonds.
TERLEP's DROGISTERIJ
HOOGZLJDE 103. TEL. 99.
SCHAGEN.
Ziekenfondslcverancicr.
Er zijn echter verschillende bezwaren te
gen kuilgras. In de eerste plaats ton op
zichte van de zuivelbereiding en ten tweede
ten opzichte van het vee zelf.
Zuiivelkriingen maken bezwaren te
gen kuilgras om de boterzure gis
ting. Spr. heeft een onderhoud ge
had met den heer Virtanen, de
geestelijke vader van de kuil gras
methode.' Deze heeft tot spr. gezegd:
Wie hier (in de kuil) binnengaat
laat alle hoop ten aanzien van de
boterzure gisting varen.
Ik kan met mijn A.I.V. voer geen alge-
heele opheffing van de boterzure gisting
bereiken, maar ik kan mijn kaas wel zoo
fabriceercn, dat het er niet toe doet. Spr.
had persoonlijk geconstateerd, dat de heer
Virtanen zeer goede resultaten had bereikt,
maar wat hebben onze boeren daaraan?
Ook voor het vee heeft voeren met zuur
voer bezwaren. Oók voor den boor is het
prettiger zijn vee goed gedroogd gras voor
te zetten dan de vieze rommel, die hij uit de
kuil haalt. Verder zijn de droogmachines
ook voor andere doeleinden bruikbaar b.v.
voor het drogen van bietenblad.
Spreker somt tenslotte de voordeelen voor
den veehouder en die uit een algemeen na
tionaal oogpunt met name de groote ver
hooging der graslandproductie op.
Hij wijst er op, dat men niet be
ginnen moet met drogers, waarvan
de bruikbaarheid niet geheel vast
staat en acht het tijdstip gekomen,
waarop enkele organisaties, eventu
eel gezamenlijk, een proef nemen.
Van veel belang is het dat daarbij
gegevens verzameld worden, die het
mogelijk maken om de rentabiliteit
en de voederwaarde van het pro
duct vast te stellen.
Spr. hoopt, dat de vergadering vandaag
nog te dien aanzien een besluit zal nomen
en dat zoodoende de victorie van Hoorn
zal beginnen.
Na de rede van Prof. Sjollema, die met
groote aandacht wordt aangehoord, volgt
een levendig debat.
Dr. Brouwer van het .Hoornsche proefsta
tion acht het verreweg het belangrijkste,
dat de voederwaarde v. gedroogd gras op één
lijn gesteld kan worden met die van vracht-
voeders. De zetmeelwaarde, waartoe het
Hoornsche proefstation gekomen is, is 60
per 100 Kg. droge stof in het jonge gras,
d. i. lager dan Prof. Sjollema opgeeft.
Het Hoornsche proefstation heeft voorts
geconstateerd, dat dit cijfer voor krach t-
voermiddelen 80. maar voor hooi slechts 40
bedraagt. Volgens deze berekening heeft
gedroogd gras dus wel een hoogere zet
meelwaarde dan hooi, maar een lagere ten
opzichte van de krachtvoeders.
Vervolgens lijkt het spr. gewenseht voor
veevoer, net als voor menscheneten, geva
rieerd rantsoen te nemen. Variatie in het
eten zal het dier ten goede komen. Spr.
vraagt zich af. of de moderne weidetech-
niek hier eigenlijk niet tgenin gaat. De
samengestelde middelen worden steeds
mer geweerd ten voordeele van het gras.
Zal dit voor de gezondheid van het
vee wel goed zijn, wanneer zij zo
mer en winter hetzelfde voer ont
vangen? Ook in den zomer heerscht
er wel eens twijfel over de voe
dingswaarde van 't gras. Vele boe
ren zien tegen den herfst slechte
resultaten bij hun vee; zij voeren
de beesten dan bij met lijnkoeken.
Er zijn enkele weiden, waar de
koeien het zelfs geen heele zomer
volhouden.
Ten dorde zegt spr., zijn er menschen,
die het drogen van gras met een sceptisch
oog bekijken, waarop spr. een publicatie
van het proefstation*te Kopenhagen aan
haalt waarin wordt gezegd: de droging
van lucerne kan economisch niet concur-
reeren met A.I.V.-voer, hooi, lijnkoeen, enz.
