Van sport tot varitété is slechts één stap RAAD ZIJPE Kalme Begrootingsverga- dering. De heeren Doe- en voor rn zorgen Een oude schuld Woensdag 26 Januari 1938 Derde blad Europa is gelukkig nog niet zoover! Het ontbreekt ons n.L aan handige managersl Oorspronkelijk wees de sport het rnensche- lijk geslacht den weg naar de vrijheid, de terugkeer tot de natuur uit het jachtende stadsleven. En waar nog enkele toentallen jaren geleden de eenzaamheid der bergen en de geslotenheid der dalen in de wintersche dagen nog niet gestoord werd door het bin nendringen van een stoutmoedigen wande laardaar zwiert en suist en tuimelt thans op zevenmijlslaarzen een vroolijk ski- (volk in pijlsnelle vaart de hellingen af en in 'den zomer is het zondoorgloeide strand der zeeën de pleisterplaats geworden van hon derdduizenden stadsmenschen die er rust zoeken voor hun door stadsdrukte gekwelde zenuwen En het behoeft natuurlijk nauwelijks be toog dat deze niet te weerhouden golf der moderne sportbeweging, te land, te water en in de lucht, evenals op ieder ander gebied der moderne culturcele ontwikkeling met geestdrift werd ontvangen en aanvaard door tal van moderne zakenmenschen meer be kend als managers die een prachtig ter rein ontdekten om den weg „naar kracht en schoonheid" zakelijk ten nutte te maken. Als In zoovele andere zaken heeft ook in dit opzicht Amerika de lei ding genomen en in een betrekke lijk korte spanne tijds slaagde men er in de groote sportieve evenemen ten op velerlei gebied in een bombas tische sfeer te betrekken, die leven dige herinneringen opwekt aan het eens zoo beroemde circus van „Bar- num en Bailey". De overleden „koning der managers" Tex Rickard was inderdaad een geniaal regis seur, die de groote massa tot een ongeloof lijke geestdrift wist op te wekken, waaruit hij dan op zijn beurt zijn dollarkapitalen wist te putten. Er zijn natuurlijk ook velen geweest die in zijn voetsporen zijn getreden en een der meest befaamde daarvan is stel lig Jeff Dickson, die sinds een aantal jaren reeds Europa gelukkig maakt met zijn aan wezigheid en die in Parijs een prachtig sport paleis oprichtte, zij het dan niet direct uit zuiver sportieve overwegingen, dan wel om dat hij overtuigd was alleen op de royale wijze royaal te kunnen verdienen. De ijs-revue's. IJs-revue's zijn tegenwoordig de groote mode en iedereen die in Europa op ijsge- bied een goed-klinkenden naam heeft, ont vangt regelmatig aanlokkelijke aanbiedin gen om in de Nieuwe Wereld zijn geluk te beproeven. En zoo zien wij aan den anderen kant van den Grooten Vijver Oostenrijks Olympische en veelvoudige wereldkam pioen Karl Schafer, die „op tournee", over al demonstraties geeft, wij vinden er het Europeesche kampioenspaar Papetz-Zwack en daarnaast natuurlijk tal van sterren van den tweeden rang. En dan mogen wij voorzeker de ex-wereldkampioene Sonja Henie niet vergeten, die na eerst op het ijs-parket sensationeele triomfen en groote dollarzeges te hebben geboekt, langs dezen ongetwijfeld niet al te gebruikelijken weg als filmster furore maakte. Zoo men legen deze ijs-revue's als prachtige shows op het ge bied van het kunstrijden al niet veel kan inbrengen, dat neemt niet weg dat wij daar mee de grens hebben bereikt, waar de sport ophoudt en het variété-nummer be gint Strijd om een wereldtitel wordt een comedie. Dat de strijd om een wereldtitel de grootste comedie van alle tijden kan wor den. zien wij in de bokssport, waar het za kelijk element het sportieve volkomen ver dringt. De sportieve resultaten interessee ren den man voor wie de sport een lucra tief bedrijf betcekent, uiteraard weinig en hoogstens als bruikbare rcclamemiddelen en wanneer het niet gaat zooals de mana ger het graag wil, dan heeft hij doorgaans nog wel wat pijlen op zijn boog, die met een weinig scrupuleus geweten wel te benutten zijn. Schmeling b.v. heeft zijn geduld danig op de proef moeten stellen, alvorens hij de zekerheid had de wedstrijden te krijgen toe gewezen waarop hij krachtens zijn betee- kenis