VAN TTt^Z&M Iburroughs TAXI-MISERE Vredestichter werd het slachtoffer Radioprogramma Twee nichten en twee neven DOOR r e d g a r rice No. 77. Deze onbekende geur. die de scherpe neus van Tarzan had waargenomen, kwam van de troep van Kai Shang, toen ze voorzichtig iangs de kust slopen naar het kamp van de aapman. Ze hadden op korte afstand stil ge houden om op het afgesproken signaal van de stuurman van de Kinsaid te wachten. Er lagen nu vele mylen tussen hen en Tarzan en voordat de lenige aapman de afstand had kunnen afleggen, bevond Jane zich als ge vangene aan boord van het parelschip. Mid den op zijn weg hield Tarzan halt, een in- stintief gevoel zei hem, dat er iets niet in orde was en keerde naar het kamp terug. Terwijl Mugambi daar stond, niet wetende wat te doen en probeerde klaarheid te bren gen in de situatie waarin hij zich bevond, slingerde Tarzan van de Apen zich door de bomen en liet zich op de open plek op de grond zakken. Zijn scherpe ogen hadden reeds gezien, dat er iets ergs was gebeurd, nog voordat Mugambi hem het verhaal had ge daan. Toen de zwarte met veel bewegingen van woede hem de feiten had verteld, fronste hij zijn voorhoofd, diep in gedachten. Wat dacht de stuurman te bereiken met het mee nemen van Jane Clayton uit een kamp op een klein eiland, waar hij niet aan de wraak van Tarzan kon ontkomen? De aapman kon niet geloven, dat de man zo idioot zou zijn. Daar na drong er een deel van de waarheid tot hem door. De stuurman, overlegde hij, zou zo iets nooit hebben gedaan als hij er niet ze ker van was dat hy met zijn gevangenen het Jungle-eiland zou kunnen verlaten. Maar waarom had hij dan de Mosula-vrouw ook meegenomen? Er moest dus iets anders zyn. „Er is maar één ding te doen", zei hij grim mig. „Kom Mugambi, volg me!" En Tarzan, met een blik van haat in de ogen en dorstend naar wraak, sprong het oerwoud in. (Nieuwe spelling.)' De ondergang van het openbare taxi-bedrijf in de hoofdstad DE VERKEERSPOLITIE SPREEKT EEN WOORDJE MEE. Amsterdam zit weer eens midden in den taxi-chaos, Een chaos, die voorwaar niet van gisteren dateert, doch niet minder dan ruim veer tien jaren nu al de hoofdstad teis tert. En ook dit conflict weer, deze staking der blokbandchauffeurs, die ons al maanden boven het hoofd hing, zal wel geen uitkomst ver mogen te brengen in het wamet van >g| taxi-puzzles, waaruit geen mensch meer wijs kan. Een na-oorlogsch verschijnsel. Veertien jaar nu al wordt er aan deze op het oog toch vrij simpele kwestie on afgebroken gedokterd. En wat zijn er al niet een geneesheeren bij den zieke ge- iei| weest! Maar het heeft alles niets gebaat. Trouwens, aanvankelijk was het taxi vraag al-stuk eigenlijk heelemaal geen vraagstuk, era Er was een gewoon verschijnsel en niets 1017 meer. In 1924, toen in een n a-oorlogsch e periode van welvaart en opleving een E nieuw publiek de automobiel meer en meer als transportmiddel onontbeerlijk achtte, bestond er evenzeer een dringende behoefte om het wagenpark der Amsterdamsche taxi-ondernemers te vernieuwen en uit te breiden. Er bestond in die dagen nog geen verwarring. Men kende slechts taxi's in 1, den werkelijken zin van het woord en die stationncerden op den openbaren weg en hadden tot op dat oogenblik aan de vraag naar openbare huurauto's genoegzaam kun nen voldoen. Edoch, de taxi-ondernemers vergaten de bakens te verzetten. Hun kort