Ook de Unie heeft
wandluizen
ut
v-
Radioprogramma
Voorbereidingen tot het vieren van „Christmas"
Er is hier een groot arbeidsveld met goede
loonen, "wat natuurlek de hoofdzaak is voor
een bestaan; zindelijkheid en smakelijk eten
zooals in Holland enz. laat veel te wenschen
EEN PAARD OP WIELEN. Op ©en historische paardenparade te Vincen-
nes (Frankrijk) kon men dezer dagen bovenstaand oorlogspaard bewonderen
Het vurige beest verbergt een tank onder zijn reusachtig lichaam.
De Engelsche ooureur John Cobb zal met den hier afgebeelden „Mammouth-
racewagen" in de nabijheid van Salt Lake City (V.S.) een nieuwen aanslag
plegen op het wereldrecord.
costuums bij. Velen hebben een guitaar of
mandoline te bespelen en hebben potsierlijke
kleuren verf op hun gezichten aangebracht.
Heele optochten passeeren de straten onder
luid geschreeuw en z.g. zang, alles op één
dreun.
De winkeLs hebben het ook enorm druk
met den verkoop van papieren mutsen en
mirlitons met groote papieren kwasten er
aan.
In den volgenden brief meer over de fees
telijkheden.
ZONDAG 10 JULI.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
8.55 VARA. 12.00 AVRO. 5.00 VARA. 6.30
VPRO. 8.00—12.00 AVRO.
8.55 Gramofoonmuziek.
9.01 Berichten.
9.05 Tuinbouwpraatje.
9.30 Gramofoonmuziek.
9.45 Causerie „Van Staat en Maatschappij".
9.59 Berichten.
10.40 Declamatie en gramofoonmuziek.
11.00 VARA-orkest. „The Four Blue Stars"
en gramofoonmuziek.
12.00 Het woord van de week.
12.30 Haagsch gemengd koor „Arti vocali",
12.50 Het AVRO-Aeolian-orkest en soliste.
I,30 Causerie: „De eerste vlucht van de K. N.
I. L. M. naar Australië".
2.00 Boekbespreking.
2.30 Piano en viool.
3.00 Sportreportage.
3.20 Omroeporkest en solisten.
4.30 Sportreportage.
5.00 „De Stem des Volks", Weesp en solist
In de pauze: Gramofoonmnuziek.
6.00 Sportuitzending.
6.15 Sportnieuws ANP, hierna: Gramofoon
muziek.
6,30 Nederduitsch Hervormde Kerkdienst.
7.30 Gramofoonmuziek.
7.40 Wijdingswoord.
8.00 Berichten ANP, Mededeelingen.
8.15 Residentie-orkest en solist.
9.15 Radiojournaal.
9.30 Chansons.
10.20 Gramofoonmuziek.
II.00 Berichten ANP, hierna tot 12.00 Het
Kovacs Lajos-orkest.
Hilversum H, 801,5 m.
8.30 NCRV. 9.30 KRO. 5.00 NCRV. 7.45—
11.00 KRO.
8.30 Morgenwijding.
9.30 Gramofoonmuziek.
10.00 Hoogmis.
11.30 Gramofoonmuziek.
12.15 KRO-orkest (1.001.20 Boekbespre
king)
2.00 Godsdienstonderricht voor ouderen.
2.30 Gramofoonmuziek.
3.00 Causerie: „Op reis door ons programma
boek".
3.15 Gramofoonmuziek.
4.30 Voor de zieken.
4.55 Gramofonmuziek.
5.50 Evangelisch-Luthersche kerkdienst.
7.45 Sportnieuws.
7.50 Causerie „De stichting van de KathO*
lieke Kerk in Nederland".
8.10 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.25 Gramofoonmuziek.
8.30 KRO-okrest, KRO-Melodisten en soliste*
9.30 Radiotooneel.
9.45 Gramofoonmuziek.
10.00 Causerie „De stormloop".
10.05 KRO-orkest.
10.30 Berichten ANP.
10.4011.00 Epiloog.
MAANDAG 11 JULI.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
Algemeen Programma, verzorgd door d*
AVRO.
8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.30 Berichten)»
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Omroeporkest (Gr.opn.),
11.00 Orgel en zang.
3.30 Kovacs Lajos' orkest.
12.45 Gramofoonmuziek.
I.15 Ensemble Jetty Cantor.
