Het sterke Roode Leger
De melkweg in het
roode licht
Radioprogramma
de don
on juan
c
het laatste ogenblik een man met een huilend
kind van ongeveer een jaar aan boord was
gekomen.
Onmiddellijk begaf Tarzan zich aan boord
van een roeiboot en het gelukte hem de Kin-
said nog in te halen. Het duurde niet lang
Duidelijk wantrouwen in de militaire leiders
ZELFS DE GENERAAL ONDER
CURATEELE. SOLDATEN
KRIJGEN PERMISSIE VOOR
ONGEHOORZAAMHEID.
„Ons leger is het sterkste en beste
van alle legers ter wereld", beweerde
Posern, de procureur van het Lenin-
gradsche gebied, dezer dagen te
Moskou.
Hier kunnen wij stoutmoedig ver
klaren, dat de landen, die wind
zaaien, storm zullen oogsten. Velen
moeten nadenken, voor zij optreden
tegen de Sovjetunie! In het bijzon
der geldt dit 'voor hen, die gedwon
gen zijn de orde in de gelederen
van hun eigen leger met behulp van
artillerie en vliegtuigen te handha
ven, zooals dat dezer dagen gebeurd
is bij een mogendheid, die ons niet
al te vriendschappelijk gezind isl
Wanneer zoovelen het voornemen
hebben op te treden tegen de Sovjet-
Unie zal het Roode Leger onder lei
ding van Worosjilof ze volkomen
vernietigenl"
Het is in verband met deze recente uit
spraak, interessant,, eens iets meer te ver
nemen over de organisatie van het Russi
sche leger. De pas verschenen Statuten
van den internen Dienst in het Roode Ar
beiders- en Boerenleger" bevatten de nieu
we dienstvoorschriften, welke in het begin
van dit jaar voor de Sovjetsoldaten van
kracht zijn geworden.
Wij stippen uit deze bepalingen het vol
gende aan:
Geen „jij en jóu" meer tegen de
soldaten!
I-Iet is verplicht, dat de roode soldaat in
de toekomst met „U" wordt aangesproken,
dat de militairen elkaar thans ook buiten
den dienst moeten groeten, dat in de toe
komst iedere officier, die in oorlog of
vrede een bevel over moet brengen aan
een hem onbekende formatie, zich voor den
commandant van deze formatie moet legiti-
meeren
Een in geval van oorlog wel zeer be
denkelijke bepaling is, dat de sol
daat een „misdadig" bevel van zijn
WOROSJILOW,
generaal van het Roode Leger.
superieur niet behoeft uit te voeren.
„De soldaat", aldus luidt bet nieuwe
dienstvoorschrift, „is verplicht de
bevelen van zijn supieuren onvoor
waardelijk uit te voeren, behoudens
klaarblijkelijk misdadige. Wanneer
een klaarblijkelijk misdadig bevel
gegeven wordt, heeft de soldaat
de plicht 't bevel niet uit te voeren
en moet hij daarvan melding maken
bij een hoogergeplaatst officier of
commissaris."
De positie der politieke commis
sarissen.
De grootste en belangrijkste veranderin
gen tegenover den vroegeren toestand bren
gen echter de bepalingen over de positie der
politieke commissarissen bij de troepen. De
instelling van den politieleen commissaris
bij het leger stamt zooals bekend uit den
tijd van den burgeroorlog, toen zij door de
partijleiders ter bewaking van de dik
wijls uit het tsaristische leger overgenomen
militaire commandanten noodig geacht
werden. Reeds bij de e-erste, met den naam
van den toenmaligen commissaris van oor
log Frunse verbonden legerhervorming
(1924) werden de bevoegdheden van den
politieken commissaris bij het leger aan
zienlijk beperkt, terwijl in de daarop vol
gende jaren de kundigstc legerleiders er
steeds naar streefden, den commissaris ge
heel van de eigenlijke militaire leiding uit
te schakelen. Ter rechtvaardiging van dit
streven werd natuurlijk aangevoerd, dat
de nieuwe officiersstand geheel uit trouwe
bolsjewiki zou zijn gerecruteerd. Men kan
zeggen, dat deze tendens onder invloed van
den intusschen aan den beul overgeleverden
Toesjatsjewski in 1936 op de geheele linie
overwonnen had.
