Rusland's nieuwste
bewapeningscentrum
RADIO
PI
TT E IR
KEER
TARZANI
Het verboden
grondgebied
Brandkast weggehaald
Scherp requisitoir tegen
inbrekers
VAN
DOOR
1 EDGAR RICE
jBURROUGHS
pen nu door de woestijn in de richting van de
bergen. „U bent een moedig meisje", zei Tar-
zan, „om zo'n risico te lopen voor een vreem
deling". Ze keek hem trots aan. „Ik ben de
dochter van Sheik Kadour ben Saden", ant
woordde ze. „Ik zou mijn vader onwaardig
zijn, als ik niet mijn leven had gewaagd
voor de man, die het mijne redde, terwijl hij
dacht, dat ik maar een gewoon dansmeisje
niets anders op dan de tocht te voet
zetten. Vaak hielden zy stil om te luisteren
of zij niet achtervolgd werden. Juist toen ze
een scherpe bocht van de weg hadden bereikt,
werden ze gedwongen stil te houden.
(Nieuwe spelling.)
No. 13.
„Kom," fluisterde het dansmeisje. Ze kro-
E pen uit de tent en bereikten het pad zonder
i ontdekt te zijn. „Ik begrijp het niet!", zei
5 Tarzan. „Hoe is het mogelijk, dat U me hebt
kunnen redden?". Ze lachte. „Ik heb een
jj lange weg afgelegd vannacht en we moeten
nu ver lopen, voordat wij veilig zijn. Zy lie
was. Mijn neef, die lid van deze troep is, ver
telde van het complot. Toen ben ik alleen op
weg gegaan met twee paarden." Maar toen
ze op de plaats aankwamen, waar de paar
den waren vastgebonden, waren deze ver
dwenen. Zij uitte een kreet van schrik. Tar
zan bukte zich om de grond te onderzoeken.
„El Adrea, de leeuw is hier geweest", zei hy,
„maar de paarden zijn ontsnapt". Er zat dus
LANGS DE LENA VAN KIRENSK
TOT JAKOETSK. REUSACHTI
GE FABRIEKEN WAAR EENS
JAKOETEN JAAGDEN.
Zoo juist hoort men hier de eer
ste bijzonderheden over het derde
en nieuwste Russische bdwapenings-
centrum. Dit derde cenitrum vormt
het voorloopige slot van de
hervormingsmaatregelen, waartoe in
het jaar 1928 besloten werd.
Terwijl vroeger Rusland's weinige fabrie
ken en dus ook de wapenindustrie slechts
in het Europeesche deel van den staat te
vinden waren, was het een van Stalin's
eerste maatregelen, de schepping van een
nieuw bewapeningscentrum te decreteeren.
Vliegtuigen en kanonnen, machinegeweren
en granaten, die tevoren slechts in de
omgeving van Moskou vervaardigd waren,
vonden nu een nieuwe „woonplaats".
In den Oeral, van Orsk tot Perm, ont
stond het eerste reusachtige bewapenings
centrum van de Sovjet-Unie. Strategische
spoorwegen verbinden dit „centrum Oeral"
met Rusland's westgrens en verder met de
Zwarte Zee, de Oostzee, Archangel en de
ijsvrije havens in het hooge noorden.
Tot een tweede bewapeningscentrum
werd reeds korten tijd later de kuststrook
aan den Stillen Oceaan van Wladiwostok
tot Nikolajwesk gemaakt. Van hier stamt
b.v. een groot deel van de wapens, welke
op het oogénblik via Buiten-Mongolië naar
China gezonden worden. Verder heeft men
hier gedurende de laatste vier jaren naast
de reusachtige wapenfabrieken groote op
slagplaatsen gebouwd, waarin proviand
voor een groot leger ligt opgestapeld.
Het nieuwste centrum.
Maar de beide genoemde centra schijnen
door de Russen nog niet voldoende te wor
den geacht. En zoo wordt nu het derde
groote „bewapeningscentrum Lena" uit den
bodem gestampt.
In de laatste jaren heeft men over dit
„wapenland" veel hooren mompelen, zon
der echter in het bezit van werkelijke fei
ten te kunnen geraken. Intusschen is be
kend geworden, dat Stalin drie aanwijzin
gen voor het „centrum Lena" heeft gege
ven:
1. „Centrum Lena" moet het groo
te reservoir worden, waaruit bij
iederen oorlog, in welke richting
deze ook gevoerd wordt, geput kan
worden.
