nationaal belang onzer
trekpaardfokkerij
,\eï
Strijd om een
pastorie
Vestigingsverbod
kantoorboekhandel
Joe Louis behoudt zijn
wereldtitel
Ballaogrud wereldrecord
houder 10,000 M.
de don juan
EDGAR RICE
BURRO UGHS
No. 8.
Maar spoedig werd de troep stil van ver
wondering en ontzag. Zij zagen de machtige,
witte aap balanceren op de rug van hun
koning. Met stalen spieren hield hij het dier
om zijn zware nek vast. De koning der apen
gilde van angst en spartelde hulpeloos op de
grond, die met junglegras was begroeid. De
trotse mensapen, die de stryd in spanning
volgden, hoorden het breken van de nek van
hun koning. Toen viel het grote hoofd voor
over op de harige borst. Ze zagen, hoe de
nieuweling een voet op de rug van zijn over
wonnen tegenstander zette en terwijl hij zijn
hoofd achterover gooide, de wilde, vreselijke
overwinningskreet der mensapen liet horen.
Deze vreselijke klanken rolden door de jungle.
De kleine apen in de bomen staakten hun
gesnater. De krijsende, met bonte veren ge
tooide vogels werden stil. Van heel ver kwam
het antwoord van een luipaard en het zware
gebrul van een leeuw. Toen wisten de kraal-
ogige apen, dat hun koning dood was. Tarzan
keek de dieren vragend aan. Wat zou hun
volgende daad zijn? Een van de jongere apen,
een buitengewoon gespierd dier, kwam dich
ter en dichter naar de aapman toe. Tussen
zyn ontblote tanden door liet hy een dreigend
gegrom horen. Tarzan stond doodstil en
wachtte. Hij zag, dat het beest van reus
achtige afmeting was, meer dan zeven voet
lang op zyn korte, gebogen poten. Met styve,
houterige bewegingen begon het rond de
waakzame aapman heen te loopen.
(Nieuwe spelling.)
Op meer steun van Rijkswege
aangedrongen.
De vereeniging „Stamboek voor het
Nederlandsche Trekpaard" heeft gis
terochtend in hotel „De Twee Ste
den" haar algemeene vergadering
gehouden onder voorzitterschap van
Jhr. J. van Vredenburch.
In zijn openingswoord zeide de voorzitter,
dat men algemeen is gaan inzien, dat stam-
boekpaarden en liefst van de best moge
lijke kwaliteit goed te verkoopen zijn.
Men is leeren begrijpen dat in eigen land
te vinden is, hetgeen men noodig heeft en
men daarvoor niet steeds over de grenzen
behoeft te gaan.
Ook het buitenland gaat begrijpen, dat in
Nederland even zoo goede trekpaarden
gefokt worden als elders. Onze internationa
le verhoudingen zijn gunstig. De uitvoer
naar Duitschland, mede doordat de stam-
boekvereeniging daar leiding aan kan ge-
yen, werkt stimuleerend op de fokkerij.
Op uitnoodiging van de regeering heeft
ten departemente een bespreking plaatsge
had over een Ontwerp Paardenwct met de
verschillende stamboekorganisatics, waar
bij belanghebbenden het vrijwel ter zake
eens waren. Als deze wet in het Staatsblad
verschijnt, zal ongetwijfeld 'n groote verbe
tering intreden.
Het opleven der paardenfokkerij brengt
mede een levendiger handel. En hierbij
blijkt wederom van hoeveel waarde onze
stambockpapieren zijn. Koopers zoowel als
verkoopers moeten nauwlettend toezien of
het afstammingsbewijs ook werkelijk bij
het paard behoort, want „vergissingen" zul
len niet worden aanvaard.
De trekpaardfokkerij maakt op vele
boerderijen eenigszins goed wat het
ander gedeelte van het bedrijf te
kort geeft. Spr. wilde daarom nog
maals wijzen op het nationale be
lang onzer trekpaard fokkerij en hij
verzocht meer steun van Rijkswege,
vooral ook omdat de trekpaardfok
kerij van het departement van de
fensie generlei steun ontvangt in te
genstelling met de warmbloedfokke
rij. Voorts hoopte spr. dat de be
langen der trekpaardfokkerij bij on
derhandelingen met andere landen,
meer dan tot dusverre, onder oogen
zullen worden gezien.
Spr. deelde nog mede, dat volgend jaar
de vereeniging „Stamboek voor het Neder
landsche trekpaard" haar 25-jarig jubileum
zal vieren met een nationale tentoonstelling
in Den Bosch.
