RADIO
Soldaten
Lincognito
De geesel der
werkloosheid
Vreeselijk familiedrama te
Merkelbeek
PROGRAMMA
n
iEDGAR RICE
ÏBURROUGHS
No. 60.
Vooraan zag men de Rus. Toen de heldere
stralen van de tropische maan een ogenblik
door de wolken braken, had Rokoff reeds ge
zien, dat de man, die voor hem stond, Lord
Greystoke was en hij schreeuwde dolle com
mando's naar zijn volgelingen om het vuur
tegen de twee te openen. Tarzan trok Jane
achter zich en met een vlugge sprong rende
hij naar Rokoff, juist toen een man achter de
Rus vuurde in de richting van de aapman.
Maar het gehot was in het wilde weg gelost,
want iets anders had op dat ogenblik de aan
dacht van de man getrokken. Op de touw
ladder verschenen de leden van de wilde
troep. Vijf snetterende apen manshoog, met
ontblote slagtanden en sterke grijparmen,
onder leiding van een reusachtige zwarte
krijger, wiens lange speer glinsterde in het
maanlicht. Achter hem verscheen een ander
schepsel en van de hele troep was dat wel
het meest gevreesde. Het was Sheeta, de
panter met ontblote tanden en boos fonke
lende ogen, die hem vol haat en bloeddorstig
heid aankeken. Rokoff, dodelijk verschrikt,
strompelde achtex-uit tussen zijn twee mak
kers in en trachtte op het voorschip te ont
komen. Bij het zien van de woeste troep
vluchtten de overigen in alle richtingen, ten
minste zij, die dat nog konden, want de
sterke tanden der apen van Akoet en de
vreselijke klauwen van Sheeta vonden meer
dan een slachtoffer. Vier mannen ontkwamen
in het vooronder, waar zij Rokoff vonden.
Woedend over zijn vlucht in de ogenblikken
van gevaar en zijn vroeger brutaal optreden,
willen zij zich nu op hem wreken. Ze smeten
hem op 'het dek. Tarzan zag de man te voor
schijn komen maar één was er, die het nog
eerder had gezien. Dat was Sheeta en met
hevig gebral en opengesperde muil rende het
geweldige dier op de doodsbenauwde man toe.
IJ!
p>
1
1
'5
ïdl
PE VERSCHRIKKINGEN VAN DEN CHI-
NEESCHEN GUERILLA-OORLOG.
Het lijden der boeren
hi
sla
oet
df
t
h(
1=1
de
toei
d
nli'
t Ji
ui',
chi
et
(Van een bijzonderen correspondent.)
PEKING, Mei 1938.
„Wij staan U toe te reizen, maar
zet U hier eerst Uw handleeke-
ning.." zegt de overste van de Ja-
pansche militaire missie in Tsing-
tao en schuift mij een blad papier
toe. Ik zet mijn handtoekoning on
der het lange Japansclie document
en bevestig, dat ik er niemand
voor veranlwoordelijk maak, wan
neer ik tijdens de treinreis van
Tsingtao naar Tsinanfoe gewond
of gedood word.
Het is een eigenaardig begeleidend ver
schijnsel van dozen voor ons Europeanen
in vele opzichten eigenaardigen Chineeschen
oorlog de guerilla-oorlog achter het Ja-
ipansrhc front, voor zoover men dan de voor
ste lijn van den strijd met het Europecschc
begrip van „front" omschrijven mag. Bij dc
i offensieven rukken de Janansche divisies
.slechts langs de belangrijkste verkeerswe
gen on en bezetten slechts de grootste ste
llen. Zelden volgt daarop een bezetting van
bet, land in een gesloten, breed front, waar
achter geen vijandelijke troepen meer lig
gen, zooals wij dit van de minder uitgestrek
te Europeesche oorlogstooneelen kennen.
Tusschen de verschillende wiggen,
die door de Japansche troepen in
het enorm uitgestrekte Chineesche
land gedreven zijn, blijven groote
gebieden militair volkomen onbezet.
Er zijn uitgestrekte landstreken
achter het Japansche front, waarin
nog geen Japansche soldaat door
gedrongen is.