2. In het „centrum Lena" zullen
in het bijzonder komen te liggen al
le fabrieken, waarin aan geheel
nieuw oorlogsmateriaal gewerkt
wordt. Want nergens beter dan
hier in het hart van den Sovjet
staat kan een absolute geheimhou
ding gegarandeerd worden.
3. De bouw moet plaats vinden bin
nen den tijd van vier jaren.
Afgezien nog van den bouw der
hoofdfabrieken werd in de laatste
jaren een aanvang gemaakt met de
uitvoering van de navolgende bij
komstige werkzaamheden:
a. den aanleg van een spoorweg
van Jakoetsk over Kirensk naar
Irkoetsk;
b. den aanleg van een daarop
aansluitenden spoorweg naar Sre-
tensk;
c. het gedeeltelijk bevaarbaar mar
ken van de Lena en den aanleg van
een verbindingskanaal naar het
Baikalmeer;
d. den aanleg van tien groote en
23 kleinere vliegvelden.
Eenige bijzonderheden, ondanks
de strengste geheimhouding.
Wanneer er op het oogénblik, ondanks
de strengste geheimhouding, eenige bijzon
derheden omtrent den stand van het werk
bekend geworden zijn, dan dankt men dit
in de eerste plaats aan het verslag van
eenige pelshandelaren, die de taiga van de
republiek Jakoetsk bereisden. Voordat wij
echter over datgene, wat zij langs de.L&na
zagen en hoorden, berichten, willen -wij
eerst nog even wijzen op de beteekenis der
genoemde verbindingslijnen. Door deze
nieuwe spoorwegen en kanalen wordt een
gebied, dat grooter dan Frankrijk is en tot
nog toe vèr verwijderd lag van alle men-
schelijke civilisatie, zeer nauw verbonden
met Rusland's „strategisch net". En deze
verbinding zal door trein, schip en vlieg
tuig worden onderhouden.
Leefden gisteren nog de Jakoeten In hun
houten hutten dicht bij den Poolcirkel een
leven vèr van elk wereldgebeuren, thans
heeft Moskou ook dit volk ingeschakeld in
het enorme militaire apparaat van de
Sovjet-Unie,
De meisjes van de Lena zijn beroemd om
hun schoonheid en kracht; ontelbare lie
deren vertellen van hun leven in de vrije
natuur, van hun moed en charme; thans
vinden zij hun dagelijksch werk aan den
loopenden band, terwijl de mannen al weer
bezig zijn aan den bouw van een nieuwe
fabriek.
Midden in het oerwond, liggen
twee vliegvelden.
Een van de pelsjagers, over wie wij zoo
juist spraken, zeide woordelijk: „Het is een
betooverend land, dat ik lief heb. De na
tuur is groot en stil en herinnert aan
Alaska. Doch temidden van deze tot voor
kort onberoerde natuur ontdekte ik nu
reusachtige betonnen bouwwerken; fabrie
ken. Ik zag een geheel nieuw station. Hier
stonden tientallen wagons met onderdeelen
van wapens. Enorme magazijnen schenen
nog grooter voorraden te bergen. Midden
in het oerwoud ontdekte ik tweemaal een
vliegveld, waarvan er een over onder-
aardsche hangars scheen te beschikken.
Tusschen Vitim en Kirensk waren reus
achtige districten afgesloten en wanneer
men in dit uitgestrekte land van reusach
tige districten spreekt, beteekent dit gebie
den, die misschien de grootte van België
bezitten!"
Het schijnt dus nauwelijks mogelijk, ver
der door te dringen in de geheimzinnig
heid, welke deze gebieden met hun vele
nieuwe fabrieken omgeeft. Maar één ding
staat wel vast. Het drie jaren geleden door
Stalin genomen besluit, langs de Lena het
grootste bewapeningscentrum van Rusland
te scheppen, nadert intusschen zijn verwe
zenlijking.
En in de anto van de
peerde firma vervoerd
gedu-
Onbekende daders hebben zich gister
nacht door het uitsnijden van een ruit toe
gang verschaft tot het perceel van Algra's
Koffiebranderij en Theehandel aan de
Thorbeckegracht te Zwolle.
Uit de wijze, waarop de daders het per
ceel zijn binnengekomen, leidt men af, dat
zij met de situatie ter plaatse op de hoogte
zijn geweest. De eerste aanwijzingen dat er
iets niet in orde was, kreeg het personeel
vanochtend, toen bleek, dat de auto, welke
een der reizigers van de firma Woensdag
avond voor het kantoor had neergezet, was
verdwenen.