zichtige politiek zou hun noodlottig wor den. Immers alras verscheen in de hoofd stad de eerste luxe-taxigarage, destijds de Asta, opgericht door na een staking uit gesloten taxichauffeurs, die wel begrepen hadden, dat hier iets moest gebeuren. Wat de blokband-ondernemers vergaten. Van dat moment af was de chaos in het Amsterdamsche taxibedrijf binnengehaald. Hadden toen ondernemers en overheid, die het straat-taxibedrijf concessionneert, slechts begrepen, dat de nieuwe onderne ming tengevolge van evolutie en niet van revolutie geboren was, nog hadden zij het openbare taxibedrijf op den goeden weg kunnen houden. Steevast, door de jaren heen, vergaten de blokband-ondernemers aan de vermeerderde vraag naar taxi's ge hoor te geven. Zij vergaten de tarieven in overeenstemming te brengen met de popu lariteit, die het vervoermiddel taxi zich bleek te gaan verwerven en zoo rezen de nieuwe luxe-taxibedrijven naast de station neerende wagens, als paddestoelen uit den grond en het publiek, intuïtief begrijpend, aan welken kant men er naar streefde het begrip „service" in praktijk te brengen, gaf aanstonds van zijn voorkeur duidelijk blijk. Het duurde niet lang of het oude z.g. luxe-verhuurbedrijf, waarvan slechts „heele rijke mensch en" zich vroeger bedienden, was een modern garage-taxibedrijf geworden met al le consequenties voor het stalion- neerbcdrijf, dat kwijnde. Toen kwamen de dokters! Het taxibedrijf van Amsterdam was een vraagstuk gewor den en iedereen bemoeide zich daarmee. De Wethouder, de vakbonden, de verkeers politie, ja vooral de verkeerspolitie. Zij beeft een groote rol in dit drama gespeeld. Was haar taak uiteraard slechts gelegen in de controle op chauffeurs en materiaal, alras wierp zich de Commissaris van het Verkeerswezen op als pleitbezorger der taxi-exploitanten, die hun taak niet haddon begrepen. De strijd tegen de snorders, die men zich nog wel herinneren zal, brandde los. En ook daarin stelde de verkeerspoli tie zich partij. Vóór den ouden gebrekki- gc'n toestand met een groot tekort aan openbare taxi's en onaanvaardbare tarie ven en tegen de snorders, dus tegen het publiek. Die strijd tegen de snorders, die de verkeerspolitie in het belang van orde en veiligheid meende te hebben beslecht, was de nekslag voor het blokbandbedrijf. Te laat breidde men uit, te laat verlaagde men de tarieven. Inmiddels waren Citax en Drietax cn al de andere „taxen" op de straat gekomen en weer lag het onóffici- eele bedrijf een bootlengte voor... Ordening! En weer kwamen de heelmeesters met hun middelen, die erger waren dan de kwaal. Men sloeg aan het ordenen. De taximaatschappijen, die Amsterdam en het publiek goede en goedkoope taxi's hadden gebracht werden weggeordend. Alsof dat baten zou voor het stervende blokbandbe drijf. Van het moment dier ordening, een taxi-onding zei het publiek is er steeds geconfereerd. Die besprekingen heb ben ongeveer vier jaren geduurd. Het re sultaat is de jongste staking. En welke consequenties, die nog zal brengen is de groote vraag van bet oogenblik. Maar zeker is, dat dit conflict lang duren zal en hardnekkig zal zijn. Althans van den kant der vak bonden, die groote weerstandkassen hebben en lange steunuitkeeringen op tafel kunnen brengen. Naar het zich laat aanzien, zal het gemeente bestuur nu eindelijk eens werkelijk ingrijpen, na al dit geconfereer en al die