2.00 Declamatie.
2.20 _rervolg Jetty Cantor.
3.00 Pianovoordracht.
3.30 Kovacs Lajos' orkes.t.
4.30 Causerie „Music-hall".
5.30 Stafmuziek van het 5de R. I.
7.30 Declamatie.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 Omroeporkest en solisten.
9.00 Interview.
9.25 Vervolg concert.
10.15 De Twillight Serenaders.
II.00 Berichten ANP. hierna tot 12.00 Loui*
Bannet's dansorkest.
NCRV-ui tzendin g.
Hilversum II, 301,5 m.
8.00 Schriftlezing, meditatie.
8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (Om 9.3(|
Gelukwenschen)
10.30 Morgendienst.
11.00 Christelijke lectuur,
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.30 Amsterdamsch Salonorkest en gramó*
foomnuziek.
2,00 Gramofoonmuziek.
2.15 Vioolvoordracht met pianobegeleiding e*.
gramofoonmuziek.
3.45 Bijbellezing.
5.15 Kinderuurtje.
6.15 Gramofoonmuziek,
6.30 Vragenuurtje.
7.00 Berichten.
7.15 Vervolg vragenuurtje.
7.458.00 Reportage.
8.05 Berichten ANP, herhaling S.O.S-Ber.
8.15 Christelijke Muziekvereeniging „Juliana'*
en gramofoonmuziek.
9.00 Causerie „Met open oogen en ooren d*
natuur in!"
9.30 Hollandsche Kamermuziekvereenigin£
10.45 Gymnastiekles.
ca. 11.5012.00 Schriftlezing.
Het wemelt hier van een soort houtduiven
ter grootte en bijna gelijk van kleur als tor
telduiven, welke met hun aanhoudend gekir
de stilte verbreken.
Het klimmen wordt nu steeds moeilijker en
niet zonder gevaar, want af en toe komen
wy voor een diep ravijn en moeten soms weer
een eind terug om een ander pad te zoeken.
Dikwyls moeten wij ons aan de struiken
vasthouden om niet af te glijden!
Wij worden moe en besluiten maar den
terugtocht te aanvaarden, om voor het
avondeten en ondergang van de zon thuis te
zijn.
Bij het afdalen hebben wij nu ook mooie
vergezichten, daar wij op de heenreis steeds
ons oog naar boven hadden gericht. Wy kun
nen nu ongeveer heel Kaapstad overzien en
hebben een mooi gezicht over het haven- en
spoorwegemplacement.
Langs de kust is het één reeks van bergen,
welke allen namen hebben doch wij weten
slechts enkelen: de Apostelen, de Duivels-
piek, de Leeuwenkop, Muizenberg en niet te
vergeten de Tafelberg, welke van boven plat
is en wel een van de mooiste is.
Wij komen nog langs een kloof, waar op
den bodem een mooie luxe auto ligt. welke
daar is verongelukt en er wel niet meer uit
zal komen, al lijkt hij op het oog nog niet
zoo erg beschadigd, doch wij wagen ons er
maar niet aan dit nader te onderzoeken.
Wij hebben een fijne tocht gehad, doch
zijn toch blij als wij weer thuis komen en
strekken ons behagelijk op ons bed uit, daar
we nog even den tijd hebben voor het eten.
Bij onze afwezigheid hebben de huisgenoo-
ten de kamer voor de gezamenlijke maal
tijden geheel versierd met guirlanders en pa
pieren rosetten voor het komende Kerstfeest
en de kostjuffrouw heeft 2 groote kalkoenen
voor het feestmaal aangekocht én praat met
iéder druk over de Christmasbox of wel
kerstgeschenken, welke hier over en weer
worden gegeven. Het belooft een groot feest
te worden en alle winkels zijn met mooie ge
schenken uitgestald.
Wij worden door de misses vereocht ook
ieder naar vermogen een bijdrage te geven,
dan zal zij in staat zijn ook wat voor de
droge kelen te zorgen, daar dit alles veel
kosten meebrengt. Wy besluiten ieder 10
shiling te geven en een paar pantoffels voor
de misses als Christmas box. Ook de kaffer
meiden vragen om hun Christmasbox voor
hun diensten aan ons besteed. Zij houden n.1.
onze kamers schoon, maken de bedden op en
poetsen onze schoenen en zetten 's morgens
om 6 uur al een kop thee voor ons bij het
bed.