Verder bleek, dat de brandkast,
waarin zich geld en koopmansbrie
ven bevonden, niet meer aanwezig
was. Het geheele kantoor was over
hoop gehaald en alles was door
zocht. Dit qnderzoek had den in
brekers waarschijnlijk niets opgele
verd, want zij hebben vervolgens de
driehonderd kilogram wegende
brandkast in de voor de deur staan
de auto geladen, waarmede zij met
onbekende bestemming zijn weg
gereden.
Naar wij nader vernemen, is de auto gis
terochtend in een plantsoen te Deventer
teruggevonden.
De politie stelt een uitgebreid onderzoek
in. Hoeveel vermist wordt, kon nog niet
worden opgegeven.
Verdachten blijven onverschil
lig. Zware straffen geëischt.
officier van justitie te Amsterdam,
m.L. de Blécourt, eischte gisteren drie jaar
gevangenisstraf tegen twee recidivisten,
een chauffeur en een melkslijter, die zich
te verantwoorden hadden wegens drie in
braken in September j.1. gepleegd.
„De heeren dieven en inbrekers
moeten nu maar eens weten, dat ze,
wanneer ze „voor schut gaan" en
hier op de Prinsengracht terecht
komen, niet met zijden handschoen
tjes worden aangepakt. De donker
ste dagen van het jaar naderen,
we kunnen elkaar hier vanmorgen
in de zaal al bijna niet zien, en de
inbrekers maken maar al te graag
van de duisternis gebruik. Laat on
der hen de mare maar eens van
mond tot mond gaan, dat men voor
een inbraak eenige jaren wordt op
geborgen. Dat zal de veiligheid in
onze goede stad Amsterdam aan
merkelijk verhoogen", zeide de Of
ficier in zijn requisitoir, dat door
het tweetal, dat ontkende, onver
schillig werd aangehoord.
„Ik ben er niet geweest", merkte de eer
ste verdachte op; de tweede was gezien
de pertinente getuigenverklaringen waarin
beide verdachten herkend werdén voor
zichtiger. Wel was hij in de woning in de
Dintelstraat, waar zoowel op de eerste als
de tweede étage was ingebroken, geweest,
maar gestolen had hij niets. In totaal
misten de bewoners toen zij thuis kwamen
ongeveer f250.— en een aantal sieraden.
Op 10 September zouden zij hebben in
gebroken in een perceel aan de N. Heeren
gracht, waar eenige radiotoestellen ver
dwenen bleken te zijn. Ook dit misdrijf
ontkenden zij.
De verdediger, mr. S. de Jong, pleitte
vrijspraak.
Vonnis 23 December,
Dc gearresteerde Spanjaarden
naar Gorichem overgebracht
Naar wij vernemen heeft de regeering be
sloten alle Spanjaarden, die dezer dagen in
verzekerde bewaring zijn gesteld, over te
brengen naar de Citadel-kazerne in Gorin-
chem.
De overbrenging naar Gorinchem uit de
verschillende plaatsen, waar de Spanjaarden
zijn aangehouden heeft gisteren in den loop
van den dag plaats gehad.
PROGRAMMA
ZATERDAG II DECEMBER 19S7.
Hilversum I,
KRO-uitzending.
8,009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-orkest en gramofoonmuziek.
2.00 Voor de rijpere jeugd.
2.30 De KRO-Melodisten en solist.
3.05 Kinderuur.
4.05 Gramofoonmuziek.
4.15 De KRO-Melodisten en gramofoonpl.
5.30 Gramofoonmuziek.
5.45 De KRO-Nachtegaaltjes.
6.15 Gramofoonmuziek.
6.20 Journalistiek weekoverzicht.
6.45 Gramofoonmuziek.
7.00 Berichten.
7.15 Katholieke R.VU.
7.35 Actueele aetherflitsen.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen,
8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting.
8.35 De KRO-Melodisten en solist.
9.00 Gramofoonmuziek.
9.30 Het KI ..O-Orkest. In de pauze: Zang en
piano.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Internationale sportrevue.
10.5512.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum n.
VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. en
7.30—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwyding.
10.20 Orgelspel en bont programma (gr.pl.),
12.001.45 Gramofoonmuziek.
2.00 Toespraak namens den Bond van Neder-
landsche Onderwijzers.
2.20 Pianovoordracht.
2.45 Optreden van amateurs.
3.15 „Zedelijke Opvoeding", causerie.