concessies naar alle zijden. Misschien dat men op het stadhuis ook wel op dit conflict heeft gewacht om voor eens cn voor altijd een einde te maken aan den taxi-chaos. Er zijn trouwens belangrij ker kwesties voor den wethouder Kropman aan de orde Verwacht wordt namelijk, dat van dit conflict de Wethouder voor de Arbeidsza ken, de heer Kropman heeft zich zelf schert senderwijs al eens den „taxiwethouder" ge noemd, gebruik zal maken om dit blokband bedrijf, dat zich zelf eigenlijk heeft over leefd, meteen radicaal te reorganiseeren. Er is reeds een verloop geconstateerd van per soneel uit het garage-taxibedrijf naar de blokbandondernemingen, die, zooals men weet de gelegenheid hebben opengesteld voor sollicitanten op de nieuwe door B. en W. goedgekeurde arbeidsvoorwaarden op de stationneerende taxi's dienst te nemen. De stakende chauffeurs en hun leiders zullen dit zeker niet voetstoots tolereeren en van deze oplossing kan ook niet veel heil worden verwacht. Men zal op die ma nier de onrust maar in de stad houden en welke taxipassagier zit nu graag in een wagen die kans loont omgekeerd te wor de nof op andere wijze te worden gemoles teerd? Er schijnt evenwel kans te bestaan dat het Gemeentebestuur van zijn bevoegdheid gebruik zal maken om thans nu er duidelijk een tekort valt te constateerén aan stationneerende taxi's, dit tekort uit de garagebediüj- vcn aan te vullen. Dat zou betecke- nen, dat de garagetaxi's eei'stdaags op de standplaatsen der blokbanden komen te staan. Maar of de kortzichtige taxiexploitantcn in dit geval niet net iets verder zullen zien dan hun neus lang is, valt nu te betwijfe len. Zoover zullen zij het waarschijnlijk niet laten komen en' dat is clan ook de eenige kans, dat dit taxiconflict binnen afzienba re n tijd beëindigd wordt. Als gewoonlijk wordt aan het publiek nog immer niet gedacht. Wonderlijk ge noeg schijnt het publiek in dit stuk niet voor te komenDit conflict betreft een loonskwestie. De kwestie der tarieven schijnt niet zoo belangrijk. Het publick is geen partij bij deze zaak. Het gaat hier tusschen het Gemeentebestuur, de vakbon den, de ondernemers ende verkeers politie! Jongeman bij steekpartij te Nis- telrode doodelijk gewond. Zondagavond omstreeks half elf ontstond ruzie in bet café van van der Velden aan den Udenscheweg te Nistelrode tusschen den 22-jari- gen J. van den Boogaard en den on geveer veertigjarigen M. van Gruns- vcn, waarbij een mes werd getrok ken. De twist liep zeer boog en ten slotte trachtte een vriend van van Grunsven, de 24-jarige ongehuwde Zeegers, de vechtenden te scheiden. Hij werd hierbij zeer ernstig ge wond aan den hals cn aan een been, in welk lichaamsdeel de slag ader werd doorgesneden. Dadelijk werd geneeskundige- en geeste lijke hulp ingeroepen, welke evenwel niet meer mocht baten. Het slachtoffer was vrij wel onmiddellijk dood. Een der andere be zoekers, L. van der H., werd eveneens door het mes geraakt en kreeg een snij won de 'aan den arm. De gemeente- cn de Rijkspo litie van Nistelrode waren spoedig aanwe zig, evenals de marechaussee der brigade Uden en de Rijksveldwachter te Heesch. Van Grunsven is gearresteerd en naar de marechaussee-kazerne te Uden overgebracht Hij blijft echter ontkennen den messteek te hebben toegebracht. Visscbersvaartuig vergaan Bemanning gered. Het visscbersvaartuig Icrseke 50 van Gebrs. De Rooy, is in de Wemeldingsche Vallei tijdens stormweer tegen de plaat ge slagen en gezonken. De bemanning is door het visschersvaar- tuig Icrseke 91, eveneens van Gebrs. de Rooy gered. Het vaartuig moet als verloren beschouwd worden. WOENSDAG 1 JUNI 1988. Hilversum I. 175 en 415,5 m. N CRV-uitzending. 