Kerkeraad in het ongelijk gesteld.
De Hervormde Pastorie te Beetsterzwaag,
die in gebruik was bij ds. Kalma, bleef na
diens overlijden in den aanvang van 1935
ter beschikking van zijn weduwe, maar zou
na afloop van het haar toekomende gunst-
jaar weder vrij komen.
De tweede predikant te Beetster
zwaag, ds. Domela Nieuwenhuis
Nijegaard, beweerde, zooals wij on
langs meldden recht te hebben, om
in die pastorie te wonen en heeft
daarop een rechtsvordering in kort
geding gebouwd, die werd afgewe
zen.
De tweede predikant bleef echter zijn
recht volhouden.
De kerkvoogdij der Ned. Herv. gemeente
hield staande dat aan ds. Nieuwenhuis
geen recht tot wonen in de pastorie toe
kwam en stelde, dat zij als eigenares tot
beschikken over bedoeld pand bevoegd zou
zijn zoodra de weduwe van ds. Kalma haar
recht zou hebben verloren, natuurlijk be
houdens de eventueele toestemming van
andere kerkelijke instanties, voor zooveel
vereischt. Het bestaan van een keusrecht
werd door de Herv. gemeente bestreden en
omdat zij deze kwestie uit de wereld wilde
hebben, riep zij er de beslissing in van
den rechtbank te. Leeuwarden.
Zij vroeg aan de rechtbank te beslissen,
da det predikant geen recht tot wonen in
de pastorie zou kunnen doen gelden wan
neer de rechten van de toenmalige bewoon
ster niet meer van kracht zouden zijn.
Ds. Nieuwenhuis voerde aan, dat het alge
meen gebruik medebracht, dat in de volgor
de van hun beroeping de predikanten de
keus hebben van de pastorieën, zoo er geen
afwijkende bepalingen hieromtrent zijn ge
maakt.
De rechtbank heeft de vordering van de
kerkvoogdij toegewezen welk vonnis door
het hof te Leeuwarden is bekrachtigd.
Ds. Nieuwenhuis kwam van deze beslis
sing in cassatie.
De Hooge Raad overwoog in zijn gister
gewezen arrest, dat de omstandigheid, dat
het gebruik, waarop eischer zich heeft be
roepen, plaatselijk niet bestaat, hem niet
het x-eciit ontneemt op dat gobruik, indien
het een algemeen geldend gebruik in de
Ned. Herv. Kerk is, krachtens art. 1375 b.
w. een beroep te doen.
Het arrest van het Hof werd vernietigd
met verwijzing van het geding naar het ge-
rechtshof te Leeuwarden.
Nadat achtereenvolgens voor het slagers-
bedrijf, het broodbakkers- en broodverkoo-
persbedrijf, het schoenherstellcrsbedrijf, het
schoenmakersbedrijf, het schoenvcrkoopersbe
drijf en het bedrijf van orthopaedisch-schoen-
maker een tijdelijk vestigingsverbod is inge
voerd, heeft de minister van economische za
ken thans een tijdelijk vestigingsverbod uit
gevaardigd voor den kantoorboekhandel.
Het is derhalve van heden af ver
boden zonder vergunning van den
minister een inrichting te vestigen
waarin de kantoorboekhandel wordt
uitgeoefend.
In de ministeriëele beschikking zijn een
aantal artikelen opgesomd, die kenmerkend
zijn voor den kantoorboekhandel. Het voe
ren van deze artikelen in verscheidenheid
van artikel, soort, kwaliteit en afmeting
stempelt den winkelier derhalve tot kantoor
boekhandelaar.
Een uitzondering is evenwel gemaakt voor
dergelijke artikelen, indien zij gerangschikt
zouden kunnen worden onder:
galanterieën, snuisterijen en antiquiteiten,
daar deze immers evenzeer in andere tak
ken van detailhandel voorkomen.
UIT ONZE OOST
Typhoon op Flores
Dooden en gewonden.
Een typhoon op Flores heeft, naar de N.
R.Ct. meldt, in verschillende dorpen bcscha-
digind veroorzaakt. Te Laranloeka zijn ver
schillende gebouwen gedeeltelijk vernield, o.
a. een gevangenis en een volksschool.
Te Adoenara werden vele boomen ontwor
teld. Bovendien is daar een gebouw inge
stort, waarbij twee kinderen en een vrouw
werden gedood, velen werden hierbij licht
gewond.
Hoe de minnaar tot
roof kwam
Engelsch juwelier overvallen.
