Het moed- en klauw-
zeervraagstuk
Overwegwachters in de
beklaagdenbank
Nederland zal verovering
van Abessinië erkennen
de don juan
•vet
L'
EDGAR RICE
BURROUGHS
No. 60.
Toen ztf de volgende morgen voorbereid
selen maakten om zich op de kruiser in te
schepen, zei Tarzan tegen Jane: „Wilde die
ren worden verondersteld ontbloot te zijn van
gevoel. Maar desniettegenstaande zou ik
graag willen trouwen in de hut, waarin ik
geboren ben, naast de graven van mijn va
der en moeder en omgeven door de wilde
jungle, die altijd een thuis voor me is ge
weest. En zo had in de schaduw van het oer
woud een dubbele huwelijksinzegening plaats.
Want Lord Tennington had aan Jane's vrien
din, de Amerikaanse erfgename aanzien ge
daan en was aangenomen. Daarna, toen de
kruiser koers naar zee zette, stond Tarzan in
een wit pak tegen de reeling geleund, zijn
mooie jonge vrouw naast zich. Vol geluk
bukte de aapman zich en kuste zijn vrouw.
Twintig naakte, zwarte krijgslieden, wuivende
met hun oorlogssperen boven hun hoofden,
riepen een vaarwel naar hun koning, die in
„de grote kano" vertrok. En Tarzan, die te-
Tarxan of the Apes Did Not
Know That Already a Plot
Was Being Hatched Aeainst
Him. Because of Jt He Again
Went to Hts Beloved Jungle.
Watch for the New Picture-
Story:
THE BEASTS OF TARZAN
rug zwaaide, zei tot zijn vrouw: „Ik zou de
gedachte niet kunnen verdragen, dat ik de
jungle voor het laatst heb gezien, was het
niet, dat ik wist, dat ik een nieuwe wereld
van geluk binnenga met jou voor altijd bij
me.
EINDE.
(Nieuwe spelling.)
Geven de spoorwegen onvoldoen
de instructies? Geldboeten
geëischt.
De Amstcrdamsche Kantonrechter mr. G.
F. Haase behandelde gisteren twee strafza
ken tegen overwegwachters, die verzuimd
hadden tijdig de boomen te sluiten.
De eerste beklaagde was een arbeider, die
als reserve-overwegwachter aan den over
weg Oostel. Handelskade-Mariniersplein had
dienstgedaan. De man wist niet, dat er een
rangeerende locomotief aankwam en voerde
ter verontschuldiging aan, dat hij dien dag
oververmoeid eweest was. Door de Spoorwe
gen was hij reeds gestraft met het inhou
den van een halven dag loon.
De ambtenaar van het O.M. Jhr. m.r. Rey-
gersman, overwoog, dat de nalatigheid van
verd. zeer ernstige gevolgen had kurmen
hebben, doch aangezien hot de eerste maal
is, dat deze man voor een dergelijk ver
zuim terechtstaat, wilde hij volstaan met
het eischen van een boete van f 30— subs.
25 dagen hechtenis.
De kantonrechter veroordeelde den spoor
wegarbeider tot f 10.— boete, subs. 5 da
gen hechtenis.
Leerling-machinist remde tijdig.
De tweede verdachte, een overwegwachter,
had de boomen aan de Oostelijke Handels
kade niet tijdig gesloten voor den trein, die
te 8.52 uur van het Centraal Station ver
trek. De leerling machinist op de machine
zag, dat de eene helft van den overweg
nog niet was afgesloten, hij gaf een fluit
signaal en remde.
Het bleek dat deze beklaagde zoo in an
der werk verdiept was geraakt, dat hij de
boomen had vergeten.
De ambtenaar van het O.M. merkte
op, dat de Nederl. Spoorwegen de
overwegwachters betere instructies
dienden te geven.
Spr. requircerde f 50.— boete, subs. 25
dagen hechtenis.
De kantonrechter veroordeelde verdachte
tot f 30.boete, subs. 15 dagen hechtenis.
