RADIO Geen varkens en koeien onder één dak Zij vertrouwde het zaakje niet A's Hugo de Groot DOOR EDGAR RICE BURROUG H S No. 59. Een jager met een twintigtal glimmende zwarte krijgslieden had stilgehouden na de eerste gil van Meriem. Hijwist niet, dat er nog andere blanken dan hijzelf in de omge ving van dit wilde land waren. Toen er op haar derde gil een diep stilzwijgen volgde, haastte de vreemdeling zich in de richting waar hij wist, dat een vrouw zich in nood bevond. Jens- sen bereikte het toneel eerst en kwam de tent binnen juist toen Malbihn het meisje tot stil zwijgen had gebracht. Hij duwde zijn slacht offer van zich af toen hij gestoord werd en keerde zich om terwijl hij in het woedende ge laat van Jenssen keek. Hij trok zijn revolver. Jenssen, die het zag, trok eveneens zijn revol ver en beide mannen schoten tegelijk. Op dat ogenblik kwam Jensen naar zijn kameraad toe, maar de afgeschoten kogel raakte hem, hij stond stil en sloeg voorover op de grond. Mal bihn schoot van korte afstand nog twee kogels in het lichaam van zijn metgezel. Hij stond over de gevallen man gebogen en schopte hem kwaadaardig; daarna wendde hij zich weer tot Meriem. Weer greep hij haar beet en op dat zelfde ogenblik vloog de tent weer open. Een grote, blanke man trad binnen. Hij liep vrij vlug de tent door, stapte over het lichaam van Jenssen heen en de eerste gewaarwording van Malbihn, die nu zijn duivelse voornemens niet kon uitvoeren was een zware hand op zijn schouder. Hij keek in het gezicht van een zwartharige vreemdeling met grijze ogen. in khaki gekleed. Malbihn greep naar zijn revol ver, maar de hand van de vreemdeling was vlugger en even later hield hij de Zweed in een stalen greep. Malbihn schopte en vocht, doch werd op een armlengte afstand van de man gehouden. Daarna riep hy zijn mannen om te komen en de vreemdeling dood te schieten. Maar inplaats van zijn éigen zwarte bedienden kwamen de glimmende, krachtige zwarten, die in het geheel niet leken op het uitschot dat de Zweden in hun gevolg hadden gehad, bin nen en Malbihn was spoedig ongevaarlijk ge maakt. 'ERIXC sr van i heer: merkti een s chocoli wisselt 0.— t ils, op in, i or vai tis. de fee et iensj zitterj woog ingt als den 1 toe.[ ra ren I Als I •en \<j nnra eet ,lvo's Z011g| t nut mede ;cr ei een OP eens er vol do cursl RCSl ngson wol ort en", succ reeni w echje aakt VCIl i 0; 4 11 8 i nen Melk neemt allerlei reukstoffen gretig in zich op. Verbouwing boerderijen een ge schikt werkobject. Al zijn er in ons land duizenden boerde rijen, waaronder vooral kleinere, waar men dun icocslal en de varkenshokken in hetzelf de achterhuis of in denzelfden schuur ver- ecnigd vindt, toch is deze combinatie vooraria den nieuwere» tijd zeer onge- wenscht en om verschillende, redenen zelfs af ie keuren, schrijft het orgaan van de F. Is', t Iedereen weet dat de varksenhokken, en ve| vooral die van mestvarkens, voortdu rend oen zeer onaangename lucht versprei den lot ver buiten de grenzen van liet hok. )n liet geheele achterhuis, eventueel de jcliuiir blijft dan ook aldoor de vieze lucht hangen. En daar melk allerlei reukstoffen gretig in zich opneemt en vast houdt, spreekt het vanzelf dat de stallucht zuiver moet zijn, daar in onzen tijd aan de consumpticmelk en ook aan d industricmelk hooge eischen gesteld worden. Het is dan ook een billijk verlangen, dat