Boeren» die uitgemolken worden! TRiüMPH ROOK De werkloosheid heeft weer de aandacht DE BESTE 1 CENT SIGARET Ernstige nalatigheid van liquidateur en commissarissen vastgesteld Anderhalve ton door de boeren betaald, om een schuld van ruim veertigduizend gulden te delgen Economische beschouwing De werking van ABDIJSIROOP is versterkt! Zaterdag 5 Maart 1938 Tweede blad Reeds 14 jaar geleden had de liquidatie kunnen zijn beëindigd Bij bestudeering van het door de accoun tants de Kramer Lokhorst te Amsterdam inzake de liquidatie van de „Veehouders On derlinge" uitgebrachte rapport valt aller eerst op de volgende ontboezeming: „Een eigen administratie van de „Veehou- s.ders Onderlinge" waarin in chronologische ^volgorde aanteekening werd gehouden van „de bezittingen en schulden der vereeniging „is door ons niet aangetroffen." „Volgens medcdeeling van den liquidateur „werd dit alles geadministrateerd in de boe- „ken van de N.V. Hollandsche Veeverzeke- „ring. Deze naamlooze vennootschap had „dezelfde personen tot bestuurders als de „Veehouders Onderlinge.". Aan de hand van „deze administratie werd dan de jaarlijk- „sche rekening en verantwoording opgesteld „van de „Veehouders Onderlinge". Tevens deelde de heer Hcnri Eccen, de liquidateur „(niet te verwarren met Mr. C. P. Eecen, „noch relaties onderhoudend met de Brand waarborg Mij. Oudkarspel, uit welker di ssectie hij reeds 30 jaar geleden trad. Red.) s,ons mede, dat de administratie van de N. s,V. Hollandsche Veeverzekering ter hand S,was gesteld aan den heer Mr. C. H. Bos- s,man (zoon van wijlen Mr. W. C. Bosman „en. daarmede indertijd tezamen kantoor s,houdende. Bed.) in zijn kwaliteit als cura- „tor in het faillisement der hierboven ver- melde vennootschap." „Aangezien" gaat de accountant verder, voor de samenstelling van een zoo volledig mogelijk rapport de inzage van deze admi nistratie van zeer groot belang was, hebben wij ons in verbinding gesteld met den vroe- geren medewerker van Mr. W. C. Bosman 31.1. den Wel.Ed.Gestr. heer Mr. H. Scholten, advocaat en procureur te Alkmaar." Het rapport behelst dan de tusschen de accountants en Mr. Schol ten gevoerde cor respondentie, waaruit blijkt, dat zich geen boeken-van de Hollandsche Veeverzekerings- -rnaatschappij onder berusting van Mr. Schol len bevinden. Echter ontving Mr. C. P. Eecen schriftelijk mededeeling van den heer Bruin, vroeger werkzaam als chef de bureau op het kantoor van Mr. 1W. C. Bosman, dat de boeken van de N.V. Hollandsche Vee verzekering in zoodanigen deplorabelen toestand warent dat het noodzakelijk was deze te vernietigen. Deze woordelijke aanhaling uit het schrij ven van den heer Bruin spreekt boekdee- len over de wijze waarop de belangen der leden zijn behartigd. Zonder een gewaarmerkt uittreksel te ma ken uit de boeken van zijn gefailleerde Maat schappij. N.V. Hollandsche Veeverzekering, stelt de liquidateur, de heer Henri Eecen deze bescheiden - dus ook de boekhouding der Veerhouders onderlingen in liquidatie - aan den curator ter hand, welke heer ze nota bene vernietigd. Of ooit een toestand waarin be langrijke schrifturen verkeeren zoo „deplorabel" kèn zijn, dat zij en met hen belangrijk bewijsmateriaal! mogen worden verbrand, is een vraag die hier zeker mag worden gesteld. O.L treft hier den curator, Mr. C. H. Bosman even groote blaam als den liquidateur." Ook commissarissen, die toch uit -hoofde van hun functie tot toezicht verplicht zijn vonden het blijkbaar zeer gewoon, dat de boekhouding van. de Veehouders Onderlinge in liquidatie uit handen werd gegeven, al thans van een krachtig protest en een te rugvordering is geen sprake geweest. Ac countants zijn dan ook genoopt om in hun rapport te zeggen: „Tengevolge van het ontbreken „dezer administratie kon uit den „aard der zaak ons onderzoek niet volledig zijn." Zij vervolgen dan: „Het is ons echter gelukt uit de gegevens, door ons gevonden, een liquidatierekening op te stellen, welke door de Jeden als zoo danig kan aanvaard