Caboto, Woensdagsche Mijmerij de onbekende Columbus Moedig zeevaarder - ontdekker van de noordelijke route De Koningin dankt Amsterdam Vervoerscoördioatie brenge geen verstarring Bang voor het examen* Vestigingswet r Ongehoorzame soldati voor den Krijgsraad Maar het nageslacht vergat hem Maar zeer weinigen kennen Giovanni Caboto, den grooten zeevaarder, die evenals Columbus Amerika ontdekte. Wat zijn oorzaak goeddeels vindt in het feit, dat hij de Nieuwe Wereld be trad in een gedeelte, waar het goud nu eens niet voor het oprapen lag en dat hij bovendien ©p zijn tweeden tocht met zijn geheele eskader te gronde ging waar en hoe is nog steeds niet bekend. Toch vond hij o.a. ook het in nevelen gehulde Terra-Nova, Nieuwland, New- Foundland de hoofdstad St. John getuigt nog door haar naam, dat hij zgn ontdekking deed op den dag van het zomerzonnewende- feest h\j bracht naar Europa de tijding, dat daar de rijkste vischgronden ter wereld waren. Eene ontdekking, die nog op heden de rijkste vruchten daagt, terwijl het goud van Mexico en Peru reeds lang zijn rol heeft uit gespeeld. Als de aarde rond is Toen in het begin van de 15de eeuw de ge schriften van Ptolomeus, den grooten Griek- schen geograaf, in West-Europa bekend raak ten, veroorzaakten deze in de wetenschappelijke wereld een nog heftiger deining dim later het feit der ontdekking van Amerika zou doen. In dien de aarde toch inderdaad rond zou zijn, moest men naar het Westen zeilend tenslotte Indië en China kunnen bereiken, waarvan men via de Levant en de karavaanwegen reeds sedert onheuglijke tijden de waren betrok. Tegen het einde der vg'ftiende eeuw treden er twee mannen van de practrjk op den voorgrond, die deze theorie waar willen maken Christo- phoro Colombo en Giovanni Caboto,' beide Genueesche koopvaardijkapiteins. De laatste is heden ten dage alleen nog onder zgn Engel- schen naam, John Cabot, bekend. Nadat de Portugeezen in 1427 de Azoren ont dekt hadden die ongeveer op dezelfde breed te liggen als Lissabon en New-York en op een -derde van den weg naar den overwal kreeg het verlangen om verder naar het Westen te stevenen nieuw voedsel. Columbus zeilde, na te Bristol op een Engelsch schip gemonsterd te hebben, vanuit die stad naar IJsland dat in die dagen een levendig handelsverkeer met die Engelsche zeehaven had en het is lang niet onmogelijk, dat hij op IJsland, waar men van het bestaan van Groenland en Wgnland nog de herinnering bewaard had, gehoord heeft, dat het land aan de overzijde van den oceaan te bereiken moest zijn. Twaalf jaar voordat Columbus West-Indië ontdekte, zijn vanuit Bristol alreeds eenige schepen naar het Wes ten gezeild om het geheimzinnige Brazilië en het Eiland der Zeven Steden in elk zou notabene een bisschop zetelen te zoeken. Negen maanden zwalkte men zonder zijn doel bereikt te hebben over den oceaan. Maar de teleurstelling schrikte latere ondernemingen niet af het wachten was slechts op een leider, die tenslotte in den persoon van Gio vanni Caboto kwam opdagen. In 1497 schrijft de Spaansche gezant te Londen aan zgn koning: „de laatste zeven jaar hebben de kooplieden van Bristol elk jaar op nieuw twee, drie of vier karveelen uitgerust om de eilanden Brazilië en dat der Zeven Ste den te zoeken ingaande op de fantasie van dezen Genuees". Met dien laatsten was Caboto bedoeld. Een onbekende. Geheel onafhankelijk van elkaar zouden Co lumbus en Caboto dezelfde ontdekking doen. Columbus heeft zich een onsterfelijken naam verworven, Caboto kent bijna niemand. En toch is hij waarschijnlijk niet de minst mar kante persoonlijkheid van beide. Columbus had invloedrijke promotors, die in naam van het christendom aan de katholieke koningen geld en schepen konden vragen om nieuw missie gebied