6.80—7.00 Onderwijs fonds voor de Scheepvaart. 8.00 Schriftlezing en meditatie. 8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (Om 9.30 Gelukwenschen) 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Reportage. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Apollo-kwintet en gramofoonmuziek. 2.00 Voor jeugdige postzegelverzamelaars. 2.30 Vervolg van 11.30. 3.30 Hollandsch Kamerensemble en gramo foonmuziek. 4.45 Felicitaties. 5.00 Kinderuurtje. 5.45 Gramofoounuziek. 6.30 Taalles en Causerie over het Binnenaan- varingsreglement. 7.00 Berichten. 7.15 Land- en tuinbouwpraatje. 7.45 Reportage. 8.05 Berichten ANP. Herhaling SOS-Ber. 8.15 Enkrateia-uur. 9.15 Arnhemsche Orkestvereeniging. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Voor amateur-fotografen. 10.20 Vervolg concert. 10.45 gymnastiekles. 11 00 Vervolg concert. 11.30 Gramofoonmuziek. ca. 11.5012.00 Schriftlezing. Hilversum n. 301,5 m. VARA-Uitzending. 10.00—10,20 v.m. en 7.80—8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Ber.) 9.30 Keukenpraatje. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor Arbeiders in 'de Continu-bedrjj- ven. 12.00 Gramofoonmuziek. (Om 12.16 Ber.) 12.30 VARA-orkest. 1.00 Gramofoonmuziek. I.151.45 Orgelspel. 2.00 Knipcursus. 2.30 Gramofoonmuziek. 3.00 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.15 Esmeralda-septet. 6.45 Causerie „De oecumenische beweging". 7.00 Gramofoonmuziek. ".06 Vocaal concert. 7.30 Cyclus „Ons werk en ons geloof". 8.05 Herhaling SOS-Berichten. 8.07 Berichten ANP en VARA-Varia. 8.20 Gramofoonmuziek. 8.50 Sylvia Amusementsorkëst. 9.15 Radiotooneel. P.30 Het Amsterdamsche Joodsche koor eo. solisten. 10,00 Berichten ANP. 10.05 VARA-orkest en soliste. 10.45 Gramofoonmuziek. II.15 De Ramblers en soliste. 11.4512.00 Gramofoonmuziek. FEUILLETON. Naar het Engelsch i. „Het ljjkt u hier zeker een groot gedoe voor één meisje," ging ze voort, „maar de helft van de kamers beneden staat ongebruikt en ik kan hulp nemen, als ik wil. Het werk vind ik niet erg, maar de eenzaamheid, ziet u! Ludlow zorgt voor de oude heeren boven en hg is maar een arme, ouwe sok, en Se- llna, dat is de kamenier van misses, maar dien kan ik niet uitstaan!" Even hield Minnie op, om de plichten der gastvrijheid naar be- hooren te vervullen en ging toen voort: „Ik ben zoo blij als een engel, dat u hier is! Dat geeft weer wat vertier. Maar ik schrikte al leen, toen ik u hier ineens zag staan. Ik dacht, dat er een dame „Ik heb mijzelve dan ook altijd beschouwd als een dame," zei Janie, echter op bescheiden toon. „Ik dacht, dat u een hulp voor de moe der „Natuurlijk!" gaf Minnie toe, „maar ik be doelde een échte dame „Zooals uw misses dan? Met meisje dronk thee uit haar schoteltje en lachte: „Ik zie, dat u wel iets van ons weet! Och. voor mij is zij heel goed. Ik heb niets tegen haar. Ik krijg mijn geld en ik doe mijn werk; verder bekommer ik er mij niet over. Dat is immers maar het beste, ais je in betrekking bent, niet waar?" n't Is zeker het verstandigst," was Janie het met haar eens. „Maar het is niet altyd gemakkelijk, om