als bokser recht heeft. Hoe men met het tennisracket een vermogen bij elkaar kan slaan. Van alle voormalige amateur-beroemd heden heeft Tilden, de fameuze tennisspe ler. wel het beste begrepen hoe men het van sportberoemdheid tot .beroepsfirma" kan brengen. „Big Bill" heeft met zijn troepje zoowat de hcele wereld afgereisd en, wat voor hem wel de hoofdzaak is, hij heeft daarbij goede zaken gedaan. Ook zijn op volger, de Engclschman Perry is als be roepsspeler in zijn sporen gestapt en op het oogenblik zou de laatste Wimbledon-win- naar Donald Budge zich ook al scharen in de rij van beroepsspelers ten einde te trachten een dollarvermogen met het ten nisracket bij elkaar te slaan. Het publiek wordt, bij deze tennis-voorstellingen onge twijfeld niet bedrogen en het krijgt waar voor zijn geld, in dit geval tennis van de beste soort, ook al zijn er dan eerlijke profs en geen amateurs of schijn-amateurs aan het werk. Europa is in deze en dergelijke sportza ken nog lang niet en men kan wel zeg gen gelukkig op de hoogte die Amerika in dit opzicht wist te bereiken en dat moge voornamelijk wel een gevolg zijn van het feit, dat het managerschap in de Oude We reld nog lang niet zulk een domineerende rol speelt als aan den anderen kant van den Oceaan. En daar kan de waarachtige sportbe oefening zich slechts over verheugen Belangrijk financieel voordeel door de conversie van eenige geldlceningen. Schooltuintjes te Schagerbrug. Van touwtjes- trekkers en meehuppelaars! De rechte man op de rechte plaats. De jaarwedden van de wethouders en de presentiegel den worden verhoogd. Nooit illuminatie meer bij deze brand spuit; aldus de heer Doedens. De financieele toestand van de voetbalvereenigingen. Een mo torrijwiel voor de veldwachters? De heer Doorn bepleit afschaf fing van de gemeente-politie. Terug tot de anarchie. De macht van den opzichter van de Heide Mij. Nogmaals het Borgstellingsfonds voor den Mil- denstand. De heer Bos is vre delievend. Vergadering van den Raad op Dinsdag 25 Januari 1938, 's middags om half twee uur. Voorzitter de heer Mr. D. Breehaart Kzn., burgemeester; secretaris de heer J. A. de Boer. Allen zijn aanwezig. De Voorzitter opent de vergadering en spreekt de beste wcnschen uit voor de gemeente en de raadsleden en hun gezin nen; de vaststelling van de notulen, wel ke nog niet in druk zijn verschenen, wordt aangehouden. Ingekomen stukken en mededeeüngen. Bij de ingekomen stukken en mededee üngen bevinden zich aannemingen van (her)benoemingen; proces-verbaal van kasve rificatie; verslagen en goedkeuringen van raadsbesluiten. Ingekomen is voorts een verzoek van den Ned. Bond van Hotel-, Koffiehuis-, Restau ranthouders e.d. om vrijstelling van ver makelijkheidsbelasting voor feesten te vie ren in verband met de te verwachten blijde gebeurtenis in bet Prinselijk Gezin. B. en W. mcenen voor dit bijzondere geval ontheffing te moeten vcrleenen. Geen bezwaar. Mededceüng wordt gedaan van de be schikbaarstelling van f 0.25 per kind der lagere scholen voor feestelijkheden in ver band met de te verwachten blijde gebeurtenis in het Prinselijk Gezin. De heer Dignum zegt. dat hij van mecning Modern luchtdoelkanon op een Amerikaansch oorlogsschip. Dit oorlogsmonster heeft niet minder dan zes loopen, die alle tegelijk hun moordende projectielen naar het vijandelijke vliegtuig slingeren. Is, dat de Raad tot deze beschikbaarstel ling moet besluiten. De Voorzitter: Dat is ook zoo. Maar daar de Raad nog niet zoo spoedig ver gaderde. en wij het gevoelen van den Raad kennen, hebben wij alvast besloten, het be drag toe te staan Van werklooze arbeiders kwam het ver zoek om van gemeentewege gratis achter lichtjes (voor rijwielen) te verstrekken. Voor kennisgeving aangenomen. Inzake de plannen tot aanleg van een weg op den Zijper Zeedijk wordt mede gedeeld, dat ook met behulp van het Werk fonds niets te bereiken viel. Vastgesteld wordt de pensioensgrondslag van P. Krooncnburg als onderwijzer aan de O. L. school te Burgerbrug. Conversie van