Hoe guerilla-benden
worden.
gevormd
In deze, in de flanken van de door de
Japanners bezette verkeerswegen gelegen
gebieden achter het front conccntreere/i zich
echter de Chineesche benden en vrijscharen.
Uiteengevallen Chineesche troepen, die zij
waarts voor de Japansche aanvallen zijn
uitgeweken, sluiten zich tot bewapende ben
den aaneen. Van hun steunpunten uit voe
ren deze vrijscharen den guerilla-oorlog te
gen de Japanners.
Deze guerilla-oorlog der „mobiele ver
banden", een in China onder Russischen
invloed ingevoerde wijze van oorlogvoe
ring, neemt de meest verschillende vor
men aan. Hij wordt uitsluitend in bur-
gerkleeding gevoerd. Ten deele is het een
georganiseerde militaire actie van be
roepssoldaten, die speciaal voor den gue
rilla-oorlog zijn opgeleid en hun bevelen
van een ver in het Chineesche binnenland
gelegen hoofdkwartier door middel van de
radio ontvangen.
De troepen zien er uit als on
schuldige boeren. Zij dragen ge
woonlijk hun repeteerpistolen en
hun handgranaten onder den lan
gen Chineeschen mantel en vallen
de achterwaartsche verbindingen
en de étappenposten der Japan
ners bij verrassing aan.
Een gewone roofoorlog.
Ten deele is deze guerilla-oorlogechter
•ook slechts een' gewone roofoorlog, om
zich van de Japansche materiaaltranspor
ten, paarden en wapens meester te maken.
Dikwijls .ook een propaganda-oorlog, die
door geschoolde propagandisten, communis
tische studenten gevoerd wordt, om de be
volking tegen de Japanners op te zetten
en den franetireuroorlog ook onder de plat
telandsbevolking te organisecren. Zelden
echter neemt de Chineesche boer uit vader
landsliefde aan den guerilla-oorlog achter
het front deel. Dit doet hij slechts dan,
wanneer hij door den oorlog al zijn be
zittingen verionen heeft. Anders wil hij rust
hebben, zijn velden bewerken.
De boer zelf lijdt het meest on
der den guerilla-oorlog. Zonder pardon
plunderen de benden de boeren uit.
Wanneer dan echter de Japanners tegen
de benden achter het front straf-expedities
ondernemien, wat zij om militaire rede
nen wel moeten Uoen, wanneer zij de
steunpunten der benden aanvallen, kan
de Japansche soldaat onmogelijk vaststel
len, wie van de burgers wapens gedragen
en gestreden heeft en wie een onschuldi
ge boer is. Want alle Chineezen lijken op
elkaar. En zoo kan het gebeuren, dat bij
de bestraffing een bendelid vrij uit gaat,
terwijl het huis van een onschuldigcn boer
wordt platgebrand.
Men kan het betwijfelen, of de
betrekkelijk kleine successen van
den guerilla-oorlog, die door de
Chineesche legerleiding op be
paalde plaatsen gevoerd wordt, de
enorme verliezen, die het eigen
Chineesche land en volk daarbij
lijden, rechtvaardigen
VIERDAAGSCH CONGRES
VAN HET N.V.V.
„Arbeid en kapitaal liggen braak
in Nederland."
In de groote zaal van Krasnapols-
ky te Amsterdam werd gistermorgen
de zeventiendo algemeene vergade
ring van het Nederlandsch Verbond
van Vakvcrcenigingcn door den
Voorzitter, den heer E. Kupers, ge
opend.
Spr. noemde in zijn openingsrede één der
oorzaken van dc nieuwe hevige economische
crisis, welke zich in 1937 openbaarde, de on-
beheerschthcid van de productie. De in
krimping van de openbare werkcnpolitiek
heeft deze crisis verscherpt.
Wat Nederland betreft, wees spr.
er op, dat van September 1936 tot
September 1937, na één jaar van de
valuatie, hot aantal wcrkloozen van
390.000 tot 324.000 gedaald is, doch
op 9 April j.1. niet minder dan
307.000 bedraagt. Uit deze cijfers blijkt
dat de gunstige invloed van dc de
valuatie is uitgewerkt.
