GOUD!- I II 'ii Uitkomst ROOK TRIUMPH DE BESTE 1 CENT SIGARET ABDIJSIROOP Opticien Teriep Economische beschouwing macht in oorlogstijd! te Alkmaar. Hebt Gij het telkens op de luchtpijpen? AKKER's verstèrkte Moderne woninginrichting IUITENL ANDSCH I VERZICHT geen twee Brillen SBEHBEHBHara Zaterdag 19 Februari 1938 Tweede blad Eén zijner groote aantrekkelijk heden in onze moderne dagen Een goed, waarmee, niettegenstaande of misschien juist dóór het vele, wat er in den loop der laatste jaren over is geschre ven, nog altijd op een vervaarlijke wijze Wordt omgerold, is het goud. Er zijn tijden geweest en die liggen nog niet zoo heel lang in het verleden waar in men er als het ware een magische waar de aan toekende. We zouden daarbij willen wijzen op het feit, dat de opvatting, dat door devaluatie, door het losmaken van het Tuilmiddel van het goud dus, iets als een' opbloei van het maatschappelijk leven zou •kunnen worden verkregen, nog kersversch .is, als Is reeds herhaaldelijk gebleken, dat een opleving op een zoo gemakkelijke wij ze niet is door te voeren. Het goud wordt in dit geval eenigszins beschouwd als een blok, dat zwaar drukt op de economische gemeenschap en het is nog niet lang gele den, dat ook in ons land talrijke stemmen opgingen om de samenleving van deze last te bevrijden. Dit is tot op zekere hoogte geschied, ook wij hebben onze devaluatie ge kregen. Aanvankelijk heeft dit voor enkelen «enig voordeel, voor anderen eenig nadeel opgeleverd en op het oogenblik is dit alles vermoedelijk reeds weer grootendeels ver geten. De toestand heeft zich gestabili seerd en onze gulden zit, via het stabilisatie" fonds, nog altijd even vast aan het goud als voorheen, zij het ook, dat ze een andere hoe veelheid edel metaal vertegenwoordigt, die overigens niet meer stabiel, doch verander lijk is. We zouden verder kunnen wijzen op de stemmen, die zoo dikwijls zijn gehoord uit de zoogenaamde goudarme landen en die aandrongen op een betere internationale Verdeeling van het gele metaal. De geringe welvaart, welke men er aantrof werd veelal toegeschreven aan de geringe hoeveelheid goud bij de Centrale Bank en verre van een last, beschouwde men het hier dus als een groot voorrecht er veel van te mogen bezitten. Deze staten hebben vaak wanhopi ge pogingen in het werk gesteld om te trachten hun goudvoorraad te vergrooten, waarvoor dan invloed werd uitgeoefend op in- en uitvoer. Een uitvoersaldo, dat meen de men maar al te goed te weten, pleegt door goudzendingen te worden vereffend en om zulk een uitvoersaldo was het dus te doen. De import werd derhalve gedrukt, Zitting van Vrijdag 18 Februari. [Alkmaar. ONVERANTWOORDELIJK RIJDEN. Terecht moet staan T. v. d. P. te Alk maar, die op een avond op den Kenne- merstraatweg met één licht en met groote snelheid in de richting van de stad reed. Na getuigenverhoor neemt de Ambt. O. M.. mr. de Bruyes Tack, vordering en zegt, dat deze verdachte, door vorige verklarin gen van getuige duidelijk geconstateerd, onder invloed van sterken drank verkeerde. Aangezien verd. reeds eenmaal is veroor deeld door den kantonrechter te Haarlem, vordert de Ambtenaar voor het rijden met één licht tot f8.boete subs. 8 dagen en neem dan bij het eerste verschijnsel, hoe gering ook, dadelijk de nieuwe verstèrkte Akker's Abdijsiroop en Ge zult ondervinden, dat dit voor U hèt aangewezen middel is. Abdijsiroop is een natuurlijk kruiden-middel, onschadelijk voor maag en hart en deze oude beproefde „genees-cruyden" heelen, verzachten en versterken de ontstoken en gevoelige slijm vliezen van Uw ademhalings-organen goed en grondig. Bovendien bevat de nieuwe verstèrkte Abdijsiroop de krachtig hoest-bedwingende stof: „codeïne" welke snel Uw verkoudheid doet „rijpen": de slijm doet verdwijnen, de hoestprik- kel verdrijft en die prikkelende hoest stopt en bedwingt. Daarom noemt men Akker's Abdijsiroop voor oud en jong ,,'s Werelds béste Hoest-siroop". tegen Hoest, Griep, Bronchitis, Asthma. Flacon 90 ct., f 1.50, f 2.40, f 4 20. Overal verkrijgbaar. Hoe grooter flacon, hoe voordeeliger het gebruik. maar het resultaat was meestal averechtsch, omdat ook de export zienderoogen achter uit ging. Men vergat daarbij vermoedelijk, dat goudvoorraden voor een goed deel be sparingen vertegenwoordigen en de spaar der bleek allerminst geneigd zijn reserve aan te tasten. Zoodat de bemoeilijking van den invoer zich niet anders kon openbaren, dan in een terugloopen van den uitvoer. Die spaarder van zijn kant, heeft er heel wat toe bijgedragen het goud in een kwade reuk te brengen. Dooréén genomen is een spaarder zeer wantrouwend en in een tijd als die, welke wij thans beleven, was er voor hem dikwijls genoeg aanleiding zijn wantrouwen te laten blijken. Bij de minste of geringste aanleiding zegde hij zijn ver trouwen aan Frankrijk op om het aan En geland te schenken, vervolgens aan Amerika dan aan Nederland om ten slotte weer bij Frankrijk terecht te komen. Het goud reis de heen en weer op een wijze, die bijna de lachlust kon opwekken. Nu zou men zich kunnen afvragen of dit zoo ernstig was. Immers, zoo het goud in werkelijkheid van ondergeschikt ibelang was, zoo men er zich slechts op blindstaar- de gelijk we deze week in een artikel van Sir Hemd Deterding konden lezen wat voor reden kon er dan bestaan om zich over die reismanie van het goud zoo bijzon der druk te maken? Dat de diverse regeeringen, die hun goud zagen wegvloeien, daarover allerminst te spreken, waren, bewijst intusschen, dat zij aan dit metaal wel waarde toekenden. Ge lijk de goudarme landen deden, die hemel en aarde bewogen om hun voorraad te ver grooten en gelijk ook de devaluatielandcn doen, die weliswaar het ruilmiddel hebben losgemaakt van het goud, maar die als re gel steeds ceh\ uitvoerverbod hebben afge kondigd voor edel metaal. Hoe men de zaak ook keert of wendt, er valt niet aan te twijfelen of algemeen hecht men zeer veel waarde, aan tyet goud. Wat men heeft wenscht men te zehóuden bij voor keur tracht men zijn voorraad te vergroo ten. Waarom? Bij een en ander dienen we in het oog te houden, dat goud is en blijft het internatio naal ruilmiddel en dat het als betaalmid del overal zonder eenige uitzondering wordt aanvaard. Dat de leer van de handelsbalans, die de laatste jaren door verschillende landen is toegepast, niet die voordeelen heeft opge leverd, welke de betreffende regeeringen er van hadden verwacht, spruit niet voort uit het feit, dat zij geen goud wenschten te ontvangen, doch uit de omstandigheid, dat de anderen niet verkozen hun goud in de aangebod^p goederen om te zetten. Degene, die goud bezit, bezit daarmee de macht te allen tijde uit het buitenland dat gene te betrekken, wat hij wil. De opvatting, dat het goud nóodig is voor een behoorlijke regeling van het binncn- landsch ruilverkeer, mag wel grootendeels als overwonnen worden beschouwd. Ver schillende rijken hebben het reeds verschei den jaren practisch zonder eded metaal gedaan en het gaat zeer