RADIO
\r^< i
WtmM
De Plan-ag
O**
e d g a r ric
burrough
De vadermoord
te Zeist
Firma van Heek
neemt revanche
PROGRAMMA
ethel m» dell
No. 27.
Vlak bij Tarz^n begonnen de vrouwen nu
een aantal kleine vuren aan te leggen en
brachten daar potten met water op aan de
kook. Want die avond zou er een groot feest
worden gevierd. Reeds stond er een groep
zwarte krijgers, hun lichamen met witte en
blauwe verf versierd, bij een stevige paal in
het midden van een ring van vuren, in wilde
winding wachtende op het komende festijn.
Tarzan van de Apen was het slachtoffer van
hun kannibalistische eetlust. En zo'n einde!
De vreselijkste dood, die een blanke kon on
dergaan! Hij spande zijn sterke spieren maar
de touwen, waarmede hij gebonden was, zaten
zó stevig, dat zelfs een reus als hij er niets
tegen beginnen kon. Hij wist welk lot hem te
wachten stond. Hij kromp ineen bij de ge
dachte, dat hij gevangen genomen was als een
dom, onwetend dier. Tarzan was blij, dat Jane
nooit iets van zijn vreselijk einde zou weten.
Hij geloofde, dat de bedreigingen van Rokoff
betreffende haar opgeblazen leugens waren;
dat in werkelijkheid zijn vrouw zich veilig in
Londen bevond. „Maar mijn kleine zoon!"
dacht hij. „Ik, Tarzan van de Apen, machtig
koning van de jungle, de enige in de hele
wereld, die in staat is hem te vinden en te
beschermen tegen de vreselijke plannen van
Rokoff. Met mij zal de laatste kans voor de
veiligheid van mijn jongen verkeken zijn."
Door de dichte jungle ging reeds twee nach
ten een reusachtige, lenige gestalte zjjn een
zame weg. Half verhongerd had hij slechts
eens halt gehouden om op jacht te gaan. In
doodse stilte, onder de equatoriale maan, ver
volgde hij zijn weg zonder ophouden en was
nu gekomen bij de palissaden, die groot dorp
van wilden omgaven. Hier rook het beest ge
durende een ogenblik, stak toen zijn kop op
en luisterde met opstaande oren.
(Nieuwe spelling.)
Vorrink verdedig öunao€K-
De juridische omzwerv van,de
planvlag van N.V.V. enP; zi'n'
naar men weet, nog n' emde*
De kantonrechter te Air"1 de"
jongeman, die de Planv' de Meistoet
had gedragen, vrijgesprol^J. deze v.lag
z.i. geen „opzichtig oriGlding,sIee, er!
is", dat „uitdrukking is kePaa'd staat
kundig streven." De ree11 was Yan ,CGn
andere meening, volgen p
vlag onder het z.g.n. mvcr!)Gd' ZlJ
veroordeelde den vlag/ger
boete- ,r
Het hiertegen door r d sTTinge"
stelde cassatieberoep j'cces: de Hooge
Raad vernietigde hetf. rechtbank
en verwees de zaak ««rechtshof te
Amsterdam. Dit colIederzoc,lt'.hef ge~
val grondig en droeteG1? speciaal on
derzoek, o.a. naar fieindigheden en de
wijze waarop de vlag* 1S inf?®wild en
uitgereikt, op aan (ffihtercomrrussans.
Dit onderzoek is gd en £is*er be-
handelde het gerecbd® zaa^-
Het hof werd gcp.erd door mr- Lewe
van Nijenstein.
Getuige van Eek n nieening, dat de
teekening op de slechts een
propagandateekenir
De president vrjwa.arora over „de
plechtige inwijding die vlaggen is ge
sproken?
Getuige weet ditPrecios' bet doel van
de actie is werkvPia- en crisisbestrij-
ding, dus slechts Aderdeel van de heele
actie van de S.D.
