II Raad Oude Niedo Raad Mscbarwoude ■JUITENLANDSCH. 1 VERZICHT Kermis te Zijdewind begint voor taan op Zondag. D# beer Van Zoonen vreest te grooten dienstijver van den nieuw te benoemen ge meenteveldwachter. Vergadering van den Raad op Vrijdag 11 Februari 1938, 's middags om i uur. Voorzitter de heer C. G. M. van Baar, bur gemeester, tevens secretaris. Allen zijn aanwezig. De Voorzitter opent de vergadering en ideelt mede, dat Ged. Staten er geen be zwaar tegen hebben, dat de begrooting 1938' van het Burg. Armbestuur wordt goedge keurd. De notulen worden hierna onveranderd vastgesteld. De Voorzitter uit vervolgens zijn vreugde over de blijde gebeurtenis in de Koninklij ke Familie. Spr. noemt het van groot be lang, dat het# voortbestaan van het Huis van Oranje is verzekerd cn spreekt. de hoop uit, dat Prinses Beatrix straks tot ze gen van ons land over ons volk mag re- geeren. Mededeelingen. Medegedeeld wordt o.a., dat Ged. Staten het gemeentebestuur gemachtigd hebben tot het doen van uitgaven voor den dienst 1938 tot een vierde van de op de bcgrooting voor dat jaar uitgetrokken bedrag. Goedgekeurd is het raadsbesluit tot ont trekking van het z.g. Kerkpad aan het open baar verkeer. Geen verhooging van werkvar- schaffingsloon en steun. Van den Minister van Sociale Za ken is bericht ontvangen, dat geen verhooging van werkverschaffings- loon noch rangschikking van de ge meente in een hoogere klasse voor de steunvcrleening kan plaats hebben. Ged. Staten hebben de gemeenterekening over 1936 goedgekeurd. De kermis te Zijdewind. Ingekomen is een adres van 143 inwoners «der gemeente, houdende verzoek de Zijdewin- derkermis in het vervolg te doen houden op den tweeden Zondag in September en de daarop volgende Maandag en Dinsdag. De meeningen hieromtrent zijn in het col lege van B. en W. verdeeld. De meerderheid is voor inwilliging van het verzoek; de min derheid is daar op principiëele gronden te gen. De heer Bakker zegt bij zijn meening te blijven, dat men in een aangelegenheid, welke op verzoek van velen is tot stand gekomen, geen verandering mag brengen. Spr. meent, dat het op den weg van B. en W. ligt, de Zondagsheiliging te bevorderen. Bovendien wijst spr. erop, dat de dansge legenheid niet zoo goed is ingericht; tevens merkt spr. op, dat de kans op onregelma tigheden weer grooter wordt. De heer Bierman sluit zich bij dit betoog aan. De heer Kolkman pleit voor inwilliging van het verzoek. De ingerwijzing is er nu. De heer Molenaar is het hiermede eens; men gaat Zondags toch ergens anders heen, aldus spr. De hecrcn Waiboer en van Zoonen wil len eveneens het verzoek inwilligen. De Voorzitter vindt het moeilijk tegen den stroom des tijds in te roeien. Op zich zelf kan snr. het zich goed voorstellen, dat men te Zijdewind de kermis des Zondags wil doen aanvangen. Bij een groot deel is het argument: laat de mcnsciicn Zondags maar beginnen met feestvieren dan kun nen ze Woensdags weer aan het werk. Spr geeft den heer Bakker overigens toe, dat de gelegenheid niet in alle opzichten naar de eischen des tijds is ingericht. Het voorstel van de meerderheid wordt aangenomen met 5—2 stemmen. De leening voor de vernieuwing van de Oude Niedorperbrug. Voorstel tot wijziging van het raadsbesluit tot bet aangaan van een gcldleening groot f 10000.