feestelijk Leven 'm •m Benauwd borst? dag 16 Juli 1938 VREUGDE op de De stem door de brievenbus Strijd om een doodenmasker Terlep's Drogisterij Tweede blad KIDESUr ASTOR „s?«(BEid en iV.WM ARBEIDS- Dinsdag de zaal. - •oot BAL ewerking vj èrccnvolgens zal ik de in het vorige i met de letters A.B.C.D.E. aangege- Jnten behandelen. van 6 JULI, I* 'cschiëdënis een voorstelling trach- syormwi van de menschelijke samen- cn in het Bijzonder van do rol, wel- Jarbéid daarin vervulde, dan treft hot dat de primitieve maatschappijen (do dprogramm of maasrefliappcn) arbeidsorganisa- >D versflSarcn. Dit kon ook mot anders. Want „rtasid kon door den enkeling ver- elc man Wanneer mi ons cenifre tientallen van •n terugdenken en ons aan de hand 'b t L, „,.c/.hiPdenis een voorstelling trach- 1 alle arbeid kon ligs nog gorden. Samenwerk,n* was in ve ia vertoonden onontbeerlijk. Voor liet vellen vrB ~.en voor bet maken van waterkeerin- Kaarten# j|ct j)es|rijden van groote roofdie- v had men elkaar noodig. Met natuurlijke ibevelend,f jV™vall „,1IS, dat ,r „een sprnkc kon KKE* an ceiiige minachting voor den ar- f minacliting komt oj). wanneer de 'lij ontstaat. Deze slavernij is een ge in den strijd, die gevoerd werd tus- jde horden (en later tusschcn dc en volken). De gevangenen kwa- bet bezit van de overwinnaars en gedwongen om te werken voor de ■s. Hierdoor werd de grondslag ge- 19 JUU jr een verandering in liet waardee- d optrede rdc('1 over dcn a,',)oi(1- De slaven allereerst gebruikt voor zwaren, en onaangenamen arbeid. En zoo inzelf het, onderscheid tusschen van arbeid geboren. (Terloops merk 0 iij op dat ook de vrouwen, de zwak- eeds spoedig tot werken werden ge- Wanneer dit onderscheid er een- groeit het uit tot een steeds verder erde verachting van den arbëifl. Er pen klasse van menschon, welke ■en arbeid gaat neerzien en alles h laaf doen. Dat zijn de „heeren". Zij veroverden zich macht en en vuiden hun leven met allerlei WT dingen: jacht, spel, feest en onder- (N X strijd om hoger in aanzien —ton, Ieder, die een weinig op de j«is van het. levcw van onze voorou- x GrQi)n vveten hoe graven, baronnen, groo- luU poine koningen, heeren en kasteelhe- Hhun tijd plachten door te brengen, uur. productieve arbeid werd niet door ïaar richt, daarvoor hadden zii hun on veil. lijfeigenen, slaven. Hun vrou- idorhlcrs zaten aan hel spinnewiel enden de prachtige borduurkunst; mnc zonen hadden hun jacht, hun fonturen, liun feesten en drinkgela- iorlda et rol J betlrijï muziek, biljart, '°„r smuziek. 'ELEN, NIED01 ;en's Wis r. 10 een: aevelend WEEI uit •ij dient, opgemerkt, te worden, dat Jcstand door de kerk. als verkon dig- ti bet evangelie, zonder protest werd rd. en niet werd veroordeeld. Tnto- neerde hem en leerde de eschikten om in hun lot te berusten, is duidelijk, dat deze. toestand moest lol een absoluut foutieve mccning en arbeid in het algemeen. En wij er ons dan ook niet over verbazen, ie adel verboden was ccnig handwerk- i liet glasblazen vormde hierop een ering) te verrichten, ten was iets, wat hun eer en aan- ma maatschappelijke positie niet ge- 5 /gc meening heeft zich zóó in gebu r- J, tfdat wij er nog voortdurend op stui- fcarbij is niet uit het oog te verliezen. /Jjlict gros der mcnschen de neiging bc- Vfoiu vooral de hoogcr geplaatsten na pen; zoodat, wanneer een vrije burgerij NES fint, wij ook bij haar de minachting den arbeid zien verschijnen. De rijke ?eJ'. de haiulelspatricicr schaamt zich 'dig evenzeer voor handenarbeid als de pre edelman. En deze schaamte is niet WIELEN ^.'Moeisel