Wij bemerken wel, dat er een algemeene
aanval op onze beurzen wordt voorbereid,
want ons wordt verteld, dat de postbode ook
happy Christmas komt wenschen. Nu, daar
hebben wij ook veel gerief van en hij is altijd
de man, die met vreugde wordt ontvangen
en... gelukkig meestal niet te vergeefs.
De winkels mogen nu ook tot 9 uur open
zijn en op straat kun je haast niet, door de
enorme menschmassa's beladen met pakjes,
je een weg banen.
Overal zie je verkleede kaffers in kleurige
pakjes ronddansen en er zijn zelfs heel mooie
Brieven uit Zuid-Afrika
Gedwongen,
doch prettige vacantiedagen
vn.
Alvorens ik nu vervolg met onze verdere
vacantiegenoegens de beschrijven, waarvan ik
die van den eersten dag reeds beschreef,
moet ik eerst een in Afrika veel voorkomen
de, doch voor ons Hollanders minder pret
tige gewaarwording beschryven.
Reeds vele malen hadden wy op armen en
lichaam 's morgens bij het ontwaken ver
schillende bultjes ontdekt, welke vreeselijke
jeuk veroorzaakten en bij veel wryven zooiets
«ls een witte vlek nalieten.
Bij navraag aan de misses van het boar-
dinghouse schreef deze dit toe aan gal of
muggenbeten en wij beschouwden dit dus als
normaal, doch den tweeden dag van onze
vacantie riep een onzer kameraden ons op
zijn kamer; hij had eenige kleine torretjes
gevangen, welke zijns inziens niets meer of
minder waren dan wandluizen.
Wy waren zeer verbaasd en wilden het niet
gelooven.
Wy zelf hadden in ons leven nog nooit
zoo'n exemplaar gezien en konden het feit
dus niet zuiver constateeren. Wy zeiden dan
ook: het zal wel iets anders zyn, want wij
hebben er bij ons op de kamer nog niet één
gezien. Wij durfden de missc3 er nog niet
over te spreken, daar wy bang waren, haar
misschien te beleedigen.
Het was de warmste tyd van het jaar en
dit soort ontuig schijnt zich in het bijzonder
dien tyd te ontwikkelen. Wij kwamen dan
ook gauw tot de ontdekking, na een paar
dagen, dat wij er ook niet vry van waren.
De bulten werden veelvuldiger en wy werden
zelfs uit den slaap gehouden.
Wy vonden het idee verschrikkelyk, daar
men in Holland zooiets enkel vindt in achter
buurten en vuile gezinnen.
Later is ons gebleken, dat dit in Afrika
niet zoo bijzonder is en het bij het huren van
een huis de gewoonste vraag van de wereld
is, of er geen wandluizen of in het Engelsch
„bugs" aanwezig zijn.
Dus trokken wy toch de stoute schoenen
aan en deelden de misses onze bevindingen
mede.
Deze loog ons voor; ze wist van niets en
zij had „er beneden geen last van, doch,"
zeide zij: „als het eerstdaags weer kouder
wordt, verdwijnen zij wel weer". Zoodoende
bemerkten wy, dat het voor haar een gewoon
verschijnsel was. Wij zeiden haar evenwel,
dat indien zij niet zorgde dat het huis gezui
verd werd wij genoodzaakt zouden zijn te
vertrekken, doch hierop was haar antwoord:
dat wy dan wel goed uit moesten kijken, want
dat de meeste huizen in Kaapstad er niet vrij
van waren.
Intusschen wisten wy toch ook niet, hoe
de zaak aan te pakken, want men had ons
verteld, dat als ze in de koffers of portret-
of schildery lij sten zaten, je ze onherroepelijk
in het volgende boardinghouse weer had en
dachten wij, dat het misschien beter was de
„zuivering" af te wachten.
Het scheen iederen dag wel erger te wor
den en het werd zelfs zoo erg, dat mijn
vriend en kamergenoot 's nachts naar bene
den ging en maar een brief ging zitten schrij
ven inplaats van slapen, wat voor hem on
mogelijk begon te worden. Ik zelf ïad geluk
kig niet zooveel last en sliep meestal na de
jacht weer spoedig in.