worden." Deze gegevens zijn: Notulenboeken, iiquidatierekening per 31 December 1929 opgemaakt door den liquida teur, afrekeningen van wijlen Mr. W. C. Bosman, het leden register, benevens de door Mr. C. P. Eecen sinds 1930 gevoerde admi nistratie. In Augustus 1937 gaven wij uit voerig cijfermateriaal over de ein- delooze liquidatie der „Veehouders Onderlinge" en toonden aan, dat op onverantwoordelijke wijze met het geld der boeren-leden was omge sprongen. De tegenwoordige rechtkundige adviseur der „Veehouders onder- linge" Mr. C. P. Eecen Gzn. te Oudkarspel begreep, dat volledige openbaarheid het minste was, wat de leden konden eischen en gaf daarom, zooals wij indertijd be richtten, aan het bekende «Amster- damsche Accountantskantoor de Kramer Lokhorst opdracht tot het uitbrengen van een nauwkeu rig rapport over het verloop der liquidatie. Het is ons aangenaam hiernevens eenige der voornaam ste punten uit dat rapport, dat tot een waar boekdeel is uitgedijd, te kunnen publiceeren. De accountants geven dan zeer uitvoeri ge opstellingen waaruit blijkt, dat is ge ïnd door: Mr. W. C. Bosman f 123146.91, H. Eecen f 607.55 Mr. C. P. Eecen f 17469.26 f 141223.72 Bijna anderhalve ton dus om een tekort van f 43608.41V2 te dekken. Verdiept men zich in de door de accoun tants aan het rapport toegevoegde opstellin gen van door de leden betaalde omslagen, dan blijkt dat van verschillende hunner, die wel de 2e en soms oók de 3e omslag be taalden, de verantwoordig van de eerste omslag ontbreekt. Het is ten eenemale niet aan te nemen, dat iemand de tweede aan slag wel betaalt en de betaling van de, eerste omslag weigert. Deze onwaarschijnlijkheid is ook door de accountants aangevoeld. Zij zeggen daarover het volgende: „Uit de opstellingen la en lb (de „lijsten van betalingén. Red.) blijkt, „dat wij bij vele leden, onder iiet- „geen door ons is aangegeven als „eerste omslag geen betaling vinden „of een betaling vinden, welke geen „direct verband houdt met het ver zekerd bedrag. Naar de liquida- „teur ons mededeelde, hebben vele „leden dezen omslag nog voldaan „voor den 31 December 1920, zoo- „dat daarvan door ons geen betaling „kon worden aangetroffen." De accountants zeggen dan: „In hoeverre deze mededeeling juist is; kunnen wij niet beoordeelen, aangezien de betreffende administratie hiervan ont breekt." Als men nu weet, dat het op deze wijze aan elke controle onttrokken bedrag onge veer f 13000.bedraagt, dan komt de vernietiging der boeken wel iin een zeer zonderling daglicht te staan. Het is ons bekend, dat mr. C. P. Eecen vele der hierbedoelde leden heeft gevraagr hem in te lichten omtrent den datum van hun betalingen. Enkele hebben geant woord en dezen bleken inderdaad vóór 1 Januari 1921 te hebben betaald. Of deze gelden echter aan „Veehouders Onderlinge" ten goede zijn gekomen, is niet met zeker heid vast te stellen. Een interessante vraag, welke ïrn dit rapport helaas niet tot oplossing wordt gebracht, doch welks beantwoording o.i. van meer dan academische waarde moet worden geacht is, of, zooals wij in ons ar tikel van 18 Augustus 1937 aantoonden de afwikkeling der zaak, einde 1924 reeds zoover was gevorderd, dat toen tot beëin diging der liquidatie ■ite, d kunnen worden besloten, en zoo ja ,welk bedrag dan aan salarissen, rente en. kosten zou zijn be spaard. Wij achten het dienstig deze kern van ons vorig betoog nog eens nader onder de loupe te nerfien en vinden in het rapport der accountants gelukkig voldoende cijfer materiaal om met zekerheid een conclusie te kurnnen trekken. Wij gaan dan uit van de door het Ac countants Bureau de Kramer en Lokhorst opgemaakte liquidatierekening per 30 Sep tember 1929, welke sluit met een nadeelig saldo van f 15987.25. Om te weten hoe de stand der liquidatie rekening op 31 December 1924 is geweest hebben wij slechts terug te rekenen en dan het salaris van den liquidateur, de interest en de kantoorhuur tegenover het nadeelige saldo per 30 September 1929 te sfpllen, im