van tegenzin ten opzichte *t pn Klcham«iÜke inspanning maar van in- Kng op den mensch van een oud, bis- VIELENpel» geworden vóóroordeel, dat vreemd is 6 z,l'ver moreel gevoel. VIE1.E»F=- VIELEN P [JW1EM t rentf* dien last van U af door Sch?tiids Abdijsiroop te nemen. verlichting in den kortst mogelij- j6n tijd? Wilt Ge dat benauwde gevoel, dat ermatige fluimen doen ophouden, pleeg n ^eei) verzuim door te wachten en Uw 851 te, [en ontaarden in een of andere ivreesde kwaal. Nog zijn Uw organen ge- ul. v28 niet ziek worden door het met eKtekiemen beladen slijm. Weer op na v JK1 T1)28 de z>ekteaanval af. Zorg dat il I fL, j.818 d'e keI ademen bemoeilijkt, li I lliLl, jVenv1, erd Neem Abdijsiroop, die P den hoest, maakt Uw ademhalings- S. ShflJ? j*e j .9ezpnd, geeft Uw borst de weer- cro.rö d?.e deze noodig heeft en zal U SCHAJeer vrij, ruim en diep doen ademhalen. rda*#r flmon 90 cent en f, 1.50 B. Is liet eigenlijk niet erg dwaas, dat van arbeiders altijd als een aparte klasse wordt gesproken? En is liet niet het toppunt van dwaasheid, dat deze klasse als de laasrsle wordt beschouwd? Dit geldt in 't bijzonder van hen, die lichamelijken arbeid verrich ten, Trouwens aan hen denkt „men" in 't algemeen, als men van arbeiders spreekt. Intelleclueele werkers, ambtenaren en amb tenaartjes worden daartoe niet gerekend. Deze worden gewoonliik beoordeeld niet zoo zeer naar wat ze doen, maar naar wat zij verdienen. Zij vormen het groote leger der baantjesmcnschcn. Zij dragen geen wcrkklceren en hebben blanke handen; zij dragon een boordje en geen boezeroen. En zij zouden zich voor het meercndccl bclee- digd gevoelen als men hen indeelde bij dc arbeidersklasse. En weet gii, wat het allergekste is? Dat de arbeider-zelf zich in den regel een min derwaardige gevoelt. In hem leeft niet het sterke bewustzijn, dat zijn arbeid het leven mogelijk maakt. Wanneer hij eerzucht en energie bezit, zal in de moeste gevallen de ze energie worden gebruikt om zich boven het „arbeider-zijn" uit te werken en lukt hem dit, dan zal hij niet trots verklaren, dat hij „maar" als arbeider is begonnen en liet tot „lieer" heeft gebracht, dat hij niet meer behoeft te werken, dat hij lekker „binnen" is. En liet dringt geen oogcnblik tot hem door. dat hij daarbij zijn maat schappelijke waarde heeft verspeeld. Dat dc gemiddelde arbeider leidende is aan een soort van minderwaardigheidsge voel blijkt b.v. heel duidelijk uit liet feit, dat hij huiverig is om in groote winkels of voorname eafé's of restaurants binnen te gaan. I-Iij voelt zich daar misplaatst tus schcn de heeren en dames. Doet - hij liet toch, dan wacht hem soms ook een pijnlijke ervaring. Zoo vertelde mij eens een vriend arbeider, hoe men hem eenvoudig niet be diende, toen hij (het was in liet Gooi) een zeer 'gerenommeerd hotel-café bezocht. De kelner (ook een arbeider!) nam niet. de minste notitie van hem, liet hem stil zitten. Dit zal waarschijnlijk gebeurd zijn op last van den eigenaar, die alleen „net" publiek in zijn zaak wcnschtc. Maar voelt ge niet welk een hoon dit was voor den „mensch". die in dezen arbeider leefde? C. Parasiet is een oorspronkelijk Grickseli woord en bctcckcnt letterlijk iemand, die aan de zijde van anderen meeëet. In het oude Griekenland werden met dien naam aangeduid de helpers der priesters, die op staatskosten werden gespijzigd. La ter spreekt men van parasieten in verach te! ij ken zin en bedoelt daarmede dan dat soort van mcnschen, dat zich er op toe legt deel te nemen aan maaltijden van anderen rn in ruil daarvoor zich allerlei