Het Nedcrlandsche volk mag zich niet
neerleggen bij de gedachte, dat er in het
bedrijfsleven geen plaats meer is te vinden
voor zijn 400.000 wcrkloozen! riep spr. uit
en hield vervolgens een warm pleidooi voor
het Plan van den Arbeid.
Met uitzondering van de anfirevolution-
naire partij, die door dik en dun met de
hecren Colijn en de Wilde meegaat, wordt,
aldus de heer Kupers, in alle politieke par
tijen van NedPrland ingezien, dat het zoo
niet langer kan!
Arbeid en kapitaal liggen beide braak in
ons land.
Bij de Nedcrlandsche Bank ligt een goud
voorraad van 1466 millioen gulden, vergele
ken bij 670 millioen gulden in December
1936. De renteloozc saldi hij onze circulatie
bank stegen van 1S0 millioen in December
1936-tot 820 millioen in Maart 1938.
De rentestand is lager dan hij in jaren
geweest is.
Het wachten is op de regeering. om thans
met krachtige hand aan te pakken.
Wanneer zij daartoe niet bereid Is,
laat zij dan plaats maken voor een
regeering, die het groote werk, ons
land, voor zoover dat mogelijk is,
te verlossen van den geesel der werk
loosheid, ter hand wil nemen, aldus
spr.
Verkorting werktijden.
Tot bestrijding van de werkloosheid vraagt
het N.V.V. de 40-urige werkweek; de regee
ring dient hierin voor alle openbare werken
het voorbeeld te geven.
Spr. merkte op, dat het eerst in
het laatste jaar mogelijk was in een
aantal bedrijven tot den aanval over
te gaan; bijna zonder uitzondering
werden deze acties met succes be
kroond.
Sinds September 1936 is het ledental van
het N.V.V. gestegen van 284.250 tot 300-058
op 1 Maart 1938. Dat is een vermeerdering
van 15.808 leden, welke tot voldoening stemt.
Na een bespreking van den internationa
len toestand verklaarde de heer Kupers het
congres voor geopend en ging over tot dc
begroeting der buitenlandsche deelnemers
w.o. de heer W. Schevencels, secretaris van
het I.V.V. en den heer A. Staal, vertegen
woordiger van het Int. Arbeidsbureau te
Genève.
Mijnbeambte doodt zijn driejarig
zoontje en lost eveneene schoten
op zijn vrouw en een elfjarig
zoontje.
Gistermorgen om half vijf heeft
zich te Douvergenhout, gemeente
merkelbeek (L.), een drama afge
speeld, waarbij het driejarig zoontje
van den mijnbeambte L. T., om het
leven is gekomen, terwijl de vrouw
van T. en een elfjarig zoontje ge
wond werden.
De 44-jarige mijnbeambte L. T. werkzaam
op de staalsmijn „Emma" heeft uit een
revolver schoten gelost op zijn vrouw en
daarna op twee van zijn kinderen.
Het driejarig zoontje Mathieu werd in
zijn bedje gedood. De kleine heeft een ko
gel door het hoofd gekregen. De vrouw
is aan het hoofd gewond en liep een
schampschot op aan den schouder. Een an
der zoontje, n.1. de elfjarige Josef, kreeg
een schot in de onderarm.
Hierna richtte T. het wapen op zich zelf,
om te trachten zich zelf het leven te be
nemen. Dit is echter niet gelukt, daar er
geen kogels meer in het wapen waren.
De kogels, die hij nog op zijn kamer had,
heeft een ander zoontje van hem uit het
raam gegooid. Buren, die inmiddels toe
gesneld waren, ontwapenden T. De gemeen
tepolitie heeft hem gearresteerd en hem la
ter aan de marechaussee overgegeven.
Dc vrouw van T. is naar het ziekenhuis
vervoerd, terwijl het lijkje van het jongetje
in beslag is genomen.
Het is waarschijnlijk dat T. die zeer goed
stond aangeschreven, in overspannen toe
stand heeft gehandeld.
WOENSDAG 11 31EI 1938.
Hilversum I, 1875 en 415,5 nij
NCRV-Uitzending. 6.256.55 Onderwijs
fonds voor de Scheepvaart.
8.00 Schi-iftlezing, meditatie, gewijde muziek
(Gramofoonplaten)
8,30 Gramofoonmuziek.
