RADIO
VAN
f ©©13
EL
n
Argcniijosche polders voor
Nederlandschc boeren
„Bombardement helpt
zenuwlijders ontdekken"
STEN.
wij
van
is
hling,
GEN,
ider
?er,
1.5*
1.25
r,
DOOR
EDGAR R I C E
bUrroughs i
I
No. 58.
Na Meriem te hebben verkocht vroeg het
opperhoofd aan de nieuwe meester van het
meisje, of zij zijn dorp de volgende morgen
vroeg wilden verlaten. Hij vertelde hen van
haar wilde makker, die haar zeker zou trach
ten te bevrijden. De Zweden hadden geen aan
maning nodig om zich naar het land van de
Sheik te begeven. Zij verheugden zich in ge
dachten al over het goud, dat zij zouden ont
vangen voor de lieflijke prijs, die hun pad had
gekruist. Zij liepen twee dagen achtereen. Ge
durende deze moeilijke tocht door de uitge
strekte Afrikaanse hoogvlakten, liet Malbihn
zijn ogen gaan over zijn mooie gevangene.
Zijn wens om haar voor zichzelf te behouden,
kreeg de overhand over zijn zucht naar geld.
De vierde avond sloegen zij een kamp op.
Meriem begon de hoop op te geven. Waarom
kwam Korak niet naar haar toe? Ze werd
tot ongeveer middernacht alleen gelaten toen
Malbihn haar tent binnentrad.
Als een dier in de val kroop Meriem van
kon smoren. Maar Malbihn was groot, reus-
de man weg. Ze zag zijn handen zich als klau
wen kromden om haar te grijpen; hoorde zijn
snelle ademhaling. Toen gilde zghard en
schril, eens, tweemaal, driemaal, voordat Mal
bihn de tent kon doorkruisen en haar kreten
kon smoren met zijn brute kracht. Zij vocht
wanhopig met hem. Onder haar zachte, meis
jesachtige vormen had ze de spieren van een
jonge leeuwin. Maar Malbihn was groot, reus
achtig sterk en hij was brutaal. Langzaam
overwon hij het meisje, dat steeds zwakker
werd door de vingers, die haar keel dicht
knepen. Haar gegil had Jenssen wakker ge
maakt. Daar hij zijn makker al lang niet ver
trouwde, begreep hij onmiddellijk wat er
gebeurde. Met een verwensing trad hij uit zijn
tent. Ver in "de jungle had een ander heel vaag
de kreten gehoord en begon hard te rennen.
int
de
et eenl
Twee Hollandsche ingenieurs
zullen bedijking aan de oevers
van den Rio de la Plata voorbe
reiden.
Tusschen de Regeering van de Argenlijn-
gcha provincie Buenos Aires en een Nedcr-
iandsche groep van financiers en uitvoer
ders is naar WÜ vernemen overeen
stemming bereikt inzake het in studie ne
men van een omvangrijk project, hetwelk
zoowel uit een oogpunt van werkverruiming
als ook wegens de daarop aansluitende ge
legenheid tot kolonisatie met Nederland-
sche boeren voor onze volksgemeenschap
van groote betcekenis mag worden geacht.
Het betreft een uitgestrekt aanslib-
bingsgebied langs den benedenloop
van de Parana-rivicr, den hoofd
stroom van den Rio de la Plata. Deze
i,g. „delta" kan in menig opzicht
I vergeleken worden met ons eigen ri-
j' vierenland cn cilandcngebicd. Thans
zullen onder auspiciën van de N. V.
I Grondverbetering- en Ontginning-
I maatschappij (Grontmij) twee Ne-
derlandsche vaklieden, t.w. een land-
j bouwkundig cn ccn waterbouwkun
dig ingenieur, ter plaatse een vol-
ledig onderzoek gaan instellen, het-
I welk in geval van gunstige bevin
dingen zal worden uitgewerkt tot
een programma van tenuitvoerleg
ging.
In het kort samengevat zal dit onderzoek
Behelzen den aard en omvang van de bedij-
j kings- en andere waterbouwkundige werk-
zaamheden, alsmede de cultuur-technische
voorbereiding, benoodigd om deze landerijen
gereed te maken voor een intensief agrarisch
bedrijf, waarin wellicht de hoofdplaats zal
toekomen aan veeteelt en zuivelbereiding.
