Voederwaarde van gedroogd gras Banketletters Fa. K. ROL I I» TERLEP WITENL ANDSCH VERZICHT „Het is tijd een proef te nemen" Hoogzijde Tel. 70 SCHAGEN l Woensdag 1 December 1937 Tweede blad Prof. Dr. B. Sjollema over s IMPORT VAN KRACHTVOER REGELBAAR NAAR DE EX PORT VAN ZUIVEL EN VEE. Zooals wij in ons blad van fristeren toe zegden geven wij hieronder het verslag van de lezing door Prof. Dr. B. Sjollema voor de Vereeniging tot ontwikkeling van den Landbouw in Hollands Noorderkwartier in haar vergadering te Hoorn gehouden over gedroogd gras als veevoeder. In de eerste plaats behandelt spreker de voederwaarde van gedroogd gras en de voor deel en, welke voederen met dit product op levert. Hij wijst er daarbij op, dat gedroogd gras in den winter bij melkvee 'n groot deel van het krachtvoeder kan vervangen. Het heeft dus een geheel andere beteekenis voor de veevoeding dan hooi. Gedrooed gras als voeder oefent op den gezondheidstoestand van het vee een gunstigen invloed uit, o.a. wegens de daarin aanwezige mineralen en vitaminen Andere voordeelen van het voe deren met gedroogd gras zijn o.a., dat daar door een grootere economische soepelheid wordt verkregen. De import van krachtvoe der laat zich daarbij naar den export van zuivel en vee regelen. Het zal verder lei den tot veel hooger productie onzer gras landen. Daarna behandelt spreker, op grond van betrouwbare gegevens, den kostprijs van een voedereenheid in gedroogd gras. Hij komt tot de conclusie, dat deze aanmerke lijk lager is dan in de kracht voedermeng sels van den handel. In gemalen toestand wordt gedroogd gras veel aan kuikens en biggen gevoederd. De. behoefte aan kunstmest wordt aan zienlijk verhoogd, wanneer zooals voor bedrijven, waar gras wordt gedroogd, is aangewezen de perceelen eenige malen per jaar gemaaid en geweid worden. De inrichting van verschillende typen van grasdrogers wordt met behulp van lan taarnplaatjes duidelijk gemaakt. Er zijn drogers, waarin het drogen geschiedt op platen (eesten), op een band zonder eind, in een draaienden trommel of door het gras te zuigen door kanalen, waarin zich vuurgassen plus lucht bevinden. Sommige dezer drogers kosten circa f 4000 andere f 20.000 of meer. Van kleine drogere zullen brandstofge- bruik en de arbeidskosten veelal iets hoo ger zijn per ton droog product. Het drogen van gras komt in aanmerking voor bedrijven, waarop de moderne gras landcultuur reeds is ingevoerd en die geen groot gevaar voor tekorten aan gas gedu rende perioden van droogte, opleveren. Wanneer men 10 kg. gehakseld droog gras per dag per koe geeft, zal op een groot be drijf een hoeveelheid, bijv. 120 ton, 8 a 10 II.A. wanneer men deze geheel maait en niet weidt) vervoederd worden, groot genoeg om de kosten voor afschrijving en rente van een kleinen droger niet te groot ie maken. Voor kleinere bedrijven is ge meenschappelijk gebruik aangewezen. In Skandinavie heeft men coöperatieve droge rijen, die het vereche gras van den boer koopen. Transport van droger of van verech gras te water is in ons land denkbaar. Spr. vroeg zich af, hoe de grond zich zou houden, wanneer daar zoo intensief op ge maaid zou worden. Er zijn nog geen vol doende gegevens om hierop een bevredigend antwoord te geven. In Engeland beweert men, dat wanneer men het gras maar jong genoeg maait de zoden hiervan geen ongunstigen invloed onder vinden. Men moet zorgen, dat het gedroogde gras op een donkere plaats wordt bewaard, andere gaat de aanwezige carotine verloren. Overgaande tot de vergelijking van ge droogd gras met kuilgras