te gaan ontdekken. Caboto moest maar zien hoe hy, dood in zijn eentje, elk jaar weer doodnuchtere en koelzakelijke Engelsche koop lieden het hoofd dermate op hol maakte, dat zij hun geldkisten openden om schepen voor hem uit te rusten. In hun boeken komt hij alleen voor als „de man, die het nieuwe eiland ontdekte". Een bereisde Roel. Caboto had den 28sten Maart 1476 Genu- eesch burgerrecht gekregen, nadat hg 15 jaar in die stad domicilie had gehad. Dit leeren ons de stukken. Zijn vrouw en kinderen zullen er meer geweest zgn dan de koene zeevaarder zelf, die meestal zwalkte op het zilte nat. Hij kon goed kaarten teekenen en zelfs globes ver vaardigen om zijn plannen en reizen toe te lichten. Ongetwijfeld was hij een bereisde Roel. Aan den Milaneeschen gezant te Londen vertelt hij, dat hg in Mecca geweest is, waar karavanen specerijen uit de verre landen aanbrengen. Wanneer hij de karavaanleiders vroeg, waar die specerijen groeiden, wisten zij het niet, maar antwoordden.dat zij ze kregen van an dere karavanen, die ook van heel ver kwamen en dat zelfs die ze ook weer van andere had den overgenomen. Nu redeneert Caboto aldus vervolgt de gezant als de volken van het Oosten elkaar deze dingen van hand tot hand doorgeven, dan aangenomen, dat de aarde rond is moet het laatste volk ze in het Wes ten plukken. En die Genuees redeneert zoo overtuigend, dat ik hem, daar het mg toch niets kost, maar geloof ook. De opdracht. Uit brieven van de Spaansche ambassade te Londen weten wjj, dat Caboto te Sevilla en te Lissabon geweest is om te trachten schepen te krijgen voor de ontdekkingsreis, die hij wenschte te ondernemen. Maar hij kon ze er niet krijgen en zoo vinden wij hem in 1490 in Bristol. Met alles wat hij van het Oosten wist, als Italiaan en als zeevaarder op de Levant, moet hij den Bristolsche reeders wel de ge schikte man geleken hebben om hun schepen naar Indië, Cathay (China) en Sipango (Ja pan) te sturen. Terwijl nu van Bristol uit elk jaar opnieuw eene poging gedaan werd om den oceaan over tc steken, slaagde in 1492 opeens op veel zuidelijker breedte de tocht van Co lumbus. Toen men hiervan in Bristol hoorde, besloot men zijne pogingen te verdubbelen. Caboto wist gehoor te krijgen bij den Engel- schen koning en stelde dien voor, dat hg aan de overzijde van den oceaan land in bezit zou nemen voor de kroon van Engeland. Maar eerst in '96 kreeg hij van Hendrik VII patent brieven, waardoor hij onder Engelsche vlag kon gaan varen en hem en zijne drie zoons al de voordeelen der ontdekkingen, welke hij doen zou, werden toegezegd. De schepen moest hij zelf uitrusten en zijn relaties te Bristol hebben hem aan het geld, noodig om 5 schepen zee klaar te zgner beschikking te hebben, gehol pen. Hij kreeg het recht om alle landen, steden en kampen in bezit te nemen, waar hij de hand maar op leggen kon althans voor zoover zij nog niet aan christenen bekend waren. Dit be- teekende, dat hg van de Spaansche ontdekkin gen af moest blijven. De koning, die niets deed dan zijn zegel aan de patentbrieven hechten, zou twintig procent van de winst van elk schip, dat met lading thuisvoer, in zijn zak steken. Voor de tweede expeditie, die van 1497, kreeg Caboto echter ook nog de koninklijke toestemming om zooveel lui als hij wenschte uit de gevangenissen te halen en daarmee zijn schepen te bemannen, uitgenomen de lieden, die voor hoogverraad de gastvrijheid van Zgne Majesteit genoten. Daar Caboto van de Spaansche ontdekkin gen had af te blijven, moest hij den oversteek op hoogere breedte maken dan Columbus wat trouwens heelemaal in de lgn lag van eene expeditie, welke yanuit Bristol in zee stak. De Spaansche gezant, die van Caboto's plannen goed op de hoogte was, kreeg vanuit Madrid een wenk om