9.30 Gelukwenschen.
9.45 Gramofoonmuziek.
10.30 Morgendienst.
11.00 Reportage.
12.00 Berichten.
12.15 Orgelspel.
1.15 Gramofoonmuziek.
I.30 Ensemble v. d. Horst.
In de pauze: Gramofoonmuziek.
3.00 Christelijke lectuur.
3.30 Gramofoonmuziek.
4.00 Zang en piano.
4.45 Felicitaties.
5.00 Voor de kinderen.
5.45 Gramofoonmuziek.
6.00 Taalles en Causerie over het Binnen-
aanvaringsreglement.
7.00 Berichten.
7.15 Land- en tuinbouwpraatje.
7.45 Repoi'tage.
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Bericht.
8.15 Arnhemsche Orkestvereeniging.
9.00 Causerie over Genève.
9.30 Vervolg concert.
10.00 Berichten ANP.
10.05 Damles.
10.20 Gramofoonmuziek.
10.45 Gymnastiekles.
II.00 Gramofoonmuziek.
Ca. 11.50—12.00 Schriftlezing.
Hilversum II, 301,5 m.
VARA-Uitzending. 10.00—10.20 van. en
7.30—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek.
9.30 Keukenwenken.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Con-
nubedrijven.
11.30 Causerie „De werkloosheid en de sociale
verzekering.
12.00 Gramofoonmuziek.
12.45—1.45 VARA-Orkest.
2.00 Kniples.
2.30 Voor de vrouw.
3.00 Voor de kinderen.
5.30 Gramofoonmuziek.
6.30 De Ramblers.
7.00 Gramofoonmuziek.
7.06 Koorconcert.
7.30 Declamatie, zang en piano.
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP, VARA-Varia.
8.15 Zang en piano.
8.45 Radiotooneel.
10.00 Berichten ANP.
10.20 VARA-orkest en solisten.
11.1512.00 Gramofoonmuziek.
FEUILLETON.
ironc
3S
ds
wer
blij-
zal'
rand
ont
d'
Wolf
htin?,
kwai
kendi
ETHEL M. DELL
56.
„O, ik heb mijn eigen Inlichtingen-Departe
ment", zei Chris luchtig. „Maar ik vind het
beslist onvriendelijk van je, om niet te schrij
ven."
„Het spijt mij," zei Pax. „Ik heb het zoo
ongelooflijk druk gehad. Hoe kom je hier?
Speciaal verlof?"
„Je hebt het geraden," zei Chris. „Hoor
eens, ik heb mijn koffers buiten op de trap
staan. Kan Peters ze naar binnen brengen? Ik
blijf logeeren."
„Uitstekend! Dat is van later zorg," zei
Pax en opende de deur, die naar zijn privé-
zitkamer achter het kantoor leidde. „Er is op
het oogenblik niemand. Wij hebben het groot
ste deel van het personeel naar huis gestuurd
voor den winter."
„Een brandende haard! Dat is heerlijk! Het
is buiten beestachtig koud."
„Ja. Je hebt niet den besten tijd van het
jaar gekozen om terug te komen," zei Pax,
in een kast rommelend.
„Ik had geen andere keus," zei Chris, ter
wijl hij bukte om zijn handen te warmen.
„Waar is mijn kleine Elfrida?"
„Over een maand komt zij uit quarantaine.
Ik heb ze twee dagen geleden nog gezien
zoo dik als modder en zoo levendig als een
hoen. Je moet haar eens gaan bezoeken."
..Ik ben van plan om iedereen te bezoe
ken," zei Chris.
Pax zette glazen en een flesch op tafel
neer. „Dat zou ik niet doen, als ik jou was,"
zei hij kalm.
„Maar, zie je, oude jongen, dat ben je niet,"
antwoordde Chi-is met een vroolijken lach.
„Het is fijn, weer in het oude, tochtige Enge
land te zijn. En nu ik hier ben, ben ik niet
van plan iets te missen. Is dat voor mii?
Dank je wel. Op het weerzien!"
Hij dronk, steeds glimlachend, maar of
schoon Pax zijn glas ophief om den dronk van
zijn vriend te beantwoorden, deed hg dit met
een ernstig gezicht.