ONZE OOST
Twee eilandjes verdwenen
Bij de aardbeving, die, zoo
als wij meldden, op 2 Februari
te Kokas (Nieuw-Guinea) plaats
had. zijn twee eilandjes verdwe
nen. Sindsdien is, aldus de N. R.
Crt., aldaar het vloedpcil 10 c.M.
hoogor.
Naar de regeeringspersdienst gis
teren meldde, zal weldra uitvoering
worden gegeven aan het voornemen
der Nederlandsche regeering, de di
plomatieke betrekkingen met Italië
te regulariseeren. De geloofsbrieven
van Hr. Ms. benoemd gezant (dr.
Hubrccht, tevoren als zoodanig te
Boekarest werkzaam) zijn gereed ge
maakt en de nieuwe titularis zal
vermoedelijk in de tweede helft der
loopende maand naar Rome vertrek
ken.
Uit bovenstaande mededeeling van
den Regeeringspersdienst blijkt, zoo
werd ons ter bevoegder plaatse be
vestigd, dat het in de bedoeling ligt,
de geloofsbrieven van onzen gezant,
dr. Hubrccht, te richten aan Z. M.
den Koning van Italië, Keizer van
Ethiopië.
VaMat
Ned.-Ind. elftal een goed aaneen
sluitend geheel
Zaterdag is te Soerabaja een selectiewed
strijd gespeeld, voor de samenstelling van
een Ned.-Indisch elftal, dat in de wereld
kampioenschap-wedstrijden zal uitkomen
en wel tusschcn het elftal van Midden- en
West-Java tegen dat van Oost-Java, aldus
de N. R. Ct.
Oost-Java won met 54. Zondag speelde
het voorloopig Ned.-Indisch elftal tegen een
combinatie samengesteld uit de ploegen
van West-Java en Soerabaja. Het voorloo
pig elftal won met 32. Dit voorloopig elf
tal was als volgt samengesteld: doel: Mo
Heng (Malang); achter;: Dorst en Hukom
(beiden van Bandoeng); middenlinie: An-
waar (Batavia), Van den Burg (Sema-
rang) en Faulhaber (Djocja); voorhoede:
Telwe (Soerabaja). Pattiwal (Batavia), Soe
tarmadji (Soerabaja), Tan See Han (Soe
rabaja) en Hong Djien (Soerabaja).
Dit elftal vertoonde in den wedstrijd van
Zondag een goed aaneensluitend geheel en
het voldeed naar behooren. Hierbij dient
rekening gehouden te worden met het feit,
dat alle spelers den dag tevoren reeds een
zwaren wedstrijd hadden medegemaakt. De
samenstelling van dit team heeft dan ook
geen verdere wijzigingen ondergaan.
VOLDOENDE SMETSTOF VOOR DEN
NEDERLANDSCHEN VEESTAPEL.
Het belaag vaa hygiënische
voorzorg
De Maatschappij voor Diergenees
kunde heeft dezer dagen te Utrecht
een buitengewone bijeenkomst be
legd, gewijd aan het mond- en
klauwzeervraagstuk.
Op deze bijeenkomst hield dr. H. S. Frcn-
kel, directeur van het Staats- en Veeartse-
nijkundig Onderzoeking-instituut een voor
dracht over de tot nu toe verrichte onder
zoekingen in verband met het mond- en
klauwzeer en over de daarbij bereikte voor-
loopige, resultaten.
Het verschil tusschen laboratorium proe
ven en proeven in de praktijk is. aldus spr.,
voor de experimonttator groot. Bij laborato
rium-experimenten kan men zoolang als
men dit wenscht en noodig acht dc- uitein
delijke conclusies voor zich houden. Bij
proeven in de praktijk is dit minder ge
makkelijk, omdat, daarbij te veel personen
betrokken zijn, waaronder wel schrijflusti-
gen voorkomen, die er niet tegen op zien
reeds vóór de experimentator zelf zijn con
clusies getrokken heeft, zijn meening over
de uitkomsten naar voren te brengen.
Het kweeken van virus.