vernederin gen en plagerijen moest laten welgevallen. In de botanie (de plarttêhlvUilde) heeft men liet woord parasiet overgenomen om liet te gebruiken voor dat soort van planten (zwammen' paddestoelen, mossen), welke woekeren op andere gewassen, bij voorkeur op hoornen en struiken. Het eigenaardige van deze. parasieten is dus, dat zij bestaan van de voedingssap pen, welke zij onttrekken aan dc gewassen, waarop zij leven. Maar zijn er in onze samenleving niet tal loos vele mcnschen, die in het geheel niet werken (om iedere verkeerde opvatting 1e voorkomen leg ik er den nadruk op, dat. hier bedoeld wordt productief werken, dus bet verrichten van arbeid, waardoor stoffe lijke en geestelijke goederen worden voort gebracht) en die tóch leven? Zijn dit dan geen zuivere parasieten? Zii zijn in twee groepen te verdoelen. De eerste croon is parasitair uit bittere, harde noodzakelijkheid: haar arbeid wordt niet gevraagd: haar kracht is overbodig in liet productieproces. En bet is wel een zeer scherpe veroordeeling van onze hedendaag- srhc maatschappij, dat deze groep millioc- nen mcdcmenschon omvat. Hun leven is somber en troosteloos en fnuikend voor elk gevoel van monschcnwaarde. Als ik voorbij een stempellokaal loop en de sjovele steuntrekkers aanschouw, voel ik altijd iets van stekende pijn in mijn bin nenste, dan stuwt in mij. op een felle aanklacht tegen de wereld, waarin in leef. gedoemd lxm te leven; een wereld, die me hindert door haar onrechtvaardigheid, lief deloosheid, wreedheid, leugen en huichela rij. En dan vraag ik mijzelf af wat er torli moet omgaan in het gemoed van den bc- wust'-Icvendcn*, denkenden mensch, die werken wil en werken kan, die beschikt over goede spieren en een helder hoofd en die niettemin zijn hand moet ophouden om een gave te ontvangen. O. die schrijnende gedachte: te worden gedwongen tol een parasitair bestaan, omdat de wereld je kracht niet noodig heeft, omdat er geen winst uit je te halen is! De tweede groep wordt gevormd door hen. die in slaat zijn om te leven en dikwijls zelfs zeer rijk en wcelderic te leven zonder dat zij eenigen productieven arbeid verrich ten. Het zijn de mensehen, die, zooals men het gewoonlijk uitdrukt, leven van hun geld, van hun kapitaal. (Wij kunnen hier toe eveneens rekenen de vele duizenden, die baantjes vervullen, welke alléén bestaan baar zijn in deze dwaze wereld en de no.c- maas vele duizenden, die arbeiden in vol komen overbodige of schadelijke industrie ën. Ik zal hierbij niet in bijzonderheden treden. Dc verstandige lezers begrijpen waar ik op doel). Ik kom hier op gevaarlijk terrein en vrees daarbij voor misopvatting. Daarom begin ik met de verwachting uit te spre ken, dat men zal trachten zoo onbevoor oordeeld mogelijk te zijn en iedere per soonlijke overweging uit Ie schakelen. Want onwillekeurig en haast onbewust is ieder een geneigd om zijn eigen leven goed Ie praten. En het gaat hier niet om het eigen leven, maar om wat wuAr en zedelijk góéd genoemd moet worden. De waarheid is nu, dat wie alléén leeft van zijn geld zonder productieven arbeid te verrichten als parasiet is te beschouwen. Daarbij kan hij een allerbeminnelijkst mensch zijn, een groot filantroop; hij kan op duizend verschillende manieren goed doen en anderen helpen: hij is en blijft niettemin iemand, die leeft ten koste van de gemeenschap, omdat hij noch stoffelijk nog geestelijk iets aan die gemeenschap schenkt. Immers: wat hij b.v. aan geld wegschenkt is eerst door hem aan. dc ge meenschap ontnomen. Ais ik dit neerschrijf, bedoel is daarmede