Caboto,
Woensdagsche Mijmerij
de onbekende Columbus
Moedig zeevaarder - ontdekker
van de noordelijke route
De Koningin
dankt Amsterdam
Vervoerscoördioatie brenge
geen verstarring
Bang voor het examen*
Vestigingswet
r
Ongehoorzame soldati
voor den Krijgsraad
Maar het nageslacht
vergat hem
Maar zeer weinigen kennen Giovanni Caboto,
den grooten zeevaarder, die evenals Columbus
Amerika ontdekte. Wat zijn oorzaak goeddeels
vindt in het feit, dat hij de Nieuwe Wereld be
trad in een gedeelte, waar het goud nu eens
niet voor het oprapen lag en dat hij bovendien
©p zijn tweeden tocht met zijn geheele eskader
te gronde ging waar en hoe is nog steeds
niet bekend. Toch vond hij o.a. ook het in
nevelen gehulde Terra-Nova, Nieuwland, New-
Foundland de hoofdstad St. John getuigt
nog door haar naam, dat hij zgn ontdekking
deed op den dag van het zomerzonnewende-
feest h\j bracht naar Europa de tijding,
dat daar de rijkste vischgronden ter wereld
waren. Eene ontdekking, die nog op heden de
rijkste vruchten daagt, terwijl het goud van
Mexico en Peru reeds lang zijn rol heeft uit
gespeeld.
Als de aarde rond is
Toen in het begin van de 15de eeuw de ge
schriften van Ptolomeus, den grooten Griek-
schen geograaf, in West-Europa bekend raak
ten, veroorzaakten deze in de wetenschappelijke
wereld een nog heftiger deining dim later het
feit der ontdekking van Amerika zou doen. In
dien de aarde toch inderdaad rond zou zijn,
moest men naar het Westen zeilend tenslotte
Indië en China kunnen bereiken, waarvan men
via de Levant en de karavaanwegen reeds
sedert onheuglijke tijden de waren betrok.
Tegen het einde der vg'ftiende eeuw treden er
twee mannen van de practrjk op den voorgrond,
die deze theorie waar willen maken Christo-
phoro Colombo en Giovanni Caboto,' beide
Genueesche koopvaardijkapiteins. De laatste is
heden ten dage alleen nog onder zgn Engel-
schen naam, John Cabot, bekend.
Nadat de Portugeezen in 1427 de Azoren ont
dekt hadden die ongeveer op dezelfde breed
te liggen als Lissabon en New-York en op een
-derde van den weg naar den overwal kreeg
het verlangen om verder naar het Westen te
stevenen nieuw voedsel. Columbus zeilde, na te
Bristol op een Engelsch schip gemonsterd te
hebben, vanuit die stad naar IJsland dat in
die dagen een levendig handelsverkeer met die
Engelsche zeehaven had en het is lang niet
onmogelijk, dat hij op IJsland, waar men van
het bestaan van Groenland en Wgnland nog de
herinnering bewaard had, gehoord heeft, dat
het land aan de overzijde van den oceaan te
bereiken moest zijn. Twaalf jaar voordat
Columbus West-Indië ontdekte, zijn vanuit
Bristol alreeds eenige schepen naar het Wes
ten gezeild om het geheimzinnige Brazilië en
het Eiland der Zeven Steden in elk zou
notabene een bisschop zetelen te zoeken.
Negen maanden zwalkte men zonder zijn doel
bereikt te hebben over den oceaan. Maar de
teleurstelling schrikte latere ondernemingen
niet af het wachten was slechts op een
leider, die tenslotte in den persoon van Gio
vanni Caboto kwam opdagen.
In 1497 schrijft de Spaansche gezant te
Londen aan zgn koning: „de laatste zeven jaar
hebben de kooplieden van Bristol elk jaar op
nieuw twee, drie of vier karveelen uitgerust
om de eilanden Brazilië en dat der Zeven Ste
den te zoeken ingaande op de fantasie van
dezen Genuees". Met dien laatsten was Caboto
bedoeld.