— voor de vernieuwing van de Oude Niedorperbrug. Van Ged. Staten is bericht ontvangen, dat het door de gemeente gevraagde subsidie van de Provincie zal worden ontvangen. Ged. Staten hebben bezwaar tegen een rente-perc. van 4, dat naar hun oordeel ten hoogste 3l/2 mag bedragen, en na vijf of meer jaren niet meer dan 3% terwijl boete slechts bij vervroegde aflossing in de eerste vijf jaar mag worden betaald. De Voorzitter deelt mede, geprobeerd te hebben hier en daar een aanbod los te krij gen. De Bank van Nederlandsche Gemeen ten wil geld lecnen tegen 3.5 pCt. h pari, zonder renteverhooging in de toekomst. Men besluit hierop in te gaan. Demping van een gedeelte weg sloot te 't Veld. Voorstel van B. en W. tot het dempen van een gedeelte wegsloot te 't Veld en aanleg van rioleering, waarvan de kosten aan ma teriaal op ongeveer f 300.berekend worden, In hun toelichting zeggen B. en W., dat het detnpen der sloot kan geschieden met grond afkomstig van slootwerk in den W.O.L.-polder en dus zeer economisch ge schiedt, tewijl ter plaatse een beteren toe stand wordt verkregen. Het betreft het gedeelte van het perceel Hoebe en het perceel van Vcrlaan. De heer Bakker vraagt, of er kans Is, dat het werk dit jaar nog zal gebeuren? De Voorzitter: Ik zou over veertien dagen willen beginnen. Het voorstel wordt hierna z.h.s. aangeno men, Er komt een gemeenteveldwach ter. Vastgesteld wordt een verordening regelen de de eischen van benoembaarheid en de be zoldiging van de veldwachters der eemeente. De Voorzitter herdenkt met eenige waar- deerende woorden de nagedachtenis van den beer D. Groot. Spr. zet uiteen, hoe men er toe gekomen is. de betrekking van gemeen teveldwachter in te stellen.- Wanneer men den dienst laat verrichten door de Rijkspolitie kost dat weliswaar f 200 minder, maar een gemeente-veldwachter kan allerlei bijbaantjes waarnemen, terwijl de burgemeester volledige zeggingschap over hem heeft. De heer Waiboer komt op tegen de bepa ling, waarbij den burgemeester de bevoegd heid wordt gegeven de periodieke verhoo ging in te houden, als de functionaris een gebrek aan dienstijver demonstreert. In ver band met. een eventucclc minder goede sa menwerking tusschen burgemeester en veld wachter, zou spr. deze bevoegdheid aan den Raad willen geven. De Voorzitter licht toe, dat de bedoelde bepaling toch wel op haar plaats is en raadt aan haar te handhaven. De heer Van Zoonen vindt de bepaling onsympathiek, omdat de veldwachter „tc groote activiteit" aan rlon dag zou kunnen leggen, om de periodieke verhooging niet mis te loopen. De Voorzitter gelooft niet, dat er in de bepaling zoo'n groot gevaar schuilt. De heer Van Zoonen wil toch geacht wor den, tegen deze bepaling tc hebben gestemd. De heer Waiboer vraagt, in welke gedeel te van de gemeente de veldwachter zal wor den geplaatst? De Voorzitter: Laten we daar straks nog eens over praten. Op een vraag van den hoer Bakker ant woordt de Voorzitter, dat het zoo goed als zeker is, dat een capitulant wordt aangesteld of iemand, die reeds in politiedienst is. Vastgesteld owrdt een suppletoire begroo ting voor den dienst 1037. Vergoeding R.K. school. Vastgesteld wordt de vergoeding ingevol ge art. 101 der L. O. wet 1920 aan de R.K. Bijzondere School te 'tVcld over 1936 en wel op 166*4 X f 16.01 of f 26G1.6G. Rondvraag. De heer Waiboer vraagt, of ook het zgn. fietspad te Zijdewind in orde wordt ge maakt? De Voorzitter antwoordt bevestigend en hoopt binnenkort hiermede te kunnen be ginnen. N.a.v. een opmerking van den heer Bakker deelt spr. nog mede, dat de steenen voor dit werk zullen worden betrokken van de Banne, voor den prijs van f 1 per M3. Hierna sluiting. Mogen brieven aan den Raad door B. en W. behandeld wor den? De begrooting 1938. De wijziging van het reglement van het