Prof. Sjollema, den heer Brouwer beant
woordend, zegt, dat in Engeland hooger
zetmeehvaarden zijn gevonden dan door het
Hoornsche proefstation, cijfers, wier be
trouwbaarheid niet in twijfel kan worden
getrokken. Des te meer zal het aanbeveling
verdienen ook in Holland onderzoekingen te
doen mot drogers.
Wat de variatie in het voer betreft, meent
spr., dat koeien met een hooge productie
's zomers tóch wel bijgevoerd moeten wor
den. Spr. is steeds tot de conclusie geko
men, dat er aan herfstgras iets ontbreekt,
zoodat ook in den weidetijd niet uitsluitend
gras gevoerd moet worden.
Ten aanzien van de publicatie van het
Kopen,haagscbe station zegt spr., dat de lei
der hiervan hem heoft medegedeeld, wèl
gunstig te staan tegenover gedroogd gras.
Waarschijnlijk is de publicatie buiten spr.'s
zegsman omgegaan.
Tenslotte verklaart spr. nog niet te kun
nen inzien, dat de resultaten hier minder
goed zouden zijn dan in het buitenland.
De heer Brouwer stelt er prijs op te ver
klaren, dat hij het drogen van gras1 voor
ons 'land niet geheel verwerpt, maar men
is nog in het stadium van proefnemingen
en het opdoen van ervaringen.
De heer Visser uit Bloemendaal had
gaarne meer nadruk gelegd willen zien op
het eiwitgehalte.
Prof. Sjollema antwoordt hem, dat te veel
eiwit voor de beesten ook niet goed is.
De heer Franke na van het proefstation
Gouda hoopt, dat men spoedig met het
drogen van gras zal kunnen beginnen. Spr.
zou echter hooien, kuilen en drogen naast
elkaar gehandhaafd willen zien. Spr. zou
liever geen import van buitenlandsche
droogmachines zien; men geve de Neder-
landsche industrie een kans.
Prof. Sjollema zegt in zijn antwoord, dat
volgens hem het kuilen niet geheel uit
hoeft te zijn. Spr. ziet hiprin echter nog
altijd groote physiologische bezwaren.
Bijvoeging van hooi is soms' noodzakelijk
om te zorgen, dat de koeien niet te veel ei
wit krijgien.
Wat de fabricage van drogers
betreft: een fabriek, die nooit dro
gers heeft gemaakt, moet voor
zichtig zijn en ons geen experimen
ten in de maag splitsen. Welke fa
briek in Nederland kan op een der
gelijke ervaring als de buitenland
sche bogen?
De heer Zwollo van de fa. Stork, vestigt
er de aandacht op, dat Stork over een zeer
uitgebreide ervaring op het gebied van dro
ging beschikt (zij het ook niet de droging
van gras). De firma heeft plannen om het
Zweedschc Peerson-svsteem voor Nederland
geschikt te maken. Spr. hoopt, dat de fa.
in de gelegenheid zal worden gesteld orri
te laten zien, wat op dit gebied reeds be
reikt is. Spr. waarschuwt voor het Engel-
sche systeem met zijn groot enerqie-verlies
door de thermische uitstraling, terwiil de
Deensche en Zweedsche systemen juist een
hooge rentabiliteit aan warmte-energie heb
ben.
Prof. Sjollema acht het Duitsche Rema-
rosin-systeem beter dan het Peerson-sys-
teecn, maar: laat Stork daadwerkelijk bewij
zen, dat Peerson thans even goed is.
De heer Steen acht het mogelijk het de
partement van Economische Zaken voor de
zaak te interesse oren.
Aan het einde van het debat dankt de
voorzitter Prof. Sjollema voor zijn interes
sante uiteenzettingen en verklaart, dat de
vereeniging groote aandacht aan het drogen
van gras zal wijden, terwijl het bestuur ze
ker in overweging zal nemen, hoe het de
gedachte neergelegd in spr.'s slotwoord,
n.1. om tot daden over te gaan, kan onder
steunen.