Er volgde een beschrijving van de me
thode volgens welke het mond- en fclauw-
zeer-virus gekweekt wordt. Dit geschiedt
in principe volgens de methode van Carrel,
welke methode door dr. Fr enkel en zijn
medewerker G. M. van Waveren. gewij
zigd is, teneinde het kweeken van genoemd
virus op groote schaal mogelijk te maken.
Zooals bekend is, geschiedt de cultiveering
op huidweefsels van ongeboren runderen,
schapen of varkens, waarbij aanvankelijk
bindweefsel, later epitbecl tot groei komt.
Voordat spreker tot bevredigende resulta
ten gekomen was, heeft hij talrijke wijzi
gingen in de gevolgde techniek moeten aan
brengen.
Ter verdere volmaking van de kweekme-
thode zullen er in de toekomst nog wel
veranderingen moeten worden aangebracht.
Thans is men in het Staats-vee-
artsenijkundig Onderzoekingsinsti
tuut zoover gevorderd, dat men
groote kwantiteiten virus kan kwee-
ken, ruim voldoende om daarmede
de Nederlandsche veestapel te en
ten.
Het mond- en klauwzeervirus vertoont
tot lieden 3 hoofdtypen, welke door den
Franschen onderzoeker Vallée type O. en
type A. genoemd werden, later voegde de
Duitsche mond- en klauwzeerspecialist er
nog een type C. aan toe.
Het smetstof-type A. werd reeds gedu
rende 3jaar in ononderbrokep passa
ges door dr. Frenkel gekweekt. Het type
O., welke de oorzaak is van de thans heer
schande epizootie, werd sedert liet begin
dezer epizootie gekweekt.
Resultaten van de simultaan-
enting.
Het deze cultuursmetstof heeft spreker
met zijn medewerker, den heer Van Wa
veren, proeven in de praktijk genomen en
wel studie gemaakt in de eerste plaats
van de z.g. simt Haan-enting, waarbij ge
lijktijdig z.g. reconvalescentenserum on-
derhuidsch en cultuursmetstof in het tong-
slijmvlies werden ingespoten. Deze simul-
taan-enting ging gepaard met een door dr.
Frcn'kel voorgeschreven hygiënisch en
maatregel, welke hierin bestond, dat het
melkend personeel telkens vóór het mel
ken van een koe de handen in een oplos
sing van Vz procent natronfloog moest
vvassohen. Deze maatregel had uiterst gun
stige gevolgen, aangezien bleek, dat hier
door in den regel het optreden van tepel
blaren en de daarbij aansluitende uier
ontstekingen grootcndeels konden worden
voorkomen.
Jodiumtinctuur op de klauw-
randen.
Dr. J. H. Picard, inspecteur v. den
Vecartsenijkundigen dienst, voed
de aan deze hygiënische maatregel
nog een zeer belangrijke toe, n.1.
het vooraf in sterielen staat bren
gen van de klauwranden en tus
schcn klauwspleet door middel van
herhaalde dagelijksche penseelingcn
met 10 procent jodiumtinctuur.
Het is spreker gebleken, dat deze maat
regel van zeer groote beteekenis was,,
omdat, hoewel de resultaten ook zonder
deze behandeling met jodiumtinctuur groo
ten deels" gunstig waren, hierdoor toch een
belangrijk grooter zekerheid kon worden
verkregen. Door onvoldoende toepassing
van de hygiënische maatregelen zijn dan
ook enkele in de experimenten betrokken
dieren aan secundaire infecties të gronde
gegaan.
Met de toepassing op strenge wijze van
beide hygiënische hoofdmaatregelen kon
den echter steeds complicaties worden
voorkomen en is aldus een groot aantal
dieren immuun gemaakt.
De ziekte na de enting.
Opmerkelijk was, dat de geënte runde
ren, hoewel ze ziek werden, slechts gedu
rende enkele dagen minder melk gaven;
de eetlust was meestal de 5e en 6e dag na
de enting gering, maar keerde spoedig
daarna weer geheel terug.