„Eerlijk gezegd, begon hij, toen hij het neer
zette, „begrijp ik niet, wat je hierheen ge
bracht heeft."
„Neen?" zei Chris luchtig. „Wel, ik wil niet
beweren, dat ik voor niets ben gekomen. Dat
zou je toch niet gelooven."
„Ik wilde", zei Pax plotseling met verhef
fing van stem, „dat je in Indië gebleven
waart."
Chris maakte een beweging van protest en
zijn glimlach verdween. Hij keek Pax met een
zekere strengheid aan.
„Het spijt mij," zei hij, „maar het Noodlot
was te sterk voor mij. Ik heb mijn best ge
daan. Maar in elk geval je hebt geen reden
tot klagen. Leef en laat leven!"
„Waarom ben je gekomen?" vroeg Pax op
nieuw en er klonk meer moedeloosheid dan
hardheid in zijn stem. „Jouw spel was uit."
„Daar zit je vergissing," zei Chris raadsel
achtig. „Om juister te zijn: mijn spel is pas
begonnen". Maar moeten wij dat nu reeds be
spreken? Er zijn zooveel andere dingen, die
ik graag zou hooren. Peters heeft mij ver
teld, dat het jullie goed gaat. Het deed mij
goed, den ouden Peters weer te ontmoeten. Hij
is werkelijk als een klit aan je blijven hangen,
maar het heeft hem op het oog geen kwaad
gedaan."
Pax hoorde het pogen van den ander om
van onderwerp te veranderen geduldig aan.
„Ja, hij is een goed vriend," zei hij. ..Maar
hoor eens hier, Chris! Laten wij open kaart
spelen. Ik weet, waarom je hier bent, maar
het is onmogelijk! Je zult de situatie nog ho-
peloozer maken als je hier blijft en er
bovendien niet zonder kleerscheuren afko
men."
Chris bleef hem recht in de oogen kijken.
„Dat moet ik zelf weten," zei hij. „Maar
niettemin bedankt, oude jongen. Ik ver
wachtte niet, dat je blij zou zijn mij te zien,
maar ik moest kernen, en ik moet blijven. Dus
ik zie er het nut niet van in, om er onaange
naamheden over te maken."
„Je hebt gezegd, dat je je terug zou trek
ken," zei Pax.
„Neen, dat heb ik niet gezegd," zei Chris
met vlammende oogen. „Ik zei, dat ik mijn
best zou doen. En dat heb ik gedaan. Maar
het hielp niet, de omstandigheden hebben mij
gedwongen."
„Welke omstandigheden?" vroeg Pax.
Chris dronk zijn glas leeg. „Het heeft geen
nut om in bijzonderheden te treden," zei hij
toen. „En je moet het mij ten goede houden,
dat ik niet kan inzien, wat je er tegen kunt
hebben, dat ik hier gekomen ben. De geheele
zaak is overgewaaid en zoo goed als vergeten.
Ik weet, dat je er zwaar onder geleden hebt
en dat vind ik ellendig. Maar dat heeft zij
ook, en ik zie er het nut niet van in, dat
iedereen moet door blijven lijden. Dat is tegen
het gezond verstand."
„Je begrijpt den toestand absoluut niet," zei
Pax.
„En jij evenmin," zei Chris met plotselinge
beslistheid. „Misschien heb je het nooit ge
daan. Je dacht, dat het maar een grap was
van mij een flirtpartij. Maar je had het
mis, oude jongen. Ik ben ouder dan je denkt,
en het was geen kalverliefde van mijn
kant. Ilc hield van haar. Je kunt denken, dat
ik mij als een ellendeling gedragen heb, maar
Chisledon was een beest en dat weet je. Ik
hield van haar en ik houd nog van haar."
Zijn oogen vlamden in zijn bleek gezicht en
om zijn mond lag een harde trek van beslist
heid. „En er is niets wat je doen kunt, om
daar iets aan te veranderen," eindigde hij, ter-
wyl hg Pax vast in de oogen blikte^
„Mijn beste kerel," zei Pax zacht, „het spijt
mij zoo voor je!"
„Wat bedoel je," vroeg Chris half uit
dagend.
„Ja, ik vind het ellendig voor je," zei Pax.