Peter Martin Jenkens, een der vier man
nen die voor 'n Engelschen rechter een ver
hoor moest ondergaan, vertelde dezen ma
gistraat zijn liefdesgeschiedenis.
Jenkins, een jongeman van twee en twin
tig jaar, is de jongste en slimste van de man
nen die ervan worden beschuldigd een juwe
lier te hebben aangevallen en beroofd van
een bedrag van meer dan 13 duizend pond.
Hij vertelde, dat hij in 1937 verliefd werd
op een Amerikaansche vrouw en voegde hier
aan toe, dat hij probeerde te stelen, om met
haar in Amerika te kunnen trouwen.
Tot 1930 was hij volgens de Daily Ex
press in luxe groot gebracht, maar zijn
vader verloor door de crisis bijna al zijn geld
en stierf in 1934. Zijn moeder stierf een
jaar later.
Jenkins beweerde toen, dat hij met Kerst
mis naar zijn liefje in Amerika wilde gaan.
In October erfde hij ongeveer 1000 pond,
maar dit geld werd uit zijn flat gestolen, in
denzeifden nacht, dat hij het ontvangen had.
Daar hij zonder cent op zak weer op straat
stond, kwam hij er toe mede te doen aan de
berooving van den juwelier, omdat hij tot el-
ken prijs geld wilde hebben om naar zijn
liefje in Amerika te gaan.
ï3a&Aeti
Mann in de derde ronde k. o.
geslagen.
In Madison Square Garden werd
een gevecht geleverd tusschen Joe
Louis, wereldkampioen aller ge
wichten en Nathan Mann uit Con-
necticut, waarbij de titel op het spel
stond. In de derde ronde van den
strijd, welke op 15 ronden was be
paald, sloeg Louis zijn tegenstan
der voor de noodige tellen neer, zoo
dat de eerste zijn titel wist te be
houden.
De uitdager begon in de eerste ronde
goed. In de tweede ronde evenwel bokste
Mann zeer ondooi'dacht en verwaarloosde
zijn dekking.
In de derde ronde kwam reeds het ein
de, tot groote teleurstelling van de 20.000
toeschouwers, die de Garden bevolkten.
Twee maal ging Mann neer, doch telkens
stond hij direct weer op. Tenslotte trof een
harde stoot van Louis hem zoo zwaar, dat
hij door scheidsrechter Donovan moest
worden uitgeteld. Louis had daarmede zijn
titel met succes verdedigd. De wereldkam
pioen zal op 8 April tegen Jimmy Ada-
mick in den ring treden.
£cAaaUeti
Hij passeerde de eindstreep
even eerder dan Mathisen.
Naar men zich herinnert, hebben de beide
Noren Ivar Ballangrud en Charles Ma
thisen in hun rit over 10.000 meter op den
tweeden dag der wereldkampioenschappen
in het hardrijden te Davos, het wereldre
cord over dezen afstand verbeterd. Voor
beiden werd een tijd van 17 minuten 14,4
seconden genoteerd, terwijl het oude we
reldrecord op naam van Armand Carlsen
stond met een tijd van 17 min. 17,4 sec.
IVAR BALLANGRUD.
Het officieele protocol van den
wedstrijd heeft thans, naar wij ver
nemen, uitgewezen, dat Ballangrud
met miniem verschil, enkele centi
meters, als eerste voor Mathisen
door de finish is gegaan.
Hij is dus winnaar van den rit en het
nieuwe wereldrecord op dezen afstand
komt alleen op zijn naam te staan.
SEUILLETON.
roman door
e. phillIps-
oppenheim
HOOFDSTUK XXVIII.
Hoewel niet zenuwachtig van aard, had
Peter Cradd slechts een matig vertrouwen in
de chauffeurskunst van zijn gezellin. Het
„sport-model" scheen zich nauwelijks van den
grond te verheffen, en schokte geweldig. Zij
reden over een, weg dien hij niet kende, voorbij
de afsluithekken van een groot landgoed,
waarvan de inrijpoort met familiewapens
prijkte. Aan het einde van de oprijlaan stond,
een statig huis in den stijl der Tudors. Op die
plek liet Louise den auto stilstaan en zei: „Mijn
toekomstige gevangenis". Toen liet zij volgen:
„Dat is Blakeney House".
„Het is het mooiste huls dat ik ooit gezien
heb", merkte hij met oprechte bewondering op.
„Rare man!" riep zij uit. „Denk je heusch,
dat het leven er gelukkiger om is, wanneer
men in zulk een huis woont? O, Peter Cradd,
wat kun jij snel vergeten! En ik heb zoo mijn
best gedaan je te onderwijzen. Geef mij een
sigaret."