DEN HELDER
WIERINGERWAARD
lekker vers, met croquante, boterige korst en heerlijke
malse Amandelspijs. Zó alleen vindt U ze bij
komt U eens bij ons kijken naar de speciale sortering van
aardige ST. NICOLAAS-VERRASSINGEN, die we hebben
ingericht? Als we U een goede raad mogen geven: Stelt
.Uw bezoek niet nit tot de laatste dagen vóór het feest.
Doet Uw inkopen vroeg, dan Is het nog niet zo druk. We
kunnen U prettig bedienen en de voorpret dunrt langer.
Lezing over kunstmest
Uitgaande van de afdoelingcn Waard en.
Groet, Anna Paulowna en Wieringerwaard
van de H. M. v. Landbouw heeft Ir. K.
Poll van de Coöp. Kunstmestfabriok te
Vlaardingen. Maandagavond in de zaal van.
den heer B. Breed een lezing met filmver-
tooning gehouden met als onderwerp:
„Doelmatige en voordeelige bemesting van
landbouwgewassen."
De heer Rademakcr heette de ongeveer
70 aanwezigen hartelijk welkom.
Ir. Poll, zegt vervolgens hot landbouwbe
drijf te willen zien als een zaak. Het doel
van iedere zaak is winst maken. Dit kunt
ge hot best bereiken door winst in tweeën,
te verdeelen n.1. de verkoop zoo hoog mo
gelijk en de productieprijzen zoo laag mo
gelijk. Verkoop is weinig aan te doen, doch
productiekosten kan men veel aan doen,
waarbij een eerste factor is de bemesting.
In verband met de bemesting werd door
spreker sterk naar voren gebracht een
nieuw soort n.1. „Granumix". Daarin is op
genomen stikstof, fosforzuur en kali. welke
stoffen zijn verwerkt tot een gekorrelde
meststof. Granumix geeft betere resultaten;
minder risico, hoogere kwaliteit van pro
ducten. Dc meststof heeft een ideale uit-
st rooibaarheid, moet goed bewaard worden,
eischt regelmatige verdecling en moet één-»
maal worden gestrooid.
Ook werd door spreker nog aanbevolen
voor insecten best rij ding een nieuw mdddel
n.1. „Kiezelfluorbarium", dat slechts 35 ent.
per kilo kost. Voor land- en tuinbouwgewas
sen zeer aan te hevelen. Van de gelegenheid
om vragen te stellen werd ruim gebruik ge
maakt.
De heer Raap uit Anna Paulowna was
het lang niet eens met spreker, waar deze
verteld had, dat men in Friesland b.v. tot
1500 kilo bemesting overging voor aardap
pelveld (een der vragers had n.1. gevraagd
of een bemesting met 800 kilo ook van in
vloed kon zijn op de kwaliteit) Bij ons, al
dus de heer Raap, is kwaliteit een eerste
eisch klasse A. Daar kunnen ze in Friesland
lang niet aan toe komen.
Ten 2e ben ik beslist tegen Graivumfix.
Een boer kan en moet zelf maar zorgen;
voor de mest en moet dit niet overlaten:
aan de fabriek
Ten opzichte van de opmerkingen van;
den hoer Raap antwoordde spreker dat hij
aan 't begin ook gezegd heeft het bedrijf
als een zaak te willen zien en als men dan.
in Friesland een veel hoogere kwantiteit
weet te bereiken zal dit meer winst afwer
pen. Ten 2e zullen niet alle boeren weten:
hoe men 't best en voordeel igst kan bemes
ten terwijl aan de fabriek alle dagen di
verse proeven genomen worden.
Daarna werd een film vertoond over de'
verwerking van ruwe fosfaat.
De heer Kamp van Winkel sedert 1020
bestuurslid van de E.N.C.K. bracht hulde
aan de heer Ir. Poll voor zijn mooie rede,
en sprak tevens een opwekkend woord in.
het belang van de kunstmestfabriok.
De heer Jm. Blaauboer, Kolhoro zeide
dat in Anna Paulowna en Waard en Groet
veel aandoelen zijn geplaatst, doch in Wie
ringerwaard tot dusver niet en gaf daarom,
in overweging om ook aandeelen te ne
men. Men is daar goedkooper klaar als bij
den handel.
Tenslotte werd den aanwezigen sterk aan
bevolen om eens met een groep of een club
een excursie te maken naar Vlaardingen.