een oogje in het zeil te houden. Het eerste succes. De reis van het jaar 1496 had weer geen resultaat en in '97 had hg maar zoo weinig geld weten los te krijgen, dat hg met slechts één scheepje, bemand met achttien koppen, in zee kon steken. Maar nu diende hem eindelijk het geluk. Na 53 dagen zeilen zag hij den 3den Juni land en den 6den Augustus was hij zoo waar al weer in Bristol terug. Inboorlingen had hg niet gezien, maar als bewijsstukken bracht hij wildvallen mee en een naald om net ten te maken. Gebrek aan proviand had den ontdekker gedwongen zoo snel mogelijk den terugtocht te aanvaarden. „Graaf" Caboto. De Engelsche koning was zoo verheugd over het behaalde succes, dat Caboto met eerbe wijzen overladen werd. Hij schonk hem een jaargeld en deed, wat Caboto hem maar vroeg. Van den weeromstuit hing Caboto nu den gebraden haan uit. De Milaneesche gezant schreef naar huis, dat de „admiraal", die nu opeens voor een „vorst" doorging, aan zijn scheepsbarbier die tevens zijn doctor en chirurgijn was een eiland cadeau had ge daan. En dat hij zichzelf met „graaf" liet aan spreken. „Een stuk of wat arme Italiaansche monni ken heeft hij bisdommen beloofd en deze zullen hem op zijn volgenden tocht naar het nieuw gevonden land vergezellen. Als ik met den admiraal aan wou pappen, kreeg ik minstens een aartsbisdom de gezant was blijkbaar een geestelijke maar het komt mij voor, dat de plannen, die uwe Excellentie met mij voor heeft, meer zekerheid beiden". Die gezant schijnt een nuchtere kerel te zijn geweest. Op welk punt de ontdekker den Amerikaan- schen vasten wal bereikt heeft, valt niet met zekerheid te zeggen. Vermoedelijk ergens op de kust van Nieuw-Schotland. Pas op de thuis reis ontdekte cn bezocht hij New-Foundland, waar hij de grootè rijkdom aan visch opmerkte. Maar hij had zelf geen begrip van den rijkdom, welke hij daar vond. Spoedig zouden er zich visschers van verschillende naties heen reppen. De ontdekker, die daeht Azië te hebben ge vonden precies als Columbus stelde zich voor op zijn volgende reis langs de kust zuid waarts te zeilen... totdat hij het rijke Sipango of Japan zou vinden en tenslotte de specerij- eilanden in de aequatoriale zone. Caboto's einde. Dat was zgn plan voor zijn volgende en laatste reis. Ditmaal stak hij met vijf zwaar gewapende koopvaarders in zee; men had voor een jaar proviand aan boord. Een der schepen kreeg onderweg zware averij, keerde terug en bereikte na veel moeite een Iersche haven. Van de andere schepen werd nooit meer iets gehoord. Maar in 1501 bracht een Portugeesch schip van de Oostkust van Amerika terug een gebroken, vergulden Italiaanschen degen en zag de bemanning ervan aan de vingers van een Indiaan twee Venetiaansche zilveren rin gen. Caboto heeft dus hoogstwaarschijnlijk voor de tweede maal Amerika bereikt, maar de een of andere ramp schijnt zijn eskader te hebben vernietigd. Vermoedelijk heeft een storm de schepen op de kust verbrijzeld. Dat de Indianen vier zwaarbewapende schepen zouden hebben afgeloopen, lijkt welhaast uit gesloten. Herinnering. Het drama van Cabot en zijn schepen heeft - in de geschreven geschiedenis nauwelijks een spoor achtergelaten. Maar in zijn kielzog voe ren eerst de Engelschen en dra ook de Portu geezen, de Basken en de Bretons ter visch- vangst uit en zij doen het heden ten dage nog. Weg met de natuur! Het menschdom heeft zich langzamer hand eraan gewend, de natuur niet langer au sérieux te nemen, maar haar zoo moge lijk te vervangen door wat men .pleegt te noemen „de veroveringen van de weten schap". Wij genieten de vruchten des velds bij massa in den vorm, die de chemici der essence- cn limonadefabrieken voor ons beb- ben bedacht; de geur der bloemen komt tot ons via den