„Want als je verwacht met Yvonne gelukkig
te worden, zal je teleurgesteld worden. Zij zal
nooit met je trouwen."
„En waarom niet?" vroeg Chris. „Omdat
zij ziek is en steun noodig heeft?"
„Wie heeft je dat verteld?" vroeg Pax, hem
onderzoekend aankijkend.
„Wat doet dat er toe?" zei Chris ongedul
dig. „Als dat de reden is, denk je dan, dat dit
voor mij een beletsel zal zijn?"
Pax beantwoordde de vraag niet. Een
oogenblik later zei hrj: „Zij is een ernstige
zenuwpatiënte. Je zult haar meer kwaad dan
goed doen door je bezoek."
„Het spijt mij," zei Chris, „maar ik ga haar
bezoeken. En ik zal met haar trouwen ook,
als zij mij hebben wil."
„Dat zal zij nooit," zei Pax.
„Hoe, voor den duivel, weet je dat?" zei
Chris, hem woedend aanstarend.
„Dat doet niets ter zake", zei Pax met een
zucht. „Ik weet het en dat is genoeg."
„Het is niet genoeg," zei Chris scherp. „Je
mengt je te veel in deze kwestie, Pax. Ik
wil mijn eigen zaken op mijn eigen manier
opknappen."
Pax liep naar hem toe en legde een verzoe
nende hand op den schouder van den jongeren
man. „Oude jongen, doe het toch niet," zei
hij bijna smeekend. „Is het niet genoeg, dat
mijn leven door deze vrouw-verwoest is? Moet
zij jou nu ook ongelukkig maken?"
Chris i-ukte zich los. „Zwijg, Pax! Het is
niet fair om dat te zeggen. Het was haar
schuld niet. En zij heeft ontzettend geleden
vóór en na de traeedie. Bovendien je hebt
je zin gekregen. Jij hebt Claire!"
Pax wendde zich plotseling van hem af,
nam zijn glas op en ledigde het in één teug.
Hij slikte krampachtig, alsof de drank hem
bijna d?ed stikken.
„De kwestie is, dat Yvonne Claire heeft,"
zei hij eindelijk met zijn rug naar Chris ge
wend. „Zij schijnt op de een of andere manier
iedereen te krijgen. Maar jou zal zij niet heb
ben, Chris. Dat beloof ik je."
„Bedoel je vroeg Chris driftig „zin
speel je er op, dat je mij tegen zou werken?
Pax, wat bedoel je?"
Pax wendde zich om. Er was op dat oogen
blik iets in hem, dat Chris nooit in hem ge
zien had een spanning, een geestelijke
overheersching die hem bijna iets boven-
menschelijks gaf.
„Begrijp mij goed," zei hij met opeenge
klemde tanden. „Ik zou hemel en aarde be
wegen ter wille van jou om dat huwe
lijk te beletten als ik geloofde, dat zij je
zou accepteeren. Maar dat zal zij niet. Zij zal
je afwijzen."
Hij zweeg en streek met de hand over zijn
gezicht, als om iets uit te wisschen, wat hij
Chris niet had willen toonen.
Toen sprak hij weer volkomen kalm. „Ik
geloof dat wij een wapenstilstand moeten slui
ten. Redeneeren helpt niets. Je hebt een ver-
geefsche reis gemaakt, mijn jongen. Had je
er mij maar eerst over geschreven, dan had
ik je komst kunnen tegenhouden. Maar het is
nu te laat. Je blijft vannacht natuurlijk hier,
en clan als je mijn raad wilt aannemen
moet je vertrekken."
Chris keek hem onderzoekend aan en ging
bij den haard zitten. „Het spijt mij." zei hij
kort. „Ik volg ditmaal niemands raad, ik doé
mijn eigen zin. Waarom je tusschenbeidé wilt
komen is mij een raadsel, maar het zal voor
mij geen verschil maken. Ik zal volgens mijn
eigen plan handelen en haar in elk geval be
zoeken."
„Dat kan je natuurlijk niet beletten," zei
Pax kalm. „Maar het zal verstandiger zijn,
als je tenminste tot morgen wacht."
„Waarom?" vroeg Chris half uitdagend,
half angstig.
(Wordt vervolf/d.)