De lezer zal begrypen, dat het voor ons
onmogelijk was, daar nog lang te blijven en zoo
rypte reeds lang het plan om naar Johannes-
burg te gaan, in de wandeling kortweg Jo-
burg genaamd en het was voor ons misschien
niet de moeite waard om voordien nog te
verhuizen.
over. Indien men vrouw en kinderen hier
heeft verandert dat natuurlijk wel, doch er
zyn ook Hollanders, die hier jaren zyn en die
het zoo nauw niet meer nemen.
Om nu terug te komen op onzen tweeden
dag der vacantie. Na een verfrisschend bad
te hebben genomen, waren wij spoedig reis
vaardig en gingen de bergen in; vergaten al
spoedig de narigheden van dien morgen in
ons boardinghouse door het prachtige na
tuurschoon, dat daar was te aanschouwen.
Na eenige sterk klimmende straten te heb
ben doorgeloopen kwamen wij aan een weg,
die naar de bergen leidde, aan weerszijden
begroeid met zeer hooge hoornen, welke ons
met "»n aangename harclucht omringden.
Er zijn ook vele naaldboomen bij. De meesten
zijn ontdaan van bast of deze hangt er los
bij. Dat schijnt zoo hier de natuur te zijn,
maar voor ons is het haast onbegrijpelyk,
dat die boomen groeien en leven zonder bast,
daar deze toch volgens ons begrip de levens
sappen verkrijgen door middel van de schors.
Af en toe blijven wij even staan om vanaf
de hoogten van de mooie vergezichten te ge
nieten. Het is een genot die villabouw, die
hoog en Jaag tegen de bergen en verscholen
in het groen, te bewonderen.
Inmiddels steeds nooger gekomen, komen
wy aan een soort plateau, waar wij een
pracht gezicht hebben over den Indischen
Oceaan. Een indrukwekkende spiegelgladde
blauwe zee vertoont zich aan ons oog. Rond
om zyn vele gemakkelijke rustbanken, waar
wy gauw bezit van nemen, om wat uit te
rusten.
Het is zeer warm, het zoele zeewindje doet
aangenaam aan.
Het is hier een druk verkeer van bezoe
kers en de meesten komen per auto.
Spoedig maakt ook een icecreamman zijn
verschyning en wij doen een aanval op zijn
verfrisschend ijsje, doch moeten bekennen,
dat ze in Holland toch lekkerder zijn.
Na een rustpoos gaan wij weer verder en
hooger op bemerken wy vele kaffers tus-
schen de boomen, die aan het verzamelen
van dood hout bezig zijn, om hun gebruike
lijke vuurtjes te stoken, teneinde hun maal
te bereiden, (wat zij meestal doen in een leeg
benzineblik). Verder zijn er vele zwarten aan
het boomen kappen, welke gebruikt worden
voor mynstutten. De meer dunnere sparren
worderj gebruikt voor steigermateriaal en
stutten voor betonwerk.
FEUILLETON.
door Jan W. Jacobs
13.
En daarom volgde niemand minder dan
Lettie Fieberman den strijd, die zich binnen
korten tyd ontwikkelde tusschen het concern
van den woedenden millionnair MacLeslie,
tegen de belangen van de Neerlanda en haar
zustermaatschappijen! Op zijn ouden dag had
de millionnair zich in het strijdperk gewor
pen toen hem bleek met welk een hoon en
vex-bittering de vijand de onbekende
vyand, een mynheer Ribourdin, een aarde
werkfabrikant uit Holland, iemand die hij
heelemaal niet kende! tegen hem te velde
was getrokken. Hoeveel moeite hij ook liet
doen door de beste speurders en informatie-
bureaux, het gelukte hem niet te weten te
komen, wat die gek er toe gebracht had, juist
hém tot slachtoffer van zijn haat en tot
onderwerp voor zijn film te kiezen! In ieder
geval, hij zou van zich afbijten, hij zou het
dien knul betaald zetten om hem, den pionier
van de haarspeldenindustrie over de heele
wereld belachelijk te maken! En, als het
moest, zou hy de Neerlanda in den grond
boren...