Uit deze experimenten is ten duidelijkste
gebleken, dat voor een gecombineerde toe
passing van immuun-serum en cultuur
virus een immunisatie der runderen tegen,
mond- en klauwzeer is te bereiken en dat
men door toepassing van bovengenoemde
hygiënische maatregelen secundaire infec
ties kan uitschakelen, welke in hoofdzaak
de groote schade bij de dieren teweeg
brengen
Voor toepassing op groote schaal, als
bestrijd in gsm etlh ode. kan echter aan deze
z.g. sim uil taan ent ing geen beteekenis wor
den toegekend wegens de groot6 hoeveelhe
den serum die ervoor zouden noodig zijn.
Proeven met virus.
In verband hiermede besloot spreker een
experiment te verrichten waarbij geen se
rum, doch slechts virus werd toegepast.
Ook bij deze proeven waren de resultaten
gunstig en verliepen tot volle tevredenheid
van de bedrijfshouders. Niettemin worden
ook hier de geënte dieren ziele en kan wor
den opgemerkt, dat de jonge runderen het
sterkst op de enting reageeren.
De experimenten met virus (zon
der serum) omvatten plus minus
220 runderen en dienen nog te wor
den voortgezet. Men kan echter wel
verwachten, dat op deze wijze een
systeem voor immunisatie is op te
bouwen.
Voor beide methoden geldt, als één der
ernstige bezwaren, dat de dieren soms. vrij
ernstig, gedurende enkele dagen, ziek zijn.
Ook al tracht men door vergaande verdun
ning de aanval van de smetstof zoo zwak
mogelijk te doen zijn.
Dr. Frenkel's streven blijft er op gericht
een immunisatieymethodc te vinden, waar
bij de dieren zeer weinig of niet ziek wor
den. hetgeen hij met behulp van gekweekt
mond- en klauwzeervirus hoopt te berei
ken.
Serum van herstellende runderen,
Voorts deed dr. Frenkel mcdedccling van
de toepassing van z.g. reconvalescentense
rum. gewonnen bij herstellende ruderen.
De resultaten welke met het hieruit berei
de serum verkregen zijn, konden volgens
de ingekomen rapporten als regel zeer
gunstig genoemd worden speciaal waar het
jongvee betrof.
Tot slot werd een film vertoond, welke
van de gevolgde viruskwcckmethode een
duidelijk beeld gaf.
Een hierop gevolgde zeer geanimeerde dis
cussie besloot deze hoogst interessante en
belangrijke bijeenkomst.
FEUILLETON.
roman door
e. phllltpf*
oppenhelm
U.
Mr. Anthony Spearmain kon zich nooit ge
noeg verbazen over den maatschappelijken
vooruitgang van zijn cliënt, het mannetje, dat
zes maanden geleden zijn kantoor was komen
binnenloopen, in een kale plunje, zyn mon
sterkoffertje in de hand, die beschroomd op
het puntje van een stoel was gaan zitten, om
het geluk, dat hem ten deel gevallen was, aan
te hooren. Hij werd door Peter verwelkomd
in de hal van een club, waarvan hij het zich
tot een eer gerekend zou hebben zelf lid te
zyn, met gepaste hoffelijkheid, en met gepast
gevoel van eigenwaarde. Het avondcostuum
van Peter Cradd was naar de allerlaatste
mode, en hij droeg het alsof hij zijn levenlang
geen andere kleeren gedragen had. Zijn door
de zon verbrande huid en de beoefening van
sporten, verleenden hem een uiterlijk van
kracht. Mr. Spearmain dronk een glas sherry,
en Peter Cradd een Martini-dry, hoewel hij
in die dagen nauwelijks wist wat hij at of
dronk. Zelfs zijn gast merkte iets afgetrok
kens bij hem op.
„Zeker met al uw gedachten bij uw uit
stapje?" vroeg deze nieuwsgierig.
„Nagenoeg." antwoordde zijn gastheer. „Ik
heb altijd verlangd Parijs te zien, maar méér
nog. Florence."
„Bezit u talenkennis, als ik vragen mag?"