behandelde spr. eerst, het kuilgrasvraagstuk op zichzelf. De Finsche kuilmethode heeft ons de moderne graslandcultuur geleerd: het con- serveeren van het jonge gras. De kosten voor het verkrijgen van een bepaalde zet- meelwaarde is bij de Finsohc kuil goedkoo- per dan bij het drogen. De verhouding per 1 kg. droge stof zetmeelwaarde is ongeveer C ct. bij kuilgras tegen 8 ct. bij drogen. Dagelijks gratis oogonder zoek. Ook 's avonds. TERLEP's DROGISTERIJ HOOGZLJDE 103. TEL. 99. SCHAGEN. Ziekenfondslcverancicr. Er zijn echter verschillende bezwaren te gen kuilgras. In de eerste plaats ton op zichte van de zuivelbereiding en ten tweede ten opzichte van het vee zelf. Zuiivelkriingen maken bezwaren te gen kuilgras om de boterzure gis ting. Spr. heeft een onderhoud ge had met den heer Virtanen, de geestelijke vader van de kuil gras methode.' Deze heeft tot spr. gezegd: Wie hier (in de kuil) binnengaat laat alle hoop ten aanzien van de boterzure gisting varen. Ik kan met mijn A.I.V. voer geen alge- heele opheffing van de boterzure gisting bereiken, maar ik kan mijn kaas wel zoo fabriceercn, dat het er niet toe doet. Spr. had persoonlijk geconstateerd, dat de heer Virtanen zeer goede resultaten had bereikt, maar wat hebben onze boeren daaraan? Ook voor het vee heeft voeren met zuur voer bezwaren. Oók voor den boor is het prettiger zijn vee goed gedroogd gras voor te zetten dan de vieze rommel, die hij uit de kuil haalt. Verder zijn de droogmachines ook voor andere doeleinden bruikbaar b.v. voor het drogen van bietenblad. Spreker somt tenslotte de voordeelen voor den veehouder en die uit een algemeen na tionaal oogpunt met name de groote ver hooging der graslandproductie op. Hij wijst er op, dat men niet be ginnen moet met drogers, waarvan de bruikbaarheid niet geheel vast staat en acht het tijdstip gekomen, waarop enkele organisaties, eventu eel gezamenlijk, een proef nemen. Van veel belang is het dat daarbij gegevens verzameld worden, die het mogelijk maken om de rentabiliteit en de voederwaarde van het pro duct vast te stellen. Spr. hoopt, dat de vergadering vandaag nog te dien aanzien een besluit zal nomen en dat zoodoende de victorie van Hoorn zal beginnen. Na de rede van Prof. Sjollema, die met groote aandacht wordt aangehoord, volgt een levendig debat. Dr. Brouwer van het .Hoornsche proefsta tion acht het verreweg het belangrijkste, dat de voederwaarde v. gedroogd gras op één lijn gesteld kan worden met die van vracht- voeders. De zetmeelwaarde, waartoe het Hoornsche proefstation gekomen is, is 60 per 100 Kg. droge stof in het jonge gras, d. i. lager dan Prof. Sjollema opgeeft. Het Hoornsche proefstation heeft voorts geconstateerd, dat dit cijfer voor krach t- voermiddelen 80. maar voor hooi slechts 40 bedraagt. Volgens deze berekening heeft gedroogd gras dus wel een hoogere zet meelwaarde dan hooi, maar een lagere ten opzichte van de krachtvoeders. Vervolgens lijkt het spr. gewenseht voor veevoer, net als voor menscheneten, geva rieerd rantsoen te nemen. Variatie in het eten zal het dier ten goede komen. Spr. vraagt zich af. of de moderne weidetech- niek hier eigenlijk niet tgenin gaat. De samengestelde middelen worden steeds mer geweerd ten voordeele van het gras. Zal dit voor de gezondheid van het vee wel goed zijn, wanneer zij zo mer en winter hetzelfde voer ont vangen? Ook in den zomer heerscht er wel eens twijfel over de voe dingswaarde van 't gras. Vele boe ren zien tegen den herfst slechte resultaten bij hun vee; zij voeren de beesten dan bij met lijnkoeken. Er zijn enkele weiden, waar de koeien het zelfs geen heele zomer volhouden. Ten dorde zegt spr., zijn er menschen, die het drogen van gras met een sceptisch oog bekijken, waarop spr. een publicatie van het proefstation*te Kopenhagen aan haalt waarin wordt gezegd: de droging van lucerne kan economisch niet concur- reeren met A.I.V.