niet een aanklacht tegen menschen, maar tegen een economisch stelsel. Dit stelsel dwingt tot parasitisme, omdat liet noodzaakt tot het zoeken van bestaans zekerheid. Ncmeil wij bijvoorbeeld iemand, die geen betrekking of ambt vervult, waaraan op zekeren leeftijd een pensioen is verbonden: een dokter. Daar komt een tijd, dat hij niet meer de kracht bezit om zijn dikwijls af mattende werk te verrichten. Hij is ver plicht om over te houden, weg te leggen voor den ouden dag. Wanneer hij „rus tend" geneesheer wordt, moet hij verder kunnen leven van het kapitaal, dat hij zich verworven heeft. Een kundige dokter, die voldoende praktijk heeft zal hiertoe ook gewoonlijk in staat zijn en wel niemand zal liet hem misgunnen. (Hij kan ook een verzekering sluiten, wat op hetzelfde neer komt). Maar hoe staat hot met een „arbeider"? Hij werkt op den akker of in de fabriek. Hij helpt daardoor mee aan het voortbrengen van voedsel of andere bcnoodigdheden voor de gemeenschap. Ook voor hem komt de tijd, dat hij moet rusten; zijn krachten raken op geteerd. Hem is het echter niet mogelijk een kapitaal to vergaren, waarvan hij zijn laat ste levensjaren kan leven. Zijn toekomst is donker. Vader-staat is echter barmhartig! Hij krijgt ouderdomsrente! Er is voor hem gezorgd: zijn levensavond wordt verhelderd door enkele guldens per week, juist genoeg om niet in de grootste ellende te leven en ééns in het jaar een tochtje voor ouden van dagen. Acl'i, ik stel dc goede bedoelingen van medelijdende mcnschen, die den oudjes een prelligen dag willen bezorgen op hoogen prijs en ik zie graag dc glundere oude wer kersgezichten. als zij een keertje echt uit zijn en getraclcerd worden en het ontroert me altijd als ik later hun dankbetuiging in do krant lees. Maar is het niet zielig, dat. een werkersleven zoo moet eindigen? Ik weet heel goed, dat het. onmogelijk is in een ommezientje onze samenleving te her scheppen en dat er een ontzaglijke verande ring van inzicht noodig is, vóór dit kan ge beuren, moet echter niet ieder weldenkend mensch gevoelen, dat wij hebben te gaan in de richting van een maatschappij, waarin het parasitisme is uitgeschakeld? Met een enkel woord wil ik aangeven hoe, naar mijn diepste overtuiging een maat schappij behoort te zijn ingericht: Ieder ar beidt mede, liet zij lichamelijk, hetzij geeste lijk, aan de voortbrenging van wat de menschheid behoeft; daarbij wordt elke ar beid gelijkwaardig geacht, ieder heeft recht op zijn aandeel van het door aller samen werking voortgebrachte; wanneer dc tijd ge komen is dat zijn krachten verminderen, dat li i j invalide of oud is geworden, dan blijft hij niet als een begenadigde verder rustig voortleven maar als een rechthebbende, die OP DEN UITKIJK. mede geniet van alles wat de collectieve ar beid heeft voortgebracht en door jongere krachten blijft voortbrengen. En men moet eens trachten zich een voor stelling te maken, hoe in zulk een maat schappij het leven aan schoonheid zal win nen en arbeidsvreugde dc plaats zal innemen van arheidsonlust, omdat men weet, dat op den arbeid niet meer kan worden geparasi teerd. Als ik mij in deze gedachte verdiep, wordt 't mij vaak wonderlijk te moede cn dan rijst altijd weer de vraag bij me ophoe komt 't toch dat: niet alle menschen dien weg op wiljen, beseffen zij dan niet, lioc alle voorwaarden voor een goed harmonisch le ven aanwezig zijn? En ik weet op deze vraag slechts één ant woord te geven: dc groote meerderheid ge looft niet in de mogelijkheid van een recht vaardige maatschappij, omdat zij dc bestaan de