Peter Cradd schudde het hoofd. „Ik ken geen
andere taal dan mijn moedertaal," antwoord
de hjj. „Maar ik zal vergezeld worden door
iemand, die zoowel Fransch als Italiaansch
kent."
„Een reisgezel?"
Dit vond de advocaat hoogst interessant.
Hij herhaalde het woord, als op een nadere
verklaring hopende. Zijn cliënt bewaarde er
evenwel het stilzwijgen over. Met het oog op
Louise's houding dien middag, had hij beslo
ten om bij dit groote avontuur niemand in
zijn vertrouwen te nemen. Het zou toch al
gauw genoeg bekend worden, en dan zou de
t(jd daar zijn om de plannen te volvoeren, die
hij in zich omdroeg.
„Nu, het doet me pleizier, dat u niet alleen
gaat," zei Mr. Spearmain. „Dat is Reggie's
eenige grief tegen u; hij zegt dat u aanvallen
heeft van wat hij noemt „sentimenteel droo-
men"."
„Misschien is dat zoo. Niettemin, er waren
ook tijden, dat ik mij oprecht verheugde hem
tot gezelschap te hebben."
„Hij heeft er altijd op gevlast, dat hij u
het vasteland zou mogen laten zien."
„Nu ga ik het bezien door andere oogen,"
zei Peter glimlachende.
„Wanneer vertrekt u? Zaterdagmorgen?"
„Ja, met den trein van elf uur."
„Als u morgenavond niets anders te doen
heeft, vraagt Reggie of hij met u kan di-
neeren
„Ik zal opbellen. Misschien valt er voor
mijn vertrek nog veel voor mij te doen. Mag
ik mjjn antwoord tot vier of vgf uur voor
behouden?"
„O, zeker. Nu zal ik u eens zeggen. Mr.
Cradd, waarom ik voor uw vertrek graag dit
onderhoud met u had. Uw familie baart mij
hoe langer hoe meer zorg."
Peter Cradd knikte. „Dat verwondert mij
niet. Zooals ik hen ken, zijn ze tot iedere bui
tensporigheid in staat en leven ze er maar
op los."
„Zij beginnen onredelijk te worden," ging
de advocaat voort. „U heeft een fonds voor
hen gesticht» waaruit zij een zeer aanzienlijk
inkomen trekken maar zij hebben nu al
driemaal groote sommen tot werkelijk be
spottelijke doeleinden opgenomen. En nu is
mij te verstaan gegeven, dat uw beide zoons,
die pas die autozaak gekocht hebben, nu al
vermeerdering van kapitaal noodig hebben."
„En de zaak zelve?" vroeg Peter Cradd.
„Belooft die wat op te leveren?"
„De boeken zijn zoo slordig mogelijk bijge
houden," merkte Mr. Spearmain gestreng op.
„Ieder van de betrokkenen schgnt zich van
het begin af van zooveeel geld meester te
hebben willen maken als hij noodig had. Een
zaak kan niet op een dergelijken voet gedre
ven worden, Mr. Cradd."
„Dat spreekt vanzelf." gaf de ander toe.
„Gaan zij aldus door. dan moet er geliqui
deerd worden. Het inkomen uit het reserve
fonds. dat niet aangeraakt mag worden, blijft
hen dan nog over."
„Zoudt u voor uw vertrek niet eens een
woordje met hen spreken?" stelde de advo
caat voor.
„Voor geen geld van de wereld," verklaar
de Peter Cradd nadrukkelijk.
Mr. Spearmain nam peinzend een teug van
zq'n wijn.
„Weet wel, Mr. Cradd." zei hij, „dat ik mij
uw verbittering voor een groot deel begrijpen
kan. na alles wat u mg verteld heeft, maar
van den anderen kant, moogt u niet uit het
oog verliezen, dat zij uw eigen zoons zijn."
„Luistert u eens," hervatte Peter Cradd ge
wichtig, zich verder tot hem overbuigende.
