Wij lazen voor U
l^RVf*.sv£GEN
SLECHTS Sct.PER PAK
door
EDGAR RICEi
BURROU<3HS
tein Lavac?" vroeg Helen Gregory. De Frans
man haalde zyn schouders op en antwoordde:
nen is, misschien is hy reeds lang dood!"
Doch het jonge meisje wilde dit niet geloven.
pelde ze, „neen, toch niet, het is Brian niet".
„Neen", lachte Lavac, „dit is Tarzan van d®
In Loango zaten drie mensen vol spanning „Als Tarzan hem niet vinden kan, kan nie- Daar trad Tarzan de zaal binnen, en terwijl Apen. Ook aan een ander tafeltje had men
op de komst van Tarzan te wachten. „Denkt mand het. U moet niet vergeten, dat Uw Helen naar hem keek, werden haar oogen Tarzan voor Brian Gregory gehouden.
U werkelijk, dat hij Brian kan vinden, kapi- broer nu- reeds twee jaar spoorloos verdwe- groot van verbazing. „Dat is Brian", mom-
Een gewetensvraag.
Het orgaan van de Vereen, van Christen-
antimilitairisten „Keric en Vrede" bespreekt
in zijn jongste nummer de vraag, nu „Kerk
en Vrede" op de lijst der Defensieverboden
gezet is, of die ledenlrijksambtenaren als lid
moeten bedanken.
Het blad schrijft:
Kerk en Vrede is geen doel, maar middel.
Wij zijn geen christen-antimilitairisteri,
omdat wij leden van Kerk cn Vrede zijn,
maar wij zijn leden van Kerk en Vrede,
omdat wij christen-antimilitairisten zijn.
Daarom geeft het Dagelijksch Be
stuur aan allen, die rijksambtena
ren zijn, advies: bedankt als lid van
onze vereeniging, maar blijft trouw
aan uw christen-antimilitairistische
overtuiging! De Regeering weet zelf
ook heel goed, dat bedanken niet be-
teekenen kan een verworven over
tuiging prijs geven.
Wij zeggen niet: doen alsof, zeg dat je
geen antimilitairist bent en blijf het in het
geheim wel! Dat zou valsch en oneerlijk
zijn. Ook tegenover onze Regeering willen
wij oprecht zijn. Vraagt zij meer dan be
danken, dan komt het kritieke oogenblik.
Dat oogenblik is er nu nog niet.
Nationaal-Socialistische wierook.
Het feit, dat bij de behandeling van het
Adres van Antwoord op de Troonrede het
voorstel van den heer van Vessem (N.S.B.)
om een alinea op te nemen, die uitdrukke
lijk gewaagde van instemming met de door
Nederland gevolgde politiek van zelfstan
digheid, geen merderheid vond, geeft ir.
Mussert aanleiding tot de volgende ontboe
zeming, welke in „Volk en Vaderland" werd
afgedrukt:
„Wij constateeren, dus, dat in de
zen tijd van ernstige oorlogsdrei
ging, nu 't internationale Joden-
Uit de Pers van beden
dom en het internationale marxis
me openlijk of verdekt tot oorlog
tegen DuitschlandItalië ophitst, de
politici van de S.D.A.P., de vrijzin
nig-democraten, en het grootste deel
van de R.K. Staatspartij, deze oor-
logsophitsing steunen door met voor
bedachten rade Nederland's zelfstan
dige onzijdigheidspolitiek in de Eer
ste Kamer te verwerpen. Het is bar."
De anti-revolutionnaire „Standaard" tee
kent hier bij aan:
Inderdaad is het bar!
Bar, dat de heer Mussert dergelijke uit
legging durft te geven aan de door de Ka
mer genomen beslissing.
Hij wist, moest althans weten, dat het
voor of tegen de zelfstandigheidspolitiek
van Nederland geen oogenblik bij het ge
vallen votum in het geding is geweest.
Aan de antirevolutionnaire Eerste
Kamerleden wordt in „Volk en Va
derland" lof toegebracht voor hun
„ridderlijkheid'.', hun „fatsoen" om
voor het voorstel te stemmen.
De bedwelming van dezen natio-
naal-socialistischen wierook uitgaan
de belet ons niet waarheid en on
waarheid te onderscheiden.
De waarheid is dat 's heeren Mus
serts bedrijf is bar en boos.
Boos in den vollen slechten .zin
van het woord
IN OUD-LIBERALISTISCHE WATEREN.
Het verdwijnen van het katholieke dag
blad „Dc Morgen" moge zijn directe oorzaak
vinden in materieele moeilijkheden het is
niettemin een kwaad teeken, als men het
beschouwt in verband met de gcheele poli
tiek van de R.K. Staatspartij, aldus het Volk
(S.D.A.P. Telkenmale heeft de redactie van
„De Morgen" de moed gevonden, een onaf
hankelijk geluid te laten hooren. De sociale
nood, waaronder de katholieke massa gebukt
gaat, en de sociale wenschen, die in deze
massa leven, vonden steeds weer hun echo
in de kolommen van „De Morgen".