-voer, hooi, lijnkoeen, enz. Prof. Sjollema, den heer Brouwer beant woordend, zegt, dat in Engeland hooger zetmeehvaarden zijn gevonden dan door het Hoornsche proefstation, cijfers, wier be trouwbaarheid niet in twijfel kan worden getrokken. Des te meer zal het aanbeveling verdienen ook in Holland onderzoekingen te doen mot drogers. Wat de variatie in het voer betreft, meent spr., dat koeien met een hooge productie 's zomers tóch wel bijgevoerd moeten wor den. Spr. is steeds tot de conclusie geko men, dat er aan herfstgras iets ontbreekt, zoodat ook in den weidetijd niet uitsluitend gras gevoerd moet worden. Ten aanzien van de publicatie van het Kopen,haagscbe station zegt spr., dat de lei der hiervan hem heoft medegedeeld, wèl gunstig te staan tegenover gedroogd gras. Waarschijnlijk is de publicatie buiten spr.'s zegsman omgegaan. Tenslotte verklaart spr. nog niet te kun nen inzien, dat de resultaten hier minder goed zouden zijn dan in het buitenland. De heer Brouwer stelt er prijs op te ver klaren, dat hij het drogen van gras1 voor ons 'land niet geheel verwerpt, maar men is nog in het stadium van proefnemingen en het opdoen van ervaringen. De heer Visser uit Bloemendaal had gaarne meer nadruk gelegd willen zien op het eiwitgehalte. Prof. Sjollema antwoordt hem, dat te veel eiwit voor de beesten ook niet goed is. De heer Franke na van het proefstation Gouda hoopt, dat men spoedig met het drogen van gras zal kunnen beginnen. Spr. zou echter hooien, kuilen en drogen naast elkaar gehandhaafd willen zien. Spr. zou liever geen import van buitenlandsche droogmachines zien; men geve de Neder- landsche industrie een kans. Prof. Sjollema zegt in zijn antwoord, dat volgens hem het kuilen niet geheel uit hoeft te zijn. Spr. ziet hiprin echter nog altijd groote physiologische bezwaren. Bijvoeging van hooi is soms' noodzakelijk om te zorgen, dat de koeien niet te veel ei wit krijgien. Wat de fabricage van drogers betreft: een fabriek, die nooit dro gers heeft gemaakt, moet voor zichtig zijn en ons geen experimen ten in de maag splitsen. Welke fa briek in Nederland kan op een der gelijke ervaring als de buitenland sche bogen? De heer Zwollo van de fa. Stork, vestigt er de aandacht op, dat Stork over een zeer uitgebreide ervaring op het gebied van dro ging beschikt (zij het ook niet de droging van gras). De firma heeft plannen om het Zweedschc Peerson-svsteem voor Nederland geschikt te maken. Spr. hoopt, dat de fa. in de gelegenheid zal worden gesteld orri te laten zien, wat op dit gebied reeds be reikt is. Spr. waarschuwt voor het Engel- sche systeem met zijn groot enerqie-verlies door de thermische uitstraling, terwiil de Deensche en Zweedsche systemen juist een hooge rentabiliteit aan warmte-energie heb ben. Prof. Sjollema acht het Duitsche Rema- rosin-systeem beter dan het Peerson-sys- teecn, maar: laat Stork daadwerkelijk bewij zen, dat Peerson thans even goed is. De heer Steen acht het mogelijk het de partement van Economische Zaken voor de zaak te interesse oren. Aan het einde van het debat dankt de voorzitter Prof. Sjollema voor zijn interes sante uiteenzettingen en verklaart, dat de vereeniging groote aandacht aan het drogen van gras zal wijden, terwijl het