Juist deze ontwikkeling echter, die
tenslotte wel op de schepping van
een officierscorps in Europeeschen
zin had moeten uitloopen, wekte den
argwaan van den almachtigien dic
tator, die onmiddellijk zijn tegen
maatregelen nam door de decretee
ring der „oorlogsraden" in de mili
taire districten en de bloedige „li
quidatie" der generaliteit. Sindsdien
is de politieke commissaris weer
gerehabiliteerd, geheel in den zin
van het dualisme en de militaire lei
ding. Het nieuwe dienstvoorschrift
stelt den politieken commissaris
in alle eenheden van het leger
met den militairen commandant
geheel gelijk.
De politieke commissaris heeft bovendien
de taak van een oppasser. Hij heeft de
troepen tegen alle contra-revolutionnaire
invloeden te beschermen en de „saboteurs,
Trotzkisten en spionnen" te ontmaskeren,
„die de vijand steeds in onze rijen 'zal
schuiven, zoolang nog de kapitalistische
omsingeling van de Sovjet-Unie bestaat."
Over die kapitalistische omsingeling
heeft Stalin dezer dagen, zooals wij
in een hoofdartikel meldden, nog een
hartig woordje gesproken en hieraan
toegevoegd: „Men moet ons roode leger,
onze vloot en onze roode luchtmacht met
alle middelen versterken en hecht maken."
Het „oog" van de partij.
Het wantrouwen tegenover de militaire
commandanten spreekt uit elk woord van
deze bepalingen. Het wordt daardoor om
zoo te zeggen zelfs officieel vastgelegd en
verdiept. De machinerie der controle houdt
zelfs voor de hoogste militaire instantie,
het commissariaat van oorlog, geen halt.
Ook bij het commissariaat bestaat een
„oorlogsraad", hoewel de op-perbevelheb
ber van het leger. Worosjilow, (als lid van
het politieke bureau van de partij!) veel
eer als politicus dan als militair te be
schouwen is. Hem ter zijde staat het
„oog" van de communistische partij, waar
toe ook de nieuw benoemde chef van het
bolsjewistische bestuur van het Roode
Leger, Mechlis, een bijzonder vertrouwens
man van Stalin, behoort
Plantengroei op Mars aangetoond
Onderzoek met roodgevoelige
platen verraste de sterrekundi-
gen.
Voor den Amsterdamschen Weer- en Ster1
rekundigen kring heeft dr. E. A. Kreiken
gisteravond een lezing gehouden over de
Amerikaansche sterrewachten.
De groote sterrewachten treft men in het
westen van het Amerikaansche Continent
aan en dit is daarom zoo opmerkelijk, omdat
het oostelijk deel der Vereenigde Staten het
eerst ontgonnen werd en de voornaamste in-
tellectueele centra haast uitsluitend tot dat
gedeelte beperkt zijn.
Het observatorium op de Mount Wilson is
zoo genoemd naar een van de oude pioniers
De astronomen wonen niet op de sterre-
wacht, maar in het aan de voet van den
berg gelegen Pasadena, waar het kantoor
der sterrewacht is gevestigd.
Bij zijn bezoe-lc aan deze sterrewacht werd
spr. bijzonder getroffen door de pogingen
om fotografische platen, die sterkroodge-
voelig zijn, tot toepassing te brengen.
Het onderzoek naar den structuur
van het melkwegstelsel wordt in
hooge mate bemoeilijkt door het
voorkomen van de kosmische stof
wolken, die het centrum van liet
stelsel, dat in de richting van liet
sterrenbeeld Sagittarius. moet lig
gen, vrijwel ontoegankelijk voor di
recte observatie maken. Het lag
voor de hand dat vroeg of laat po
gingen ondernomen zouden worden,
het melkwegstelsel met roodgevoe-
lige platen te onderzoeken. Hiermee
is op de Mount Wilson een begin ge
maakt en het resultaat is huiten-
gewoon belangwekkend.
Streken, die op de blauwgevoelige platen
bedekt zijn met nevels en verduisteringen,
vertoonen i nhet roode licht een volkomen
egaal veld. Zelfs de donkere nevel Inophiu-
chus is zoo goed als onzichtbaar Bolvormige
sterrenhoopen, die blijkens vroegere nor
male foto's bijna geheel verduisterd werden
door nevels, blijken heldere en zeer rijke
groepen te zijn.
Plantengroei op Mars.
Spr. bezocht ook het Lowell Observatory
te Flagstaff (Arizona), waar men zich voor
namelijk wijdt aan het onderzoek van de
planeten.