De heer J. frrink, voorzitter
van de S.D..verklaart, dat de
vlag slechts voor een breed
opgezette" rei en propaganda.
Uitvoerig zgetuige uiteen, hoe
de vlag totd is gekomen.
Pres.: En waee^tende de plechtige in
wijding van de??
Getuige: In gelijke bijeenkomsten is
het onze bedoi °nze aanhangers te be
zielen tot het ren van de propaganda
voor het Plan den Arbeid."
'Geen symbool?
De teekena^an de vlag, mej. Fré Co-
hen, vertelrie,t zij verschillende ontwer
pen had gerft. het vignet was zoowel
voor het brbpier als voor de vlag ge
bruikt. Get. I het streven naar arbeid
en welvaartt uitdrukking trachten te
brengen, docsen symbool was het niet.
Daarvoor is teekening te ingewikkeld.
Requisitoir.
De procuri-generaal, mr. dr. D. Rei-
lingh betoogt uitvoerig, dat het Plan van
den Arbeid n staatkundigenwil van de
SJLA.P. uitokt, en een staatkundig
streven is. De Plan-vlag is het sprekende
en smaakvolle symbool van dit staab
kundig streven, en als zoodanig de uit
drukking daarvan. Het geldt hier niet
slechts een economisch maar een idealis
tisch streven om de geheele maatschappij
beater te doen worden. Het gaat niet aan
slechts te spreken van een propaganda
middel nog minder van eert reclamemiddel.
Spr. vordert tenslotte bevestiging van
het vonnis der rechtbank: fl boete.
Pleidooi.
De verdediger, mr. M. Mendels, was van
meening, dat 't onderscheidngsteeken uit
drukking moet zijn van een 'bepaald staat
kundig streven, wil het strafbaar zijn zoo
als bijv. een geheele roode vlag. de hamer
en de sikkel en het hakenkruis. Een poli
tiek symbolische heteekenis is vereischt
om strafbaar te zijn. Dit is hier niet het
geval. Het Plan van den Arbeid is een
plan van economischen aard en niet de uit
drukking van hèt staatkundig streven der
S.D.A.P., doch wel een staatkundig stre
ven. Teekening noch kleur van de vlag
symboliseeren het Plan van den Arbeid.
PI. concludeerde tot ontslag van rechts
vervolging.
Arrest 5 April.
Verkeers coördinatie
Mr. van Buuren confereert mei
den Belgischen minister van
Vervoer.
De heer Marck, de Belgische minister van
het vervoer, zal vermoedelijk Maandag en
Dinsdag a.s. op het departement van water
staat met zijn Nederlandschen ambtsgenoot,
mr. dr. ir. J. A. M. van Buuren, een bespre
king hebben over het vraagstuk van de
coördinatie van het verkeer.
In verband met de plannen, welke in Bel
gië te dien aanzien worden voorbereid, heeft
de heer Marck den wensch geuit met den
Nederlandschen minister van Waterstaat
hierover te spreken, omdat de coördinatie
hier te lande reeds eenigen tijd een onder
werp van overheidszorg is.
Vieir jaar gevangenisstraf tegen
verdachte geëischt.
Eenige maanden geleden, speelde
zich in de stille boschwachterswo-
ning, gelegen in de Schaerweijder
Bosschen te Zeist, een huiselijk
drama af, waarbij de 28-jariee zoon
van den boschwachter G. L., zijn
vader van het leven beroofde,
De vader stond bekend als een onge
makkelijk mensch, zijn zoon was bij hem
in dienst, doch kon niet veel goeds doen.
Voortdurend was er wrijving tusschen
beide mannen. Tenslotte nam het conflict
een zoodanigen vorm aan, dat de zoon be
sloot er een einde aan te maken. Op 29
September begaf hij zich na met zijn vader
op het land gewerkt te hebben, na een
hoogloopende ruzie huiswaarts.