Zoo onstond het proces MacLeslie-Ribourdin
dat vele landen in spanning hield en nog
meer reclame was voor de Neerlanda. Er
vormden zich twee partijen De Leslies en de
Ribourdins partyen die machtige interna
tionale tegenstanders werden, die in een
voortdurend proces gewikkeld waren en bleven
zoolang de massa zich by millioenen voor hun
wederzydsche producten interesseerde. Duizen
den hadden aandeelen in hun concerns, hon
derdduizenden waren in dienst van hun film
en bioscoop-maatschappijen', millioenen be
trokken bij alle aanverwante bedrijven... Het
proces Leslie-Ribourdin, dat eerst in alle lan
den de aandacht getrokken had als de ont
wikkeling van twee verschillende nieuwe
ondernemingen met geheel tegenstrijdige be
langen, dat proces had zich zoover uitgebreid,
dat het drommen menschen aan zich ver
bond, onafscheidelijk, omdat het hun levens
belang was geworden en omdat er steeds
nieuwe duizenden gereed stonden om op het
licht, op het betooverde geluid en de kleuren
pracht van hun producten af te komen
Dit alles wist de Zwerver, die rusteloos zijn
artikelen en verhandelingen tot gezondmaking
van de film opstelde en rondzond: de film
in dienst der menschheid, niet de menschheid
als betalingssubject in dienst van de film...
En dit alles wist en begreep ook Lettie
Fieberman, de beroemde productieleidster
van de Neerlanda... Ook zy las die artikelen
in een enkel blaadje, in een enkel tijdschrift,
dat door idealisten geleid en kleine groepen,
die de film wilden hervormen, gesteund werd...
En zij las en herlas ze, want ze bevatte be
kende klanken uit een ver byna vergeten
verleden... Het was haar of ze er naar luister
de, zooals een droomer bij avond luistert naar
een vogel, die hem ergens uit de verte met
zyn geluid schijnt te lókken.... Ze greep altijd
weer naar die artikelen; zonder er ooit met
Ribourdin over te spreken, zocht zij naar dit
soort verhandelingen en opstellen en probeer ie
als zij er even kans toe zag, in haar films te
laten zien, wat zij er van geleerd had... Maar
het verleden, dat zij in haar werk dacht ver
geten te hebben, kwam haar steeds duidelijker
voor den geest, en Lettie Fiebemian voelde,
dat zij moest oppassen, zich schrap moest zet
ten om niet terug te vallen in haar vroegere
moedeloosheid ,in haar vroegere verdriet... dat
zij niet de kracht zou hebben dit tweemaal te
beleven... Zij probeerde zichzelf terug te hou
den van de uitstapjes en tochten, die zij
maakte langs de havens en door de volks
wijken... Zij probeerde de kracht te vinden in
de serie foto's, die zij opnam van een schuit
die onder een brug dooi-gleed naar het groote
i*uime water, van de twee schooiertjes die
samen gingen visschen, van het kleine meisje
dat haar pop verpleegt op de trap van een
vuile binnenplaats o, en die duizend andere
meer; er zijn films bij, die laten zien hoe stee-
nen vervoerd, opgetast en greep voor greep een
steiger opgedragen worden hoe twee arbei-
ders zand kruien uit een schuit en hoe ze moe
in de rij staan voor een onoogelijk lokaal om
hun loon een portie soep in ontvangst
te nemen. Ze kon het niet nalaten dit alles op
te nemen; het was alsof ze het als een stille
boetedoening voelde tegenover al die weelde
rige amusements- en liefdesfilms, die het
publiek eischte en waarin de financiers hun
geld wilden steken... Altijd weer werden ze
getrokken tot deze levensfilms ze had het
gevoel als die werklooze man, waar ze eens
een film van had gemaakt. Die man. die na
eindelooze moeite eindelijk werk had gekregen,
werk, waarbij hij den geheelen dag als een
paard achter het orgel in een draaimolen moet
loopen, steeds maar in de rondte. In een zee
van muziek loopt de man j.iaar door om dat
eene punt. Telkens komen er andere menschen
en kinderen, lachende en schreeuwende ver
overen zij een houten paard, een schuitje of
een wagentje en laten zich in de draaimolen
rondzweven. En de man loopt en loopt, gebon
den aan den spil van het draaiorgel. En dan
droomt hy, dat zijn orgel plotseling verandert
in een zingenden toren, een ontembare veste,
die iedereen wil veroveren, die iedereen hem
benijdt; er zijn thans duizenden die zijn zin
gende toren willen veroveren... Maar eerst
moeten ze om de draaimolenspil. eerder kun
nen ze geen plaats in den toren verdienen. Ze
staan te dringen om aan den spil te mogen
loopen. Maar niemand i9 er meer noodig
er zyn geen liefhebbers meer voor de houten
juffrouw, die hier niet thuis hoorden, die ze
ker maar eens uit nieuwsgierigheid kwam
kyken, of ze hier net zulke mooie buffetten
en mahoniehouten tafels hadden als by haar
thuis.
