I I» De ongekende economische weerstandskracht der volkeren HIITENLANDSCH VERZICHT fevige SNIJWOND IN DEN VINGER KLOOSTERBALSEM Economische beschouwing ie Alkmaar. l Zaterdag 17 September 1938 Tweede blad De zoo dikwijls aangekondigde inéénstorting van Duitschland en Italië blijft uit. Verschijn selen, die er op wijzen, dat de economische toestand er slech ter wordt. Een van de verwonderlijke dingen van dezen tijd is het verschijnsel, dat volkeren, wier economische on dergang 'reeds sedert jaren voorspeld is, niet alleen nog steeds den kop i boven water houden, doch rustig f voortgaan op den weg, waarvan steeds is verzekerd, dat hij moet voe ren tot het einde. Zoowel van het Italië onder Mussolini als ta het Hitleriaansche Duitschland hebben r tot in den treure kunnen hooren, dat I politiek der dictatoriale leiders de vol- nen uitputting der betreffende volkeren zich mee moest brengen. En het resul- 1? De leiders lachen het wijsneuzige bui- land uit, ze slaan zich op de borst en ncn de resultaten, waarbij ze voornam e- prat gaan op het feit, dat bij hen geen !kloosheid meer bestaat. Ze gaan door bne sommen te besteden, voor werkob- ;en, voor reusachtige verdedigingslinies andere militaire doeleinden en het gaat. !oe is dit alles mogelijk? a, blijkens de houding, welke Hitier sf de laatste dagen heeft aangenomen, ijnt hij zich zoo sterk te gevoelen, dat voor een oorlog nauwelijks terugdeinst eenigc malen hebben we te Neurenberg incn hooren, dat Duitschland er econo- jch zoodanig bovenop- is, dat men uit de- hoofde een oorlog niet behoeft te vree- dit zoo? En zoo ja, hoe is het mogelijk? Wanneer we ons met deze vraag leen oogenblik bezig houden, dan moeten we om te begin ncn vaststel- jlcn, dat eerst de allerlaatste jaren ons er een idee van hebben gegeven, 'jhoe groot, de weerstandskracht van een volk is, wanneer men de ccono- jmische hulpbronnen volgens alle [regelen van de moderne efficiency exploiteert en de distributie der goe- deren van overheidswege, organi- scert. ■Uit den aard der zaak betcekcnt zulk een peiling het opgeven van een zekere luxe, luxe, die* bestaat uit het hebben van als een overdaad, en die daarom zeker als een zware druk behoeft te worden oeld. „Ne gasnillez pas le pain" (Ver- I s geen brood!) kon men .kort na den og in bijna alle Fransche restaurants le en de zin van deze woorden, die zeker alle weldenkende menschen als juist t worden aangevoeld, vinden we in de len, wier economische maatregelen door buitenstaanders als fnuikend worden bouwd, tot in het. uiterste doorgevoerd. yger wordt het natuurlijk, wanneer ver- llende goederen schaarsrh beginnen te 'den of in het geheel niet. meer te krij- zijn, doch, wanneer het bier gaat om 1 kelen, welke nog betrekkelijk gemakke- luinnen worden gemist, en daarvoor [dt zooveel mogelijk gezorgd dan laat dit euvel zich zeer wel dragen, ot is de vraag of de economische lei- in de landen, waar bovenstaande be- iigingsmothoden zijn toegepast, de draag- itc ervan reeds bij voorbaat hebben bc- 1 Vermoedelijk is dit niet bet geval gc- st, zoodat ze zich wellicht geplaatst heb- gezien voor, wat men zou mogen noe- meevallers. En de economische toe- ld in de betreffende landen zou zeker •eden tot ongerustheid behoeven te vekken, ware het. niet, dat de schreef bovenstaande redelijke en stellig zeer draagbare beperkingen verre was over reden. plOEDT VERSCHRIKKELIJK Verband met KLOOSTERBALSEM Veneest de wond in 24 uur ,Al8 moeder van een groot geztn, had ik het ongeluk mij bij 't brood snijden een flinke jaap in den wijsvinger te geven. Het bloedde verschrikkelijk. Een ban mijn kinderen bracht dadelijk den Kloosterbalsem, die in mjjn huisgezin iet kinderen telkens van pas komt. Na een doekje met dezen geneeskrach- tigen balsem op mijn vinger te hebben gedaan, hield het bloeden dadelijk op en de hevige wond was tot mijn ver- jj.i bazing in 24 uur geheel geheeld en »j genezen." ,e ör. e AKKER'S OMiaiNlll TBR INZAG» T' „Geen goud zoo goed" Onovertroffen bij brand-en snij wonden nu onSeëvenaard als wrijfmiddel bft Kheumatiek. spit en pijnlijke spieren SekroBfdoo» 85 ct Potten: 624 ct en 1.04 tmii ja.