3.30 Residentie-Orkest en solist.
4.30 Esperanto-uitzending.
4.50 Vervolg concert.
5.40 Literaire causerie.
6.00 Orgelspel.
6.30 „De Wielewaal".
7.00 „Filmland".
7.30 „Bijbelvertellingen", causerie.
5 00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP, VARA-Varia.
8.15 VARA-Orkest en soilste. In de pauze:
Toespraak.
9.15 De Ramblers en solisten.
10.30 Berichten ANP. Hierna: Gramofoon
muziek.
10.45 VARA-Orkest en solisten.
11.30 Berichten.
11.3512.00 Gramofoonmuziek.
Feuilleton
door Dennis Wheatley
Vertaling Eva Raedt de Canter
84.
„Dat is verstandige taal," zei Rex, terwijl
hy zijn wagen weer in beweging zette en
hem verder het erf opreed.
„Luister, wat is dat?", riep Simon uit, toen
hy half verstijfd uit den wagen stapte. „Ik
zou zegen, dat ik het brommen van een vlieg
machine hoor."
„Inderdaad," zei de Reichleau en keek om
hoog. „Vlug Rex, ryd den wagen onder dat
afdak daar, ik denk dat het de grens is, die
naar ons zoekt."
Een oogénblik later zagen zy een groote,
grijze machine uito de richting Mogilev ko
men. Met een dof gebrom van de krachtige
machines vloog het vliegtuig over hun hoof
den. Het volgde de grenslijn. Het metaalwerk
flikkerde in het vroege zonlicht.
Aan het einde van het erf stond een groote.
blonde hoer die bezig was zyn paard in te
spannen voor een van die eigenaardige Oe-
krainsche karren die veel overeenkomst ver-
toonen met een boot. Hij liet zyn werk een
oogénblik rusten en kwam langzaam op de
nieuw aangekomenen toe. Nadat de Reichleau
een paar woorden met hem gesproken had,
draaide hij zich om en ging hen voor naar
het huis. De vliegmachine was inmiddels in
westelijke richting verdwenen. Toen de kleine
groep personen in de heldere keuken aan
kwam stond daar een dikke vrouw met roode
appelwangen, die hen niet zonder vrees aan
keek. De boer stelde haar echter gerust en
het duurde niet lang of zy was bezig met
klaar maken van een smakelijk ontbijt voor
haar onverwachte gasten.
De hertog ging weer met den man het erf
op en toen hij daarna terug kwam wees hy
door het keukenvenster, dat op de achterzijde
van het erf uitzag. De boerdery stond op een
kleine helling. Rechts lag een boomgaard, en
voor het huis was een zacht glooiende weide.
Achter de boerderij waren landerijen en in
de vallei zag men de donkere omtrekken van
een bosch.
„Zie jullie de toppen van die boom en, vrien
den? Zij staan met hun wortels in Roemeen-
sche aarde. Het schijnt, dat wij nu eindelijk
aan het einde van onze reis gekomen zijn."
Simon slaakte een zucht. Het was iets
vreeselyks voor hem geweest Valeria Petrov-
na te verlaten maar over de grens lag Lon
den, Parys en Deauville... En Monte Carlo!
De oude kapitalistische wereldsteden met hun
leven en hun vroolijkheid de restaurants,
de opera, de boekwinkels en het opwindende
van het zakenleven. Alles wat hy begeerde.
Rex lachte. „Ik geloof, dat wij een fijn
partytje zullen geven, als wy er eenmaal
over zyn."
Richard echter wendde zich mistroostig van
de anderen af. Zelfs geen kort oogénblik kon
hy de gedachte van zich afzetten, dat Marie
Lou iets ergs overkomen was.
Na het ontbyt bespraken zij de huidige toe
standen. De Reichleau beweerde dat er geen
enkele reden tot ongerustheid bestond. Toen
Richard niet in het hotel verschenen was zou
Marie Lou hoogstwaarschynlijk zelf wel ge
handeld hebben.
„Maar denk er eens goed over na," riep
Richard uit. „Uren in spanning te zitten
wachten, met allerlei gedachten in het hoofd.
Misschien heeft zy wel gedacht dat de vlucht
mislukt was en dat wy weer in de gevange
nis zitten."
„Inderdaad," zei Rex. „Zij kan ons ook be
schouwen als een ellendige troep snoekenvan-
gers, die haar helpen willen zoo lang als het
goed gaat, en haar in den steek laten als het
ons tegenloopt."