B. A. Gericht tegen de S.D.A.P.? De stemmen staken, doordat de heer Duijves zich ver gist. In principe besloten tot vor ming van een Maatsch. Hulpbe toon. De Raad dezer gemeente vergaderde gister avond 8 uur ten gemeentchuizo Voorzitter de lieer Jhr. A. L. van Spengler, burgemeester; secretaris de heer K. G. Rein- ders. De heer Kooij was afwezig wegens ziekte. Voorzitter opende de vergadering en wensch- te de leden en hunne gezinnen een voor spoedig 1938. Spr. bracht in herinnering de geboorte van Prinses Beatrix. De notulen werden hierna goedgekeurd. Van de ingekomen stukken vermelden wij, dat Ged. Staten berichten, dat het onderzoek omtrent het besluit tot overdracht van het G.E.B. aan de Provinice nog niet is afgeloo pen. Voorzitter deelde mede, dat tot kweeke- ling met acte aan de U.L.O. school is be noemd de heer J. Zwagerman te N. Niedorp. B. cn W. stelden voor de gemeentelandc- rijen weer voor 2 jaar te verhuren, zoo mo- gelijk aan dezelfde huurders, mits ze aan lun verplichtingen hebben voldaan. Goedgevonden. Brieven aan den Raad door B. en W. behandeld. De heer Kwadijk vroeg naar een adres van den Langendijker Bestuur- dersbond over de verstrekking van een kolenbon aan kastrekkers. Voorzitter antwoordde, dat deze brief door B. en W. is behandeld. Dat behoort tot de competentie van H. cn W. De heer Kwadijk was het hiermede niet eens. De brieven aan den raad dienen aan den raad te worden doorgegeven. De voorz. meende, dat dit niet in alle ge vallen behoefde. B. en W. hebben reeds af wijzend op de brief beschikt, daar de minis- tcrieele voorschriften inwilliging verbieden. De heer Kwadijk heeft een ministerieele circulaire van 1936 en een van 1937. Geen daarvan verbiedt het verleenen van een ko lenbon aan kastrekkers. Aan her» mag een kolenbon gegeven worden. Aangezien het geen onderwerp voor de raad is, kan voorzitter geen verdere inlich tingen geven. De heer Van den Abeele zeide, dat het er nu om gaat, of het bij den raad thuis be hoort, ja dan neen. Deze zaak behoort niet tot de competentie van B. en W. Dit schrij ven moet aan den raad worden overgelegd, volgens art. 72 Voorzitter gevoelt geen behoefte een nadere uitleg van de raadsleden te ontvangen. Het verzoek was niet voor inwilliging vatbaar. De heer Van den Abeele: Hierover •bestaat dus oen moeningsverschil. Dat moet dan maar worden uitge zocht. Er zijn1 wel meer van die stuk ken geweest. De commissie voor werkloozenzorg uit den R. K. Volksbond en de St. Joseph Gezel- lenvereeniging vraagt voor het werk dezer commissie een subsidie van f 30. Toegestaan. Ged. Staten berichten dat de uitgave, In zake de werkloosheid voor het jaar 1937 kan worden uitgetrokken op f 18500.Oorspron kelijk was f 25000.— in de begrooting opge nomen. B. en W. stellen voor deze wijziging bij suppl. begrooting vast te stellen. Aldus besloten. Aanbieding gemieentebegrooting 1938. B. en W. bieden den raad aan de begroo tingen voor het jaar 1938. Voorz. stelde voor de begrootingscommis- sie te doen bestaan met de heeren Duijves, Kwadijk cn Kooij. De heer Van den Abeele kwam te rug op een indertijd gedaan voorstel om de begrooting door de 5 raadsle den te doen nazien. Dit acht spr. het meest gewonscht, Voorz. vond hiervoor geen aanleiding aanwezig. Do openbare behandeling wordt dan een paskwil. Het aanbieden zonder toelichting is wel voorbarig. Er wordt'een uit gebreide toelicht rug bij de begroo ting gegeven. De heer Kwadijk was het wel met Van den Abeele eens. De heer Barton vond het geheel overbo dig. De behandeling van de begrooting