Juist dit blad, dat op de waardigste wij
ze vertolkte, wat er fn de sociaal-vooruit-
strevende vleugel van de R.K. Staatspartij
omging, moet thans het veld ruimen Dc
Staatspartij volgt Colijn en raakt steeds
meer verzeild in oud-liberalistische wateren;
en tezelfdertijd moeten wij vaststellen, dat
de tegenkrachten, die nog in deze partij aan
wezig waren, een verzwakking ondergaan.
Een droeve illustratie van het vastloopen
van de gezonde politieke ontwikkeling in
het Nederland van 1938.
NEDERLAND KAN NIET NETJES
FEESTVIEREN
In de rubriek „Stemmen uit het Volk", van
het Nat. Dagblad (N.S.B.) treffen wij onder
staand stukje aan:
Draaiorgel-gejengel vermengt zich met het
heesch geschreeuw van dweilende jongens
en meisjes, uitgedost met mombakkesen, val-
sche snorren en papieren narasols.
Lawaaierig rollen stomdronken mannen
en vrouwen vunze kroegen uit, waarbinnen
een helsch gekrijsch weerklinkt, dat in af
schuwelijkheid slechts geëvenaard wordt
door den walgelijken alcoholstank en het
geestverheffende „hot-jasz" gegil.
Draaimolens doen schreeuwende vaders
en moeders, vergezeld van hun zuurstok-lek
kende kinderen in het rond zwieren, terwijl
halve idioten hun kracht beproeven op den
kop van jut.
Serpentine in alle kleuren ligt vertrapt in
de bemodderdë en door dronkemannen be-
zwadderde straten, waardoor hotsend en lal
lend de Neerlandsche jeugd zich voortbe
weegt, wier liederen-repertoire na het brul
len van „en van je hela, hola", aangevuld
met „O, mamah" uitgeput schijnt te zijn
Alzoo, edele voorvaderen, fiere, moe
dige geuzen, hongerende Leidenaars
met uw grootcn Burgervader v. d.
Werf, vieren uw nakomelingen het
feit, dat gij, door uw opoffering, door
uw bewonderenswaardige vastbera
denheid Leiden voor de Spaansche
overheersching bewaard hebt.
O groote Almacht, schenk ons een
klein gedeelte van de daadkracht,
van de vurige maar reine Vader
landsliefde, die onze vechtende Va
deren bezielde, opdat wij deze laf-
liederlijke leeghoofdenbende van den
Nieuwen Geest doordringen mogen.
Geen ongeletterde burgers meer!
Iran strijd tegen het analpha-
betisme.
De Sjah van Iran bindt ijverig den strijd
aan tegen het analphabetisme en heeft
daartoe zoojuist gelast, dat alle ongeletterde
burgers avondscholen voor volwassenen
moeten bezoeken. In het geheele land zijn
deze scholen opengesteld. De gemeentelijke
autoriteiten mogen niemand tot een werk
kring toelaten, die niet aan dit bevel heeft
voldaan.
Het bezoek van Koning
Leopold aan ons land
Naar wij vernemen zal Z.M. Koning Leo
pold van België, die de volgende maand als
gast van H.M. de Koningin een officieel be
zoek aan ons land zal brengen, op Maandag
21 November a.s. in den namiddag per trein
Ie Amsterdam aankomen, waar hij aan het
Centraal Station zal worden ontvangen en
zich in een plechtigen stoet naar het paleis
op den Dam zal begeven.
Het bezoek zal slechts twee dagen duren.
Op Woensdag 23 November vertrekt de Bel
gische Koning uit Amsterdam om na een
kort bezoek aèn den Haag naar Brussel te
rug te kceren.
Redacteur van
Mussertkrant beboet
Wegens smaadschrift tegen den
minister van justitie.
Gisteren wees de Haagsche rechtbank
vonnis in de zaak tegen Mr. M. M. Rost van
Tonningen, hoofdredacteur van het Natio
nale Dagblad, in welk blad op 13 April een
artikel voorkwam, dat beleedigend voor mi
nister Goseling werd geacht.
De rechtbank, veroordeelde den heer Rost
van Tonningen tot een geldboete van f 200
subs. 50 dagen hechtenis.
Het O. M. had behalve deze geldboete nog
een voorwaardelijke gevangenisstraf voor
den tijd van drie maanden gevorderd, met
de bijzondere voorwaarde, dat, zoolang Mr.
Rost van Tonningen werkzaam is bij het
Nationale Dagblad, hierin geen artikelen
van beleedigenden inhoud mogen worden
gepubliceerd.
Auto-ongeluk met
waterpartij
Ontwrichte lichtmast stoot wa
terleiding stuk.
Gisterochtend om ongeveer half negen
reed de ■40-jarige M. C. D. uit de Lekstraat
te Den Haag met zijn auto in diezelfde
straat. Door de aanhoudende regen was het
wegdek zeer glad geworden en op een ge
geven oogenblik kon de bestuurder zijn wa
gen niet in zijn macht houden.- Met vrij
groote snelheid slipte de auto tegen een
lichtmast aan, welke totaal werd verbogen.