„Wou je het huis graag bezichtigen?" vroeg
zij, na opgestoken te hebben. „Mrs. Colson, de
huishoudster, zal ons met genoegen ontvangen.
Ik geloof zelfs, dat Ursula, de zuster van Ar-
thur, er nu is."
„Het zou het afgrijselijkste zijn wat ik weet
te bedenken," antwoordde hy met klem.
„Nu, dan is dat van de baan," zei zy, inscha
kelende. „Dat is ongeveer het aardiste wat je
vanmorgen gezegd hebt, en ik ben het met je
eens. Nu rijd ik je naar Norwich, lieve pas
sagier."
„Mooi zoo!" riep hij. „Ik wil een jachtge
weer koopen. George leert my op eenden
schieten."
Zy trok een misnoegd gezicht. „Laat George
je niet tot zijn verwoede rage voor wreede
sport verleiden. En als je hier een vermaard
schutter wordt, noodigt Arthur je ook tot de
jacht uit, en dat zou je niet willen."
„Neen, waarom zou ik dat willen?" vroeg
hij naïef. „Het klinkt wel aangenaam, maar ik
zou het nooit uitmuntend leeren. Ik blyf alleen
de heide afjagen, met George."
„Neen, je zou dolgraag naar de Abbey ko
men om te jagen. Alles gaat daar zoo lief en
Victoriaansch toe. De dames mogen niet mee
doen, zelfs bij drijfjachten niet, maar wy
rijden in een brik naar de plaats waar ge
luncht wordt. De mannen worden eerst be
diend, want zij rijn daar de goden. En na
afloop worden wij weer in de brik gepakt en
gaan naar huis, waar wij de mannen met de
thee opwachten. Norfolk, Peter Cradd, is wat
het is Norfolk."
Hij antwoordde niet. Louise had weer een
van haar wilde buien. Heggen en boomen vlo
gen voorbij, woedende dorpelingen schreeuw
den hen na. Eindelijk remde zy weer, nu op
een breeden weg, waar de spits van de kathe
draal van Norfolk reeds zichtbaar was.
„Cocktails!" beval zy.
Hij krabbelde in een zittende houding en
kreeg de flesch. De hand, v.aarin hij den beker
%ld. beefde een weinig.
„Zit je erg ongemakkelyk, arme man?"
„Nogal. Je auto bevalt my niet erg; ik heb
het gevoel alsof ik op een operatietafel lig,
en je banden deugen ook niet en ,'e manier
van rijden is ook niet naar mijn zin."
„Nogal. Je auto bevalt my niet erg; ik heb
het gevoel alsof ik op een operatietafel lig,
en je banden deugen ook niet, en Je manier
van rijden is ook niet naar mijn zin."
„Wat een beminneUjk wezen!" mompelde
rij, haar linkerhand op zijn arm leggende en
met hem aanstootende. ,,'t Is als een adem
tocht Norfolksche lucht om waarheid te hoo-
ren. Er rit nog een scheut cocktail voor ons
ieder in."
Zy ledigden de flesch, en reden de stad
langzaam binnen. Zy hield voor het Maid's
Head stil, en zy gingen de trap naar de kof
fiekamer al op, toen Louise eensklaps bleef
stilstaan.
„O jeetje," zuchte ze, „daar heb ik vergeten
Arthur om één uur in rijn club op te bellen.
Wil je 3000 St. James' voor mij aanvragen?"
Hij deed het, en zy zaten nauwelyks aan
hun tafel of men kwam hun zeggen, dat de
verbinding verkregen was. Louise bleef onge
veer tien minuten weg, en kwam terug met
een verhoogden blos en een tinteling in de
oogen.
„Lieve passagier," zei ze. „Ik ben zeer
lomp geweest. Ik zou hem myn verontschul
digingen niet maken, maar tegenover jou doe
ik het wel."
„Ik zie daar het goede niet van ln," merkte
hy op.
„Misschien niet, maar het verlicht mijn ge
voelens. Maar luister nu goed naar my
Arthur vroeg mij waarom ik dit onverklaar
bare bezoek aan Norwich gebracht had. Het
was onverklaarbaar, omdat hy George pa3
gesproken had, zei hij. Toen suggereerde hy.
dat ik het wel niet alleen zou zyn. Ik zei tegen
hem: „Niet bepaald alleen. Ik heb vanmorgen
met Mr. Peter Cradd ontbeten, en nu zit ik
met hem in het Maid's Head Hotel aan de
lunch." Ik dacht niet anders of liy zou afbel
len. Maar wat denk je dat hy de brutaliteit
had te antwoorden? ..Wie, voor den donder
ia Mr. Peter Cradd?" Ik hoorde de juffrouw
van de telefoon een gilletje slaken. Kan ik
een glas bier krijgen? Wat een heeriyke
lunch!"