De bezetting der landerijen.
In den loop van deze onderzoekin
gen zal geleidelijk blijken, welke fi
guur de meest geschikte zal moeten
heeten voor de eventueel daarop vol
gende uitvoering der vereischte werk
zaamheden, resp. de bezetting der
aldus veredelde landerijen door een
vakkundige bevolking.
Reeds thans kan worden bericht, dat dit
initiatief zich verheugen mag in de warme
belangstelling van alle Nederlandsche in
stanties, welke met eenigerléi aspect daar
van in aanraking komen. Te gelegener tijd
zullen van bevoegde zijde nadere mededee-
lingen worden verstrekt nopens de bevin
dingen, welke van lieverlede zullen worden
opgedaan.
Een nadere uiteenzetting omtrent de hier
te verwachten mogelijkheden kan reeds bin
nenkort tegemoet gezien worden.
Solliciteeren bij Defensie
overbodig
Hoewel reeds enkele malen ter algemeene
kennis werd gebracht, dat het dienen van
verzoeken om plaatsing, hetzij bij het de
partement van defensie, hetzij bij de ver
schillende onderdeelcn van het leger, volko
men overbodig is, omdat voor zoover nog be
hoefte aan personeel bestaat, daarin wordt
voorzien door plaatsing van capitulantcn,
wachtgelders, e.d. worden nog steeds tal van
verzoeken bij Tiet departement ingezonden.
Daarom wordt nogmaals nadrukkelijk me
degedeeld, dat sollicitaties niet in behande
ling kunnen worden genomen en dat alle
daarmede verband houdende verzoekschrif
ten onbeantwoord worden gelaten.
Wat in naam van de rassenleer
door een Dultsch officier beweerd
wordt.
De „Nederlander" (C.H.) wijst op een ver
taling,, die de „Nieuwe Koerier" geeft van
een artikel in het „Archiv für Biologie und
Rassenlehre der National Sozialistischen
Deutschen Arbeiterpartei".
Het artikel is van de hand van een offi
cier en draagt tot titel: Het nut van lucht
bombardementen gezien van het standpunt
der rassenkeur en der sociale hygiëne".
In vertaling citecren wij:
„De sterkst bevolkte stadswijken zullen
van de luchtbombardementen het meeste
te lijden hebben. Deze wijken worden door
arme lui bewoond, die een leven zonder
succes hebben geleid. Onterfden der ge
meenschap, die men op deze wijze kwijt
zal raken.
De explosie van bommen van een
of meer ton zal buiten materieele
schade absoluut zeker talrijke ge
vallen van waanzin veroorzaken. Lie
den met een slecht zenuwgestel zul
len een bombardement niet uithou
den. Zoo zullen de bombardemen
ten ons helpen zenuwlijders te ont
dekken en hen uit 't sociale leven
uit te delgen. Zoodra deze zieken
ontdekt zijn, behoeft men ze slechts
nog te steriliseeren, en de rassenkeur
wordt er door bevorderd."
Veel behoeven wij hieraan, aldus de „Ned"
niet toe te voegen.
Het woord verdierlijking, is niets te sterk
doch veeleer te zwak om de mentaliteit, die
uit het gegeven citaat spreekt te kenschet
sen.
Iets menschelijks is immers in dit geschrijf
niet meer te vinden.
Wij vergeten niet, dat dit artikel verscheen
in een land, waar niets van de drukpers
komt, dat den autoriteiten niet welgevallig
is.
Autoriteiten, die van oordeel zijn, dat hun
land „recht" heeft op koloniën. aldus het
blad.
Noodlanding karfeeringsvliegfuig
Piloot licht gewond.
Het twee-motorige Havilland Dragon-
vliegtuig, dat de K.N.I.L.M. gebruikt voor
karteeringsopdrachten, de PK—AKU, welk
vliegtuig op weg van Soerabaja naar Ce-
lebcs, voor de uitvoering van fotografische
opdrachten, keerde, toen het boven de Kcn-
gean-archipcl vloog, naar Soerabaja terug,
in verband met het terugloopcn van den
oliedruk bij een motor.