parfum-flacon; en de stralen der zon, die bij de kinderen nog de wan gen kleuren, worden bij hun moeders ver vangen door het kleine ronde doosje, dat zelfs bg mist en regen nog voor zon kan spelen. Daarmee niet tevreden, hebben wij kunstbloemen, kunstmest, kunstbont en wat al niet uitgevonden om niet al te af hankelijk te zijn van wat Moeder Aarde ons gelieft te leveren. Uit dit alles heeft zich een eigenaardige mentaliteit ontwikkeld, die typeerend is voor deze eeuw en het kunstmatige als regel, de natuur als uitzondering, zoo niet als buitennissigheid beschouwt. Hoort men niet nu en dan met een toon'spot spreken van de jongelui die z.g. „zonnecultuur" be drijven, d.w.z. de zon uit de. eerste hand acCepteeren? Inderdaad waarom zich in i zon te koesteren, als Dr. Philips hoogte- zonnen in den handel brengt? (En waarom in den zomer in zijn tuin gaan zitten als men 's winters naar St. Morits kan gaan?) Waarom, zooals een Duitscher zich eens uitdrukte, warüm einfach, wenn's auch kompliziert geht? Deze week werd ik getroffen door een zeer verrassend opschrift in een Engelsch blad bij een foto van inderdaad prachtige hgacinten» Dit kopje luidde: „Camera pro- ves the charm of the daffodil" „Camera bewijst de pracht van de hyacint". Is het niet teekenend Men heeft tegenwoordig blijkbaar een fototoestel noodig om uit te maken cf een bloem mooi is! „Waarom eenvoudig als het ook gecompliceerd kan?" Het woord „bewijst* is buiten gewoon! Het spreekt boekdeelen. Wij moe ten in deze dingen vooral niet afgaan op onze oogen. Wat die ons zeggen is veel te speculatief; dat is maar gissen Maar leven niet de kunstfotografen heelemaal van deze illusie? Kijk maar hoe ze het banaalste gezicht een artistieke, romantische, ontroerende expressie weten te geven. Kijk het banale gezicht in natura aan, al die rimpels, die harde lijnen, die overtollige haren, die oneffenheden, de afstaande ooren, het wijkende voorhoofd, de schuwe bliknee, het 1 ij k t er niet op..De foto de foto is goed! De natuur heeft afgedaan. Een vriend vertelde mij, dat hij een zonnewijzer had gekocht en dezen in zijn tuin aan het opstellen was. Een buurman kwam eens kijken en toen ontwikkelde zich letterlijk het ^volgende gesprek: Wat een grappig ding! Waar dient dat voor? Dat is een zonnewijzer. Waar is dat voor? Om op te zien hoe laat het is. Hóe kun je dat er op zien? Aan de schaduw die op de cijfers valt. De schaduw geeft de cijfers aan, en zóó laat is het. Maar waar is de machinerie? D'r is heelemaal geen machinerie! Maar hoe draait het dan rond? Het draait niet, het staat stil. En het geeft tóch den tijd aan. Zeker, het geeft den tijd aan. Néé, méér, wat ze al niet uitvinden. Ik ben benieuwd wat het volgende zal zijn! Misschien: afstanden van minder dan tien minuten te loopen in plaats van te rijden. Misschien: naar een concert te gaan in plaats van de gramofoon te laten spelen. Misschien: onze eigen wenkbrauwen te dragen. Misschien: onze eigen haarkleur te houden. In dezen mallen tjjd kun je nooit weten.. t)e feesten waren Hare Ma jesteit een treffend bewijs van de eensgezinde aanhan kelijkheid der hoofdstad. De burgemeester van Amsterdam ontving van H. M. dc Koningin onderstaand telegram: „Bij het einde van de viering ter herdenking van Mijn 40-jarige Be- gccring, wenscli Ik U, Mijnheer de Burgemeester, te verzoeken, Mijn diepgevoelde erkentelijkheid en dank te betuigen aan de bevolking van Amsterdam voor de ontvangst, zoo vol geestdrift en uit het hart komend, die zij Mij heeft bereid. Wil dien dank ook overbrengen aan de huldigingscommissie cn aan allen, die onder hare bezielen de leiding cn in voortreffelijke sa menwerking zich zooveel moeite hebben getroost cn er zoo bijzon der in geslaagd zijn, om deze week van Mijn