ge wonnen melk niet gedurende en n a het melken met reukstoffen in aanraking komt, die later elk goed aroma vhn de melk en het zuivel zouden uitsluiten of zelfs in het te gengestelde ervan zouden doen over gaan. Varkens lokken meer vliegen Maar er is meer. Een koestal vraagt ook een andere temperatuur dan een varkens hok: dit laatste moet immers minder warm zijn. Verder is de vliegenplaag in een ruim te, waar óók varkens in gehuisvest zijn, steeds veel erger dan wanneer er enkel koeien in verblijven. Er zijn dan ook boeren, die gaarne er toe zonden overgaan om hun boerderij te ver bouwen, met het oog op de groote bezwaren aan het verblijf van de beide genoemde vee- soorten in dezelfde ruimte verbonden. Maai de nog steeds treurige uitkomsten van het bedrijf remmen ook hier de verbetering. Ook dit is een der noodlottige omstandigheden, door de crisis veroorzaakt, en waar wij, he laas nog steeds maar in blijven verkeeren. Onze Regcering mocht ook uit dezen ge zichtshoek het heden cn de toekomst van onze boeren wel eens bekijken, want met het op de been houden van de bestaande bedrijven cn hoe stumperig dan nog in duizenden gevallen! blijft elke verbetering die thans in den concurrentiestrijd met het buitenland zoo dringend noodig is, geheel [achterwege. En wanneer ooit stilstand ach teruitgang heeft bctcekcnd, dan is dat zeer 'zeker in onzen lijd het geval. Het streven naar verbetering van de kwa liteit van onze zuivelproducten zal danook mode gericht moeten zijn op verbetering in den bouw onzer boerderijen. Kan hier, zoo besluit het blad, door onze organisaties een plan ontworpen worden dat beoogt, met steun der Regcering, verbouwing van boerderijen te bevorderen, om zóó mede een gewaardeerd werkobject te scheppen tot vermindering van de werkloosheid? Locomotief gekanteld Machinist en stoker sprongen van de machine. Bij het vertrek van een goederentrein van het rangeerterrein der Nederlandsche spoor wegen te Eindhoven, botste de locomotief tegen een rangeormachine, welke op een zij lijn te dicht bij een wissel was geplaatst. De locomotief van den goederentrein ver loor het bovenstcl en kantelde om. De machinist cn de stoker konden zich tij dig in veiligheid stellen door van do machi ne te springen, voordat de twee locomotie ven niet. elkaar in botsing kwamen. Ook derangeermachine werd ernstig be schadigd. Onze Oost 171 rijwie'en achterhaald Wie is de heler? „Malaram" meldt: De recherche smaakte het groote genoe gen in het gouvernementspandhuis ie Ma- ranganom niet minder dan 171 rijwielen aan te treffen, waarvan fabrieksbummër en eventueel andere hcrkcnningsteckcns ver wijderd zijn. Bovendien is uitgekomen, dat al deze rijwielen werden beleend door één persoon, vermoedelijk dus de opkooper van gesto len rijwielen. Men heeft ongeveer kunnen vaststellen, dat deze rijwielen moeten zijn gestolen na 1 Juli 1937 en het is niet onmogelijk dat uit deze groote verzameling gestolen rijwielen uit Magalang Salatiga, Djoka en Solo terug gevonden kunnen worden. Eii bleek gelijk te hebben. „Goeden morgen mevrouw, ik ben de nieuwe opzichter en ik kom de huur halen." Het deze woorden begint liet gesprek tusschen een net- uitziend persoon een oen bewoonster in de Saffierstraat te Amsterdam, nadat eerstgenoemde had aangebeld en de bewoonster de voordeur had geopend. Maar do bewoonster vertrouwde den nieu wen