Een onbekende.
Geheel onafhankelijk van elkaar zouden Co
lumbus en Caboto dezelfde ontdekking doen.
Columbus heeft zich een onsterfelijken naam
verworven, Caboto kent bijna niemand. En
toch is hij waarschijnlijk niet de minst mar
kante persoonlijkheid van beide. Columbus had
invloedrijke promotors, die in naam van het
christendom aan de katholieke koningen geld
en schepen konden vragen om nieuw missie
gebied te gaan ontdekken. Caboto moest maar
zien hoe hy, dood in zijn eentje, elk jaar weer
doodnuchtere en koelzakelijke Engelsche koop
lieden het hoofd dermate op hol maakte, dat
zij hun geldkisten openden om schepen voor
hem uit te rusten. In hun boeken komt hij
alleen voor als „de man, die het nieuwe eiland
ontdekte".
Een bereisde Roel.
Caboto had den 28sten Maart 1476 Genu-
eesch burgerrecht gekregen, nadat hg 15 jaar
in die stad domicilie had gehad. Dit leeren ons
de stukken. Zijn vrouw en kinderen zullen
er meer geweest zgn dan de koene zeevaarder
zelf, die meestal zwalkte op het zilte nat. Hij
kon goed kaarten teekenen en zelfs globes ver
vaardigen om zijn plannen en reizen toe te
lichten.
Ongetwijfeld was hij een bereisde Roel. Aan
den Milaneeschen gezant te Londen vertelt hij,
dat hg in Mecca geweest is, waar karavanen
specerijen uit de verre landen aanbrengen.
Wanneer hij de karavaanleiders vroeg, waar
die specerijen groeiden, wisten zij het niet,
maar antwoordden.dat zij ze kregen van an
dere karavanen, die ook van heel ver kwamen
en dat zelfs die ze ook weer van andere had
den overgenomen. Nu redeneert Caboto aldus
vervolgt de gezant als de volken van het
Oosten elkaar deze dingen van hand tot hand
doorgeven, dan aangenomen, dat de aarde
rond is moet het laatste volk ze in het Wes
ten plukken. En die Genuees redeneert zoo
overtuigend, dat ik hem, daar het mg toch
niets kost, maar geloof ook.
De opdracht.
Uit brieven van de Spaansche ambassade te
Londen weten wjj, dat Caboto te Sevilla en te
Lissabon geweest is om te trachten schepen te
krijgen voor de ontdekkingsreis, die hij
wenschte te ondernemen. Maar hij kon ze er
niet krijgen en zoo vinden wij hem in 1490 in
Bristol. Met alles wat hij van het Oosten wist,
als Italiaan en als zeevaarder op de Levant,
moet hij den Bristolsche reeders wel de ge
schikte man geleken hebben om hun schepen
naar Indië, Cathay (China) en Sipango (Ja
pan) te sturen. Terwijl nu van Bristol uit elk
jaar opnieuw eene poging gedaan werd om den
oceaan over tc steken, slaagde in 1492 opeens
op veel zuidelijker breedte de tocht van Co
lumbus. Toen men hiervan in Bristol hoorde,
besloot men zijne pogingen te verdubbelen.