bevredigend. Wanneer we nu kunnen consta- teeren, dat niettegenstaande alles wat daartegen wordt te berde ge bracht, het goud in hoog aanzien blijft dan dienen we dat voor alles te bekijken in het licht van onzen tijd. Onze tijd nu is er een van oorlogsrusting en van oorlogsdreiging, van totalitaire sta ten, waarin alles en iedereen wordt opgeof ferd aan de gemeenschap teneinde deze toch maar zoo sterk mogelijk te maken in tijd van oorlog. Van autarkie, die niet meer is ingegeven door de gedachte de welvaart te vergrooten, doch om het land onafhankelijk te maken van het buitenland in tijden van oorlog. Van voorraadvorming ten stotfe al weer met het oog op een evenueelen oorlog. Alles wat de klok slaat is oorlog. Oorlog beheerscht de daden van iedere regeering, beheerscht onzen tijd. Het bezit van goud nu, beteekent voor raadvorming. Want het goud vertegenwoor digt de macht om in tijd van oorlog alles te kunnen betrekken uit het buitenland, wat men wil. Dooram is de manie van vele regeer in gen om een zoo groot mogelijke goudvoorraad aan te leggen, niets verwonderlijks. Ze past geheel in onzen tijd. Want het is een oor logsmaatregel zonder meer. En het is niet te verwachten, dat het goud in waarde zal dalen, zoolang de volkeren zich ten strijde blijven rusten op de wijze, zooals ze dat thans doen. Eerst wanneer ze tot bezinning - komen, wanneer ze zich weer bereid toonen in vre de te werken aan den opbouw van een nieuwe materieele welstand, zal de rage voor het goud afnemen. Omdat een van zijn groote aantrekkelijkheden van heden, macht in oorlogstijd, niet meer als een noodzake lijkheid zal worden gevoeld. voor het rijden in een toestand, waarin het onverantwoordelijk is, een auto te bestu ren tot een hechtenisstraf van 14 dagen en intrekking van het rijbewijs voor den tijd van 18 maanden De kantonrechter zal vandaag over een week schriftelijk vonnis wijzen. Egmond a. Zee. HIJ HAD GEEN STRIK GEZET. De zaak van E. Gr. te Egmond aan Zee, beschuldigd van het loopen op verbo den grond en het stellen van strikken en klemmen, werd verleden week aangehou den, om den verbalisant te hooren. De get. E. J. Broek, onbezoldigd Rijks veldwachter te Egmond heeft verd. gade geslagen en zag dat hij bukte om een strik te zetten. Get. heeft hem besprongen en hoorde gerinkel. De klemmen heeft get. niet gezien, 's Nachts schijnen de strikken en klemmen te zijn weggehaald. Mr. de Bruyes Tack, vordering nemend eischt f 15.boete subs. 10 dagen en ver nietiging van de in beslag genomen strik. Verd. bezweert, dat hij er wèl is geweest, maar nooit een strik heeft gezet. De kantonrechter veroordeelt verd. tot f10.boete subs. 8 dagen. Noordse har.wo u d e. ONDEUGDELIJKE REMMEN. Verd. C. Br., wonende te Noordschar- woude, moet terecht staan, omdat hij te St. Pancras met een vierwielig motorrijtuig heeft gereden zonder goede remmen. De verd. zegt nooit geen last met z'n remmen te hebben gehad. Kant.: Een deskundig onderzoek heeft an ders geleerd. Verd.: Het was een samenloop van om standigheden. Het was 's nachts half vier toen get. de Wit links ineens uit een gara ge kwam. Het was bar slecht weer en met een zat ik bovenop de auto die uit de ga rage, kwam. Get. de Wit te St. Pancras verklaart, hoe hij uit óc garage kwam en meende nog over te kunnen steken, maar ineens zat verd. boven op hem. Kant.: Had u veel schade? Get.: Mijn auto had geen noemenswaar dige schade, omdat verd. met zijn wagen tegen mijn aanhangwagen reed. Ambt. O.M. tot verd.: En