De gevoelens, welke u „natuurlijke" noemt,
hebben bij mij nooit gesproken. Dat ik finan-
cieele verplichtingen jegens hen heb, erken ik.
U beschikt over honderdvrjftigduizend pond
om te hunnen behoeve aan te wenden.
Met deze beschikkingen te hunnen bate,
houden mijn plichten jegens hen op."
„Zeer goed," antwoordde Mr. Spearmain.
„Uw instructies laten aan duidelijkheid niets
te wenschen over. Ik zal dus morgen de boe
ken van de autozaak door een accountant
laten controleeren en hem over de vooruit
zichten rapport laten uitbrengen. Heb ik u
goed begrepen, dat hun geen kapitalen meer
verstrekt mogen worden?"
„Geen penny," klonk het vastberaden. „Zij
zijn luie, dwaze verkwisters, die nooit hard
genoeg zullen werken om ergens in te slagen.
Zij werden altijd uit hun betrekking wegge
jaagd. Zij houden altijd nog ongeveer duizend
pond per jaar plus de interest van het kapi
taal over, om hun nietswaardige levenswijze
voort te zetten."
„Uw dochter, Lena," ging de advocaat
voort, „staat op het punt zich te verloven,
zegt men mg."
„Dat verwondert mij niets," antwoordde
haar vader. „Haar uiterlijk heeft iets aan
trekkelijks voor een zeker type jonge man
dat, en haar geld. Laat haar alstublief maar
trouwen. Ben ik in Engeland, dan stuur ik
een telegram."
„Dat is dus uw laatste woord!" mompelde
de advocaat.
„Beslist."
„Uw vrouw," hernam Mr. Speayrmain nu
met een bescheiden kuchje, „zet, naar het
schynt, haar vriendschap met Mr. Mr.
Bloxom, den man, wien ze een aanzienlijk ka
pitaal geschonken heeft, voort."
„Dat kan niet anders," zuchtte Peter Cradd
„een vriendschap van egolstischen aard.
„Dan eenvoudig dit." zei de advocaat. „Ik
vat het aldus op, dat ik, als uw gemachtigde,
geen kapitaal meer aan hen mag verstrekken,
tot welk doeleinde ook?"
„Zoo luiden mgn instructies," antwoordde
zijn cliënt. „Wat mijn dochter betreft, u weet.
hoeveel er voor haar bestemd is, indien zij
mocht huwen. Ken haar dat toe. en laat het
op haar vastzetten. Naar haar verloofde ben
ik niet nieuwsgierig, alleen beklaag ik hem."
Mr. Spearmain schonk zich nog een glas
wijn in. Hij was nu voor eens en altijd over
tuigd, dat Peter Cradd ten opzichte van zijn
familie een man van ijs was.
„Waarheen moeten uw brieven u nage
zonden worden?" vroeg hg nu.
„Dat zal ik u laten weten uit Parijs. Wat
ik vragen wilde, heeft u daar een advocaten
kantoor, waarmee u in relatie staat?"
„Zeer zeker."
„Ik zal het misschien noodig hebben. Ik zou
graag den naam en het adres weten."
De advocaat schreef het een en ander op
den rug van een visitekaartje.
„U zult Mr. Forsyte een zeer aangenaam1
en bereidwillig man vinden," zei hij, het
kaartje overreikende. „Hij is rechtskundig ad
viseur van ons gezantschap, en bekleedt een
zeer hooge positie in de maatschappelijke
wereld."
Peter Cradd glimlachte. „Van die maat
schappelijke wereld hoop ik niet veel te zien,"
merkte hij op.
De nieuwsgierigheid van Mr. Spearmain
laaide weer op. De tijd was voorbij, dat hij
tegen dezen eigenaardigen cliënt kon spreken,
zooals hij maar wilde, maar toch besloot hij
tot een poging om tot de geslotenheid
van dezen door te dringen.
„Uw reisgezelschapbegon hij.
„Nog een half glaasje." sneed Peter Cradd
hem het woord af. „Oók heb ik koffie en likeu
ren in den rooksalon besteld."
(Wordt vervolgd.)