Daar gekomen laadde hij een jacht
geweer met drie patronen en wacht
te den terugkeer van zijn vader af.
Toen de boschwachter kort daarop de
woning betrad, loste de zoon drie
schoten, waardoor de boschwachter"
i,n hoofd, bonst en hart werd ge
troffen. De dood trad oogenblikke-
lijk in.
De dader nam de vlucht, doch werd den
volgenden dag, in de nabijheid van de
ouderlijke woning, door de Zcister politie
gearresteerd.
Gistermorgen stond L. voor de Utrecht-
sche rechtbank terecht.
Hij bekende volmondig.
De rechter-commissaris had in deze zaak
zeer veel getuigen gehoord.
De psychiater was van meening. dat hier
geen termen aanwezig waren om te advi-
seeren verdachte ter beschikking te stel
len van de regeering. z
De Officier van Justitie, mr. J. F.
Kamphuis, hield rekening met de
omstandigheden, waaronder de
verdachte leefde en zijn daad be
ging en eischte 4 jaren gevangenis-
straf.
Genadige rechtspraak gevraagd.
De verdedigster, mevr. mr. Beelaerts
van Blokland uit Amsterdam, was van
oordeel, dat de innerlijke omstandigheden
van dien aard waren, dat niet gerekend
kan worden, dat met rustig overleg door
verdachte zou zijn gehandeld. Volgens
pleitster leefde verdachte, onder de behande
ling van zijn vader, jaar in jaar uit op den
rand van de psychose, welke tenslotte tot
een noodlottige losbarsting is gekomen.
Hier kan gesproken worden van noodweer,
de erkenning van ieders recht op zelfbe
houd.
De jongeman is psychisch in het nauw
gedreven en heeft zich op deze noodlottige
wijze een oplossing gezocht. Gezien de
omstandigheden vroeg de verdedigster een
genadige rechtspraak en de uiterste cle
mentie.
Uitspraak Dinsdag 5 April.
MUIZEN VEROORZAAKTEN BRAND.
Het nestje te dicht bij den
schoorsteen.
De felle brand aan de Hemsterhuisstraat
te Amsterdam die in den vorigen nacht de
brandweer eenige uren van ingespannen
arbeid heeft bezorgd, heeft gisterochtend
vroeg opnieuw de aandacht gevraagd. Na
dat het blusschingswerk was geëindigd en
was vastgesteld, dat de oorzaak van den
brand moe^t worden gezocht in het vallen
van gloeiende kooltjes uit de kachel in de
voorkamer, was de brandweer vertrokken.
Een paar uren later, omstreeks
zes uur in den ochtend, bleek, dat
zich opnieuw rook ontwikkelde, het
geen aanleiding was om de brand
weer op te roepen.
Het onderzoek bracht toen aan
het licht, dat een muizenfamilie op
een zinken platje op het dak van
het huis de warmte van den schoor
steen had opgezocht en zich
rondom dit onderdeel des huizes in
grooten getale genesteld. Door
de hitte van den brand is het mui
zennest gaan smeulen en later in
vlam geraakt.
Met een kleine straal is daarop het nieu
we vuurtje gebluscht.
Arbeiders protesteeren bi] Rijks
bemiddelaar.
De drie samenwerkende textiel-arbeiders-
organisaties hebben een schrijven gezonlon
aan den Rijksbemiddelaar naar aanleiding
van de overeenkomst met de N.V. L. van
Heek en Zonen te Losser.
In dit schrijven wordt er o.m. op
gewezen, dat de toezegging van de
directie, dat geen rancunemaatrege
len zouden worden genomen, niet is
nagekomen. Er zijn namelijk arbei
ders te werk gesteld, die voor de
staking niet in de fabriek werkzaam
waren en die thans het werk van
anderen verrichten, die nog niet
weer zijn aangenomen. Voorts is de
toezegging, inzake de mededeeliug
van het loon der z.g.n. selfactar-
spinners, nog niet nagekomen.