Aan de noordkust van Madoera besloot
dc piloot, de heer Fritz, een noodlanding
te maken, aldus dc N.R.Crt. Hierbij is het
toestel beschadigd. De heer Fritz werd licht
gewond en is ter observatie in het zieken
huis te Smapang opgenomen. De boordwerk
tuigkundigc, de heer van der Putten bleef
ongedeerds
Voortvluchtige dochters
Radio verspreidde het signale
ment.
Twee Haagsche meisjes van 16 en 17 jaar
liepen Zaterdag van huis weg. De politie,
door beider ouders ingelicht, verspreidde
haar signalement door de radio en kreeg
Maandagavond bericht uit Antwerpen, dat
de meisjes daar waren.
De ouders zijn nog dienzelfden avond per
auto naar Antwerpen gereden om hun
dochters af te halen.
Tijdens waterpolo-kamp
verdronken
Slachtoffer leed aan toevallen.
Maandagavond omstreeks acht uur is in
het bad van de zwëmvereenigmg „De
Steur" aan den Zwolscheweg te Kampen de
ongeveer dertigjarige K. Leeuw, tengevolge
van een toeval onder water geraakt en
verdronken.
liet ongeval geschiedde tijdens een on
derlinge» polo-oefenwedstrijd op het mo
ment, dat de partijen van doel verwisselden
Dientengevolge werd niet bemerkt, dat het
slachtoffer onder water bleef. Nadat de
partijen zich wederom hadden opgesteld,
werd hij vermist. Na ongeveer een half uur
dreggen en duiken werd het lichaam van
L. door een der leden naar boven gehaald.
Kunstmatige ademhaling mocht niet
meer haten.
Drenkeling kon het touw
niet grijpen
Vele malen doken soldalen naar
den ongelukkig en pontonnier.
Gistermorgen was een detachement pon
tonniers nabij Bcusichem bezig met het
leggen van 'n schipbrug over de Lek. Hier
bij is een ongeluk gebeurd, tengevolge waar
van de 25-,jarige pontonnier J. J. de Jong uit
Amsterdam is verdronken.
Door het uitschieten van een haak, gleed
de Jong van boord. De sterke stroom
sleurde hem direct mee en hoewel de mili
tairen. die het ongeluk voor hun oogen za
gen gebeuren, hem touwen toewierpen,-
slaagde het slachtoffer, dat niet kon zwem
men, er niet in deze to grijpen.
Inmiddels waren reeds eenige soldaten te
water gesprongen. Vele malen doken zij,
doch helaas mocht hot hun niet gelukken de
Jong te vinden.
De rijksbakenmeester en de militairen
hebben geruimen tijd de rivier afgedregd.
Tot nu toe echter is het lijk nog niet ge
vonden.
In waterput gestikt
Vreeselijke lot van een arbeider
te Bussiim.
Gisteravond is een arbeiders, terwijl hij,
op het terrein achter den Rijksweg te Bus-
sum, waar kazernes in aanbouw zijn, be
zig was met het plaatsen van betonnen
ringen in een in aanbouw zijnden waterput
onder zand bedolven geraakt. Blijkbaar slo
ten de ringen niet goed op elkaar. Een op
zichter, die aan den rand van den put
stond, alarmeerde hulp, doch men durfde
niet in den tien meter diepen put af te da
len, daar nog voor verschuivingen werd
gevreesd. Het zand werd zoo vlug moge
lijk met emmers naar hoven gebracht, doch
toen het hoofd van den arbeider, den 26-ja-
rigen H. Vos uit Blaricum, was bevrijd,
bleek het slachtoffer reeds te zijn overle
den.
Mijnwerkers door het
water verrast
Veertig slachtoffers in Korea.
In Noord Korea hebben hevige regens
talrijke overstroomingen veroorzaakt. Ten
gevolge van het breken van een dani is liet
water een steenkolenmijn bij Kaigando bin
nengedrongen, waardoor meer dan veertig
mijnwerkers werden gedood of ernstig ce-
wond. Door het instorten van huizen zijn
tien personen om het leven gekomen, talrij
ke spoorlijnen en telefoon-verbindingen zijn
verbroken.