- m n riarw Dat dit laatste inderdaad het ge val is, blijkt uit heel andere omstan digheden en het merkwaardige daar bij is, dat juist toestanden, waarop de leiders in de betreffende rijken zoo bijzonder prat gaan, bet directe bewijs vormen voor het feit, dat er iets niet in orde is. Wanneer men iemands positie zoo goed mogelijk wil beoordeelcn, dan mag men zich afvragen: hoeveel werk verricht hij en hoe wordt hij daavoor beloond? Ontvangt n.1. een doorsnee-arbeider weinig loon voor veel arbeid, dan wordt de toestand bedenkelijk. Deze begint.dan b.v. te gelijken op die, welke we aantroffen in het begin van de vorige eeuw in de groote fabrieks- centra. Dezo toestanden waren het, waaruit de socialistische bewegingen voortsproten en die bewegingen waren begrijpelijk, omdat ze iets wilden verbeteren, wat inderdaad ver betering behoefde. Men lette wel, we zeggen niet, dat deze oude toestanden weer terug zijn gekeerd in hun vollen omvang, doch men kan iets krijgen, wat er op begint te gelijken. Nemen we nu de algemeene toestand in Duitschland, dan mag wel als vaststaand gelden, dat. er sprake is van een zekere in flatie. Onlangs memoreerden we een aantal maatregelen van de Duitsche regeering, die er louter en alleen op berekend waren de in flatie, die te groote afmetingen begon aan te nemen, te bestrijdpn. Zulk iecn inflatie nu, die er op neerkomt, dat de koopkracht van bet geld daalt, uit zich daardoor, dat men voor dit geld minder kan koopen De goederenprijzen stijgen dus, terwijl het loon gelijk blijft. Of, met andere woorden, de loontrekker gaat er op achteruit. Schrik barende afmetingen had de inflatie in Duitschland weliswaar niet aangenomen, misschien waren de goederenprijzen met 25 of 50 gestegen, vast staat, cïat ze merk baar werd en wel zoodanig merkbaar, dat de regeering het noodig oordeelde er iets tegen te doen. Dus: bet loon is in Duitschland successievelijk gedaald. De andere factor, welke we in over weging dienen te nemen, is de hoe veelheid arbeid, welke door den doorsnee-werkman wordt verricht. In dit. opzicht herinneren we aan de woorden op het. jóngste Neurcnber- ger Congres gehoord, waarin niet al- - leen met fierheid het feit werd ge- constateerde dat ér in Duitschland geen ^werkloosheid meer was, doch waarin met niet minder trots gewag werd gemaakt van do om standigheid, dat bet met den acht- urigen werkdag lang en breed was gedaan. Dat de tijden, waarin de koopman om zes uur zijn pen af droogde, voorbij waren, dat er in heel veel gevallen tien uur of lan ger werd gearbeid. Uitlatingen van zoo officieele zij de zullen we wel als juist mogen beschouwen, zoodat wc tot de con clusie komen, dat de doorsnee-Duit- scher meer werk verricht dan vroe ger, dat hij daarvoor echter minder loon ontvangt. ï.oo zien we dus', dat de oog wel degelijk steeds verder wordt gespannen. Tot dusver re is dat zonder bezwaar kunnen geschieden, hoewel een strenge discipline in Duitschland noodig is geweest om het mogelijk te maken Hoelang men er mee kan doorgaan is een kwestie, die niet is te beoordeclen. Dat er geen eind zou zijn is ten eenen male on juist. Wol is liet duidelijk, dat de bestaande noodzaak om door langclurigen arbeid in de uiterste economische behoeften te kunnen voorzien, een oorlog moeilijk, zoo niet on mogelijk maakt. Immers bet verbruik stijgt dan plotseling enorm, vooral aan wapenen en munitie, ter wijl het aantal arbeidskrachten sterk wordt beperkt, aangezien de mannen noodig zijn voor troependienst. Deze grooter worden de