Opvallend is het schitterende platenma
teriaal, dat voor een ortderzoeker van varia-*
bele sterren van onschatbare waarde moet
zün. Zoo zijn er eenige platen van de pla
neet Mars, waarop men veranderingen kon
constateeren, die alleen door de aanwezig-
ZATERDAG 19 FEBRUARI 1938.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.30
—8,00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Conti
nubedrijven.
12.00 Gramofoonmuziek.
12.30 VARA-orkest.
I.151.45 Gramofoonmuziek.
2.00 „Bij de 70ste verjaardag van Henrf
Polak", causerie.
2.15 Zang, piano en gramofoonmuziek.
«.45 Amateurs-uitzending.
3.15 Schaakles'.
3.45 Residentie-orkest en soliste (Gr.opn.).
4.30 Esperanto-Uitzending.
4.50 Gramofoonmuziek.
5.40 Boekbespreking.
6.00 Orgelspel en zang..
6.30 De Wielewaal, en causerie.
7.00 Filmland.
7.30 Bijbellezing.
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP. VARA-Varia.
8.15 Gramofoonmuziek, declamatie, en het
Noviteiten- orkest, en solist.
9.15 „En nu... Oké!"
10.30 Berichten.
10.40 Orgelspel.
II.00 Gramofoonmuziek.
11.15 C. Steyn's accordeonorkest, m.m.v. solist,
11.45 Berichten.
11.5012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum H, 301,5 m.
KRO-Uitzending.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek.
11,30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 De KRO-Melodisten, m.m.v. solist ea
2.00 Voor de jeugd.
2.30 Gramofoonmuziek.
3.00 Kinderuurtje.
4.05 KRO-Orkest, en gramofoonmuziek.
5.30 Esperantonieuws.
5.45 De KRO-Nachtegaaltjes.
6.15 Gramofoonmuziek.
6.20 Journalistiek weekoverzicht.
6,45 Gramofoonmuziek.
7.00 Berichten.
7.15 „Het zien van de natuur", causerie.
7.35 Actueele aetherflitsen.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting.
8.35 Gevarieerck programma.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Sportoverzicht.
10.5512.00 Gramofoonmuziek.
heid. van plantengroei verklaard zouden
kunnen worden. Welk een rijk veld voor
de fantasie zou daardoor weer geopend
worden.
Dr. Kreiken illustreerde zijn lezing met
een kleurenfilm over de sterrewachten,
waarin enkele fotografische resultaten van
het observatoriumwerk waren ingevoegd.
of hij had zich aan boord gehesen en liet zien
langs de trap naar de kajuit zakken, zonder
dat hij zijn aartsvijand Rokoff had gezien,
die hem grijnzend stond na te kijken.
(Nieuwe spelling.)
No. 3.
Daarna riep het meisje de huisknecht en
samen holden zij de auto achterna, die zich
juist in beweging zette. Het meisje wilde op de
treeplank springen, maar de boef gaf haar een
duw, zodat zg bijna viel. De arme kleine Jack
gilde van schrik. Lady Greystoke vertelde on
middellijk aan Tarzan, wat er gebeurd was.
Terstond begaf deze zich in zgn auto naar de
kade, doch bij de loods gekomen, deelde men
hem mede, dat de „Klnsaid" het enige schip
was, dat zo juist zee had gekozen, en waar op
FEUILLETON.
X
47.
'TON.
e. philllps-
oppenheim
In Dover schenen speciaal aangewezen
kruiers op hun bagage te wachten, en aan
boord bracht een voorkomende steward de
twee mannen naar hut hut. Reggie stond er
ten tweede male paf van.
„Ik geef je mijn woord, dat ik nog nooit
op die manier gereisd heb," verklaarde hij.
„Zoo vorstelijk als het maar kan! Wil je dat
gedurende de geheele reis volhouden?"
„Min of meer, hoop ik," gaf zijn reisgenoot
ten antwoord. „Als je voor de eerste maal
iets doet, moet je het royaal doen
Peter Cradd maakte weinig gebruik van
zijn hut, want het was een buitengewoon
fraaie dag, en hij bleef op het dek zitten.
Voor het uiterlijk althans, scheen hij zich her
steld te hebben, en zijn hand beefde nauwe
lijks, toen hij de bekendmaking las, die zijn
oog scheen te trekken:
„Het huwelijk zal voltrokken worden tus-
schen Sir Arthur Durcott, Baronet, van Bla-
keney Abbey, Norfolk, en Miss Louise Barns-
low, dochter van wijlen Deken Barnslow, van
Norwich, en zuster van de Reverend George
Barnslow, Vicaris, Blakeney."