geldleeningen. B. en W. stellen voor te converteeren een 4-tal geldleeningen en wel: a. de 4]A pet. geldleening 1911, per resto groot f 13.000—in oen 31/?. pet. geld leening; b. de 4 pet. geldleening 1916, per resto groot f 4438.42. in een 3 pet. geldleening; c. de 4 pet. geldleening 1937 (1931), per resto groot f 125552.50. in een geldleening rentende gedurende de eerste 15 jaren Q-/'i pet. per jaar en daarna (de volgende 17 jaar) ten hoogste 4 pet. per jaar. d. de 4 pet. annuïteitsleening 1937, per resto groot f 56572.99, in een ZVz pet. geld leening. Bij vervroegde aflossing van de sub a, c en d vermelde geldleeningen is 1 pet. boete verschuldigd. B. en W. achten het wcfuschelijk, het bedrag der nieuwe lee ningen te verhoogen met het bedrag der verschuldigde boete en dit laatste bedrag in 10 jaren af te lossen. Omtrent de sub a, b en c vermelde con- versieleeningcn bieden B. en W. concept- geldleeningsbesluiten ter vaststelling aan. Een voorstel tot het nemen van een besluit omtrent het aangaan van een nieuwe an nuïteitsleening ,als bedoeld sub d, zullen B. en W. in een volgende Raadsvergadering doen. Het voordeel voor de gemeente bedraagt f 582.60 per jaar (langzaam afloopeml). Goedgevonden. Voor de instandhouding van de o.l. school te 't Zand. B. en W. stellen voor te beslissen, dat in gevolge art. 19 der Lager-onderwijswet 1920 de instandhouding van de o.l. school te 't Zand wordt gevorderd. Inden het aantal leerlingen van een O.L. school minder bedraagt dan bij wet is aan gegeven (een school met minder dan 50 leerlingen in een gemeente met minder dan 25000 ingezetenen), besluit de Gemeenteraad tot opheffing van de school, tenzij de Raad volgens het tweede lid beslist, dat de in standhouding van de school ingevolge art. 19 der wet wordt gevorderd. Het Raadsbe sluit moet vóór 1 Fcbr. worden genomen. Blijkens ontvangen schrijven kan de Mi nister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen het verzoek van den Raad, vervat in diens besluit van 21 December 1937, om art. 22bis, derde lid, der L O. wet 1920 toe le passen ten aanzien van de o.l. school te 't Zand, slechts in behandeling nemen, indien krachtens het tweede lid bij eindbeslissing ALS EEN OLIFANT KIESPIJN HEEFT... mocht zijn uitgemaakt, dat de instandhou ding van deze school niet ingevolge art. 19 wordt gevorderd. Vandaar dat B. en W. bovenvermeld voor stel doen. Als voren. Eervol ontslag. Voorstel van B. en W. tot het verleenm van eervol ontslag op haar verzoek aan mej. G. J. A. Groen als onderwijzeres aan de o.l. school te St. Maartensbrug. Als voren; de Voorzitter richt eenige waar- deerende waarden aan het ardes van mej. Groen. 1 Mei a.s. zal een vaste onderwijzeres in dienst treden, deelt Voorzitter nog mede, n.a. v. een desbetreffende vraag. Schooltuintjes. Voorstel van B. en W. om het naast de o.l. school te Schagerbrug gelegen en aan de gemeente toebchoorend perceel grasland, groot 0.10.24 H.A., te bestemmen voor het aanleggen van schooltuintjes. Dit is een voorstel van het hoofd der school, die de tuintjes van groot belang acht, met het oog op het practisch onder richt. De heer Dignum vraagt, of hier geen pre cedent wordt geschept. De Voorzitter antwoordt, dat, als bij an dere scholen ook de gelegenheid bestaat, men daar hetzelfde kan doen. De heer Dignum: Ik zie er niet veel in; ik kan 't niet helpen. De heer Docdcns vraagt naar de kosten? De voorzitter; Een tientje per jaar. Als voren. De begrootingen. De heer Veltman maakt gebruik van de gelegenheid tot liet houden van algemeene beschouwingen. Spr. releveert de intrede van een nieuw lid en spreekt den wensch uit, dat dit lid geen conservatief stempel op den gang van zaken zal drukken. Spr. memoreert de besluiten, welke door den Raad werden genomen en welke dik wijls van durf blijk gaven. Wat het Burg. Armbestuur betreft, daar op heeft spr. geen critiek uitgeoefend, wel heeft hij erop gewezen, dat er aan het Te huis een en ander moest worden veranderd. Zee tevreden is spr. over de veranderingen, welke