hoe liep het met Uw wagen af? •Verd.: Die ligt in puin. Mr. de Bruyes Tack meent In zijn requi sitoir dat vast is komen te staan dat de remmen van verd. niet deugdelijk waren en eischt daarom f 15 boete, subs. 10 dagen Verd.: Al waren m'n remmen nog zoo goed geweest, dan had ik het nog niet kunnen beremmen. Ik zat ineens bovenop hem. De Kantonrechter, vonnis wijzende, acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen en veroordeelt verd. tot f8 boete subs. 6 dagen hechtenis. Een nieuwe rubriek Wij openen vandaag een rubriek, die zeker de interesse van tal van onze lezers zal hebben. Immers, vooral in onzen tijd besteedt men veel aandacht aan de moderne woninginrichting en dan behoeft men waarlijk geen groot huis te hebben om het smaakvol in te richten. Een kleine verandering hier, een aanbouwtje daar, geeft soms een heel ander aspect aan de woning en geeft haar een gezel liger aanzien. Een eenvoudige op lossing,. zonder hooge kosten. Maar daarvoor is dan ook noodig deskundige voorlichting. Welnu, onze medewerker, binnenhuisar chitect, stelt, zich voor de vragen van abonné's, zoo mogelijk door middel van dit blad, te beant woorden, terwijl hij zoo nu en dan een ontwerp, met teekeningen zal geven over een of andere prac- tische oplossing. Wij meenen tal van onze abon né's met deze nieuwe rubriek een groot genoegen te doen en wij zien gaarne hun vragen tegemoet. Deemster. HIJ WAS JARIG EN DUS S. H. te Beemster moet terecht staan, omdat hij in den nacht van 7 op 8 Nov. van het vorige jaar aldaar bekeurd was, daar hij zich op den openbaren weg in staat van dronkenschap bevond. Kant.: Hoe kwam dat nu? Verd.: Ik was jarig, Edelachtbare. Kant.: U zette uw verjaardag goed in, want 't was 's nachts één uur en u was dus pas een uur jarig. De Ambt. van het O. M. eischt f6. subs. 6 dagen. De kant. veroordeelt verd. tot f 4.subs. 2 dagen. Spanbroek. DE MIScRE VAN HET ROODE ACHTER LICHT. Verd. J. S. te Spanbroek woonachtig, hee^t proces-verbaal gekregen, omdat hij met z'n rijwiel te Oudorp reed en het ach terlicht van dit rijwiel niet brandde. Mr. de Bruyes Tack eischt f 3.boete subs. 1 dag. De Kantonrechter veroordeelt verd. tot f 1.boete subs. 1 dag. Ligt de as van Europa in asch? Of is ze hechter dan ooit? Mussolini gaat ski-en en lacht. Groote gebeurtenissen werpen hun schaduw vooruit. Maakt Duitschland zich klaar voor den strijd tegen Rusland? Hoezeer de wereld weer wordt beheerscht door de geheime diplomatie, hebben we deze week kunnen ervaren door de gebeurtenis sen in Oostenrijk. En, zooals de aanslag van Hitier op het kleine rijkje aan de Donau, in alle stille was voorbereid, zoo grijpt de niet ingewijde buitenstaander op het oogen blik volkomen in hot duister ten aanzien van de gevolgen, die er uit zullen voort vloeien. Oppervlakkig bezien beteekent het optre den van Duitschland een nederlaag voor Mussolini, die gedurende al de jaren, waarin hij nu reeds in Italië het bewind heeft ge voerd, zich met hand en tand togen een verschijning van den Duitscher aan de Bren- nerpas heeft verzet. De onafhankelijkheid van Oostenrijk was een der lioeksteenen van zijn buitenlandsche politiek, In plaats nu van zich tegen het Duitsche optreden te verzetten, lacht de Duce vrien delijk en verklaart plechtig, dat alles is ge gaan met zijn volle goedkeuring. We weten echter niet, wat er in zijn binnenste omgaat We weten dus niet of het lachen is te ver gelijken met dat van een boer, die kiespijn heeft, of zijn plechtige verklaringen