Men zal hoogst voldaan huiswaarts keeren.
Deheer Rademaker sloot dezen leerzamen
avond met een woord van dank aan Ir. Poll
voor zijn nuttige causerie en aan de aanwe
zigen voor hunne belangstelling.
LITWINOF TE MIDDEN ZIJNER
VRIENDEN. ITALIë GAAT GE
WELDIG TE KEER EN VREEST
DE RESULTATEN VAN DE BIJ
EENKOMST TE LONDEN BLIJK
BAAR ZEER.
Zooveel hoofden, zooveel zinnen, zegt een
Nederlandsch spreekwoord. Wanneer dat
opgaat en er is veel wat daarvoor pleit
dan is het geen wónder, dat sommige
vergaderingen, waar veel heethoofdige men
schen bijeen komen, plegen te ontaarden
in Poolsche landdagen. Het wordt een war-
ordelijke bende en de verwarring wordt
nog grooter, wanneer blijkt, dat sommige
aanwezigen in hun meeningen niet eens
consequent zijn.
Toch zijn ze consequenter dan men
denkt, ook al verklaren ze nu eens iets
voor wit, wat ze straks met den mecsten
nadruk zwart noemen. De kwestie is. dat
ze allen worden behccrecht door de gedach
te iets of iemand en dan altijd zichzelf
naar voren te dringen. Ze zijn conse
quent in hun egoïsme. En ze dienen dit
egoïsme door in al het andere inconse
quent te zijn.
Litwinof hield een redevoering voor zijn
kiezers te Moskou. Uit den aard der zaak
was dit natuurlijk een uitgelezen gezel
schap. Uitgelezen in dier voege, dat alle
verdachte hetgeen wil zeggen: anders
denkende elementen er behoorlijk uit
waren gelezen, zoodat Litwinof zich geluk
kig mocht prijzen te spreken voor een
dankbaar publiek. Dat was voor hein aan
leiding een geweldig loopje te nemen met
de Westersche democratieën, die monde
linge en schriftelijke vertoogen richtten
tot de staten, die huns inziens de bestaan
de verdragen schonden. Deze democratieën
zouden er meer gewicht aan hechten van
de betreffende staten een verklaring te ont
vangen, met de erkenning, dat het een of
ander verdrag inderdaad niet was nageko
men. dan dat ze zich bezonnen op doel
treffende en ingrijpende maatregelen. De
heer Litwinof had de lachers natuurlijk op
zijn hand. Bij zijn uitgelezen gezelschap
was dat natuurlijk niet anders denkbaar.
Men moet voorzichtig zijn in Rusland en
men zit in Siberië voor men liet goed en
wel weet.
Toch was de heer Litwinof zelf geen haar
beter, dan al die Westersche democratieën
bij elkaar.
Er ziin drie staten, zoo verklaarde hij, die,
zonder zich dwang op te leggen, openlijk
dag in dag uit hun vastbeslotenheid ver
kondigen met geenerlei verdragen, ook
wanneer deze door hen zijn onderteek-end,
rekening te houden.
Welke staten hij hier bedoelt, is duide
lijk.
Rusland zou zoo iets natuurlijk nooit
doen en ook de Westersche democratieën
komen er in dit opzicht genadig af. Litwi
nof bedoelt Duitschland, Italië en Japan.
Tegen aanvallers, aldus Litwinof. kan
men met woorden niet volstaan. Hijzelf
echter heeft vrijwel alle conferenties mee
gemaakt, in Genève is hij als kind aan
huis. We hebben er echter nooit van ge
hoord, dat hij er in bijzondere mate op
heeft aangedrongen tegen Japan van leer te
trekken. Dat is begrijpelijk, want hij ziet
zeer goed in, dat zijn land dan de eerste
stoot zou hebben op te vangen. Tegen Italië
is dat iets andere. Italië ligt ver weg en
daar zouden, evenals bij Duitschland, dc
Westersche democratieën de kastanjes uit
het vuur moeten halen.
Oorlog schijnt Litwinof uitstekend te vin
den. Wanneer Rusland er maar buiten kan
blijven. Naderhand valt er dan allicht iets
te oogsten.