bestuur ze ker in overweging zal nemen, hoe het de gedachte neergelegd in spr.'s slotwoord, n.1. om tot daden over te gaan, kan onder steunen. DEN HELDER WIERINGERWAARD lekker vers, met croquante, boterige korst en heerlijke malse Amandelspijs. Zó alleen vindt U ze bij komt U eens bij ons kijken naar de speciale sortering van aardige ST. NICOLAAS-VERRASSINGEN, die we hebben ingericht? Als we U een goede raad mogen geven: Stelt .Uw bezoek niet nit tot de laatste dagen vóór het feest. Doet Uw inkopen vroeg, dan Is het nog niet zo druk. We kunnen U prettig bedienen en de voorpret dunrt langer. Lezing over kunstmest Uitgaande van de afdoelingcn Waard en. Groet, Anna Paulowna en Wieringerwaard van de H. M. v. Landbouw heeft Ir. K. Poll van de Coöp. Kunstmestfabriok te Vlaardingen. Maandagavond in de zaal van. den heer B. Breed een lezing met filmver- tooning gehouden met als onderwerp: „Doelmatige en voordeelige bemesting van landbouwgewassen." De heer Rademakcr heette de ongeveer 70 aanwezigen hartelijk welkom. Ir. Poll, zegt vervolgens hot landbouwbe drijf te willen zien als een zaak. Het doel van iedere zaak is winst maken. Dit kunt ge hot best bereiken door winst in tweeën, te verdeelen n.1. de verkoop zoo hoog mo gelijk en de productieprijzen zoo laag mo gelijk. Verkoop is weinig aan te doen, doch productiekosten kan men veel aan doen, waarbij een eerste factor is de bemesting. In verband met de bemesting werd door spreker sterk naar voren gebracht een nieuw soort n.1. „Granumix". Daarin is op genomen stikstof, fosforzuur en kali. welke stoffen zijn verwerkt tot een gekorrelde meststof. Granumix geeft betere resultaten; minder risico, hoogere kwaliteit van pro ducten. Dc meststof heeft een ideale uit- st rooibaarheid, moet goed bewaard worden, eischt regelmatige verdecling en moet één-» maal worden gestrooid. Ook werd door spreker nog aanbevolen voor insecten best rij ding een nieuw mdddel n.1. „Kiezelfluorbarium", dat slechts 35 ent. per kilo kost. Voor land- en tuinbouwgewas sen zeer aan te hevelen. Van de gelegenheid om vragen te stellen werd ruim gebruik ge maakt. De heer Raap uit Anna Paulowna was het lang niet eens met spreker, waar deze verteld had, dat men in Friesland b.v. tot 1500 kilo bemesting overging voor aardap pelveld (een der vragers had n.1. gevraagd of een bemesting met 800 kilo ook van in vloed kon zijn op de kwaliteit) Bij ons, al dus de heer Raap, is kwaliteit een eerste eisch klasse A. Daar kunnen ze in Friesland lang niet aan toe komen. Ten 2e ben ik beslist tegen Graivumfix. Een boer kan en moet zelf maar zorgen; voor de mest en moet dit niet overlaten: aan de fabriek Ten opzichte van de opmerkingen van; den hoer Raap antwoordde spreker dat hij aan 't begin ook gezegd heeft het bedrijf als een zaak te willen zien en als men dan. in Friesland een veel hoogere kwantiteit weet te bereiken zal dit meer winst afwer pen. Ten 2e zullen niet alle boeren weten: hoe men 't best en voordeel igst kan bemes ten terwijl aan de fabriek alle dagen di verse proeven genomen worden. Daarna werd een film vertoond over de' verwerking van ruwe fosfaat. De heer Kamp van Winkel sedert 1020 bestuurslid van de E.N.C.K. bracht hulde aan de heer Ir. Poll voor zijn mooie rede, en sprak tevens een opwekkend woord in. het belang van de kunstmestfabriok. De heer Jm. Blaauboer, Kolhoro zeide dat in Anna Paulowna en Waard en Groet veel aandoelen zijn geplaatst, doch in Wie ringerwaard tot dusver niet en gaf daarom, in overweging om ook aandeelen te ne men. Men is daar goedkooper klaar