niet iets zijn als een doekje voor het bloeden. We weten het niet. Doch we gelooven het wel. Bedenken we dan verder, dat enkele maanden geleden de Duce te Nyon voor het eerst aan het kortste einde trok, hoe hij voor enkele weken' de Engelsche maatrege len om de activiteit der onbekende onder- zeëers te beperken, moest goedkeuren, dan zou men daaruit mogen concludeeren, dat vriend en vijand over den Italiaansdhen dic tator begint heen te loopen. Men krijgt de indruk, dat de zwak heid van Italië door de verschillen de groote mogendheden langzamer hand wordt beschouwd als een voldongen feit. De anderen doen wat ze willen, bekomme ren zich daarbij hoe langer hoe minder over den Duce en deze laatste gaat uit ski-en. Wat moet men er van denken? Belangrijker nog dan het lot van Oosten rijk dat schijnt te zijn uitgeleverd aan Duitschland dunkt ons haast de kwes tie: Wat is er met Italië aan de hand? Is het eindelijk zoover gekomen, dat Mus- solini's rijk begint inéén te storten? Begint zich zijn verspilling van krachten in Abes- symë, in Spanje, in Lybië, in Italië zelf te wreken? Öf geeft hij zijn Oostenrijksche aanspra ken prijs om zooveel te sterker te staan te gen Engeland? Het is nauwelijks te geloo ven. Hij heeft daarvoor te dikwijls getoond, hoeveel waarde hij hecht aan het zelfstandig bestaan van Oostenrijk, waarbij we tevens zouden kunnen wijzen op de troepenconcen traties in Nd.-Italië, waarvan toevallig den laatst/en tijd herhaaldelijk sprake was. En is deze nederlaag tegenover zijn Duitsche boezemvrienden verder niet ingeleid door een nederlaag, hem door Engeland toege bracht? We zouden ons er niet over verwonderen, indien Italië, door den economisclion nood gedwongen, langzamerhand begint terug te zinken tot een ster van de tweede grootte. Hitier, die in Duitschland nauwelijks meer iets te winnen heeft, dan een zege op de ondergrondsche stroomingen, welke voorloo- pig zijn krachten te boven schijnen te gaan, kan dezer dagen voor den rijksdag verschij nen met een nieuw heldenfeit, waarvoor dit best betaalde spreekkoor ter wereld hem wel de noodige ovaties zal brengen. Met het oog op de andere mogendheden zal vermoedelijk weliswaar, althans voor- loopig, sprake blijven van een onafhanke lijkheid van Oostenrijk in naam, inderdaad zullen we te doen hebben met een Duitsch vazalstaatje, dat zijn instructies ontvangt uit Berlijn. De nieuwbenoemde minister Seyss-Inquart is onmiddellijk na zijn be noeming reeds daarheen geijld, een geste, die veelzeggend genoeg is. De Duitsche machtssfeer heeft zich dus uitgebreid en, hoewel de Duitschers hun welstand daardoor niet zullen zien stijgen, zal de geestelijke waarde van dezen nieu wen daad van Hitier breed genoeg aan hen worden uitgemeten. Of de Oostenrijkers veel van de verande ring zullen bemerken, mag men betwijfe len. Het landje werd reeds autoritair ge regeerd, het bewind was katholiek-fascis tisch, zoodat van een verlies voor de de mocratie geen sprake is. Niet onwaarschijnlijk zullen de lan den, die met Oostenrijk handels betrekkingen onderhielden, er tot op zekere hoogte door worden gedu peerd en merkwaardigerwijze staat onder deze landen Italië, dat de heele gang van zaken zoo toejuicht, mee vooraan. Natuurlijk vragen verschillende andere Centraal-Europeesche staten zich bevreesd af, of de Duitsche expansiezucht nu voor- loopig bevredigd zal zijn en, ook al weer natuurlijk, aarzelt men daarop een beves tigend antwoord te geven. Dus: wie zal de volgende zijn? Alles