„Het huwelijk zal voltrokken worden
Ja, zoo dacht hij, zoo was het leven alles
werd yoltrokken. Zooals het behoorde, de aan
elkaar passende stukken van de legkaart, en-
zoo ging het ook met de mannen en vrouwen.
Hij vouwde de courant op, en staarde naar
de zee. De hartstocht van den vorigen avond
was van hem afgevallen. Plij voelde zich vol
komen kalm en bedaard. Hij koesterde jegens
niemand een wrok. Hij voelde zich alleen een
weinig beschaamd tegenover Eula. Hij hoopte
alleen, dat zij zijn geschenk zou aannemen.
Hij dacht meer aan haar en George dan aan
zijn eigen verdriet. Een ellendige geschiede
nis, dat beminnen en niet beminnen. Hij ging
zelfs zoo ver van na te pluizen of zijn vroe
ger leven in den tredmolen niet verkieslijker
geweest was, toen hij links noch rechts be
hoefde te kijken, en eenvoudig voortsjolcte
naar het kerkhof. Een steward sprak hem
vol eerbied aan.
„Pardon, Mr. Cradd, als u mij uw paspoort
wilt geven, zal ik de formaliteiten om te lan
den voor u in orde bren'gen. De andere heer
in uw hut is niet erg lekker, en heeft een
flesch champagne besteld. Hij heeft gevraagd
of u die soms met hem komt ledigen."
Het schoot Peter Cradd eensklaps te bin
nen, dat hij sinds zijn diner van gisteren niets
genuttigd had.
„Ik zal liever een lunch gebruiken," zei hij.
„Dan zal ik u den eetsalon wijzen, sir."
Gedurende het overige deel van de reis was
Peter Cradd een normaal mensch. Hij betrad
den vreemden bodem met een zekere nieuws
gierigheid, verbaasde zich over wat hij zag,
pruttelde over het schokken van den trein
naar Parijs, bekeek een paar Fransche illus
traties, waarmee Reginald hun coupé bezaaid
had, en vond ze vrijwel misselijk. Hij luisterde
naar het programma, dat de jonge man voor
hun vermaken opgemaakt had, met zoovee)
belangstelling als waartoe hij in staat was.
„Wanneer je mijn raad opgevolgd hadt,"
zei Reggie, „had je dit uitstapje behooren te
maken met Maisie en Eula ook nog van de
partij. Eula is wel wat koud, maar ze heeft
een oogje op jou, en ze zou dolgelukkig ge
weest zijn. Beiden kennen Parijs, en ze zouden
ons als een wapenrusting omsloten hebben.
Maar, met ons beidjes, kunnen wij de bloe
metjes nog beter buiten zetten. Je kunt nooit
weten."
„Neen, je kunt nooit weten," was zijn met
gezel het volkomen met hem eens.
„We gaan in het Café de Paris dineeren,"
vervolgde Reggie. „Wel wat ouderwets, mis
schien, maar daar komen de mooiste vrouwen
en het gaat er typisch toe. Dan een uurtje
naar het Casino de Paris, en tot slot de
Folies Bergères. En daarna begint de avond
pas goed."
„Wat bedoel je met „dan begint de avond
pas goed"?" vroeg Peter Cradd achter
dochtig.
„Monmartre, natuurlijk. Daar heb je die
oude gelegenheden, de Rat Mort en de Ab-
baye, en nog een stuk of zes kleinere, waar
je je zult amuseeren. Hoe lang blijven wij
hier, waarde gastheer?"
„Dat kan ik niet zeggen," luidde het vage
antwoord. „Ik heb niet veel lust om plannen
te maken. Vind je dat erg?"
„O neen, ik heb geen haast, als we zooveel
tijd voor ons hebben. Maar ik wil dat je je
in Parijs amuseert, waarde Mr. Cradd. 't Is
niet meer wat het vroeger was, maar je kunt
er toch nog pleizier hebben. Waar stappen
wij ook weer af, zei je?"
„Hotel Crillon."
„Dat is in ieder geval een goed begin. Ben
je slaperig?"
„Ik ga wat slapen," antwoordde Peter Cradd
en sloot de oogen.
In het Hotel Crillon had Reggie nogmaals
gelegenheid zich te verbazen.