als bij den handel. Tenslotte werd den aanwezigen sterk aan bevolen om eens met een groep of een club een excursie te maken naar Vlaardingen. Men zal hoogst voldaan huiswaarts keeren. Deheer Rademaker sloot dezen leerzamen avond met een woord van dank aan Ir. Poll voor zijn nuttige causerie en aan de aanwe zigen voor hunne belangstelling. LITWINOF TE MIDDEN ZIJNER VRIENDEN. ITALIë GAAT GE WELDIG TE KEER EN VREEST DE RESULTATEN VAN DE BIJ EENKOMST TE LONDEN BLIJK BAAR ZEER. Zooveel hoofden, zooveel zinnen, zegt een Nederlandsch spreekwoord. Wanneer dat opgaat en er is veel wat daarvoor pleit dan is het geen wónder, dat sommige vergaderingen, waar veel heethoofdige men schen bijeen komen, plegen te ontaarden in Poolsche landdagen. Het wordt een war- ordelijke bende en de verwarring wordt nog grooter, wanneer blijkt, dat sommige aanwezigen in hun meeningen niet eens consequent zijn. Toch zijn ze consequenter dan men denkt, ook al verklaren ze nu eens iets voor wit, wat ze straks met den mecsten nadruk zwart noemen. De kwestie is. dat ze allen worden behccrecht door de gedach te iets of iemand en dan altijd zichzelf naar voren te dringen. Ze zijn conse quent in hun egoïsme. En ze dienen dit egoïsme door in al het andere inconse quent te zijn. Litwinof hield een redevoering voor zijn kiezers te Moskou. Uit den aard der zaak was dit natuurlijk een uitgelezen gezel schap. Uitgelezen in dier voege, dat alle verdachte hetgeen wil zeggen: anders denkende elementen er behoorlijk uit waren gelezen, zoodat Litwinof zich geluk kig mocht prijzen te spreken voor een dankbaar publiek. Dat was voor hein aan leiding een geweldig loopje te nemen met de Westersche democratieën, die monde linge en schriftelijke vertoogen richtten tot de staten, die huns inziens de bestaan de verdragen schonden. Deze democratieën zouden er meer gewicht aan hechten van de betreffende staten een verklaring te ont vangen, met de erkenning, dat het een of ander verdrag inderdaad niet was nageko men. dan dat ze zich bezonnen op doel treffende en ingrijpende maatregelen. De heer Litwinof had de lachers natuurlijk op zijn hand. Bij zijn uitgelezen gezelschap was dat natuurlijk niet anders denkbaar. Men moet voorzichtig zijn in Rusland en men zit in Siberië voor men liet goed en wel weet. Toch was de heer Litwinof zelf geen haar beter, dan al die Westersche democratieën bij elkaar. Er ziin drie staten, zoo verklaarde hij, die, zonder zich dwang op te leggen, openlijk dag in dag uit hun vastbeslotenheid ver kondigen met geenerlei verdragen, ook wanneer deze door hen zijn onderteek-end, rekening te houden. Welke staten hij hier bedoelt, is duide lijk. Rusland zou zoo iets natuurlijk nooit doen en ook de Westersche democratieën komen er in dit opzicht genadig af. Litwi nof bedoelt Duitschland, Italië en Japan. Tegen aanvallers, aldus Litwinof. kan men met woorden niet volstaan. Hijzelf echter heeft vrijwel alle conferenties mee gemaakt, in Genève is hij als kind aan huis. We hebben er echter nooit van ge hoord, dat hij er in bijzondere mate op heeft aangedrongen tegen Japan van leer te trekken. Dat is begrijpelijk, want hij ziet zeer goed in, dat zijn land dan de eerste stoot zou hebben op te vangen. Tegen Italië is dat iets andere. Italië ligt ver weg en daar zouden, evenals bij Duitschland, dc Westersche democratieën de kastanjes uit het vuur moeten halen. Oorlog schijnt Litwinof uitstekend te vin den. Wanneer Rusland er maar buiten kan blijven. Naderhand valt er dan allicht iets te oogsten. Nu in de Ïtaliaansch-Engelsche