werkelijkheid in overeenstemming denkt te zijn met liet diepste wezen van den mcnsch-zelf. En dit is het juist wat ik ont ken; niet omdat, ik het wil ontkennen uit vrees mijn illusies te verliezen, maar om dat ik het moet ontkennen op grond van dat diepste wezen van den mensch, in wien dc gemeenschapszin onuitroeibaar geworteld is cn dc drang naar redelijkheid leeft. D. Dat tegenwoordig arbcidsschuwheid bestaat, is verklaarbaar omdat, zooals ik in het vorige artikel reeds schreef, zooveel ar beid niet vrijwillig is gekozen en buitendien vaak zéér karig wordt beloond. Maar is 't niet merkwaardig, dat zij die niet behoeven te werken om in hun onderhoud te voor zien, zich dikwijls tot liet uiterste inspan nen, b.v. op het gebied van sport? Dat. is dc behoefte aan actie bij den gezonden mensch. Menige deftige dame zou zich heel wat prettiger gevoelen en geen last hebben van allerlei zenuwkwaaltjes, als zij flink aanpakte in de huishouding of ander werk deed en zich wist te verheffen boven de conventie van haar stand. En vele heeren zouden zich een dienst bewijzen, wanneer zij een paar uur per dag gingen spitten of timmeren enz. Ik hoorde juist een paar dagen geleden nog van een heer. diexzenuw- ziek dreigde te worden, omdat hij niets te doen had. En men kan toch niet eeuwig bridgen of biljarten. Ik denk hierbij aan het bekende woord „lediggang is des duivels oorkussen". Om de verveling te ontloopcu komt men tot het zoeken van afleiding, van emotie, van prikkelingen cn tot vertroebe ling van zijn gedachtenlcven. Arbeid is hier de ccnigc remedie. E. Ja, stelt, u zich eens voor dat werkelijk door een wonder plotseling al het geld (en alle waardepapieren zooals effecten, obliga ties, hypothcckhcwijzen) verdwenen. Zouden wij dan niet verder kunnen leven? Men zegt immers altijd, dat je zonder sx-Id niets beginnen kunt in de wereld! Maar, lieve menschen, als het geld verdwe nen was, dan hadden wij toch nog de bo dem, die ons het voedsel verschaffen moet; de kracht om te arbeiden; de hersenen om te denken; de techniek, die ons van duizen den dingen voorziet; de schoonheid Aan de, natuur; het genot van de kunst; den rijk dom van de wetenschap; het vermogen om uit dc grondstoffen ontzaglijke voorraden to scheppen. Wat zouden wij dan feitelijk missen? De macht om te hecrschcn en te parasiteeren. Maar dit gemis zou een niet hoog genoeg te schatten winst blijken te zijn. ASTOR. Een griezelhuis in Kent. - Vrou wen lieten haar doode moeder drie maanden op bed liggen. De politie heeft zich Woensdag toegang verschaft tot een huis te Burchington in Kent. waar sinds 1U07 de wed. Ward woon de met twee ongetrouwde dochters. De vrou wen waren zeer zonderling cn hadden zich volmaakt van de buitenwereld afgesloten, aldus dc N.R.Ct. Zelfs de meid, die sinds jaren in hun dienst was, had hen nooit gezien; zij sloten zich op in een van de ka mers, als het meisje aan liet werk was. Uit gaan deden dc vrouwen heel weinig. Zij maakten wel eens wandelingen, of in den beginne ook' wel fietstochtjes, maar altijd midden in den nacht. Met bezoekers en leveranciers praatten zij uitsluitend door de brievenbus. Daardoor gaven zij ook den winkeliers dc cheques ter be taling van hun leveranties. Iemand keek door het raam Het huis had in deze dertig jaren dc nieuwsgierigheid opgewekt van de bewo ners van liet dorp. die natuurlijk altijd trachtten iels te zien van wat er binnen woonde. Woensdag zag iemand door het i-aam van een kamer aan den achterkant van liet huis, waar hij herstellingen moest verrichten, een lijk op bed