„Was dat het einde van je gesprek?" vroeg
Peter.
„O neen. Ik zei hem dat je onze alleraar
digste buurman was, en nog een paar lieve
dingen van je. Toen vroeg hij my hoe lang de
aantrekkelykheden van Mr. Peter Cradd mij
van mijn maatschappelyke verplichtingen
zouden afhouden. Ik lachte hem vierkant uit.
Ik beloofde hem morgen thuis te zullen ko
men,. Hij wou my komen halen, maar dat
wou ik niet."
„Ik vind, dat, tenzij George terugkeert, je
vanavond naar de stad behoort terug te kee-
ren," stelde Peter Cradd voor.
,Net iets voor jou!" riep zy uit. „Jy beknib
belt my de helft van de kip, die Mrs. Skidmore
zeer zeker in het dorp is gaan koopen. O neen,
Mr. Peter Cradd. Géén gentleman kan een aan
een dame gedane uitnoodiging herroepen. Van
avond dineer ik bij jou."
,Daar ben ik zeer blij om," antwoordde hy.
,0, hoe grappig!" riep zy opeens uit. „Weet
je wel, dat wij nagenoeg den geheelen dag in
eikaars gezelschap zullen doorbrengen?"
„Jawel," zei hy. „Dat vind ik prettig."
„Zoo, vind je dat prettig? Spreek de waar
heid, Peter. Zeg dat het een dag is, aan het
Paradijs ontstolen, wanneer je het Paradys
voor eeuwig voor je gesloten waande. Zóó be
hoorde je tegen my' te spreken."
Hij ging met een onbeweeglyk gericht voort
met eten,
,Dan ben ik wederom een teleurstelling
voor je," zei hii alleen. „Ik heb myn paradijs,
zoo goed als het jouwe."
Zy begon te neuriën, en haar oogen zochten
een paar maal de zijne, maar vergeefs. Ein
delijk betaalde hy en rij stonden op.
„Nu ga ik een jachtgeweer koopen," zei hy.
„Dan ga ik mee. Je hadt mij behooren uit
te noodigen, maar dat laat ik loopen. Ik heb
veel verstand van geweren."
„Heb je zelve niet een paar boodschappen
te doen?" wilde hy weten.
„Als ik die had, zou ik ze vergeten," ant
woordde zy. „Ik wil er oij zyn, als jy een ge
weer koopt."
„Wy zullen wandelen," stelde hij voor.
„Ik zal jouw zin doen met te wandelen,
maar lk kies een geweer voor je uit. Je moet
er twee hebben, dat weet je natuuriyk?"
„Koop er een stuk of zes als je zin hebt...
ik wensch precies te doen zooals het behoort."
HOOFDSTUK XXIX.
„Je bent stil, vriendlief," merkte Louise
aan het einde van hun diner op.
P^ter Cradd ging rechtop zitten. Den ge-
hielen dag was rijn geest vervuld geweest
van één gedachte waarom had zy dit ge
daan? Uit wreedheid, of uit speelschheid met
de aandoeningen van anderen?
„Het zou my spyten als ik stil geweest ben
op het onbeleefde af," zei hij. „Ik dacht na,
en je hebt me zelve geleerd, dat men een ge
dachte nooit moet laten schieten als ze by je
opkomt."
,Dan ben je verontschuldigd. Maar zeg me
eens, Peter Cradd, welke was die gedachte,
en waarom vermijden je aardige blauwe oogen
steeds de myne?"
„Ik peinsde er alleen over," antwoordde hy,
„waarom je dit deed."
„Waarom ik wat deed?" vroeg ze onbe
schroomd.
.Waarom je hier zoo kwam binnenstuiven.
Wat had je daarmee voor, Louise?" hield hij
aan. „Je had weer kunnen vertrekken, nadat
je broer op reis gegaan was."
„Kunnen wel, maar ik wou niet".
„En waarom wou je niet? was rijn vraag.
„Ik kan het er op wagen dat je denkt dat ik
huichel, omdat je weet dat ik het niet doe, dus
zal ik jo op den man af vragen waarom je
hier kwam en den geheelen dag bij mij bleef."
(Wordt vervolgd.)