mers ware de liquidatie einde 1924 beëin digd, dan zou toen de liquidateur zijn ont slagen, geen kantoor meer noodig zijn ge weest en vanzelfsprekend geen of althans zeer weinig renteverlies' meer zim geleden. Uit is uit, zelfs bij deze Veehouders- Onderlinge! Als basis kunnen wij thans gelukkig ook beschikken over de door accountants opge stelde interestberekening, welke zij hebben kunnen samenstellen dank zij de inzage welke zij, op machtiging van den liquida teur, konden nemen in dé rekeningen, ge houden bij de Hoornsche Crediet- en Ef- fcestenbank. Tusschen 31 December 1924 en September 1929 ligt een tijdsduur van 4% jaar. Was dus op 31 December 1924 een einde gemaakt aan de zaak dan zouden de volgende posten niet zijn betaald: 43A jaar salaris directeur ad f3000 per jaar f14250 4% jaar kantoorhuur ad f400— per jaar f 1900.— rente volgens interestbereke ning toegevoegd aan het ac countantsrapport 1 3214.12 tusschen 31 December 1924 en, 30 September 1929 uitgegeven bedragen f 19364.12 Zooals reeds hierboven ver meld bedraagt het nadeelig saldo der liquidatierekening afgesloten per 30 Sept. 1929 f 15987.25 zoodat ware op 31 December 1924, dus 14 jaar geleden, tot beëindiging der liquidatie be sloten. een voordeelig saldo zou zijn gebleven van f 3376.87 Tegengeworpen kan worden, dat einde 1924 nog enkele processen over de tweede omslag liepen, o.a. liet befaamde proces Dordrecht, maar liquidateur en commissa rissen hadden de toen bestaande situatie te bezien met het oog van den zakenman en niet met dat van den jurist, die natuurlijk gaarne een principieele uitslag ziet. Hoe funest de na 1924 ingeslagen weg is geweest moge blijken uit het feit, dat wijlen Mr. W. C. Bosman na dien datum incasseerde een bedrag van f 15694.90 en daarvoor aan kos ten ii^ rekening bracht f 16243.72. Het totaal der door wijlen Mr. W. C. Bosman aan „Veehoudersonderlin- ge" in rekening gebrachte kosten be draagt schrik niet, o lezer, f 35047.92, terwijl deze rechtskundige daarenboven nog heeft ontvangen tal van kosten, waarin de, hun pro cessen verliezende boeren, werden veroordeeld. Hoeveel wijlen Mr. Bos man in totaal uit deze affaire heeft „gehaald", laat zich dan ook slechts raden. Met een variant op het bekende spreek woord zou men hier kunnen zeggen: Wie procedeert om een koe, geeft er een heele stal op toe! Dat over dit cijfermateriaal kan worden beschikt, danken de leden aan den tegen- woordigen adviseur van „Veehouders Onder linge", in liquidatie, den heer Mr. C. P. Eecen. Mr. Eecen heeft thans een overschot in kas van f 8559.71 en de accountants zeggen in hun rapport daarover het volgende: „Zoover thans is te beoordeelen is vol doende in kas ter dekking van de kosten „der verdere afwikkeling. Er blijft dan ech- „ter een onbillijkheid bestaan ten aanzien „van de leden, die den 3en omslag hebben „betaald, daar deze dan eigenlijk gedeelte lijk hebben betaald voor de leden, die wei gerden den 3en omslag te voldoen". Wij kunnen dit standpunt begrijpen, te meer daar ons bij bestudeering van deze zaak is gebleken, dat de weigerachtige boe ren, die in het begin de processen over de betaling uitlokten, aan het treurige verloop van deze liquidatie mede schuldig staan. Het standpunt dat Mr. Eecen dan ook thans inneemt is, om op grond van het ac countantsrapport, de onwilligen desnoods in rechte tot betaling te dwingen om daarna een eventueel 'overschot ponds pondsgewijze over alle leden te verdoelen en terug te be talen. Er is echter o.i. nog een andere weg. Uit het accountantsrapport blijkt zonne klaar dat door het gepleegde wanbeheer: le. aan alle controle zijn ont trokken een aantal beta lingen van de le omslag =i= f 13.000 2e. wegens onnoodig rekken der liquidatie onnoodige advocatenkosten zijn ge maakt tot 'n bedrag van f 21.000 3e. aan interest teveel werd betaald f 4700 4e. teveel kantoorhuur werd betaald f 5200 dus in totaal verknoeid werd f 43900 welk bedrag met renté op rente over 14 jaar de waarde van een ton