moeilijkheid om oorlog te voeren is wel licht de ecnige troostgedachte, welke uit den overigens somberen gang van zaken kan worden geput. (zittiif^ van Vrijdag 16 September) I-I e e r h u g o w a a r d HIJ KWAM NIET UIT DE LUCHT VALLEN! Verd. J. A. K., wonende te Blokker moet terecht slaan omdat hij ervan wordt ver dacht op 28 Juli op den Middenweg te Ileer- hugowaard met een auto te hebben achter uit gereden, zonder zich ervan te hebben vergewist of de weg vrij was. Hierdoor is verd. in aanrijding gekomen met een motor rijder, waardoor deze zijn arm brak. Verd. merkt op,, dat bij wel degelijk heeft achteruit gekeken, maar den motorrijder niet heeft gezien. De Ambt. van het O. M. Mr. de Bruevs Tack meent, dat de motorrijder niet .uit de lucht is komen vallen. Als getuige voor de aangereden motor rijder,. een zekere H. B., grossier, wonende te Alkmaar. Deze vertelt, dat verd. met z'n auto ach teruit reed. Get. gaf toen signaal en inder daad stopte de auto. Maar: ineens ging'verd. weer achteruit. 1 Ambt. O. M.: Hoe bard'reed U? Get.: Ik rijd altijd zoo, dat ik m'n eigen leven en dat van anderen niet in gevaar breng. Ambt. O. M.: Hoe hard is dat? Get.: Een veertig a vijftig kilometer. De verdediger van verd. vraagt get. of hij gestopt heeft, toen hij .z'n signaal had ge geven Get. Nee, daar bestond geen reden voor, ik was op m'n eigen rij vlak en daar is de auto opgekomen. Get. wil nog even erop wijzen, dat verd. zeer tegemoetkomend is geweest. De tweede get. is W. W. te Heerhugowaard die gehoord wordt als get. a décharge. Deze Verklaart, dat hii de auto van verd. achteruit zag rijden en ineens een motorrij der in volle vaart zag naderen. Toen dacht hij dadcliik: „dat gaat niet goed!" Kant.: Hoe hard denkt U dan, dat die mo torrijder reed? Get. a décharge: Ik denk een 70 k.m. De ambt. van bet O. M., requisitoir nemend acht liet ten laste gelégde wettig en overtuigend be,.ezen. Mr. de Brueys. Tack wil erop wijzen, dat verd. op een kaarsrechten weg zich er niet voldoende heeft van over tuigd, dat de weg vrij was. Verd. is achteruit rijdende op de linkerhelft van den weg terecht gekomen. De ambt. meent, dat get. zeer zwaar is getroffen en daarom wil Mr. de Brueys Tack een zware boete vra gen, n.1. f50.boete, subs 30 dagen. De verdediger van verd. Mr. Windhauscn zegt in z'n pleidooi, dat niet bewezen is, dat z'n cliënt, 'eerst heeft gestopt met z'n auto. Alleen get. B. beeft dit geconstateerd en nie mand anders. Deze had dus moeten stop pen of in ieder' geval vaart moéten minde ren. Immers; hij zag verd. en door verder door te rijden, bracht hij de veiligheid van het iverkecr in gevaar. Het eerste signaal heeft pleiter's cliënt, in het geheel niet ge hoord; bewezen is dus niet. of het wel gege ven beeft? Verdachte heeft volgens pleiter in dit geval geen schuld en concludeert tot vrijspraak. Na re- en dupliek, zegt de Kantonrechter heden over een weck schriftelijk vonnis te zullen wijzci). Bergen. DE FIETSER AARZELDE.I De volgende verd. is D. K. van beroep ch| af- feur, wonende te Bergen, die op 5 Septem ber j.1. op den voorrangsweg, den Heïder- schen weg, een fietser geen voorrang zou hebben pegeven. Verd. antwoordde dat de fietser ongeveer afstapte, zoodat hij meende dat deze hem den voorrang gaf. Verd. heeft dit. den agent nog gezegd, maar die antwoordde: „daar heb ik niets mee te maken". liet gebeurt daar zoo dikwijls. De kantonrechter wil den verbalisant hoo ren en stélt de zaak uit tot Vrijdag 7 Oc- tober. De .onbelangrijke zitting welke reeds óm half twaalf was afgeloopen, gaf verder geen copio. DE KOUDSTE PLEK OP AARDE. Tot nu toe werd het Oost-Siberische stad je Wcrchojsnsk aan de rivier de Jena o-p 67 gr. 33 min. Nb., 133 gr. 24 min. 01. en 122 m. hoogte gelegen, waar men temperatu ren tot 70 C. registreert en het Januari- gcmiddelde —50.4 C. is, als