„Neen, dat kan zy niet denken," zei Simon.
„Het eenige wat ik hoop is, dat zy zich niet
in moeiiykheden brengt door iets ondoor
dachts te doen. Maar hoe het ook zy, ik zal
terug gaan."
„Neen," zei Richard vlug. „Ik ga."
„In ieder geval zou het, zoowel voor den
een als voor den ander, een groote dwaasheid
zyn om opnieuw in die heksenketel te ko
men," merkte de hertog op.
Simon knikte. „Dat is wel waar, maar het
is nu eenmaal mijn schuld en daarom zal ik
gaan."
„M'n beste jongen," protesteerde de her
tog, ,voor jou is het heelemaal onmogelijk.
Je vergeet, dat je een gewond been hebt. Je
zou nooit zoover kunnen komen met den wa
gen."
„Dat is zeker, dat schakelt dus Simon
heelemaal uit," verklaarde Rex. „En aange
zien ik op het oogénblik de eenige ben waar
niet aan mankeert, geloof ik wel, dat ik de
aangewezen persoon ben om die zaak op te
knappen."
„Neen," zèi de hertog, „het is meer dan
waarschijnlijk, dat er by de grens weer een
geëlectrificeerde versperring is. Iets derge
lijks als wy in Romanovsk gevonden hebben.
Wie dus van ons allen ook gaat, jy moet hier
blyven om de andere over de versperring heen
te brengen."
Richard keek met vermoeide oogen rond.
„Laten wy er niet verder over argumentee
ren," zei hy, „de ontvluchting zal nu wel ont
dekt zyn, en alle drie worden jullie door de
politie gezocht. Ik niet. Ik vertoef in Rus
land met een geldig paspoort en wat meer
zegt, Marie Lou is myn vrouw."
Zijn argument was onaanvechtbaar en dit
sloot de discussie. Het ontbijt werd verder
stilzwijgend genuttigd. Zij liepen daarna
de weide achter de boerderij op en en keken
verlangend naar het beloofde land.
Het rhythmisch geronk van een vliegtuig
werd weer vernomen. Zij zochten dekking In
den boomgaard. Dezen keer vloog de vlieg
machine in oosteiyke richting.
„Het is een bommenwerper," zei Rex, ter-
wyl hy door de takken omhoog keek.
„Hmm, ik wed, dat met dit vliegtuig troe
pen vervoerd worden," zei Simon zenuwach
tig lachend. „Het zou niet mooi voor ons zyn
als er hier een stelletje gewapende kerels
landden."
„Wanneer zullen wy de laatste poging wa
gen?" Informeerde Rex.
„Niet voor vanavond," zei de hertog. „Het
komt my voor, dat in dat onschuldig uit
ziende boschje daar overal schildwachten uit
gezet zyn. Je weet, ik ken myn vriend Lesh-
kin. wy moeten hier vandaag blyven. Ik heb
een gesprek gehad met den boer en ik ge
loof dat wy hem vertrouwen kunnen. In ieder
geval ben ik niet van plan hem uit het oog
te verliezen."
Richard lachte voor het eerst gedurende
dezen morgen. „Als ik het goed doe, en Ma
rie Lou is nog altyd in het hotel, zou ik hier
met de vliegmachine voor het vallen van den
avond weer terug kunnen zijn. Ik gevoel mij
veel beter. Ik denk dat ik den terugtocht zal
aanvaarden."
„Voor je dat doet, Richard, zou ik graag
eerst een woordje met je willen spreken." De
Reichleau nam hem bij den arm en liep wat
verder met hem den boomgaard in.
„Luister," zei hij toen zij buiten het ge
hoor van de anderen waren. „Het is absoluut
nutteloos om te trachten met dien wagen te
rug te gaan, Richard. Je zult hem niet onder
het afdak vandaan krijgen."
„Waarom niet?"
„Omdat ik de ontsteking van de auto
voor het ontbyt onklaar heb gemaakt."
„Wat voor den duivel bedoel je daarmee?"
„Heel eenvoudig omdat ik niet kan toe
staan, dat een van jullie zich nogmaal in ge
vaar beleeft."
„Kyk," zei Richard boes, „ik ben er even
verlangend naar om over de grens te komen
als wie ook. Maar je mag wel goed bedenken,
dat jullie geen van allen hier geweest zou
den zyn, als Marie Lou er niet voor gezorgd
had."
(Wordt vervolgd).