Caboto wist gehoor te krijgen bij den Engel-
schen koning en stelde dien voor, dat hg aan
de overzijde van den oceaan land in bezit zou
nemen voor de kroon van Engeland. Maar
eerst in '96 kreeg hij van Hendrik VII patent
brieven, waardoor hij onder Engelsche vlag
kon gaan varen en hem en zijne drie zoons al
de voordeelen der ontdekkingen, welke hij doen
zou, werden toegezegd. De schepen moest hij
zelf uitrusten en zijn relaties te Bristol hebben
hem aan het geld, noodig om 5 schepen zee
klaar te zgner beschikking te hebben, gehol
pen. Hij kreeg het recht om alle landen, steden
en kampen in bezit te nemen, waar hij de hand
maar op leggen kon althans voor zoover zij
nog niet aan christenen bekend waren. Dit be-
teekende, dat hg van de Spaansche ontdekkin
gen af moest blijven. De koning, die niets deed
dan zijn zegel aan de patentbrieven hechten,
zou twintig procent van de winst van elk
schip, dat met lading thuisvoer, in zijn zak
steken. Voor de tweede expeditie, die van 1497,
kreeg Caboto echter ook nog de koninklijke
toestemming om zooveel lui als hij wenschte
uit de gevangenissen te halen en daarmee zijn
schepen te bemannen, uitgenomen de lieden,
die voor hoogverraad de gastvrijheid van Zgne
Majesteit genoten.
Daar Caboto van de Spaansche ontdekkin
gen had af te blijven, moest hij den oversteek
op hoogere breedte maken dan Columbus
wat trouwens heelemaal in de lgn lag van
eene expeditie, welke yanuit Bristol in zee
stak. De Spaansche gezant, die van Caboto's
plannen goed op de hoogte was, kreeg vanuit
Madrid een wenk om een oogje in het zeil
te houden.
Het eerste succes.
De reis van het jaar 1496 had weer geen
resultaat en in '97 had hg maar zoo weinig
geld weten los te krijgen, dat hg met slechts
één scheepje, bemand met achttien koppen, in
zee kon steken. Maar nu diende hem eindelijk
het geluk. Na 53 dagen zeilen zag hij den 3den
Juni land en den 6den Augustus was hij zoo
waar al weer in Bristol terug. Inboorlingen
had hg niet gezien, maar als bewijsstukken
bracht hij wildvallen mee en een naald om net
ten te maken. Gebrek aan proviand had den
ontdekker gedwongen zoo snel mogelijk den
terugtocht te aanvaarden.
„Graaf" Caboto.
De Engelsche koning was zoo verheugd over
het behaalde succes, dat Caboto met eerbe
wijzen overladen werd. Hij schonk hem een
jaargeld en deed, wat Caboto hem maar vroeg.
Van den weeromstuit hing Caboto nu den
gebraden haan uit. De Milaneesche gezant
schreef naar huis, dat de „admiraal", die nu
opeens voor een „vorst" doorging, aan zijn
scheepsbarbier die tevens zijn doctor en
chirurgijn was een eiland cadeau had ge
daan. En dat hij zichzelf met „graaf" liet aan
spreken.
„Een stuk of wat arme Italiaansche monni
ken heeft hij bisdommen beloofd en deze zullen
hem op zijn volgenden tocht naar het nieuw
gevonden land vergezellen. Als ik met den
admiraal aan wou pappen, kreeg ik minstens
een aartsbisdom de gezant was blijkbaar
een geestelijke maar het komt mij voor, dat
de plannen, die uwe Excellentie met mij voor
heeft, meer zekerheid beiden". Die gezant
schijnt een nuchtere kerel te zijn geweest.
Op welk punt de ontdekker den Amerikaan-
schen vasten wal bereikt heeft, valt niet met
zekerheid te zeggen. Vermoedelijk ergens op
de kust van Nieuw-Schotland. Pas op de thuis
reis ontdekte cn bezocht hij New-Foundland,
waar hij de grootè rijkdom aan visch opmerkte.
Maar hij had zelf geen begrip van den rijkdom,
welke hij daar vond. Spoedig zouden er zich
visschers van verschillende naties heen reppen.
De ontdekker, die daeht Azië te hebben ge
vonden precies als Columbus stelde zich
voor op zijn volgende reis langs de kust zuid
waarts te zeilen... totdat hij het rijke Sipango
of Japan zou vinden en tenslotte de specerij-
eilanden in de aequatoriale zone.
Caboto's einde.