Tenslotte wordt er op gewezen, dat aan
nog niet te werk gestelde arbeiders, die
werk konden krijgen, geweigerd is een ge
tuigschrift te geven.
De organisaties verzoeken den rijksbemid
delaar te willen intervcnieeren. In het be
drijf der N.V. L. van Heek en Zonen te
Losser, dat nog niet weer op volle capaci
teit werkt, zijn ongeveer een honderd arbei
ders en arbeidsters werkzaam.
DONDERDAG 24 MAART 1938.
Hilversum I. 1875 en 415,5 m.
AVRO-Uitzending.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek,
10.30 Ensemble Jonny Kroon.
12.30 AVRO-Dansorkest.
1.00 Orgel en piano en Gramofoonplaten.
I.45 Gramofoonmuziek.
2.00 Voor de vrouw.
2.30 Zang met pianobegeleiding.
3.00 Kniples.
3.45 Gramofoonmuziek.
4.00 Voor zieken en thuiszittenden.
4.30 Orgelspel.
4.50 Voor de kinderen.
5.30 Omroeporkest.
6.30 Sportpraatje.
7.00 Voor de kinderen.
7.05 Zangklas der vereeniging „Zanglust",
7.30 Engelsche les.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 De Twilight Serenaders.
9.00 Moderne zangdeclamatie.
9.20 Omroeporkest m.m.v. soliste.
10.00 Gramofoonmuziek.
10.15 Omroeporkest.
II.00 Berichten ANP, hierna: het AVRO-
Dansorkest,
11.4012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum H. 801,5 m.
8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV 2.00—12.00
KRO. 2.00—12.00 NCRV.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek.
10.15 Morgendienst.
10.45 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-Orkest en gramofoonplaten.
2.00 Hand werkuur t je.
2.55 Gramofoonmuziek.
3.00 Voor de vrouw.
3.30 Gramofoonmuziek.
3.45 Bijbellezing.
4.45 Gramofoonmuziek.
5.00 Handenarbeid voor de jeugd.
5.30 Pianoduetten en gramofoonmuziek.
6.30 Causerie „Zoeloe-Smith, de pionier van
de Leger-des-Heils-Arbeid in Zoeloe-land".
7.00 Berichten.
7.15 Journalistiek weekoverzicht.
7.45 Reportage.
8.00 Berichten ANP, Herhaling SOS-Bericht.
8.15 Gramofoonmuziek.
9.00 Lijdensmeditatie.
9.30 Christ. Koor „Toewijding" en gramof.pl.
(Om 10.00 Berichten ANP).
10.3o Gramofoonmuziek.
10.45 Gymnastiekles.
1L00 Gramofoonmuziek. Ca. 11.5012.00
Schriftlezing.
FEUHXETQ
DOOR
16.
De geluiden waren als van iemand, die
doodelijk onwel was. Wat was er gebeurd?
Wat gebeurde er nu? Hg was dus wakker?
Met een gevoel van toenemende ontzetting
herinnerde zij zich, dat. hij niet alle koffie
had gedronken. Zij had gehoopt, dat het
voldoende was geweest, wat meer is, zij had
er niet aan getwijfeld. Maar voor den eersten
keer had haar geluk haar in den steek ge
laten. Hg was wakker, en was daar achter
die gesloten deur, ellendig en ziek.
De dosis was niet voldoende geweest, of
mogelijk had de alcohol, die hg gedronken
had, als tegengif voor den slaapdrank ge
werkt. Wat de oorzaak ook was, hij was
wakker. En hij was het, die in haar kamer
was geweest en de lantaarn had wegge
nomen.
Haar gedachten joegen met bliksemsnel
heid door haar hoofd. Hij had haar afwezig
heid ontdekt. Elk oogenblik, als de misselijk
heid voorbij was, kon hij de tusschendeur
openen en haar hier vinden in rijcostuum.