PROGRAMMA
DONDERDAG 18 AUGUSTUS 1938.
Hilversum I. 1875 m.
AVRO-Uitzending.
8.00 Gramofoonmuziek (Om 8.15 Berichten),
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Omroeporkest en solist.
12.00 Alfredo Spezialetti's ensemble. (Om
12.15 Berichten.;
12.45 Secco's Gitano's.
I.15 Vervolg van 12.00.
2.00 Declamatie.
2.20 Kovacs Lajos' Orkest en soliste.
4.00 Voor zieken en thuiszittenden.
4.30 Pianovoordracht.
5.00 Voor de kinderen.
5.30 Gramofoonmuziek.
6.30 Sportpraatje.
7.00 Orgel en viool.
7.30 Het Wiener Maxim-kwartet.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
S.15 Kovacs Lajos' Orkest m.m.v. soliste.
9.15 Inleiding volgende uitzending.
9.30 Uit Salzburg: 3de acte opera „Falstaff".
10.15 Gramofoonmuziek.
11/Berichten ANP, hierna Bert van Dln-
teren's enesemble.
II.35—12.00 The Jolly Britanneders.
Hilversum H. 301,5 en 415.5 m.
8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO.
2.00—12.00 NCRV.
8.009.15 Gramofoonmuizek (Om 8.15 Ber.);
10.00 Gramofoonmuziek.
10.15 Morgendienst.
10.45 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-Orkest en gramofoonmuziek.
2.00 Gramofoonmuziek.
2.30 Trioconcert. In de pauze: Gramofoon
muziek.
3.45 Bijbellezing.
4.45 Gramofoonmuziek
5.00 Handenarbeid voor de jeugd.
5.30 Zang en piano.
In de pauze: Gramofoonmuziek.
6.00 Gramofoonmuziek.
6.30 Vervolg concert.
7.00 Berichten.
7.15 Boekbespreking.
7.45 Reportage.
8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Ber.
8.15 Orgelconcert.
9.00 Causerie t,Christelijke Nationale Werk
mansbond en het platteland".
9.30 Gramofoonmuziek.
10.00 Berichten ANP.
10.05 Kamerorkest „Ars nova et antiqua"..
In de pauze: Gramofoonmuziek.
11.25 Gramofoonmuziek.
11.5012.00 Schriftlezing.
Gr*
:hem
E
AARlt
vedstré
ngelw
ks bat
iz,, 3.
sci
i post
12
F E U 1 L L E TON.
tilli
ETHEL M. DELl
Toen kwam de rust eindelijk over haar en
vermoeid legde ze haar hoofd op het kussen,
naast dat van haar kind. Ze verzonk in half
wakenden, half slapenden toestand en nog
eens weer, evenals jaren geleden, kwam een
rtem tot haar, een stem. die ze uit duizenden
zou herkennen en die ze zoo innig liefhad.7.
„Molly mjjn Molly ik ben niet dood
ik kom terug
Vergeefs trachtte ze te antwoorden; ze
voelde zich gskoud worden en machteloos
verzonk ze in een diepen slaap.
Heel in de vroegte werd ze wakker, hui
verend en heelemaal stijf. Verbaasd keek ze
om zich heen en zag toen haar kleinen jongen
op het kussen, zijn oogen met de lange wim
pers gesloten en een heerlijke, gezonde kleur
op zijn wangen. Ze wilde hem kussen, maar
ze was bang hem wakker te maken.
■hJi zacht stond ze op en sloop naar haar
cl, Daar zag ze haar taschje liggen op de
wer stalc iets wits uit een zïjvakje
ti, P tselill8 kwam de herinnering. Uit de
Wch, die ze zelden gebruikte, haalde ze een
enveloPPe die haar, eeuwen
g leden, naar het haar toescheen, in de hall
an een New-Yorksch hotel was overhandigd
K veel te gehaast geweest en
dacht. 26 niCt meer 8311 den brief £e"
Ze kroop onder de dekens en bij het licht
van de schemerlamp naast haar las ze:
„Lieve Molly, (je hebt gezegd, dat ik je
zoo mocht noemen)
Nu je «eenmaal aan land bent en midden
in het drukke leven eener Amerikaansche
stad, zal mijn werk je misschien niet meer
zoo hevig interesseeren als aan boord.