Dat was zgn plan voor zijn volgende en
laatste reis. Ditmaal stak hij met vijf zwaar
gewapende koopvaarders in zee; men had voor
een jaar proviand aan boord. Een der schepen
kreeg onderweg zware averij, keerde terug en
bereikte na veel moeite een Iersche haven.
Van de andere schepen werd nooit meer iets
gehoord. Maar in 1501 bracht een Portugeesch
schip van de Oostkust van Amerika terug een
gebroken, vergulden Italiaanschen degen en
zag de bemanning ervan aan de vingers van
een Indiaan twee Venetiaansche zilveren rin
gen. Caboto heeft dus hoogstwaarschijnlijk
voor de tweede maal Amerika bereikt, maar
de een of andere ramp schijnt zijn eskader te
hebben vernietigd. Vermoedelijk heeft een
storm de schepen op de kust verbrijzeld. Dat
de Indianen vier zwaarbewapende schepen
zouden hebben afgeloopen, lijkt welhaast uit
gesloten.
Herinnering.
Het drama van Cabot en zijn schepen heeft
- in de geschreven geschiedenis nauwelijks een
spoor achtergelaten. Maar in zijn kielzog voe
ren eerst de Engelschen en dra ook de Portu
geezen, de Basken en de Bretons ter visch-
vangst uit en zij doen het heden ten dage nog.
Weg met de natuur!
Het menschdom heeft zich langzamer
hand eraan gewend, de natuur niet langer
au sérieux te nemen, maar haar zoo moge
lijk te vervangen door wat men .pleegt te
noemen „de veroveringen van de weten
schap". Wij genieten de vruchten des velds
bij massa in den vorm, die de chemici der
essence- cn limonadefabrieken voor ons beb-
ben bedacht; de geur der bloemen komt tot
ons via den parfum-flacon; en de stralen
der zon, die bij de kinderen nog de wan
gen kleuren, worden bij hun moeders ver
vangen door het kleine ronde doosje, dat
zelfs bg mist en regen nog voor zon kan
spelen. Daarmee niet tevreden, hebben wij
kunstbloemen, kunstmest, kunstbont en
wat al niet uitgevonden om niet al te af
hankelijk te zijn van wat Moeder Aarde
ons gelieft te leveren.
Uit dit alles heeft zich een eigenaardige
mentaliteit ontwikkeld, die typeerend is
voor deze eeuw en het kunstmatige als
regel, de natuur als uitzondering, zoo niet
als buitennissigheid beschouwt. Hoort men
niet nu en dan met een toon'spot spreken
van de jongelui die z.g. „zonnecultuur" be
drijven, d.w.z. de zon uit de. eerste hand
acCepteeren? Inderdaad waarom zich in
i zon te koesteren, als Dr. Philips hoogte-
zonnen in den handel brengt? (En waarom
in den zomer in zijn tuin gaan zitten als
men 's winters naar St. Morits kan gaan?)
Waarom, zooals een Duitscher zich eens
uitdrukte, warüm einfach, wenn's auch
kompliziert geht?
Deze week werd ik getroffen door een
zeer verrassend opschrift in een Engelsch
blad bij een foto van inderdaad prachtige
hgacinten» Dit kopje luidde: „Camera pro-
ves the charm of the daffodil" „Camera
bewijst de pracht van de hyacint". Is het
niet teekenend Men heeft tegenwoordig
blijkbaar een fototoestel noodig om uit te
maken cf een bloem mooi is! „Waarom
eenvoudig als het ook gecompliceerd
kan?" Het woord „bewijst* is buiten
gewoon! Het spreekt boekdeelen. Wij moe
ten in deze dingen vooral niet afgaan op
onze oogen. Wat die ons zeggen is veel te
speculatief; dat is maar gissen
Maar leven niet de kunstfotografen
heelemaal van deze illusie? Kijk maar hoe
ze het banaalste gezicht een artistieke,
romantische, ontroerende expressie weten
te geven. Kijk het banale gezicht in natura
aan, al die rimpels, die harde lijnen, die
overtollige haren, die oneffenheden, de
afstaande ooren, het wijkende voorhoofd,
de schuwe bliknee, het 1 ij k t er niet
op..De foto de foto is goed!