verblijf tc maken tot een aaneenschakeling van luisterrijke plechtigheden cn feesten, die, in de schoon© omlijsting van de versie ring en verlichting der hoofdstad, tot een niet te vergeten schouwspel geworden zijn, cn Mij het treffend bewijs zijn geweest van de liefde cn eensgezinde aanhankelijkheid van Amsterdam voor Mij en Mijn Huis. WILH ELMINA." De zeestraat tusschen Kaap Ray op New- Foundland en Kaap Breton op den vasten wal heet nog steeds naar den verongelukten Ca boto „Strait Caboto" en Saint John houdt eveneens zij het indirect de herinnering aan hem levendig. Caboto's tijdgenooten waren zeer teleurge steld. Zij de koning en de kooplieden voorop zochten geen vischgronden, maar de rijk dommen van Azië, het goud, het zilver, de edelsteenen, het ivoor, de parels, de specerijen, welke een sterke, gewapende hand slechts voor het grijpen zou hebben. Maar in onze dagen is juist het door Caboto gevonden deel van Ame rika het rijkste machtscentrum der geheele wereld geworden, dank zij veel ingespannen arbeid en ontginning der natuurlijke hulp bronnen. De weg erheen is echter nog steeds niet volkomen veilig als men tenminste dezen niet zoo ver zuidelijk kiest, dat men de nevels en het ijs geheel vermijdt. Wat na de ramp van de „Titanic" echter steeds gedaan wordt. Dank zij de zorgen van speciale pa trouillevaartuigen de Amej-ikaansche „Ice- patrol", waarvan de kosten door alle naties betaald worden, die op de noordelijke route varen. Remus. Een noodkreet van de Amster- damsche Kamer van Koophan del. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam heeft gistermiddag beslo ten aan de Tweede Kamer der Statcn-Gc- noraal een adres te verzenden met betrek king tot hel ontwerp van wet, waarbij de vcrvoerscoördinatie wordt vastgelegd. Na uitvoerig tc hebben betoogd, dat het onderwerpclijke voorstel welhaast elk on derdeel van het economisch leven van ons land raakt en niet alleen diep ingrijpende, doch ook uiterst bedenkelijke gevolgen kan hebben, spreekt de Kamer als haar mec- ning uit, dat indien dc Tweede Kamer niettemin van oordeel mocht zijn, dat overheidsbemoeiing met liet vervoer nood zakelijk is, in ieder geval de regeling o.m. aan dc volgende eischen zal moeten vol doen: Aan de vrije Rijnvaart mag van Nederlandsehe zijde niet worden ge tornd. Op het gebied van het ver voer mag geen verstarring ont staan. Ten aanzien van de tarieven is grootc soepelheid volstrekt nood zakelijk. Tegen onredelijke verhooging van vrach ten cn de daaruit voortvloeiende verhoogde kosten voor het bedrijfsleven dient te wor den gewaakt. Vijftien jaar tegen moordenaar geëischt Voor de Rotterdnmschc rechtbank heeft gisteren terecht gestaan de 40-jarige M. J. A. W. de Z,, chauffeur te Den Haag, thans gedetineerd te Rotterdam, wegens moord, gepleegd in den avond van 12 Mei op de 40- jarigc mej. II. J. van der Loo, zetjuffrouw in een winkel van Verjade aan den Nieu wen Binnenweg tc Rotterdam. Dc officier van Justitie achtte moord be wezen, mede door het feit, dat verdachte alles bekende cn toegaf, dat hij het plan had haar te dooden. Hij requircerdc een gevangenisstraf voor den tijd van 15 jaar. Uitspraak over veertien dagen. HENRY ARMSTRONG DOET AFSTAND VAN DEN WERELDTITEL IN HET VEDERGEWICHT. Hcnry Armstrong, de wereldkampioen in liet veder-, licht- en wel ter-gewicht, heeft medegedeeld, dat hij van den wereldtitel in het .vedergewicht afstand zal doen» Slager en schoenmaker I» Haag veroordeeld. Drie personen stonden gisten voor den Haagschen kantonrechte terecht ter zake van overtref van de Vestigingswet. Een slager zag blijkbaar zoo op het examen, dat hij, ondanks een schuwing, er niet toe had kunnen 1; een formulier voor de vestiging var zaak aan te vragen. De ambtenaar van het O.M. vroeg subs. 5 dagen en de kantonrechter f 5.subs. 3 dagen op, omdat, naai tot verdachte zcide, je het niet zoo hebt.. Een schoenmaker verkeerde in een lijk geval. Hij had verstek laten gai werd, conform den eisch, tot f 10.