op de oude manier acht hij wel voldoende. Weth. Schrijver is voor de behandeling door de 5 raadsleden. Weth. Ootjers ziet de noodzaak niet. in. Doch als de raad het wil, dan zal hij zich er niet tegen verzetten. Voorzitter meende, dat er wel bezwaren waren. Als de raad er geen prijs meer op stelt dat de begrooting niet meer verdedigd wordt door B. en W. is het goed. Het wordt voor den voorziter wel gemakkelijk ge maakt. De heer Van den Abeele zeide, dat er geen aanleiding was van een paskwil te spreken. De heer Barton merkte op, dat men uiterst voorzichtig zou moeten zijn, met het nemen van besluiten in de commissie, zonder do toelichting der wethouders. Voorz. wees er nog op dat alle raadsleden een afschrift der begrooting thuis krijg<yi. Met algemeene stemmen werd het voorstel van den heer Van den Abeele aangenomen. Hieran volgde vaststelling van de vergoe dingen voor de bijz. scholen. Benoeming lid Burg. Armbestuur. De heer Kansen heeft bedankt als voor zitter van het B. A. In verband met deze vacature stel len B. en W. voor het reglement voor het B. A. te wijzigen in dier voege, dat de benoeming van lid-voorzitter van het B. A. niet meer in het Regle ment wordt opgenomen, maar dat voortaan niet juist een der leden moet worden gekozen nit de raadsle den, zoodat thans elk Ingezetene kan worden benoemd. Wanneer de Raad accoord gaat. met deze wijziging, stellen B. en W. voor, over te gaan tot benoeming van een lid uit de volgende aanbeveling: 1. P. ISwager Kz. 2. J. Ootjers Rz. Voorzitter roemde de werkzaamheden van den heer Kansen. Het gevraagde ontslag werd op de meest eervolle wijze verleend. T.a.v. het voorstel tot wijziging, wees de Voorzitter op dö moeilijkheid dat een voor zitter die heelemaal voor het eerst in het B. A. komt, eigenlijk vreemd tegenover deze zaken staat. De heer Van den Abeele heeft bij het nazien van het reglement voor het Burg. Armbestuur behalve de verplichting, dat de voorzitter wordt gekozen uit. de raadsleden, gelezen, dat men oplioudt voorzitter van het B. A. te zijn, zoodra het raadslid maatschap eindigt. Dit heeft spr. ^el onaangenaam getroffen. Het wilde er bij spreker niet in, dat B. en W. in 1935, toen de heer Kansen als raadslid aftrad, deze bepaling niet kenden. Er is geen enkel voorstel gedaan om den heer Kansen als voor zitter van het B. A. te handhaven. Of dit met opzet of per ongeluk is ge beurd, 'aat spr. in het midden. Nu de heer Kansen om gezondheids redenen bedankt, komt men met voorstellen tot wijziging en komt men met een voordracht waar geen raadslid op staat. Hij vindt dit wel wat te doorzichtig. Voorzitter: Wilt u wel overwegen wat u zegt? De heer Van den Abeele vroeg waarom het in 1935 voor het eerst is gebeurd, dat een benoeming achterwege is gebleven? Was dit om de samenstelling van den Raad? Omdat er kans bestond, dat niet iemand die tot de linksche groep behoorde, waarvan er tot dien tijd een was gekozen, zou worden benoemd? Het was volgens spr. beter geweest, dat B. en W. deze wijziging hadden voorgesteld, dat wanneer geen lid van den Raad zich be schikbaar stelde, iemand buiten den Raad kon worden benoemd. Men moet de politiek er buiten houden. Spr. vroeg nog of 3. en W. geen anderen candidaat hadden kunnen ne men voor no. 1. Het had nog meer in de lijn gelegen als men was gekomen met een voorstel tot omvorming tot een M. H. en den heer Kansen had verzocht nog zoolang aan te willen blijven. Spr. is voor handha ving van den toestand en voor de instelling van een M. Hulpbetoon. Voorzitter zeide, dat als