De natuur heeft afgedaan.
Een vriend vertelde mij, dat hij een
zonnewijzer had gekocht en dezen in zijn
tuin aan het opstellen was. Een buurman
kwam eens kijken en toen ontwikkelde zich
letterlijk het ^volgende gesprek:
Wat een grappig ding! Waar dient
dat voor?
Dat is een zonnewijzer.
Waar is dat voor?
Om op te zien hoe laat het is.
Hóe kun je dat er op zien?
Aan de schaduw die op de cijfers
valt. De schaduw geeft de cijfers aan, en
zóó laat is het.
Maar waar is de machinerie?
D'r is heelemaal geen machinerie!
Maar hoe draait het dan rond?
Het draait niet, het staat stil.
En het geeft tóch den tijd aan.
Zeker, het geeft den tijd aan.
Néé, méér, wat ze al niet uitvinden.
Ik ben benieuwd wat het volgende zal zijn!
Misschien: afstanden van minder dan
tien minuten te loopen in plaats van te
rijden.
Misschien: naar een concert te gaan in
plaats van de gramofoon te laten spelen.
Misschien: onze eigen wenkbrauwen te
dragen.
Misschien: onze eigen haarkleur te
houden.
In dezen mallen tjjd kun je nooit weten..
t)e feesten waren Hare Ma
jesteit een treffend bewijs
van de eensgezinde aanhan
kelijkheid der hoofdstad.
De burgemeester van Amsterdam
ontving van H. M. dc Koningin
onderstaand telegram:
„Bij het einde van de viering ter
herdenking van Mijn 40-jarige Be-
gccring, wenscli Ik U, Mijnheer de
Burgemeester, te verzoeken, Mijn
diepgevoelde erkentelijkheid en
dank te betuigen aan de bevolking
van Amsterdam voor de ontvangst,
zoo vol geestdrift en uit het hart
komend, die zij Mij heeft bereid.
Wil dien dank ook overbrengen
aan de huldigingscommissie cn
aan allen, die onder hare bezielen
de leiding cn in voortreffelijke sa
menwerking zich zooveel moeite
hebben getroost cn er zoo bijzon
der in geslaagd zijn, om deze week
van Mijn verblijf tc maken tot een
aaneenschakeling van luisterrijke
plechtigheden cn feesten, die, in de
schoon© omlijsting van de versie
ring en verlichting der hoofdstad,
tot een niet te vergeten schouwspel
geworden zijn, cn Mij het treffend
bewijs zijn geweest van de liefde
cn eensgezinde aanhankelijkheid
van Amsterdam voor Mij en Mijn
Huis.
WILH ELMINA."
De zeestraat tusschen Kaap Ray op New-
Foundland en Kaap Breton op den vasten wal
heet nog steeds naar den verongelukten Ca
boto „Strait Caboto" en Saint John houdt
eveneens zij het indirect de herinnering
aan hem levendig.
Caboto's tijdgenooten waren zeer teleurge
steld. Zij de koning en de kooplieden voorop
zochten geen vischgronden, maar de rijk
dommen van Azië, het goud, het zilver, de
edelsteenen, het ivoor, de parels, de specerijen,
welke een sterke, gewapende hand slechts voor
het grijpen zou hebben. Maar in onze dagen is
juist het door Caboto gevonden deel van Ame
rika het rijkste machtscentrum der geheele
wereld geworden, dank zij veel ingespannen
arbeid en ontginning der natuurlijke hulp
bronnen. De weg erheen is echter nog steeds
niet volkomen veilig als men tenminste
dezen niet zoo ver zuidelijk kiest, dat men de
nevels en het ijs geheel vermijdt. Wat na de
ramp van de „Titanic" echter steeds gedaan
wordt. Dank zij de zorgen van speciale pa
trouillevaartuigen de Amej-ikaansche „Ice-
patrol", waarvan de kosten door alle naties
betaald worden, die op de noordelijke route
varen. Remus.