liggen. Ilij waarschuwde de politie, die vergezeld van een dokter, zich toegang tol liet huis ver schafte. Het bleek, dat de weduwe, die 84 jaar oud was geworden, drie maan den geleden was overleden, de doch ters hadden hun gewone leven voort gezet zonder melding te maken van het overlijden van de oude vrouw, •en hadden het lijk rustig op bed laten liggen in de achterkamer. De politic heeft het huis verzegeld en dc beide dochters, natuurlijk ook al vrou wen op leeftijd, in het dorp voorloopig onder dak gebracht. Geen Eng els ch doklcr mocht het lijk van Napoleon beroeren. Dooilenwacht nam in het ge heim een masker af. In liet Napoleontische Museum te Rome zijn momenteel drie doodenmaskers ten toongesteld, omtrent welker echtheid zwaar gedebatteerd wordt in toonaangevende geleer denkringen aldaar. Het eerste werd afgeno men door de behandelende artsen v. Napo leon, Bonton en Antonmarchie, cn is alge meen bekend als hèt „klassieke." Het twee de is eigendom van graaf Pasolini, in wiens bezit liet in 1894 overging, afkomstig van de erfgenamen van den Napoleontischen ge neraal Lechi. Het derde, dat eveneens uit privaatbezit stamt, zou genomen zijn door een anderen bcbandclenden dokter van Napoleon, dr. Arnott. Aan de echtheid van het masker van dr. Antonmaivhi twijfelt practisch niemand, aldlis de Msb, Men weet, dat dit ongeveer 10 uur na den dood werd gemankt, d.i. op een tijdstip, toen het ontbindingsproces al was begonnen. Daarentegen twijfelt men wel aan de echtheid van het masker van graaf Uasolini, dat heimelijk in den nacht van G—7 Mei genomen zou zijn door dc doodenwacht, die, bij gebrek aan gips, een mengsel van zijdennapier en melk gebruikt zou hebben, waaruit de ruwe oppervlakte van het masker verklaard wordt. Maar het meest loopen de meerlingen uiteen be treffende het derde masker, dat dr. Arnott O vertollig haar op gezicht, armen en heenen verdwijnt onmiddellijk door DULMIN ONTHA- RINGSCRÊME. Volkomen onschadelijk. Prijs per tube 75 cent. Hoogzijde Schagen den 5den Mei, dus kort na het. afsterven van Napoleon, zou hebben gemaakt. Napoleorïs verbod. Het mcerendeel der geleerden beschouwt dit masker als authentiek, cn verklaart het „jonger" uitzien (in tegenstelling niet het bekende masker van Antonmarchi) uit het feit, dat dit masker veel vroeger werd ge nomen. Men wijst er in het bijzonder op, dat de keizer tien dagen vóór zijn dood verboden had, dat een Ehgelsche dokter zijn lijk zou beroeren: alleen voor dr. Arnott die in hooge mate het vertrouwen van Na poleon had weten te winnen, werd een uitzondering gemaakt. Daarom werd hem ook dc leiding van de eerste doodentvacht opgedragen, die dr. Antonmarchi op 7 Mei van hem overnam. Waarom zon Arnott de ze gelegenheid niet hebben gebruikt, om een afdruk te nemen? Tegenover degenen, die het. masker als een vcrvalsching willen kenmerken, wórdt als argument aangevoerd, dat het reeds bekend is sinds 1855 en dat liet onregelma tigheden vertoont in de gelaatstrekken, zoo als men die slechts vindt bij levende men schen of kort na den dood. In ieder geval zou waarschijnlijk geen kunstenaar op het idee zijn gekomen, deze nauwelijks her kenbare verschuivingen der spieren in zijn werk ten uitdruk te brengen. Naar aanleiding echter van dit meenings- verschil. overweegt de museumdirectie de mogelijkheid, gezien het feit, dat zich zoo wel te Londen als te Cannes nog afdruk ken bevinden van dit exemplaar, deze afdrukken naar Rome te brongen, om een onderling vergelijk mogelijk te maken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 5