bijeengenomen zou men mogen be sluiten, dat Hitier zijn idealen, voor jaren neergelegd in zijn boek „Mein Kampf" blijft najagen. Deze gaan uit naar een vereenigen van alle Duitsch-sprekenden in één groot rijk en we zouden er daarbij aan kunnen herinneren, dat slechts enkele dagen geleden te München een artikel is verschenen, dat met klem aandrong op het vereenigen van het Duitsch-sprekende doch thans Italiaansche Tirol met het Duitsche moederland. We hebben niet gehoord, dat Gayda, die in zulke aangelegenheden zoo welsprekend' kan zijn, daartegen ook maar met éérï woord heeft geprotesteerd. Tirol bij Duitschland. In „Mein Kampf" wordt de noodzakelijkheid daarvan geuit. We kunnen in dat boek toch verder le zen, dat Duitschland de beschikking dient te hebben over Zuid-Rusland, de Oekraïne. Gaat het dien kant uit? Maakt Duitsch land zich gereed voor den sprong? We weten het niet. Alles wordt nu een maal in de geheime kabinetten bekokstoofd. In dit verband is echter wellicht van be lang het verschijnsel, dat allengs duidelij ker aan den dag treedt: het zich afwenden; der democratische landen van Rusland. Groote gebeurtenissen werpen hun scha duwen vooruit. Ook hier? WIERINGEN DEN OEVER. VERTREK Hr. V. D. MARK. Zooals wij dezer dagen vernamen is de heer v. d. Mark, Hoofdadministrateur bij de Maatschappij tot Uitvoering van Zuiderzee werken alhier, in gelijke functie overgegaan naar de H.A.M. (Hollandsche Aanneming Maatschappij), met als standplaats Kaap stad (Zuid-Afrika). Met den heer v. d. M. gaat een zeer geacht ingezetene van Wie- ringen heen. In 1026 kwam hij reeds bij de oprichting van de M.U.Z. in dienst. Toen deze Mij. op volle capaciteit werkte had de heer v. d. M. ongeveer veertig man kan toorpersoneel onder zich. Hoewel hij de grootste toewijding en accuratesse van zijn menschen verlangde, stond hij als een recht vaardig en humaan chef. onder zijn perso neel bekend. Ook van Regceringswege werden zijn ver diensten erkend en werd hij in 1933 hij de officieele opening van dén Afsluitdijk Wie- ringen—Friesland benoemd tot Ridder in de Orde van Öranje-Nassau. Ook voor het pu blieke leven te Wieringen toonde de heer v. d. M. zijne -belangstelling door o.m. zit ting te hebben genomen in de plaatselijke filmkeuringscommissie. Met den heer v. d. Mark verliest Wierin gen een van de laatste ingezetenen die een vooraanstaande positie bekleedde bij den bouw van den Afsluitdijk Wieringen-Frics- land. Wij wenschen den heer v. d. Mark van deze plaats alle goeds in zijn nieuwe werk kring. GENIE WERK EN. Nu binnenkort met de afbraak van het Hoofdkantoor van de M.U.Z. een aanvang zal worden gemaakt, zal vanwege de Genie op de vrijgekomen plaats de nog ontbreken de versperringen worden aangebracht. Wan neer dit werk dus ook klaar is zijn de prik keldraadversperringen dus geheel gereed. meer noodig. Eén paar glazen voor ver zien en lezen oer naar f 4.- bii Oogonderzoek gratis. te SCHAGEN. Ziekenfondsleverancier. BENOEMING. In aansluiting op ons bericht van giste ren betreffende het vertrek van den lieer Jn. Bais, onderbaas bij de M.U.Z., kunnen wij thans mededeelen dat hij in gelijke functie is benoemd bij de N.V. Zanen Ver stoep, met standplaats Urk. Het is den beer Bais dus gegeven nog langer zijn krachten te mogen geven aan het groote nationale werk „de droogmaking der Zuiderzee". POLITIE. Verloren: een grijs wollen dameshand schoen met kap. Inl. bij den Gem.-bode.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 5