Maar toch wil ik je graag op de hoogte
houden.
De operatie is heel goed geslaagd en ik
heb alle hoop dat mijn patiënt weer een
prachtige, gezonde kerel zal worden. Maar
eerst moet er nog heel wat gedaan wor
den, want hü is niet alleen lichamelijk,
maar ook geestelijk verminkt. Wil je zoo
nu en dan voor hem bidden? Dat is net
iets voor jou en ik weet dat je zoo gaarne
wilt helpen."
Voor altijd,
Je Geoffrey Asterbey.
HOOFDSTUK XVII.
Het ivoren Masker.
„Naar mijn meening moet er nu spoedig
verandering intreden," zei Geoffrey Astérby,
terwijl hij aandachtig een kaart bestudeerde,
die een pleegzuster hem voorhield. „Zijn deze
gegevens absoluut juist?"
„Ja dokter," antwoordde de zuster. Er
speelde een vaag glimlachje om haar lippen.
Het was vermakelijk om te zien hoe een man
als dokter Asterby, met zoo'n groote reputa
tie, zich zenuwachtig kon maken over een
patiënt. Maar ze paste wel op het hem niet
te toonen.
„We zullen "ens kijken hoe het er mee
staat," zei Geoffrey en zachtjes zette hg het
kamerscherm opzij, dat om het bed van den
patiënt stond.
De zuster volgde al zijn bewegingen. Ze
had een grenzelooze bewondering voor dezen
kreupelen wonderdokter. In haar oogen was
hij een toovenaar, niet alleen om de zeldzaam
knappe manier, waarop hij zgn patiënten ge
nas, maar tevens om de wijze, waarop hij, als
invalide, zich wist te bewegen en te behelpen.
Hij wilde niet, dat iemand hem ooit iets uit
de hand nam.
Geleund op zijn stokken, keek hij aandach
tig neer op zijn patiënt, die bewegingloos
neerlag. Het gezicht, waarop zijn blik rustte,
was dat van een jongen man. Het hoofd was
in verband, maar de gelaatstrekken waren
goed te onderscheiden; deze waren zeer regel
matig en van een haast onwerkelijke schoon
heid. Hoewel buitengewoon bleek, geleek dit
toch het gezicht van een slapende en er
scheen geen reden tot ongerustheid te zijn.
Lang bleef Geoffrey Asterbey zoo naar
zijn patiënt kijken toen hij zich eindelijk
van hem afwendde, glimlachte hij.
„Alles is in orde, zuster. We moeten trach
ten veel geduld te oefenen. Met een kind
moet men nu eenmaal geduld hebben en deze
man is eigenlgk een kind, want hij is pas
opnieuw geboren, vergeet dat vooral niet."
„U zult trots op hem zijn, dokter."
„We zullen beiden trots op hem zijn, zus
ter. Maar laten we vooral niet te vroeg
juichen. Wacht eerst maar tot hij spreekt!"
„Oh, als dat toch eens gebeurde!" zuchtte
de zuster. „Dr. Sherman heeft gezegd, dat hij
nooit meer zal spreken."
„Ja, dat weet ik," antwoordde Geoffrey.
„En het is mogelijk, dat hij gelijk heeft. Maar
ik geloof het niet, ik denk dat hij binnenkort
zal kunnen spreken,"
,,U hebt er al zoovelen genezen," zei de
zuster, hem aankijkende met oogen vol be
wondering. „Uw oordeel zal vast en zeker
juist blijken."
„Nu, we zullen het hopen," antwoordde
Geoffrey.
„Kijk eens." fluisterde de verpleegster
plotseling. ,,U zei dat er een verandering zou
intreden en U krijgt gelgk."
Opnieuw boog Geoffrey zich over den man
op het bed. Het was waar er scheen een
verandering te komen, nog slechts nauwelijks
merkbaar.
De zuster keek toe met ingehouden adem.