opzichter niet en toen deze in gebreke bleef zich te legimitecrcn, klapte de deur weer dicht. De mevrouw besloot do politie in het geval te mengen, en het duurde niet lang of in gezelschap van enkele agenten ging zij den huurophaler zoeken. „Daar loopt ie!" zei ze plotseling en inder daad, de agenten kregen beet. Spoedig viel het verdachte pel-sonage door den mand en bekende dat hij geen opzichter was, maar straatmuzikant, die door huurophalen zijn inkomsten trachtte te vermeerderen. Dank zij het wantrouwen en het door tastende optreden van de bewoonster ging deze vlieger niet op. Wegens poging tot .oplichting is de 48- jarige man in net bureau Pieter Aertzstraat opgesloten. Karimafa wacht op mooi weer Vermoedelijk heden weer draaien! De reparaties aan de „Karimata" zullen naar alle waarschijnlijkheid niet zooveel tijd vórderen als aanvankelijk gedacht werd. Het laat zich aanzien, ilat de molen hederf weer „baggcrklaar" zal. zijn. Indien liet weer gunstig is, zal de „Karimata" heden naar de plaats van liet wrak gesleept worden en daar den arbeid voortzetten. Een land zonder werkloozen Alle staats- en gemeenteambte naren *n Letland die zelf land be zitten of familieleden willen helpen bij het binnenhalen van de oogst, krijgen extra vacantie, aangezien er tekort aan werkkrachten is Let land kent geen werkloosheid en ieder jaar komen duizenden land arbeiders uit Polen en Litlianen in den zomer naar Letland om op het land te werken. PROGRAMMA „Niet kantelenstond op de kist waar de dief in zat! Onlangs had een reiziger in bet station te Knockc, aan de Vlaamsche kust, een grooten koffer in bewaring gegeven, samen met een valies, dat hij voor 8U00 fr. had laten verzekeren. Toen hij later zijn reis goed kwam afhalen, bleek het valies on vindbaar. De eigenaar cischtc toen de uit betaling van de 8000 fr., waarvoor hij dit had laten verzekeren. Daar dc zaak een verdacht tintje had, werd een ambtenaar van de speciale, com missie van toezicht er op af gezonden, die zich naar hot hotel van den eigenaar be gaf, waar hij in den teruggekregen koffer het valies vond, dat uit de bewaarplaats verdwenen was. De koffer bleek aan de vier wanden van deuren cn van onzichtbare, luchtgaten voor zien te zijn. De eigenaar heeft een volle dige bekentenis afgelegd, aldus de N.R.Crt. Hij had als medeplichtige een bultenaar, die zich in den koffer verstopt had en die in de bagagebewaarplaats uit zijn schuil plaats was bekropen, liet valies in den kof fer had gedaan en nadien weer in zijn schuilplaats was gekropen. Voorzichtigheids halve hadden de twee dieven, die thans ingerekend zijn, op den koffer do vermel ding laten aanbrengen: „Niet kantelen!"... Een Blauwbaard aan bet werk Havas meldt uit Cleveland (V.S.), dat de politie in een veld aldaar twöe vrou wenlijken heeft gevonden; één er van was onder een blok beton verborgen en in stukken gesneden. Dc politie veronderstelt, dat het hier het elfde en twaalfde slachtoffer betreft van eenzelfden moordenaar, die sedert eenige jaren zijn luguber bedrijf uitoefent. Ifaliaanscbe tempel in Spanje Voor de gesneuvelde Italianen. De Italiaansche accdemie te Rome heeft een prijsvraag uitgeschreven voor plannen voor een Italiaanschen tempel, welke in Spanje zal worden gebouwd ter eere van de gesneuvelde Italianen, op de plaats waar de meeste Iatlianen zijn gesneuveld voor de verdediging van de Lutijnsche beschaving cn de onafhankelijkheid van Spanje. VRIJDAG 19 AUGUSTUS 1938. Hilversum I. 1875 m. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA. 10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Declamatie. 10.40 Gramofoonmuziek. 11.10 Vervolg declamatie. 11.30 Orgelspel. 12.00 Het Kovacs Lajos-orkest. (Om 12.15 Berichten). 2.00 Causerie met gramofoonmuziek. 3.00 Bartho Decker's ensemble, en solisten. 4.00 Gramofoonmuziek. 5.00 Voor de kinderen. 5.30 .Gramofoonmuziek. 6.00 „Fantasia" 6.30 Politiek radiojournaal. 6.50 Orgelspel. 7.20 Berichten ANP. 7.30 Berichten. 7.35 Causerie „De Veluwezoom, een villa streek". 8.20 Zang en piano. 8.30 Causerie „De Nederlandsche cultuur in 40 jaar". 9.00 VARA-orkest 9.45 Declamatie. 10.00 Esmeralda-Septet. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Avondwijding. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Jazzmuziek (Gr.pl.). 11.5512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II. 301,5 en 415.5 m. Algemeen programma, verzorgd door de KRO. 8.009.15 Gramofoonmuziek (Om 8.15 Ber.). 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Bijbelsche causerie. 12.00^ Berichten. 12.15" De KRO-Melodisten, m.m.v. solist. 1.00 Gramofoonmuziek. I.20 Vervolg concert. 2.00 Orgelconcert en gramofoonmuziek. 3.00 Gramofoonmuziek (Om 4.00 Berichten). 4.00 Pianovoordracht. 4.10 Gramofoonmuziek. 4.20 Vervolg pianovoordracht. 4.30 Gramofoonmuziek. 5.10 KRO-Orkest. Hilversum I. 1875 en 415.5 m. 6.00 Land- en tuinbouwcauserie. 6.20 KRO-orkest. 7.00 Berichten. 7.15 Luchtvaartcauserie. 7.35 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Gevarieerd concert. 10.30 Berichten ANP. 10.40 De KRO-Boijs m.m.v. solist. II.0012.00 Gramofoonmuziek. F E U I L L ETON. ETHEL M. DELL 16 II ene „Ja ja maar blijf dan dicht by me. Ik kan me alleen maar de dingen her inneren, wanneer U bij me bent." Geoffrey boog zich over hem heen. „Ja, dat weet ik, beste kerel, maar op den duur zul je het zonder mij kunnen stellen. Ik hou het stuur alleen maar in handen, totdat je het zelf over kunt nemen. En nu ga ik je iets vragen, maar het hindert niets als je er geen antwoord op kunt geven. Hoe heet je?" Langzaam en met nadruk had hij de vraag gesteld. Er volgde een diepe stilte. De zuster, aan het hoofdeinde van het bed, stond onbe wegelijk, als een steenen beeld. Het eenige wat gehoord werd, was het tikken van haar polshorloge. Ook Geoffrey verroerde zich niet, maar toen de oogen, waarop hij de zijne strak gevestigd hield, dof begonnen te worden van vermoeidheid door de inspanning, legde hö er zacht zyn hand over en sloot ze. „Het hindert niet," zei hy. „Het komt later wel, probeer het nu maar niet meer." Maar nu krampten de lange, slanke vingers zich wil.d om zijn hand _n met een stem, die als van heel ver scheen te komen, zei hij: ■■Zy noemde me Roy... Maar dat is heel lang geleden." Uitgeput zweeg de man op het bed. )--! geoffrey zat heel stil, nog steeds met zijn 20- over de gesloten oogen. Toen hy haar von prei .15- ercil I 10- o. b 20- h-er nep :ool iote hein wegnam, was hy in diepen slaap verzonken het mooie, bleeke gezicht lag onbewegelijk op het kussen als een ivoren masker. HOOFDSTUK XVIII. Het Huis Aubreystone. „Niets ter wereld haat ik zoo, zei Caro line Aubreystone, „als huichelarij". „Vindt U dat nog erger dan oorwurmen?" vroeg Rollo, die