de koudste plaats op aarde beschouwd. Sedert 1933, aldus het Tijdschrift van het Kon. Ned. Aardr. Gen., is een meteorologisch station gevestigd in Oimekon aan de Ondigirka op 63 gr. 10 min. Nb. en 143 gr. 15- min. 01., ongeveer 440 km. benoorden Ochotsk ge legen. Hier daalt de temperatuur tot 78 C. cn is altijd lager dan in Werchojansk. Oimekon is dus nu de koude-nool van de aarde Er wonen ongeveer 1000 menschen die het klimaat goed verdragen en bun vee:-rendieren, paarden en koeien, in leven weten te houden. MET VERBIJSTERENDE SNELHEID VOL GEN DE GEBEURTENISSEN ELKAAR OP. IS DE SUDETEN-DUITSCHE KWESTIE EEN EUROPEESCHE OORLOG WAARD? HET ONDERHOUD TE BERCHTESGA- DEN. HAD HITLER WOENSDAG WIL- LEN MARCHEEREN? DUITSCHE PYRRHUS-OVERWINNINGEN. Met den dag hebben zich deze weck de politieke perspectieven gewijzigd. Wanneer we het voornaamste heel in bet kort memoreeren, dan kun nen we melding maken van de rede van Hitier op Maandagavond de on middellijk daarop gevolgde vlaag van verzet, die golfde over Sudeten- Duitschland en die zonder twijfel door de leiders van de ITenlein-be- weging was geënsceneerd. De Praagsche regeering nam daartegen krachtige militaire maatregelen, die de in cidenten tot enkele weinige beperkten, en voorts ten gevolge hadden, dat. een groot aantal Sudeten-Duitschers de wijk nam naar het voor hen veilige rijk van Hitier. Deze krachtige Tsjecho Slowaaksche maatrege len ontketenden echter weer een storm van protesten in de Duitsche peis, terwijl de Bcrlijnsche regeering zich merkwaardig kalm hield. De spanning echter bleek. Plot seling verminderde deze, toen bekend werd, dat de Engelsche minister-president Chain- berlain een onderhoud zou hebben met Hit- Ier, een bespreking, die intusschcn reeds beeft plaats gehad. Welke resultaten te Berchtesgaden tus- schën de beide regeeringshoofden zijn be reikt, is op liet oogenblik, waarop we dit schrijven, nog niet. bekend! Geheel Europa echter ziet reikhalzend uit naar het resul taat er van, in de hoop dat het dreigend oorlogsgevaar zal worden bezworen. Bij een cn ander mogen we melding ma ken van een kentering in de opvattingen onder liet publick der democratische lan den. Meer en meer begint men zich af tc vragen of de beele Sudeten-Duitsche kwes tie een zaak van zoodanig gewicht is, dat daarvoor een Europecsehen oorlog mag worden ontketend. De millioen Sude ten-Duitschers, of althans een deel daar van, schijnen geen grooter wenscb in de wereld tc hebben, dan deel uit te maken van Duitschland. Indien dit inderdaad het geval blijkt te zijn, is bet dan niet beter hun zin te geven inplaats van bloed tc gaan vergieten op een geweldige schaal? Dit dunkt ons een verstandige overweging cn ze wordt reeds zoo menigvuldig vernomen, dat liet waarschijnlijk lijkt, dat het resul taat der besprekingen te Berchtesgaden in deze richting is gegaan. Zekerheid daarom trent zullen we spoedig krijgen. Voorloopig echter lijkt een woord van hulde aan het adres van Cliain- bcrlain op zijn plaats. Deze staats man heeft door zijn initiatief, waar voor zeker wel ecnige zelfoverwin ning noodig is geweest, oen daad verricht, waardoor misschien een Europeesch bloedbad is voorkomen en zijn houding, die een verwonder lijke tegenstelling vormt met bet op- tredêri van den Duitschen Fulirer, zal stellig door zeer velen, niet al leen buiten Duitschland, met instem ming en met warme sympathie zijn begroet. We wijzen in dit verband op de warme ontvangst, welke aan Chamberlain werd be reid door het Duitsche publiek bij de aan komst van den Engelschen minister te Berchtesgaden. Hij werd' door een groote menigte toegejuicht, er werden hoeden in de lucht geworpen en men vernam hoera geroep, zoo kan men in de desbetreffende berichten lezen. We hebben daarbij te doen met een minder „select" deel van het Duit sche volk dan dezer