er zoo over te denken!" Geen wonder, dat Janie's nieuwsgierigheid was gewekt voor het huishouden, waarvan zij nu ook deel zou uitmaken. Maar zij was te veel dame, om met de dienstbode de familie te willen bespreken. Of die dit voelde, ze stapte althans van het onderwerp af en vroeg: „Hoe is u van het station hierheen ge komen?" „Mr. Rorke Gilchrist heeft mij in zijn dog- cart hierheen gereden?" „Wat zegt u daar? U hebt dan misschien niet verteld, wie u was?" „Zeker." „En hebt u hem gevraagd, of hij u hierheen wilde rijden?" „Neen, hij heeft 't mij aangeboden." „Goeie hemel! Dat is voor het eerst, dat mr. Rorke zoo'n beleefdheid bewijst. In den regel behandelt hij ons allen, of wij lucht voor hem zijn! Hij spreekt geen enkel woord méér, dan noodig is. Maar buiten de deur neemt hij het niet zoo nauw. Hij is trotsch, weet u. Alle Gichrists vergaan van trotsch!" „Zoo?" „De oude George Gilchrist is met de kinder meid van zijn zoon getrouwd. Maar zij heeft ook moeite gedaan, om hem zoo ver te bren gen; dat verzeker ik u!" Meen je, dat de tegenwoordige mrs. Gilchrist de kindermeid was van mr. Rorke?" „Ja, wist u dat niet? Maar ze wordt niet mrs. Gilchrist genoemd, ze heet mr. George. De vrouw van mr. Andrew is al-jaren lang dood, maar hij wil juist, dat ze mrs. George heet". „Dus zijn er dan twee mr. Gilchrists?" „Ja, tweelingbroers. Mr. Andrew is de oudste en de sterkste en de knapste. Dat is hij altijd geweest. Mr. George heeft zoowat twee jaar geleden een beroerte gehad en nu is bij bedlegerig en kan geen vin verroeren. Bovendien heeft mr. Andrew het geld. Hij had een fabriek in Bradlington. Mr. George was zijn deelgenoot, maar die heeft nooit veel uit gericht en hij stor.d altijd onder zijn broer. Daarom begrijpen sommigen het niet, dat mr. Andrew hem ooit met die Lizzie Shaw heeft laten trouwen, want die is net zoo min een dame als u of ik... Haar vader hield een her berg en zy was een knap meisje, maar erg druk en opzichtig. Nu, enfin... Hoe minder er van gezegd wordt, hoe beter! Als Selina hier iets van hoorde, dan zou ze kwaad stoken, daar ben ik zeker van. In ieder geval bracht het schande over de familie. Mr. Andrew had deze hoeve gekocht, die aan zijn grootvader had behoord, en ieder had toen gedacht, dat hij wel tot den landadel zou gaan behooren en dat er weer een goede tijd zou aanbreken voor Chatbeck. Maar toen hij zijn broer liet trouwen met dit doodgewone schepseltje, wilden de menschen hier heelemaal niet meer komen". „Hoe jammer!" zei Janie deelnemend. Minnie liet de stem steeds meer zakken en ging voort: „11? weet alleen, wat anderen zeggen en het kunnen alles leugens zijn, maar er wordt algemeen beweerd, dat master het huis en het grootste deel van het geld niet zal geven aan mr. Rorke; en dat is een vreeselyke schande, want mr. Rorke is toch de oudste zoon!" „Maar wie zou het dén krijgen?" „Kleine master Charlie, als misses haar zin krijgt en dat zal wel! Ik kan niet zeggen, dat master zoo bijzonder op haar is gesteld, maar ze schijnt nu eenmaal alle mannen naar haar hand te kunnen zetten; allen, behalve mr. Rorke. Ik geloof niet, dat hij een woord met haar gesproken heeft van den dag af, dat zijn vader met haar getrouwd is, nu zoowat een vijftien jaar geleden." „Maar dat zou toch vreeselyk onrechtvaar dig zijn!" riep Janie, innig verontwaardigd, „Ik geloof eigenlijk, dat hij het