zijn tot stand gekomen. Maar bij de mcnschen, die op het Tehuis zijn aangewezen, is de angst nog groot om over den drempel van het Tehuis (Buiten Zorg) te schrijden. Spr. soopt, dat het 't B. A. zal gelukken, dien druk bij de men- schcn weg te nemen. Spr. zegt nog eenige critiek te hebben. Z.i. wordt er n.1. met te lange tusschenpoozen vergaderd. Over den toestand van de werk- loozen, zal spr. straks nog het woord voe ren. De heer Doorn zegt, dat men deze bespre kingen beter nabeschouwingen kan noemen. Eén geval in de afgeloopen regeerperiode wil hij toch noemen. Spr. kan nog steeds niet met zich zelf goed praten, hoe men aan een Voorzitter van het Middenstandsborgstellingsfonds is gekomen. Door den Voorzitter is de heer Nannis als het ware op deze plaats neerge- plant. De heer Nannis was zoo naief, dat hij ging zitten, waar de burgemeester dat wilde. Burgemeester trok aan de touwtjes en de heer Nannis huppelde mee. (Hilariteit.) Waar de heer Veltman steeds zoo:'n groot© belangstelling voor spr. heeft aan den dag gelegd, zegt spr. van mcening te zijn, dat de heer Veltman niet heeft gebracht, wat van hem was verwacht. Overigens laat spr. de beoordeeling hiervan gaarne aan. de S.D.- kiozers over. Ik vind het jammer, aldus spr., nu een vrouwelijk lid te moeten treffen. Wat mevr. Vriesman-Slot betreft, wat deze heeft ge presteerd was wel aan den bescheiden kant. Sterk komt spr. op tegen de critiek van mevr. Vriesman-Slot, waar deze de hoedjes van eenige weeskinderen te duur vond. Of deze kinderen al niet genoeg missen. De Voorzitter, repliceercnde, zegt, dat B. en W. van meening zijn, dat er genoeg wordt vergaderd. Wat het voorzitterschap van den heer Nannis van het Borgstellings fonds aangaat, haalt spr. de uitspraak van een bevoegd persoon aan, waaruit blijkt, dat de heer Nannis is de rechte man op de rechte plaats. De heer v. d. Sluys is den heer Velt man erkentelijk voor zijn woorden tot het B.A. gericht. Spr. hoopt, dat ook de ouden van dagen zich straks ook buiten het Tehuis, in den tuin en het nieuwe tuinhuis zullen thuis gevoelen. De heer Nannis zegt, dat hij niet is geplant, maar benoemd. En toen spr. was benoemd, is hij met gejuich ontvan gen. De heer Doorn lacht nu, aldus spr. maar het is mij ernst. Steeds heeft spr. plezierig samengewerkt, wat ook de heer Doedens kan getuigen. Reeds 20 jaar heb ik op mijn ma nier de belangen van de gemeente behar tigd, ik acht dat de goede manier en de praatjes van den heer Doorn lap ik aan mijn laars, aldus spr. Tenslotte voeren nog het woord de heer Veltman en Mevr. Vriesman-Slot, die zich beiden tót den heer Doorn richten. Begrooting. Alg. Weeshuis. Aan de orde is dan de goedkeuring van de begrooting van het Algemeen Weeshuis, dienst 1938. Deze begrooting sluit tot een bedrag van f 6.306.92; de post onvoorzien bedraagt f 1.326.92. Aldus goedgekeurd. Begrooting Burg. Armbestuur. Volgt de goedkeuring van de begrooting van het Burgerlijk Armbestuur, dienst 1938. De begrooting sluit tot een bedrag van f38.400; voor onvoorzien is uitgetrokken f 246.04. De gemeentebegrooting 1938. Behandeld wordt vervolgens de gemeente begrooting, dienst 1938. Deze begrooting sluit In ontvangst en uitgaaf tot een bedrag van f237.521.36 met een post onvoorzien van f 1903.71, De jaarwedde van de wethouders. B. en W. stellen voor Ged. Staten te advï- KORT VERHAAL Door FLORENCE EEKHOUT. „Als kind doe je onnadenkende dingen", zei de oude dokter Vermeer, toen we in ge zelschap over kinderen en hun fouten spra ken. „Je beseft meestal niet wat je doet. Ik heb eens een ellendig geval beleefd. In het stadje H., waar ik als jonge dok ter jaren lang gepraktiseerd heb, kreeg ik een ernstige patiënte. Het was een jong meisje, wier toestand vrijwel hopeloos leek te zijn. Toch kwam er een keer ten goede, na weken van doodsangst voor de ouders en van strijd voor mij. Ilct meisje sliep einde lijk een gezonden, rustigen slaap. Het huis lag in een rustige straat, de stad zelf was niet heel druk, zoodat ik alle hoop had dat de