gouds ver tegenwoordigt. Voor dit verlies zijn op grond van duidelijk aanwijsbare nalatigheid in de uitoefening hunner functies en te blind vertrouwen in hun rechtskun digen adviseur, wijlen Mr. Bosman, ongetwijfeld hoofdelijk aansprakelijk te stellen de heer Henri Eecen, de li quidateur, zoowel als de commissa rissen, de heeren D. J. Govers, J. Halff, Jb. Swaag en A. Wonder Pz. en, waar deze commissarissen allen solvabele menschen zijn, is een pro ces tot schadeloosstelling zeker met kans op succes te voeren. Een dergelijke actie moet echter van de leden zelf uitgaan. Slechts een zoodanige oplossing zou het rechtsgevoel bevredigen. Zij die door onkun de en onzakelijkheid in "honderden boeren gezinnen zorg en leed brachten, verdienen, niet beter dan daarvoor te moeten boeten in den vorm van een geduchte aderlating in hun portemonnaic. Arbeid door de gehuwde vrouw Langzaam aan beginnen over de heele we reld de toestanden zich weer toe te spitsen. Het wordt moeilijker, inplaats van gemak kelijker, de werkloosheid neemt toe, neemt althans niet meer af. Zelfs toen de conjunc tuur haar hoogtepunt bereikte, waren er nog honderdduizenden werkloozcn en de conclu sie lijkt niet ongegrond, dat de heer Colijn iets is overkomen, wat doet denken aan de wederwaardigheden van Rooscvelt. Beide staatslieden beriepen er zich niet zonder trots op, dat de verbeterde economische verbin dingen toch ook wel voor een deel waren toe te schrijven aan de door hen getroffen maatregelen. Echter, de tijd ging zijn gang en na de verbetering kwam de ommekeer. Hun glorie verbleekte, want de maatregelen bleken niet bij machte de opleving te doen voortduren. Bevreemdend is dat niet, want de wereld economie was door de talrijke ingrijpende veranderingen zoozeer uit haar verband gerukt, dat allerlei voorschriften die slechts een nationale draagwijde hadden, de ont- stane kloven niet konden overbruggen. Door de beperking van het internationale ruilverkeer was allerwege de welstand ver minderd. Deze binnen betrekkelijk korten tijd weer op te voeren is een volstrekte on mogelijkheid. Daarvoor zou o.a. noodig zijn binnen onze landsgrenzen tegen behoorlijke prijzen afzet te vinden voor onze overtollige landbouw- en veeteelt-producten. Het feit echter, dat ze „overtollig" zijn, wijst er reeds op, dat zoo iets uiterst moeilijk, zoo niet on doenlijk is. Daartegenover dienen dan de goederen, die voorheen in ruil voor onze exportartikelen werden verkregen, hier te worden geproduceerd, waarvoor veelal de be kwaamheid, de fabrieken en de grondstof fen ontbreken Merkwaardig maar begrijpelijk is het, dat onder deze omstandigheden het. „Plan van den Arbeid" weer meer naar voren wordt geschoven. Begrijpelijk is dit, omdat, nu de regee- ringsmaatregelen niet het gewenschte succes schijnen te brengen, de ontwerpers en pro motoren van het plan de kansen voor de door hen ontworpen maatregelen zien stij gen. Merkwaardig mag men dit noemen, om dat ook zij slechts komen met maatregelen van niet meer dan nationale draagwijdte, die daaraan behoeft men nauwelijks te twijfelen evenmin bij machte zullen zijn in tijden van depressie de teruggang te stui ten. De werkloosheid begint door een en ander weer meer in het centrum der belangstelling te komen. Het. blijft een stokpaardje, dat nog lang zal kunnen worden bereden. Bij de maatregelen ten aanzien van de werkloosheid dient onderscheid te worden gemaakt tusschen maatregelen van tweeër lei soort. Er zijn er, die ten doel hebben het euvel te bestrijden door opvoering der productie. Dat men in dit opzicht niet bij de pakken mag blijven neerzitten, is duidelijk. Ook wanneer de schade, welke door het internationale wanbegrip is aangebracht, zóó groot is, dat ze bij de heerschende mentaliteit nimmer kan worden hersteld, behoort toch iedere regeering te redden, wat er te redden valt. En het zou volkomen onverantwoordelijk zijn Gods water maar over Gods akker te laten loopen, omdat er zóó onnoemelijk veel is. verwoest, dat