Wat zou deze verandering te beteekenen heb
ben het leven of de dood? Voorzichtig liet
Geoffrey zich omlaag zakken, totdat hij op
den rand van het bed zat. Hij sprak niet,
noch dwaalde zgn blik af van het vreemd
mooie gezicht voor hem.
Een diepe zucht het hoofd bewoog zich
op het kussen, maar de oogen bleven nog
gesloten.
„Hij wordt wakker," fluisterde de zuster.
Goeffrey hief een hand op, die niet alleen
st lte maande, maar haar tevens een plaats
wees aan het hoofdeinde van het bed, waar
ze buiten gezicht zou zgn als de oogen zich
mochten openen.
Geoffrey bleef waar .j was.
Weer een zucht er kwam beweging on-
r' de dekens. Heel voorzichtig tilde Geoffrey
het dek wat oj en langzaam kwam een hand
te voorschijn een lange, fijn gevormde
hand, welke Geoffrey in de zijne nam. De
nu geopende lippen van den patiënt bewogen
en zacht bracht hij eenige onverstaanbare
geluiden voort.
„Wat is er?" vroeg Geoffrey. „Vertel het
mij maar."
Hij sloeg de oogleden op en uit dat bewe-
ginglooze, maskerachtige gezicht staarden
hem twee groote, donkergrijze oogen aan.
„Ik verlang naar mijn vrouw!" kwam
er met moeite uit.
„Ah!" riep Geoffrey uit. Onwillekeurig had
hg een beweging van schrik gemaakt op het
hooren van die stem, doch oogenblikkelijk
herstelde hij zich en den ander recht in de
oogen kijkende, antwoorde hij:
„Ik vrees, dat ze hier niet is, mijn jongen.
Maar later, wanneer je weer heelemaal ge
zond bent. zal het misschien gelukken haar
te vinden."
Niets bewoog in dit als uit marmer ge
houwen gezicht, maar de oogen versomber
den. Toch vroeg hij niet verder, alsof hij dit
antwoord half verwacht had. Na een poos
sprak hij opnieuw, langzaam en naar zgn
woorden zoekende. „Ik heb U al eerder ont
moet ergens U moet mij kennen."
„Ik ken je al heel lang en je bent aan mgn
hoede toevertrouwd, totdat je geheel hersteld
bent," vertelde Geoffrey hem op vriendelijken
toon. „Je hebt een ellendigen tijd doorge
maakt, maar dat is nu allemaal voorbij en
je zult probeeren je leven weer op te bouwen,
is het niet? Hopen anderen hebben hetzelfde
gedaan, doch niet allen is het gelukt. Maar
jij zult slagen. Vertrouw heelemaal op my
en maak je vooral geen zorgen, dan komt
alles vanzelf weer terecht."
In de donkergrijze oogen was iets als op
luchting te lezen en, met de smalle hand ver
trouwend in de zijne, vervolgde Geoffrey:
„Ik ben chirurg: mijn naam is Dr. Asterby.
Maar je behoeft geen moeite te doen dat te
onthouden. Ik ben je vriend, laat ji dat vol
doende zijn. Je bent in den oorlog geweest
en je bent abhter gebleven. Ik ontdekte je in
Frankrijk en toen heb ik je maar meegeno
men naar de Vereenigde Staten. Je was er
erg genoeg aan toe en het heeft heel wat
moeite gekost je het leven terug te geven.
Maar nu berf*je goed op weg en. wanneer je
daarvoor weer goed genoeg bent, zul je je
leven weer opbouwen, daar waar het afge
broken was. Maar nu kan dat nog niet en
voor het oogenblik mag je niet anders doen
dan op mij vertrouwen en je, zooals ik al zei,
nergens zorgen over maken. Wil je dat pro
beeren?"
Zijn toon was vriendelgk en overredend.
Nu wachtte hg op een antwoord, dat na en
kele seconden langzaam en met inspanning
gegeven werd. „Ik zal doen wat U maar
wilt. als U me niet in den steek
laat."
„Dat zal ik nooit doen," verzekerde Geof
frey hem. „Je bent aan mijn zorgen toever-
trouwd en ik zal je niet los laten. lederen dar
zal je geheugen scherper worden.
(Wordt vervolgd.)