Een orgeldraaier, die er verldeft van het
leven langs de straat uitzag, maakte de op
merking tegen zijn maat, dat je tegenwoor
dig met zulke visite op moest passen, ze
gunden je ternauwernood je bord snert met
je stukkie spek of je bruineboonen, ze stuur
den overal menschen op af, ambtenaren van
de steun of diakonie 't was allemaal net
eender! meneex-en en juffrouwen die be
taald werden om te controleeren of je je niet
in je blikkie verslikte. En als je thuis nog een
hemd in je kast had liggen ten minste als
je nog een huis had! schreven ze voor,
hoe lang je d'r nog mee toe moest. Wat hèm
betreft, hij had ze dóór als je zei, dat je
je nog kon redden, noteerden ze je al bezit
ter van een spaarbankboekje en als je zei,
dat je in een half jaar geen vleesch had ge
proefd, en maar eenmaal per week hier kon
komen vc-or een warm prakkie dan von
den ze, dat je nóg wel een half jaar mee kon
doen en... dat ze dan wel es zien zouden.
En boven deze laag, de stempelaars, met
en zonder kinderuitkeering, en de tewerkge-
stelden met of zonder toeslag van regen- of
vorstverlet.
Daarboven de werkloozen met uitkeering
van hun bond de nog voldoende, maar
langzaam afloopende uitkeering...
Én daarboven weer de millioen. die nog
werk hadden tegen werkverschaffingsloonen,
maar die „gelukkig" nog niet de schande van
het stempelen ondervonden hadden...
En heelemaal daarboven, de kleine groe
pen arbeiders, hoofd- en handarbeiders, die
nog goed betaalde ai-beid genoten.
Eindelijk kreeg je dan de in-regeerings-
kalfsleer-verguld-op-snee-arbeidersneen,
geen drbeiders. maar: ambtenaren:
Onwillekeurig bekeek Lettie Fieberman de
lange rij menschen met de blikken borden en
lepels aan de ruwhouten tafels.
Zij kon er niets aan doen dat ze film-
oogen had.
Film-oogen!
Met film-oogen zag je alle dingen, nieB
alsof jij alleen keek, maar alsof door jouw
oogen een zaal vol menschen ja, zalen vol
menschen! bij anderen naar binnen hun
binnenste-binnen keken.
Je kon met film-oogen ook heel ander*
kijken, dan zij nu deed vroeger had ze die
zelfde film-oogen gehad, toen ze nog in dienst
van de Union-Wox-ld was en later bij de Neer*
landia... Toen had ze onder regie van da
sensatie gestaan, van het vermomde bedrog4
van de vergulde misleiding en de opgedirkte
leugen! O, wat zou ze toen die Ribourdin met
zijn Neerlandia belangrijk gevonden hebben!
Met welk een vuur had ze hem geholpen in
zijn strijd tegen de Amerikaansche humbug
en tegen dat Leslie-concern...
Ze was besmet geweest.
Maar nu was het of er een floers van
haar oogen was weggetrokken, of ze nu paa
alles voor het eerst en helder zag, zonder al
die poppekast...
Maar het menschdom was nog besmet in
al zijn lagen. Als ze nu de massa ook een*
kon laten zien door haar film-oogen.
En als het dan ook besmettelijk werd..#
Maar een serum tegen deze besmetting
was ontzettend kostbaai', hier was veel geld
voor noodig geld als tegengif tegen geld
én veler medewerking. Dat werd een arbeid
van mens tegen mens. In de eerste plaats
moest je ze laten zien, dat Ribourdin en
Leslie met hun heele bende eenvoudig niets
anders deden, dan de helft omkoopen om t©
helpen de andere helft te verkoopen.
En als je ze d&t kon leeren zien, zou het
hun ook duidelijk kunnen worden, dat de
Ribourdins en de Leslies van het leven een
koopwaar hadden gemaakt! Ze langzamer
hand de verachting voor, de haat.tegen het
geld bij brengen, opdat ze bereid zouden zijn
het leven boven het geld te stellen, opdat ze
zouden leeren, dat het leven te mooi is om in
geldswaarde te worden uitgemeten. Opdat ze
dan eindelijk zouden leeren weigeren, zich'
langer door het geld de wet voor te late*
schrijven! (Wordt vervolgd.)