dit alles toch niet meer kan worden herbouwd. Daarnaast zijn maatregelen denkbaar, die uitsluitend ten doel hebben de lasten der werkloosheid zooveel mogelijk gelijkelijk te doen dragen. De bemoeiingen ten aanzien van de opvoe ring der productie strekken zich voorname lijk uit tot de bekende overheidswerken, wel ke, helaas, niet zelden het euvel der onpro- ductivileit aankleeft. Het is echter niet on mogelijk dat dit nadeel soms te sterk wordt overdreven, omdat volkomen onproductieve werken achterwege worden gelaten, terwijl men de zaak daarnaast zoodanig kan zien, dat de te werk gestelden als loon voor hun arbeid productief of niet. hun evenredig deel ontvangen uit de productie van het land. In het. algemeen belang wordt 't dan echter weer noodzakelijk zooveel mogelijk onproductieve objecten te vermijden. Immers, deze verhoogen de totaal-productie niet en daarmee ook niet bet gemiddeld inkomen, dat een deel der totaal-productie vertegen woordigt. De maatregelen, ten doel hebbende le las ten der werkloosheid zooveel mogelijk gelijk te doen dragen, bestaan in den regel daar uit, dat er naar wordt gestreefd, de beschik bare arbeidsgelegenheid evenredig te verdee- len. Als zoodanig komt bij voorbeeld in aain merking verkorting van den arbeidstijd, ter wijl in dit, opzicht juist op het oogenblik in het centrum van de belangstelling staan de maatregelen, welke minister Romrne wenscht te nemen ten aanzien van de beper king van den arbeid door de gehuwde vrouw Hoewel een dergelijke maatregel door de vrouwen, die daardoor dreigen te worden De vanouds beroemde AKKER's ABDIJSIROOP is een natuur-genees- middel, daar de werking in hoofd zaak berust op de geneeskracht van extracten, bereid uit reeds in oude tijden bekende „genees-kruyden" AKKER's ABDIJSIROOP, bereid vol gens oud recept, is dus een aan de natuur ontleend geneesmiddel 1 De genezende, hoeststillende, slijmoplossende en kalmeerende werking van de kruiden-extracten, welke AKKER's ABDIJSIROOP zoo beroemd hebben gemaakt, is thans door een nieuwe toevoeging van den bekenden Apotheker Dumont nog sterker, nog sneller, nog krachtiger en nog doeltreffender! Een lepel AKKER'S ABDIJSIROOP werkt thans 2 x zoo snel als voor.ieen! Een ongeëvenaarde werking tegen: hoest, bronchitis, kinkhoest, verwaar loosde verkoudheid, griep, influenza. De verlaagde priizen zijn thans: 90 ct. F 1.50 F 2.40 F 4.20 J degen 6 dagen 12 dagen 24 dagen gebruik gebruik gebruik gebruik De grootere flacons zijn bij voortgezet gebruik voordeeliger! getroffen, natuurlijk op tegenkanting stuit, schijnt het toch moeilijk er werkelijk steek houdende argumenten tegen te berde te brengen. De billijkheid cischt nu eenmaal, dat in tijden van schaarschte het voorradige zoo eerlijk mogelijk wordt verdeeld. Het re- delijksgevoel van het meerendeel onzer be volking zal niet bevredigd zijn, wanneer in sommige gezinnen de inkomsten van twee kanten binnenstroomen, terwijl in andere noch de man noch de vrouw hun wanho pige pogingen om werk te vinden, met suc ces bekroond zien. Zoals te begrijpen is wordt hevig geageerd tegen de nieuwe plannen van den minister die beter dan iets anders getuigenis afleg gen van de veranderde gedachtengang, waar door ons volk im deze tijden wordt be- heerscht. Er spreekt uit een besef van liet recht van iederen staatsburger op een evenredig aantal van de beschikbare arbeidsgelegen heid en daarmee op een zekere welstand. Het is een logisch verlengstuk van de soci alistische beweging uit de vorige eeuw, dat voorloopig aanstuurde op hoogere looneu, doch dat toen in dat opzicht het meeste werk verricht was, toen bovendien de werk loosheid zich in haar tcgenwoordigen om vang begon te openbaren, 't terrein zijner werkzaamheid moest verleggen. En bet schijnt, gelijk een eeuw geleden, nog altijd voornamelijk liet liberalisme of ten min ste datgene, wat er van is overgebleven te zijn, dat zich tegen dit streven verzet.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 5