Nu in de Ïtaliaansch-Engelsche verhou
dingen langzamerhand een verbetering
schijnt te zijn ingetreden, is het plotseling
hevig beginnen te rommelen tusschen Italië
en Frankrijk. Zonder een weinig sensatie
schijnt Mussolini het leven maar saai en
ver-velend te vinden en dus zorgt hij in de
internationale politiek geregeld voor een
verzetje. Een en ander vindt zijn oorzaak
in een redevoering welke de Fransche mi
nister Campinchi nu reeds een maand ge
leden zou höbhcn uitgesproken en waarin
hij Italië en het Italiaansche leger ont
zettend zou hebben beleedigd. De heer
Campinchi zegt. dat de heele geschiedenis
slechts aan iemands duim kan zij-n ont
sproten, omdat er geen woord van waar is,
maar intusschen gaat de Italiaansche pers
door een trommelvuur tegen Frankrijk af
te geven. Dat komt natuurlijk wel erg laat
en daarom lijkt de veronderstelling, dat ze
er een bepaalde bedoeling mee heeft, niet
ongerijmd.
Zien we dan verder, dat dezer dagen
de Fransche ministers Chautemps en Del-
bos voor cnikele dagen in Londen op bezoek
ziin, dan is men spoedig geneigd deze Ita
liaansche kanonnade daarmee in verhand te
brengen. Te Rome heeft men het blijkbaar
op deze Londensche conferentie niet bij
zonder begrepen en men houdt er daar zijn
eigen methoden op na om zijn ongenoegen
over het een of ander aan den dag te leg
gen.
Zoo heel verwonderlijk is dit Italiaansche
misnoegen overigens niet. Als hoofdpunt
staat te Londen op de agenda de kwestie
van het Verre Oosten. Deze aangelegenheid
blijft zich in de zeer groote belangstelling
van Frankrijk en Engeland yeitheugen,
ook al is de conferentie te Brussel mislukt.
Nu is het duidelijk, dat de beide demo-
cratieën zich hierin eerst dan behoorlijk
zullen kunnen doen gelden, wanneer ze
elders de banden volkomen vrij hebbent
Dat wil zeggen, ze dienen er geheel zeker
van te zijn, dat ze in Europa niet door on
verwachte moeilijkheden zullen worden
overvallen.
De grootste mate van zekerheid zouden ze
stellig bezitten, indien de befaamde as van
Europa op de een of an-dere manier in twee
stukken werd gebroken. Mochten Frankrijk
en Engeland er in slagen dit tot stand te
brengen, wat wellicht zou kunnen ge
schieden door Duitschland naar zich toe te
halen, -dan zou Italië verder mogen mor
ren en gromimen, zooveel het wilde. Alléén
zou het machteloos zijn en het zou de be
moeiingen van de Westersche democratieën;
in het Verre Oosten weinig bezwaren meer
in den weg kunnen leggen.
De verbazende ergernis, welke Italië aan
den dag legt, zou een aanwijzing kunnen
zijn, dat het inderdaad vreest, dat het deze
richting zal uitgaan. Welk lekker hapje
Duitschland zal worden voorgelegd, zullen,
we dienen af te wachten. De aspiraties van
Berlijn gaan niet uit naar Rusland
waartegen Frankrijk, Rusland's bondge
noot. zich stellig zal verzetten naar het
Zuiden naar Tsjecho-Slowakije en Oosten
rijk waarmee het in conflict komt niet
alleen met Frankrijk, doch ook met zijn as-
genoot en ten slotte naar koloniën.
In aanmerking nemende de spoed, waar
mee deze Londensche conferentie wordt be
legd onmiddellijk nadat Lord Halifax uit
Duitschland is teruggekeerd, zou het ver
moeden kunnen wettigen, dat diens zen
ding toch meer succes heeft opgeleverd, dan
aanvankelijk werd vermoed. Opmerkelijk in
dit verhand is het bericht, dat Lord Halifax
aan de besprekingen zal deelnomen, voor
zoover de koloniale kwestie ter sprake
komt.
Dus toch teruggave van koloniën?
Indien daarmee de vrede in Europa zou
kunnen worden gekocht, zou het resultaat
het offer waard zijn.