verhou dingen langzamerhand een verbetering schijnt te zijn ingetreden, is het plotseling hevig beginnen te rommelen tusschen Italië en Frankrijk. Zonder een weinig sensatie schijnt Mussolini het leven maar saai en ver-velend te vinden en dus zorgt hij in de internationale politiek geregeld voor een verzetje. Een en ander vindt zijn oorzaak in een redevoering welke de Fransche mi nister Campinchi nu reeds een maand ge leden zou höbhcn uitgesproken en waarin hij Italië en het Italiaansche leger ont zettend zou hebben beleedigd. De heer Campinchi zegt. dat de heele geschiedenis slechts aan iemands duim kan zij-n ont sproten, omdat er geen woord van waar is, maar intusschen gaat de Italiaansche pers door een trommelvuur tegen Frankrijk af te geven. Dat komt natuurlijk wel erg laat en daarom lijkt de veronderstelling, dat ze er een bepaalde bedoeling mee heeft, niet ongerijmd. Zien we dan verder, dat dezer dagen de Fransche ministers Chautemps en Del- bos voor cnikele dagen in Londen op bezoek ziin, dan is men spoedig geneigd deze Ita liaansche kanonnade daarmee in verhand te brengen. Te Rome heeft men het blijkbaar op deze Londensche conferentie niet bij zonder begrepen en men houdt er daar zijn eigen methoden op na om zijn ongenoegen over het een of ander aan den dag te leg gen. Zoo heel verwonderlijk is dit Italiaansche misnoegen overigens niet. Als hoofdpunt staat te Londen op de agenda de kwestie van het Verre Oosten. Deze aangelegenheid blijft zich in de zeer groote belangstelling van Frankrijk en Engeland yeitheugen, ook al is de conferentie te Brussel mislukt. Nu is het duidelijk, dat de beide demo- cratieën zich hierin eerst dan behoorlijk zullen kunnen doen gelden, wanneer ze elders de banden volkomen vrij hebbent Dat wil zeggen, ze dienen er geheel zeker van te zijn, dat ze in Europa niet door on verwachte moeilijkheden zullen worden overvallen. De grootste mate van zekerheid zouden ze stellig bezitten, indien de befaamde as van Europa op de een of an-dere manier in twee stukken werd gebroken. Mochten Frankrijk en Engeland er in slagen dit tot stand te brengen, wat wellicht zou kunnen ge schieden door Duitschland naar zich toe te halen, -dan zou Italië verder mogen mor ren en gromimen, zooveel het wilde. Alléén zou het machteloos zijn en het zou de be moeiingen van de Westersche democratieën; in het Verre Oosten weinig bezwaren meer in den weg kunnen leggen. De verbazende ergernis, welke Italië aan den dag legt, zou een aanwijzing kunnen zijn, dat het inderdaad vreest, dat het deze richting zal uitgaan. Welk lekker hapje Duitschland zal worden voorgelegd, zullen, we dienen af te wachten. De aspiraties van Berlijn gaan niet uit naar Rusland waartegen Frankrijk, Rusland's bondge noot. zich stellig zal verzetten naar het Zuiden naar Tsjecho-Slowakije en Oosten rijk waarmee het in conflict komt niet alleen met Frankrijk, doch ook met zijn as- genoot en ten slotte naar koloniën. In aanmerking nemende de spoed, waar mee deze Londensche conferentie wordt be legd onmiddellijk nadat Lord Halifax uit Duitschland is teruggekeerd, zou het ver moeden kunnen wettigen, dat diens zen ding toch meer succes heeft opgeleverd, dan aanvankelijk werd vermoed. Opmerkelijk in dit verhand is het bericht, dat Lord Halifax aan de besprekingen zal deelnomen, voor zoover de koloniale kwestie ter sprake komt. Dus toch teruggave van koloniën? Indien daarmee de vrede in Europa zou kunnen worden gekocht, zou het resultaat het offer waard zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 5