Een noodkreet van de Amster-
damsche Kamer van Koophan
del.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Amsterdam heeft gistermiddag beslo
ten aan de Tweede Kamer der Statcn-Gc-
noraal een adres te verzenden met betrek
king tot hel ontwerp van wet, waarbij de
vcrvoerscoördinatie wordt vastgelegd.
Na uitvoerig tc hebben betoogd, dat het
onderwerpclijke voorstel welhaast elk on
derdeel van het economisch leven van ons
land raakt en niet alleen diep ingrijpende,
doch ook uiterst bedenkelijke gevolgen kan
hebben, spreekt de Kamer als haar mec-
ning uit, dat indien dc Tweede Kamer
niettemin van oordeel mocht zijn, dat
overheidsbemoeiing met liet vervoer nood
zakelijk is, in ieder geval de regeling o.m.
aan dc volgende eischen zal moeten vol
doen:
Aan de vrije Rijnvaart mag van
Nederlandsehe zijde niet worden ge
tornd. Op het gebied van het ver
voer mag geen verstarring ont
staan. Ten aanzien van de tarieven
is grootc soepelheid volstrekt nood
zakelijk.
Tegen onredelijke verhooging van vrach
ten cn de daaruit voortvloeiende verhoogde
kosten voor het bedrijfsleven dient te wor
den gewaakt.
Vijftien jaar tegen
moordenaar geëischt
Voor de Rotterdnmschc rechtbank heeft
gisteren terecht gestaan de 40-jarige M. J.
A. W. de Z,, chauffeur te Den Haag, thans
gedetineerd te Rotterdam, wegens moord,
gepleegd in den avond van 12 Mei op de 40-
jarigc mej. II. J. van der Loo, zetjuffrouw
in een winkel van Verjade aan den Nieu
wen Binnenweg tc Rotterdam.
Dc officier van Justitie achtte moord be
wezen, mede door het feit, dat verdachte
alles bekende cn toegaf, dat hij het plan
had haar te dooden.
Hij requircerdc een gevangenisstraf voor
den tijd van 15 jaar.
Uitspraak over veertien dagen.
HENRY ARMSTRONG DOET AFSTAND
VAN DEN WERELDTITEL IN HET
VEDERGEWICHT.
Hcnry Armstrong, de wereldkampioen in
liet veder-, licht- en wel ter-gewicht, heeft
medegedeeld, dat hij van den wereldtitel in
het .vedergewicht afstand zal doen»
Slager en schoenmaker I»
Haag veroordeeld.
Drie personen stonden gisten
voor den Haagschen kantonrechte
terecht ter zake van overtref
van de Vestigingswet.
Een slager zag blijkbaar zoo op
het examen, dat hij, ondanks een
schuwing, er niet toe had kunnen 1;
een formulier voor de vestiging var
zaak aan te vragen.
De ambtenaar van het O.M. vroeg
subs. 5 dagen en de kantonrechter
f 5.subs. 3 dagen op, omdat, naai
tot verdachte zcide, je het niet zoo
hebt..
Een schoenmaker verkeerde in een
lijk geval. Hij had verstek laten gai
werd, conform den eisch, tot f 10.-
dagen veroordeeld.
Zij vond het niet
Tenslotte was er een winkelierstei
beweerde, dat zij geen vergunning
had, omdat zij een zaak had overgen
en de Vestigingswet in dit geval nie
toepassing zou zijn.
Bovendien zou zij als hoofd van de
zijn opgetreden na de inwerkingtredui
deze wet.