er andere be weegredenen werden gezocht dan zakelijke en degelijke, hij niet op het gesprokene zal ingaan. Voorz. deelt nog mede, dat de heer Schrijver in de vergadering van B. en W. niet aanwezig was. De heer Schrijver staat nog steeds op 't standpunt, dat hij eenige jaren geleden innam toon arbeidersorganisaties vroegen om instelling van een Maatschap. Hulpbe toon. Hij acht dit alleszins gewcnscht. In meerdere gemeenten is deze omzetting ge schied. DEN HELDER Voorz. ziet hierin een plotseling opkomen de gedachte. De heer Kwadijk was het men den heer Van den Abeele eens. De belecfhcid had geëischt, dat de'raadsleden waren gevraagd of zij voor een benoeming in aanmerking wenschlen te komen. Wij gevoelen ons ge passeerd als leden van dc S.D.A.P. Dat ligt er dik op. Voorzitter merkte op, dat de gelegenheid niet is ontnomen aan raadsleden om te worden gekozen. De hr. Barten zei wel te willen verklaren dat hij de s.d.a.p. niet geschikt acht voor deze functie, omdat zij op het standpunt der klassenstrijd staat. De heer Duijves gevoelt het net zoo aan als de heer Schrijver. Hij acht het in den: geest van den tijd nu te veranderen. De leden van het B. A. verdienen alle hulde. Spr. hoopte dat de thans zittende leden weer in het M. H. komen. Voorz. vond dat een zeer ingrijpend voor stel, dat maar niet zoo kan worden uitge voerd. Het gaat om mcnschon die het be lang van de betrokken menschcn en van de gemeente behartigen. Men zal niet dienen' te zien naar partij a of b. De heer Van den Abeele was erkentelijk voor de ruiterlijke uitspraak van den, heer Barten. Daarin wordt een zeker mindcr- waardigheidsstempel gedrukt op de S.Ü.A.P Is er door een van ons ooit iets gedaan in' strijd met eed of belofte? Spr. wcnscht zich niet als minderwaardigen te zien be schouwd, als een van de andere politieke partijen. De heer Barten zeide nog niet de perso nen van de S.D.A.P. ongeschikt te achten' maar zij die voor één partij opkomen in de gemeente te moeten niet in het R.A. Wat het M.H. betreft., kan spr. zich nog geen meening vormen. Hij wil het eerst on derzoeken. Voorzitter zeide, dat de gedachten van B. en W. zoo logisch mogelijk zijn. Omzetting acht voorz. niet noodig. In stemming gebracht staakten over het voorstel van B. en W. de stem men. Voor stemden de heeren Oot jers, Barten en Duijves. Duijves ver giste zich echter. Hij had tegen moe ten stemmen. Het voorstel van den heer Duijves om het Burg. Armbestuur om te zet ten werd aangenomen met 4 tegen 2 stemmen, die der heeren Ootjers en Barten. Rondvraag. Dc lieer Kwadijk had opgemerkt dat gel den voor den Nationalen feestdag zijn uitge geven. Moet de Raad daar niet over beslui ten? Voorz. zeide, dat de dag moeilijk vooruit kon worden bepaald, omdat liet een ge boorte betrof. Het spreekt vanzelf, dat B. en W. hebben aangenomen, dat de Baad er mee accoord zou gaan. De lieer Kwadijk had gaarne medezeggen schap gehad. De heer Kwadijk drong er op aan, de werk zaamheden voor de gemeente te verdeelen, zooals in een vergadering is toegezegd. Zal onderzocht worden. De heer Van den Abeele was van mee ning, dat de Raad over deze gelden behoor de te beslissen. Voorz. herinnerde aan het bezoek van den heer Van den Abeele, die vooruit hij den Voorzitter had aangedrongen op het beschik baar stellen van gelden. *v De heer Ootjers wil er niet veel over zeggen, doch hij had toch lie ver gehad, dat de voorz. bij de me dedeelingen had gezegd wat B. en W. gedaan hebben. Dc Rnad zou het zeker goed gevonden hebben. Voorz. merkte nog op, dat de gelden zijn