op de armleuning van zijn moeders stoel zat te wippen. Ze wierp hem een vernietigenden blik toe. Daarna vervolgde ze: „Ik ben een heel stuk ouder dan jij, Mary, en ik kan je zeggen dat je je af en toe zoo sentimenteel gedraagt, dat ik mij vaak afvraag of dat nu wel allemaal echt is." Molly zuchtte. Ze was er aan gewend ge raakt op deze wijze door haar schoonzuster toegesproken te worden en ze had allang op gehouden zich te rechtvaardigen. Maar Rollo, die het niet kon verdragen, dat tante Caroline zoo tegen zijn moeder sprak, vroeg uitdagend: „Scheelt U nu meer jaren met moeder dan vroeger? Iemand kan toch niet vaker dan eenmaal per jaar jarig zijn?" Weer trof hem een vernietigenden blik. „Ben je nu werkelijk zoo brutaal of ben je misschien idioot?" vroeg Caroline uit de hoogte. Rollo wipte op en neer op de armleuning, bly dat het hem gelukt was vlam te doen vatten. „Zou U het niet heerlijk vinden als ik idioot was?" wilde hy weten. „Dan zou U me kunnen laten opsluiten en U behoefde me nooit meer te zien." Molly legde vermanend haar hand op zijn knie. „Je bent erg onbeleefd, Rollo en ik wil dat je je verontschuldigingen aanbiedt." „Oh, dat is heelemaal niet noodig," zei Ca roline sarcastisch. „Hij jou er toch niets van meenen. Een flink pak slaag zou heel wat beter voor hem wezen. Overigens voel ik my best in staat om zelf myn zaken op te knap pen met een kind van tien jaar." „Elf," zei Rollo prompt. „En dat is een heel stuk ouder dan een van de anderen. En Molly is geen huichelaarster." En, teneinde een verder protest van zijn moeder te smo ren. omhelsde hij haar krampachtig. „Je bent een domme, kleine jongen," zei Caroline. „Men zou niet zeggen dat jij naar een fatsoenlijke school ging. Het is je reinste geldverspilling." Rollo grinnikte. „Ik wil ook heelemaal niet naar school," zei hij. „Ik zou veel liever blij ven met Awkins." „Lieveling," zei Molly vriendelijk, maar heel beslist. „Ik wil dat ji heengaat. Als je wilt kun je Awkins gaan opzoeken, maar f' nk er om, niet te laat naar bed!" Met een vreugdekreet sprong hij op. Zijn oogen schitterden vol jeugdigen vermoed. Met zijn handen in zijn zakken stond hij van het eene been op het anden te wiebelen. „Kom jé nog even bij mij, voor ik ga sla pen?" bedelde hij, de oudere vrouw zijn rug toekeerende. „Wat een baby!" hoonde Caroline. Hij lichtte zyn voet op een welsprekend manuaal maar onderwijl keek 'rij zijn moe der met zijn ondeugende oogen smeekend aan. Molly schudde misnoegd haar hoofd, maar kon een glimlach niet weerhouden. „Niet langer dan vyf minuutjes", beloofde ze. „En maak nu, dat je wegkomt en gedraag je be hoorlijk." „Bij Awkins gedraag ik me altijd behoor lijk," zei Rollo, met nadruk op den naam van Awkins. „Dag Molly! Ik ben blij dat je jon ger bent dan tante Caroline. En je bent veel en veel aardiger." Bang dat hij teruggeroepen zou worden, blies hij snel den aftocht. De deur sloeg met een slag dicht en tusschen de beide vrouwen viel een stilte, die Molly in vroeger jaren ondragelijk zou zijn geworden. Maar nu liet ze zich niet zou gauw intimideeren. „Een compliment voor je opvoeding!" Met deze hatelijkheid verbrak Caroline eindelijk de stilte. „Jij en Awkins maken wat moois van dien jongen!" Molly glimlachte. „In ieder geval heeft Awkins een bijzonder goeden invloed op hem. Het spijt me dat Rollo zoo onbeleefd was. Ik had