Het O.M. vroeg f 5 subs 3 dagen I
kantonrechter besloot over 14 dagen
lelijk vonnis te wijzen.
ro pa
nf
op
,mi
Pater J. Dito O.P.
voorzitter van den K.F
berlain
In de vergadering van het hoofdbe
van den K.R.O., Maandagavond te H
sum gehouden, is met algemeen© sten
tot voorzitter gekozen, zulks ter voorzi
in de vacature, ontstaan door het over
van pastoor L. H. Perquin O.P. Z.G.,
lector J. Dito O.P.
het, w
r zoni
chen j
,Met
ker wo
Wil je niet opstaan,
Blijf je maar liggen^
Moet je maar weten
Wat er van! komt s
De dienstplichtigen, die in verbaj
met de verlenging van hun diens
om te
tijd van 5V2 tot 11 maanden, .in jMsing
nood-kazerne te Amersfoort wai ^egtuj
ondergebracht, waren op dat ti E
stip in een allesbehalve gemocdé
ke stemming. Op alles maakten
aanmerking en niet het minst 0,1 en
het eten, dat, volgens hen, zei van|
slecht was, hoewel de luitenant ten
zekerde, dat het beter was dan
90 van de soldaten thuis.
Proef dal
Op een middag kwam dc luilena: c|
eetzaal binnen en onmiddellijk kwaï j,
soldaat naar hem toe, die hem een
eten voorhield met de woorden: „Prot
eens."
De luitenant gaf toe, dat de aardapiei
niet bijzonder goed waren, „maar",
voegde hij er aan toe, „er zijn in deze
van het jaar geen betere te krijgen,
zc thuis precies zoo". Hierop volgde
luid gejoel, waarop de luitenant si
val. De stilte liet evenwel nog gen
tijd op zich wachten, waarop dc luit!
in overleg met den kapitein, besloot d
daten des avonds nog eens ter verast
ding te roepen. Hij gaf bevel, dat de
schappen des avonds om tien uur voor
bedden moesten aantreden, doch dai
vermoedde, dat men dit bevel zou
teeren, nam hij des avonds vijf serg
mede!
Voor de
in dag
;n za
eeren.
yestigc
tin is
de Fn
den i
be#vn
waai j
Wat hij vreesde, bleek
Toen hij op de slaapzaal kwab
was daar het licht reeds uitgedraai aj(
en alle manschappen lagen in be
en hielden zich slapende. Op 1
commando: „Voor de bedden en
het grijs kleeden" werd slechts
deel lelijk en schoorvoetend gert
ageerd.
tijdii
Hierop bevalen de sergeants ie cl eren
daat persoonlijk op te staan. Twee
ten weigerden toen nog. Zij weigerdenfcden
toen de luitenant hen beval zich in J gen ti
te stellen. Pas toen de militaire polil atie ti
bij werd geroepen, kon men de solfl
tot rede brengen.
Dc twee soldaten hebben zich we
gens opzettelijke ongchoorzaamhei
voor den Krijgsraad te 's-Hertogfl eland
bosch moeten verantwoorden. Z akter
werden veroordeeld tot gevangenfi
straffen van 8 en 4 maanden.
Fueh
antwc
:hen
ont
liddag
bespi
woor
van
ver dc
■d:
ek vai
ede
|n aanl
als
ongeb
ier er
l woi
een c
»t i
«jk i
ieder
leidei
Duits
vredi
zegt
buiter
on dei
og va:
AKIEI
In hooger 1>p
Gisteren diende deze zaak in hoog»
roep voor het hoog militair gerecht
Op de terechtzitting bleek, dat beide" mcn
klaagden den luitenant excuus hebhe&lcht v
geboden.
De advocaat-fiscaal vorderde beves®" nie
van het vonnis van den Krijgsraad. L
De verdedigers wezen er op, dat het r!?amb
v" -diger ware geweest, indien de zaaïpoi ven
tnair zou zijn afgedaan ,(dit waw®"'®"
o.ertrcders n.1. na hun excuus doormen v
kapitein beloofd) cn drongen voorts 'j Mïmcl
meeste clementie aan. pst da
Het Hof zal in deze zaak nader f
wijzen.