patiënte een boelen nacht zou doorslapen. Maar helaas den volgenden morgen vond ik het meisje sterk achteruit gegaan en de moeder vertelde me onder tranen, dat den avond tevoren, omstreeks negen uur, hard aan de bel was getrokken. Ilct was zoo'n ouderwetsche bel. Ze hadden die niet afge zet, omdat er een groot papier op de deur stond: Ernstige zieke, niet bellen. Het ge luid van de bel had het meisje met een schok doen ontwaken en het kon den rusti gen, genezing brengenden slaap niet meer terug vinden. Het arme kind stierf. Kort daarop betrapte ik een kleinen jongen er op, dat hij belletje trok. Ik greep hem bij een arm en vroeg, of hij die aardigheid wel eens meer uithaalde. Hij gaf een brutaal ant woord, rukte zich los en rende weg. Ik ken de hem niet en zag hem niet terug, maar ik was er van overtuigd, dat hij de kleine boosdoener was die door zijn ondeugende streek den dood van het meisje, zooal niet veroorzaakt, dan toch zeker bespoedigd had." Enkele dagen daarna, toen de dokter spreekuur had, kwam als laatste patiënt een jongeman hij hem binnen, die verlegen zei: „Ik kom eigenlijk niet als patiënt. U her innert zich misschien dat we elkander ont moet hebben bij De dokter keek hem wat verwonderd aan en herinnerde zich toen het gezicht. „Dokter", zei de jongeman, „ik kwam toe vallig voorbij en toen heb ik een impuls ge volgd, ben binnen gegaan en heb iedereen laten voorgaan. Ik moest het U vertellen. De ondeugende jongen, die door zijn ondoor dachte dwaasheid misschien een mcnsch het leven gekort heeft, ja, die misschien zelfs schuld had eraan dat het meisje stierf, was ik. Ik heb in dat stadje eens gelogeerd, ik herinner me, dat ik een tijdje pret had in dat bellet ie trekken en dat eens een meneer me l»ij mijn arm greep. Ik ben het geweest. De gedachte laat me geen rust." De dokter keek hem getroffen aan. Inder daad zag de jongeman er slecht uit. „Ik slaap niet ervan, ik tob voortdurend erover." „Maar dat is dwaasheid", zei de dokter, „dat is al zoolang geleden!" „Verandert dat veel?" „Maar u was een kind. u deed het niet uit boosaardigheid." „Zegt U dat niet. Kinderen zijn boosaardig. Het is geen aardige grap, een of andere vermoeide dienstbode 's avonds nog eens naar do bel te laten loopen voor niets of in elk geval iemand noodeloos ergernis te be zorgen. Er is geen humor in. Als ik erover denk, kan ik er slechts een leeüjke karak tereigenschap in zien. En het kwelt me te be denken, dat het meisje nu een jonge vrouw kon zijn, gezond, gehuwd misschien, moe der Hij boog het hoofd. De dokter sloeg hem gade. Een intellectueele kop, overgevoelig heid stond geschreven in de fijne trekken. „Misschien herinnert U zich, dat de twee kinderen van onzen gastheer in den salon waren toen ik dat verhaal deed?" vroeg hij. De jongeman keek op. „Iloezoo? Ik her inner me dat ze er geweest zijn, maar ik heb niet er op gelet of ze er nog waren." „Ja, ze waren er nog. Het zijn leuke jon gens, maar laatst betrapte ik den jongste ook op dat flauwe spelletje en mijn verhaal was veel meer voor hem bedoeld, dan voor U allen. Het was een stiekum lesje. Want iets was er wel van aan, maar niet alles. De patiënte, die ik bedoelde, schrikte wak ker en werd erger. Maar het meisje stierf niet. Dat was een soort dichterlijke of mij nentwege noemt U het een paedagogische vrijheid." De jongeman staarde hem aan. „Dus ze leeft? Is het werkelijk waar? U weet niet wat een pak U me van het hart neemt." „Dat weet ik wel", zei de dokter glim lachend. „ik hooR dat U nu goed zult Slapen vannacht. Slaapdrankjes hoef ik u zeker niet voor te schrijven?" Hij drukte den ander de hand en zag hem weggaan als een herboren mensch. Lastig, als het geweten zóó fijn ls, dacht hij toch met sympathie. Maar als het mijne zoo fijn was Ik denk maar zoo, inplaats van een slaapdrank heb ik hem een leugen tje om bestwil ingegeven. Zijn leven zou misschien voorgoed bedorven zijn door die oude schuld en dat zou toch te jammer zijn."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 9