dagen te Neurenberg was vereenigd. Men behoeft er echter niet aan te' twijfelen of dit publiek gaf op juis tere wijze.weer wat onder liet Duitsche volk leeft, dan de uitgelezen deputatie naar het partijcongres. De naam zegt hier wellicht genoeg. Het congres was er een van „de partij", vermoe delijk echter niet van liet volk. We hebben vroeger al wel eens vermeld, dat het Duit sche volk zeer zeker een cultuurvolk is, dat liet als zoodanig even weinig gevoelt voor oorlog als de andere beschaafde naties dit, dooreen genomen, doen. Uit deze ontvangst van Chamberlain valt voor iedereen, ook voor ITitler, iets te loeren. Indien de Füh- rcr doorgaat on de wijze, waardóór zijn be leid zich voortdurend heeft gekenmerkt, zou hij do sympathie kunnen verliezen van zijn eigenbevolking en het is zeer de vraag of bij dit door zijn jongste optreden niet reeds in belangrijke mate beeft gedaan. Ja, men zou zich mogen afvragen of een zege ten aanzien van Sudeten Duitsch land dit verlies nog kan goedmaken. Al zaJ het stellig zoo breed worden uitgemeten, als maar even mogelijk is. Bij dat alles valt toch dit te constateeren, dat iedere nieuwe zege van Hitier tegen woordig moeilijker wordt bevochten. Wat niet wegneemt, dat we na een cvcntueele liquidatie van het Sudetendwitsche kwestie naar de zin van Duitschland, vermoedelijk spoedig de vraag gelanceerd zullen zien: welke minderheid is nu weer aan de beurt om te worden gean nexeerd? Merkwaardig ook is bet verschil in optre den tusschcn de Duitsche pérs en die in het buitenland. Terwijl de laatste de dingen dooreen genomen ernstig behandelt, zien we de Duitsche pers zich te buiten gaan aan een zekere rigorositeit, ze baadt zich als bet ware reeds in een overwinningsroes. Geleid als ze wordt door de regeeringspers- dienst, doet deze bonding onprettig aan, al moet men darbij wellicht in overweging nemen, dat de Duitsche regeering weet iets goed te moeten maken bij haar volk. Dat ze meent dit te kunnen doen door krachtsver toon, is niet verwonderlijk. Hitier en zijn omgeving leven nu eenmaal in militairisme hun denken kent als hoogste norm slechts kanonnen en soldaten, militaire eer en roem. Men mag zich echter afvragen wan neer ze zullen bemerken, dat ze in deze een vergissing hebben begaan. Hoe noodig de stap van Chamberlain was, bleek intussclien uit-het bericht, dat Hitier, zoo liet initiatief van den Engelschen mi nisterpresident achterwege was gebleven, Woensdagavond reeds bevel zou hebben ge geven Tsjecbo-Slowakije binnen te mar* cheeren. Hij zou dus den Europecsehen oor log hebben aanvaard- Zonder eenigen twij fel is men te Londen daarvan op de hoogte geweest, Bedenkt men dit, dan wordt de krasse onderneming van dén Engelschen staatsman plotseling veel duidelijker. Vermelden we nog, dat ook Ï-Ienlein op de gebeurtenissen beeft willen vooruitloopen, dan paar alle waarschijnlijkheid al weer in opdracht van de Duitsche regcering een proclamatie uit te vaardigen, waarin tot uitdrukking wordt gebracht, dat de Sudetenduitschers, geen deel meer wenschen uit te maken van Tsjecbo-Slowakije, doch dat ze wenschen foe tc treden tot het Duit sche rijk, dan hebben wc de voornaamste gebeurtenissen van de afgeloopen dagen wel ongeveer aangestipt. Uit dit laatste, dat gezien de besprekingen te Berchtesgaden, even goed achterwege had kunnen blijven, blijkt intussclien al weer met welk een fanatisme in Duitschland alles in het werk wordt gesteld om het doel ten aanzien van Suclcten-Duitschland toch maar tc bereiken. Dit schijnt wel zeer noodig te zijn! Waarom? Zouden wij, Nederlanders, ons de koning te rijk achten, wanneer bij voorbeeld een deel van Vlaanderen aan ons rijk werd gehecht? En zouden we daarvoor met vreugde een oorlog beginnen? Het is te dwaas om los te loopen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 5