bcschikhaar gesteld op aandrang van raads leden. Daarna sluiting. KENTERING VAN HET NATIONAAL- SOCIALISTISCH GETIJ? HET EERSTE FASCISTISCHE BEWIND GEVALLEN. Alle bewegingen in de wereld verloopen geleidelijk. Nimmer zal men zien. dat iets volkomen plotseling plaats maakt voor zijn tegendeel. Oorlogsgezindheid kan niet als bij tooverslag verkeeren in vredelievend heid, fascisme niet in democratie. Zulke gedachtengangen nemen toe in algemeen heid, hereiken hun hoogste punt om dan geleidelijk aan weer af te flauwen. De tijd gedurende welke ze zich kunnen hand haven, hangt in den regel af van de wel vaart, welke ze weten te verwekken. Dat in Duitschland het nationaal-socialisme de de mocratie verdrong voor een vijftal jaren, was enOcel en alleen toe tc schrijven aan de omstandigheid, dat het algemocn welstands peil bleef dalen. De werkloosheid was zeer groot, handel en industrie kwijnden en zoo kon het gebeuren, dat steeds meerderen een kans meenden te moeten geven aan Hitier, die immers zei „dat hij het kon". Dc geschiedenis, die zich een tiental jaren daarvoor in Italië afspeelde, deed in menig opzicht aan het bovenstaande deur ken. liet was de achteruitgang In rijkdom, die de dictatoriale regecringsvonmcn deed ontstaan. De volkeren begonnen te droo- mon van „een sterkon man", die wondoren zou verrichten. Ook in ons land is dat ge probeerd. „Zonder deze man heeft Neder land geen toekomst, meer", zoo luidden nog niet heel lang geleden zekere aanplakbil jetten. Maar ons volk, verstandig geworden misschien door wat er in het buitenland geschiedde, misschien ook door wat het bin-nen eigen grenzen had gezien, wellicht ten slotte omdat de toestanden hier toch altijd nog betrekkelijk heel goed zijn, voel de niet voor iets als een dictatuur en hield zich aan de democratie. De verkiezing, verleden jaar in ons land gehouden, werd in een groot deel van het buitenland met gespannen belangstelling gevolgd. Men kreeg den indruk of het iets was als aan een patiënt de thermometer aanleggen, of men aan de hand van het in Nederland gevonden resultaat wilde be palen. hoe het in het algemeen stond met het nationaal-socialisme. Voor den fascist was de uitslag* ontstel lend. Nadat de cijfers bekend waren gewor den, word er weinig meer over gesproken, de zaak werd ijlings vergeten. Die Indruk Uree»* men ten minste. Hoe stond het er nu in werkelijkheid mee? Was het nationaal-socialisme inderdaad op zijn retour? De afgeloopen dagen hebben verschillen de dingen plaats gehad, die er op zouden kunnen wijzen, flat de verkiezingsuitslag in Nederland werkelijk een juist beeld moet hebben gegeven, van wat er onder de men schcn in het algemeen leeft. Richten we om te beginnen het oog op Duitschland. Het is daar lang heel stil geweest. De vorige week had er een uit barsting plaats, maar rustig is het sedert dien nog niet geworden. Dat kan ook niet, want het is dwaasheid te veronderstellen, dat het alleen, civkele generaals zouden zijn geweest, die zich recalcitrant betoonden. Deze heeren wisten zéér wel, dat ze niets konden beginnen zonder een zeer behoor lijken aanhang. Nu zijn door snel ingrij pen van de regecring weliswaar do gene raals op zij geschoven, hun aanhang is er nog. Gedurende vrijwel de geheele week heb ben doorloopend geruchten de ronde ge daan omtrent onregelmatigheden, onlus ten, waarin voornamelijk officieren dc hand zouden hebben gehad. Oost-Pruisen werd genoemd, ook te Berlijn zouden opsttootjes zijn geweest. Natuurlijk worden al deze geruchten van AZ ontkend, evenals die