niet kan doen." Overtuigd zei Minnie: „The Grange" is zijn eigendom; hij kan het nalaten, aan wien hij wil. Hy en mr. Rorke kunnen het tóch al niet best vinden. Master was altijd ijverig, maar sinds hij een paar jaar geleden een beroerte heeft gehad, en alles aan anderen moest over laten, is hij slechts bedacht op sparen en nog een sparen. Hy heeft zich nu eenmaal in het hoofd gezet, dat mr. Rorke veel te roekeloos zou wezen, als hij hier baas was. En misses doet niets, dan den heelen dag maar met praatjes aankomen van hoeveel mr. Rorke uitgeeft. Tenminste, dat zegt Selina". „Ik vind het afschuwelijk. Wat is dat hard voor mr. Rorke, want, tot zyn broertje ge boren was, beschouwde hij zich zeker als een erfgenaam?" „Net zoo min als nu; mr. Alfred leefde toen nog; dat was de oudere broer van kleinen Charlie. Die zou zoowat veertien zijn, als hij nog in leven was. Het zal nu twee jaar ge leden zijn, dat hij gedood werd". „Gedóód?" 'herhaalde Janie. „De jongeheeren waren gezamenlijk uit rijden en ze hadden een kwaadaardig paard van mr. Rorke voor den dog-cart. Precies bovenop den heuvel ging mr. Rorke er uit, liet de jongens samen en ze zeggen, dat hij de merrie een slag gaf en die kon de zweep niet verdragen. Ze rende den heuvel af en toen ze bij de oude steenen brug den hoek omging, werden beide jongens er uit geworpen en master Alfred werd op de plek gedood". „Ontzettend!" Minnie zei niets; ze zette de bordjes en kop jes btf elkaar en er was zoo iets veelbeteeke- nends in haar stilzwijgen, dat Janie ontsteld vroeg: „Je bedoelt toch nietdat iemand het voor iets anders dan toeval hield?" „O, de menschen dachten van alles, mr. Rorke zelf zei, dat hij uitgestapt was om naar een hoef te kijken van het paard en dat de jongen uit ondeugendheid doorreed. Openlyk werd er niets tegen hem gezegd, ook niet by het verhoor van het gerechtelijk onderzoek, maar mr. Rorke is sinds dien nooit meer bij zonder populair geweest". Janie stond op en liep naar het venster. Ze was zoo onaangenaam getroffen door hetgeen ze zoo juist gehoord had, dat ze een oogenblik wenschte, hoe ze maar nooit op „The Grange" gekomen was. Tot nog toe had het haar nog veilig geleken, dat ze tenminste bij eigen familie was gekomen, al waren de Gilchrists zich* daar dan ook niet van bewust. Maar nu ze in den steeds donker wordenden tuin uit keek, ging ze zich toch wel een beetje ver laten voelen. Ze sloeg geen geloof aan dat verhaal tegen Rorke Gilchrist, hield ze zich telkens en tel kens weer voor, terwijl ze bij het keuken venster zat en Minnie, boven, haar kamer in orde maakte; anders zou ze geen uur langer daar in huis willen blijven! Wat zou Bess wel zeggen, als ze dit wist? Toen om negen uur Minnie haar naar boven geleidde, voelde ze zich erg gedrukt. Ze vond het huis somber; de trap was donker; hol weerklonken de voetstappen in de lange gangen zonder loopers. Haar eigen kamer was wel een groot somber vertrek met ouderwet- sche, zware meubelen en, o, schrik, een antiek bed met een hemel en gordijnen! „Maar, Minnie, daar moet ik toch niet slapen?" riep ze ontzet. Het meisje begreep er niets van, wat hier tegen kon zijn; eigenlijk vond ze het verre boven den stand van een ..moeders hulp", om in zoo'n bed te slapen en dan nog wel in deze kamer, die voor de beste in huis gehouden werd! '(Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 6