- dagen veroordeeld. Zij vond het niet Tenslotte was er een winkelierstei beweerde, dat zij geen vergunning had, omdat zij een zaak had overgen en de Vestigingswet in dit geval nie toepassing zou zijn. Bovendien zou zij als hoofd van de zijn opgetreden na de inwerkingtredui deze wet. Het O.M. vroeg f 5 subs 3 dagen I kantonrechter besloot over 14 dagen lelijk vonnis te wijzen. ro pa nf op ,mi Pater J. Dito O.P. voorzitter van den K.F berlain In de vergadering van het hoofdbe van den K.R.O., Maandagavond te H sum gehouden, is met algemeen© sten tot voorzitter gekozen, zulks ter voorzi in de vacature, ontstaan door het over van pastoor L. H. Perquin O.P. Z.G., lector J. Dito O.P. het, w r zoni chen j ,Met ker wo Wil je niet opstaan, Blijf je maar liggen^ Moet je maar weten Wat er van! komt s De dienstplichtigen, die in verbaj met de verlenging van hun diens om te tijd van 5V2 tot 11 maanden, .in jMsing nood-kazerne te Amersfoort wai ^egtuj ondergebracht, waren op dat ti E stip in een allesbehalve gemocdé ke stemming. Op alles maakten aanmerking en niet het minst 0,1 en het eten, dat, volgens hen, zei van| slecht was, hoewel de luitenant ten zekerde, dat het beter was dan 90 van de soldaten thuis. Proef dal Op een middag kwam dc luilena: c| eetzaal binnen en onmiddellijk kwaï j, soldaat naar hem toe, die hem een eten voorhield met de woorden: „Prot eens." De luitenant gaf toe, dat de aardapiei niet bijzonder goed waren, „maar", voegde hij er aan toe, „er zijn in deze van het jaar geen betere te krijgen, zc thuis precies zoo". Hierop volgde luid gejoel, waarop de luitenant si val. De stilte liet evenwel nog gen tijd op zich wachten, waarop dc luit! in overleg met den kapitein, besloot d daten des avonds nog eens ter verast ding te roepen. Hij gaf bevel, dat de schappen des avonds om tien uur voor bedden moesten aantreden, doch dai vermoedde, dat men dit bevel zou teeren, nam hij des avonds vijf serg mede! Voor de in dag ;n za eeren. yestigc tin is de Fn den i be#vn waai j Wat hij vreesde, bleek Toen hij op de slaapzaal kwab was daar het licht reeds uitgedraai aj( en alle manschappen lagen in be en hielden zich slapende. Op 1 commando: „Voor de bedden en het grijs kleeden" werd slechts deel lelijk en schoorvoetend gert ageerd. tijdii Hierop bevalen de sergeants ie cl eren daat persoonlijk op te staan. Twee ten weigerden toen nog. Zij weigerdenfcden toen de luitenant hen beval zich in J gen ti te stellen. Pas toen de militaire polil atie ti bij werd geroepen, kon men de solfl tot rede brengen. Dc twee soldaten hebben zich we gens opzettelijke ongchoorzaamhei voor den Krijgsraad te 's-Hertogfl eland bosch moeten verantwoorden. Z akter werden veroordeeld tot gevangenfi straffen van 8 en 4 maanden. Fueh antwc :hen ont liddag bespi woor van ver dc ■d: ek vai ede |n aanl als ongeb ier er l woi een c »t i «jk i ieder leidei Duits vredi zegt buiter on dei og va: AKIEI In hooger 1>p Gisteren diende deze zaak in hoog» roep voor het hoog militair gerecht Op de terechtzitting bleek, dat beide" mcn klaagden den luitenant excuus hebhe&lcht v geboden. De advocaat-fiscaal vorderde beves®" nie van het vonnis van den Krijgsraad. L De verdedigers wezen er op, dat het r!?amb v" -diger ware geweest, indien de zaaïpoi ven tnair zou zijn afgedaan ,(dit waw®"'®" o.ertrcders n.1. na hun excuus doormen v kapitein beloofd) cn drongen voorts 'j Mïmcl meeste clementie aan. pst da Het Hof zal in deze zaak nader f wijzen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 8