„Hoe heb je dat alles zoo fijn kunnen be
denken?" vroeg hij aan Peter, toen zij, na
een bad genomen en zich verkleed te hebben,
in den dien avond voor hem bestelden coupé
stapten. „Je bent pas een paar maanden een
rijk man, en je doet alles als een vorst. Niets
vergeten. Onze appartementen zijn de mooiste
van het heele Crillon."
„Ik vond ze ook zeer weelderig," antwoord
de Peter Cradd, „maar je moet bedenken, dat
ik vroeger altijd in armoede geleefd heb."
„Ja, dat weet ik, maar 't is niet het geld,
dat het kost," hernam Reggie, „maar die ver
duivelde handigheid om het beste van alles te
kunnen krijgen."
Peter Cradd glimlachte droevig. Ja, hij
had zeker er voor gezorgd, dat hij van alles
het beste krijgen zou. De aanleiding was vol
doende geweest om een zekere genialiteit in
hem te ontwikkelen.
„Het lijkt er veel op alsof mijn kamer voor
een dame in orde gebracht was," merkte Reg
gie huichelachtig op. „Allemaal van dien
vrouwelijken rommel en rozen genoeg om een
broeikas te vullen."
„De rozen .werden voor den salon besteld,"
legde Peter Cradd uit. „Bloemen zijn een van
mijn liefhebberijen
Reggie scheen in het Café de Paris een van
de persona grata te zijn, en zij kregen een
van de beste tafeltjes.
Zij waren om tien uur met hun diner ge
reed, en na een tweede likeurtje, was het half
elf, eer zij zich naar het Casino de Paris op
weg begaven. Zij namen een loge, en Peter
Crad keek lusteloos naar de kaleidoscopische
tentoonsteling van lenige naaktheden. Ver
volgens slenterden zij door de wandelgangen,
en Reggie hield niet op met groetjes en lonk-
jes te wisselen met een blijkbaar onbegrensd
aantal oude bekendheden.
„Ik zal eens wat voorstellen," zei hij om
twaalf uur. „Wij laten de Folies Bergères in
den steek, en nemen goede plaatsen in de
Abbaye. Dat is de eenige plaats waar de
waarlijk chique cocottes komen."
„Ik geloof niet," protesteerde Peter Cradd
een weinig moe, „dat ik iets voor cocottes
voel ik ben er althans vanavond niet voor
in de stemming. Ik spreek bovendien geen
Fransch en..."
„Je redeneertrant is uitmuntend," erkende
Peter Cradd. „Wat die jonge dames betreft
kan ik niet veel variatie aan hea vinden. De
eenige Engelsche woorden, die ze schijnen te
kunnen, zijn zulke als „lieverd" en .schat" en
ze hebben in het leven slechts twee wenschev.:
hun dorst te lesschen of zoo gauw mogelijk
thuisgebracht te worden. Wanne-r ze zoo
spoedig naar huis willen, waarom gaan ze
dan ten eenenmale uit?"
Reggie schaterde van het lachen en zelfs
Peter Cradd moest glimlachen.
„Je bent niet zoo slim als je er uitziet,
kerel", zei Reggie. „Maar toch ben ik het
met je eens dat ze vrij eentonig zijn. Heb
maar geduld. Er zal wat beters komen op-
Zij gingen den heuvel op. Reggie werd in
de Abbaye als een verloren zoon ontvangen.
„Uw vriend is ook een aardige man," zei
een jonge vrouw, die Julie scheen te heeten
en zich naast Peter Cradd zette.
„Zullen we eens dansen, of gaat u liever
naar huis? Ik zal u ergens anders brengen
prettiger dan hier."
„Dan ga ik mee," zei Peter, met een zijde-
lingschcn blik op Reggie. „We gaan met ons
beidjes weg."
Zij stond op, en verlieten onopgemerkt het
lokaal. Toen hij in de garderobe zijn overjas
m ontvangst genomen had, zei hij evenwel:
„Ik dank u voor uw voorstel, maar ik ben
vanavond te moe, en ga het liefst dadelijk
naar mijn hotel. Mag ik intusschen dit kleine
geschenk aanbieden?"
Zij keek naar de twee biljetten van duizend
francs, die hij haar in de hand stopte, en
slaakte een uitroep van blijdschap.
„Ja, ik zal u laten gaan,gaf ze toe. „U is
zeer aardig. Komt u morgenavond terug?"
(Wordt vervolgd.)