Hij zou dadelijk tot de onvermijdelijke con
clusie komen, en geen verzekeringen of ont
kenning van haar kant zouden baten. Haar
nonchalant zwijgen zou haar niet langer hel
pen. Hij had haar op heeterdaad betrapt.
Er was slechts één ding, dat zij doen kon
één "kleine kans op blijvende veiligheid. De
maïsgele japon aantrekken, voor hij haar
gezien had en dan naar zjjn kamer gaan. Zij
kon dan een excuus verzinnen, zeggen dat zjj
buiten geweest was of op de waranda had
gezeten. Alles was beter, dan dat hg haar
in rij-costuum zou zien.
De gedachte was nauwelijk is haar opge
komen of zij gaf er gevolg aan. Zij wierp
haar rijzweep weg en begon met koortsach-
tigen haast haar kleeren uit te trekken, die
zij in een kast wierp.
Toen greep zjj haar avondjapon. Alle ge
luiden hadden opgehouden in de kamer naast
haar. Misschien was hij naar bed gegaan.
Maar zij wilde niets riskeeren, hg moest haar
zien zooals hij haar het laatst gezien had
voor zijn verdenking.
Koortsachtig vlug trok ze het glanzend
kleed over haar hoofd, raakte verward in de
wijde plooien en toen het eindeljjk haar slank
figuur omsloot, werd ze zich bewust van iets
in de kamer, dat er eerder niet in was
meer licht, en een sinistere verschijning.
Met een hijgende zucht van ontzetting
verhief zij zich tot haar volle lengte en
wendde zich om, teneinde het gevaar onder
de oogen te zien.
Haar man had de tusschendeur wijd ge
opend en stond daar met een electrlsche lan
taarn in de hand. die hij ten volle op haar
richtte. Zijn gezicht was doodelijk bleek en
in zijn oogen groeide zulk een duivelachtige
woede, dat voor de eerste maal in haar
leven Yvonne hulpeloos was van ontzetting.
Zij kon hem slechts aanstaren in een ver-
lammenden afschuw, die haar belette haar
handen of voeten te bewegen, terwijl hij
langzaam op haar toe kwam en het licht van
de lantaarn vol op haar bleef richten.
HOOFDSTUK X.
De laatste druppels.
Hij kwam naar haar toe, terwijl zij nog
steeds onbeweeglijk stond van ontzetting, en
haar absolute hulpeloosheid ziende, lachte hij
een duivelschen lach.
„Zoo," zei hg. „dus je dacht dat je mij
kon bedwelmen, hè, terwijl je je geliefde ging
ontmoeten
Zij antwoordde hem niet. Zij kon niet. Haar
lippen waren stijf en droog. Als uit instinct
dwong zij ze echter tot een soort glimlach als
antwoord. Het was haar eenige poging tot
zelfverdediging. In de dagen van hun verloving
had hij haar dikwijls gezegd, dat haar glim
lach onweerstaanbaar was.
Maar nu hielp die glimlach haar niet. De
spot in zijn oogen verminderde niet, maar zijn
gezicht vertrok alsof een inwendige pijn hem
verteerde. Met een woeste, plotselinge bewe
ging greep hij haar arm.
„Waar ben je geweest?" vroeg hij dreigend.
Zjj trachtte hem te antwoorden, maar weer
was zij er niet toe in staat. Slechts een on
samenhangend gemompel kon zij uitbrengen.
Dat maskerachtige gezicht zoo dicht bij het
hare scheen haar van al haar kracht te be-
rooven. Het was vreeselijk om zoo vastge
grepen en ondervraagd te worden, zelfs al was
zij er in geslaagd de bewijzen te verbergen,
die haar zouden verraden hebben.
Maar wacht! Was zij er in geslaagd? Daar
op het bed in het volle gezicht lag haar
rijzweep, die ze daar neergeworpen had. De
zweep had een gouden knop, die onheilspel
lend glansde in het lamplicht. Zij kon er haar
blik niet afhouden en in een oogenblik hadden
zijn oogen de richting van de hare gevolgd.