betreffende het sluiten van de Poolsche en Oostenrijksche grenzen. Toch duiken ze geregeld weer op, en, aangenomen dat ze in hun strekking overdreven zijn, toch behoeft er nauwelijks twijfel te zijn of het Duitsche nationaal-sori- alistische bewind zit met moeilijkheden, die het nog niet heeft overmeesterd, en die van een omvang beginnen te worden, dat ze niet meer in het geheim kunnen worden afge daan. Dat in Italië de welstand de laatste jaren buitengewoon is afgenomen, is bekend. Een wonder is dat niet, want Mussolini voert een mililaire staat, welke zelfs economisch sterkere landen te zwaar zou kunnen zijn. Abcssynic blijft schatten vragen in plaats van ze tc brengen. Daarnaast verspilde Mussolini zijn rijkdommen in het Spaan- sche avontuur en in Lybië, terwijl.ten slotte dc militaire veiligheid van het vaderland niet mocht worden verwaarloosd. Op het oogenblik is er niet de minste twijfel aan of de activiteit van den Duce be gint naar buiten uit geringer te worden. Het is natuurlijk mooi en wel om geduren de eenigen tijd wereldgeschiedenis te schrij ven, wanneer men dat doet op de manier van Mussolini kan tenslotte iets als een ka ter niet uitblijven. Het is mogelijk, dat de moeilijkheden, zoo wel voor Hitier als voor Mussolini nog ver groot worden door het feit, dat ze elkaar niet kunnen vertrouwen ten aanzien van Oostenrijk. F.n het is haast frappant, dat de ze week, dus kort voor liet tegenbezoek va:1 Hitier aan Mussolini, te München bcschou- J wingen konden worden gepubliceerd, waar- j van dc strekking in hoofdzaak deze was, dat j het ïtaliaansche Tirol toch eigenlijk hecle- maal aaan Duitschland toekwam. Dit wederzijds elkaar niet vertrouwen zou kunnen beteekenen, dat de beide asgonooten elkaar toch maar beschouwen als van al hun groote buren de zwakste. Dat Duitsch- land Italië aldus bekijkt, lijkt wol vast te staan. Of Mussolini er omgekeerd net zoo over denkt? Daarvan zijn wc minder zeker, j Toch zou hij het Spaansche avontuur meer I en meer opgeven, omdat hij zijn legers noo- J digor oordeelt in Noord-Italië. Tegen j Duitschland? In het verdere Europa zien we allereerst de regecring Goga van Roemenië, die. haar ontslag hij den koning heeft aangevraagd, j Een fascistisch bewind, dat heengaat, is op zichzelf reeds bijna een unicum. Men kan I zich althans begrijpen dat Mussolini cr even van heeft opgekeken. Dit „kunnen" j vertrekken van een nationaal-socialistisch bewind lijkt op zichzelf een verzwakking van het fascistisch beginsel. Tot dusverre was het een onmogelijkheid, nu is het ge- j beurd. Men zou zich ook kunnen uitdruk- I ken: het eerste nationaal-socialistisch regime. is gevallen. Het heeft slechts heel kort. ge- j regeerd. Zeer waar, maar het is gevallen. ïo Oostenrijk ten slotte wondt men zich I meer en meer af van het nationaal-socialis- I me. Vooral in legerkringen schijnt men dc i wijze, waarop in Duitschland een aantal op- perofficieren kon worden verwijderd wei- I nig te bewonderen. Dc ondergeschiktheid van het leger aan de partij wordt er aller- I minst als een ideaal beschouwd en waar op het oogenblik in Oostenrijk de heeren offi- I eieren zich in dat opzicht heel wat bohage- I lijker gevoelen, is het niet waarschijnlijk .1 dat zich te Weenen eenfascistisch bewind I met hun medewerking zal kunnen inrichten. nen inrichten. Alles bijeengenomen meenen we, dat de 1 vraag of er een kentering van het nationaal- socialistisch getij valt waar te nemen, zeker niet zonder meer kan worden ontkend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 10