gehoopt, dat jij het hem mettertijd zou toestaan van je te houden." „Van mij te houden!" In verbazing gingen Caroline's zware wenkbrauwen omhoog. „Van my „Toen hy nog klein was, had hij groote bewondering voor je," legde Molly uit. „Dat kwam omdat je zoo goed paard rijdt en, zoo als je weet, was hij toen al dol op paarden. Ik had zoo gehoopt, dat het nog eens een toenadering zou vormen, maar nu zie ik wel in..." Ze voleindigde haar zin niet. „Oh, ik ben blij, dat je dat nu inziet," zei Caroline. „En laat mij je meteen vertellen, Mary, dat die nietsnut van een zoon van jou minder voor mij beteekent dan de stalkat. Hij heeft afgrijselijke manieren en ik ben er ze ker van dat jij hem in het geheim nog aan moedigt ook. En daarom maakte ik zoopas dan ook die opmerking over huichelarij, dat zul je misschien wel begrepen hebben. En ik beschouw het als de brutaalste bedriegerij, dat je dien jongen beveelt mij zijn veront schuldigingen aan te bieden, terwijl je heel goed weet, dat jij het bent die hem aan spoort." Molly zuchtte opnieuw. Wanneer Caroline in zoo'n stemming was, viel er niet met haar te redeneeren. „Goed," zei ze. „laten we er maar niet meer over kibbelen." „Kibbelen!" echode Caroline. „Ik heb heusch wel wat beters te doen!" Molly keek haar schoonzuster eens aan, maar ze zei niets. Het was nu ongeveer negen jaar geleden, dat ze den drempel van het Aubreystone voor het eerst had overschreden: die jaren hadden haar inderdaad veranderd, hoewel haast niet naar het uiterlijk. Vroeger was ze altijd ineengekrompen van schrik en ver legenheid voor Caroline. Maar ofschoon deze laatste nog altijd even hard en wreed was, had Molly geleerd zich in haar byzyn te be- heerschen en ze gaf nooit antwoord op haar hatelijkheden. De dood van de oude lady Aubreystone had niet veel verandering in Molly's leven gebracht. Caroline had haar plaats ingeno men en tyranniseerde nu alles en iedereen een. Weliswaar was ook Ivor een tyran maar toch altijd gematigder. Maar in de kin derkamer heerschte Caroline niet zooveel had Molly van haar man gedaan weten te krijgen. Er waren nu zes kinderen, behalve Rollo. Vier zonen en twee dochters had Molly Lord Aubreystone geschonken nog voor haar der tigste jaar. En ze vroeg zich af of haar taak in dat opzicht nu geëindigd zou zijn. Telkens, wanneer er weer een kind gebo ren moest worden, was het haar alsof de her innering aan den man, dien ze liefhad, werd bezoedeld. En telkens had de komst van een kind haar vervuld met een diepe verslagen heid en toch waren ze haar lief, ofschoon ze lang niet zooveel voor hen voelde als voor Rollo. Als Ivor niet zoo voortdurend beslag op haar legde, zouden de kinderen misschien meer voor haar gaan beteekenen. Maar Ivor eischte haar steeds voor zich op. En dan, de kinderen waren goed verzorgd en ze schenen haar moederliefde niet noodig te hebben, daarvoor waren ze te zeer Aubreystone». Maar per saldo was zij het toch, die over hen waakte en haar aandacht aan hen wijdde. Het was Ivor's wensch, dat hij zooveel mo- gelyk geraadpleegd zou worden in alles, de kinderen betreffende en steeds volgde ze zijn aanwijzingen. Ze voelde, dat deze kinderen meer van hem waren dan van haaf. Alleen waar het Rollo betrof volgde ze haar eigen inzichten en Ivor vond het raadzamer haar hierin maar te laten gaan. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 6