Zjj hoorde hem triomfanteljjk lachen, en
toen wierp hjj de brandende lantaarn op het
bed en greep de rijzweep.
„Zoo," hoonde hij, „nu zijn wij quitte! Leer
om leer. En schande om schande!"
Het was de daad van een krankzinnige. Dat
besefte zij in een flits van begrijpen, die haar
ziel scheen te verschroeien. Hij was ziohzelf
niet. Alcohol en opium hadden tjjdelijk zijn
brein aangetast. En dat was haar schuld
grootendeels haar schuld. Hjj had de laatste
droppels van den drank, dien zjj voor hem be
reid had, niet gedronken. En nu was alle bit
terheid van dien half geledigden beker voor
haar.
Zij vond eindelijk haar stem terug in een
wilden kreet om medeljjden. „Guy Guy! Dat
kan je niet doen! Je weet niet wat je doet!"
„O, neen?" hoonde hij. „Ik heb het reeds
zoo dikwijls willen doen. Nu heb ik je betrapt,
en nu zul je boeten. Er is niemand om je te
helpen, dus hoe minder leven je maakt, des te
beter."
En toen begon de afstraffing. De rijzweep
was licht, maar in de handen van den razen-
den man was het een afschuwelijk wapen, en
hoe zij ook worstelde, zij was machteloos
onder de wreede slagen die hjj haar toebracht.
Zij hoorde zich zelf wilde angstkreten slaken,
terwijl ze vocht om zijn hand vast te grjjpen.
Maar hjj lachte slechts om haar armzalige
pogingen en ging voort haar te slaan, tot on
verwacht een andere invloed haar te hulp
kwam en zgn arm als verlamd neerzonk.
Hjjgend ontrukte zjj zich aan zgn greep en
zag hem wankelen, terwijl zijn gezicht zoo
vertrokken en doodsbleek zag, dat het haar
zelfs in haar eigen ellende aangreep. Hij viel
niet, maar hervond op het .laatste oogenblik
zijn evenwicht; de rijzweep wierp hjj met een
heftige beweging in een hoek van het vertrek.
Toen wendde hij zich om en bereikte wanke
lend zijn eigen kamer.
Zij wachtte niet langer. Een wilde angst,
een doodelijke ontzetting greep haar aan. In
zelfbeheersching, haar redeneeringsvermogen,
deze korte vreeselijke oogenbliklcen had hij haar
bijna haar menschelijkheid vernietigd. De
eenige gedachte in haar ontzet brein was hoe
te ontsnappen. Zij was als het dier, dat met
het brandijzer gemerkt was. Zij bedacht niet
waarheen zij gaan zou, instinct alleen geleidde
haar, vluchten was haar eenig doel. Er was
niemand hier om haar tegen dezen maniak te
beschermen. Als hjj weer op krachten gekomen
was, zou hij haar opnieuw vastgrijpen, haar
nog wreeder mishandelen, mogeljjk dooden.
Krankzinnig van angst sprong zij door het
raam op de waranda, terwijl zij op hetzelfde
oogenblik een vreeselijken kreet hoorde, die
haar nog sneller deed jjlen door den nacht en
het zilveren maanlicht; steeds sneller droe
gen haar voeten haar voort....
Pas toen zij zich op de waranda van het na
burige huis bevond, besefte zij waarheen haar
angst en haar instinct haar gevoerd hadden.
Het was alles als een booze droom waarin de
gewone orde der dingen, de aangename om
gangsvormen, de beschaving zelf, omverge
worpen werd door een onmeteljjken zondvloed
van ontzetting. Van dat oogenblik af kon nooit
meer iets hetzelfde zjjn, niets kon ooit het on
zegbare van dien nacht uitwisschen.
Wordt vervolgd.)