De autobestuurder brak zijn rechterarm,
liep daarenboven een hersenschudding op
cn klaagde over pijn in zijn borstkas. De
gemeentelijke geneeskundige dienst bracht
hem over naai- het ziekenhuis aan den
Zuidwal, waar hij moest worden opgenomen
Deze aanrijding had echter nog een ander
gevolg, want de voet van den lichtmast,
welke diep in den grond vaststaat, werd
eveneens verwrongen. Daardoor ontstond
ter plaatse een lek in de waterleiding. In
een oogwenk stond een gedeelte van de
Lekstraat blank. Men sloot de waterleiding
af, om tot reparatie van de beschadigde
buis te kunnen overgaan.
Gemeente-Ambtenaar
de gevangenis in
Veertien dagen geleden beeft voor de
rechtbank te' Haarlem terechtgestaan de
dertigjarige Van der M. uit Zandvoort, die
als adjunct-directeur van de gemeentebedrij
ven aldaar een bedrag van achttien duizend
gulden heeft verduisterd.
De Officier van Justitie eischte een gevan
genisstraf van twee jaar. De rechtbank ver
oordeelde hem gisteren tot een gevangenis
straf van één jaar en zes maanden, met af
trek van den tijd in voorarrest doorgebracht
etiket zit op iedere
ZAALBERG BEKEN
anders is zij niet echt, al
komt zij ook uit Leiden.
Oïfirieele prijzen van ZAALBERG BEKENS
150 x 200 cM. 170 x 210 cM. 190x230cM
Zaalberg Marmer, bandstreep9,75 ƒ11.75 ƒ14.75
Zaalberg Medaillon 9,75 12.50 15.50
Pastel ƒ11.75 ƒ14,50 ƒ18.50
Superbe, Medaillonpatr of Doublé face ƒ14,50 ƒ17,15 ƒ20,50
F e U i lleton
MAüRICE walsh
6~~
DERDE HOOFDSTUK.
1.
Maar toen Alistair Maclan en Paddy .Toe
L°ng een uur later om de kaap kwamen
teruggeroeid, zat Rogan Stuart nog op zijn
j^eenknobbel, zooals ze hem daar gelaten
korte p'^ Z00° nog even rusti& aan zó'11
Paddy Joe zat nu aan de riemen en ALis-
teunde gemakkelijk achterin tegen een
osjes gevulden zak. Alistair kwam plotseling
overeind.
..Allemachtig!" riep hij uit. „Het lijkt wel
jdaar een cycloon geheerscht heeft."
Paddy Joe wendde het hoofd om, de riemen
Dieven drijven en het water rimpelde
zich over dé smalle bladen.
..Die tentpaal was toch stevig genoeg,"
verbaasde zich Alistair, „en geregend heeft
het ook niet!"
tir"v!ï«,W*S'' k0*' we' 'n myn binnenste wist
v, ab" Paddy J°e grinnikte als een
schooljongen. „Alistair, mo goal (mijn ju
weel) het is voorbij met dit halfslachtige
ufthav^ slaat opnieuw zijn wieken
Paddy Joe nam op zgn gemak de riemen
eer op en het leine schuitje gleed rustig
h^ü Ae„b°01 terug:- Zonder zich te haasten
na i Alistair de boot vast en de beide man
nen klommen naar het tent-plateautje en
liepen om den bundel neergevallen zeildoek
heen zonder er schijnbaar de minste notitie
van te nemen.
„Goed dat je gebleven bent," zei Alistair
opgewekt. Rogan Stuart, hoogepriester der
verwoesting, keek hen aan met een gezicht
zonder uitdrukking. „Hadden de heeren per
missie om hier te kampeeren?"
„Dat hebben en dat hadden we."
„Dan heb ik die permissie voor jullie ver
speeld," zei Rogan kalmpjes.
„Verbeeld je maar niets," zei Alistair en
liet zich lenig op den grond zakken; hij
kruiste de beenen onder zich en begon naar
zijn tabakszak te grabbelen.
Paddy Joe bleef bij het tweetal staan en
keek op zijn gemak om zich heen. zijn oogen
dwaalden over baai v.n helling en bergtop en
bleven in den blauwen hemelkoepel staren,
waar zelfs geen wiekslag het azuur brak
„Toen ik nog een jongen was, uaar ginds in
Kerry." peinsde hij halfluid, „kwam er wel
eens zoo'n plotselinge wervelwind over de vel
den gevaren, in den hooitijd, en dan vloog het
hooi wel eens dertig-v ertig voet in de
hoogte; hij rukte je de muts var. het hoofo
en speelde er een spelletje mee. en in het
voorbijgaan kreeg jei f ook een oplawaaier
zoodat je om je eigen as draaide; en we wis
ten allemaal dat die wervelwind niets anders
was, dan dat het kleine wolkje voorbijtrok
de kabouters en de feeën want je kon
ze spottend hooren lachen en giechelen in het
voorbij warrelen. Kan het zijn, dat de elfen
vanmorgen door dit dal getrokken zijn?"
„Is dit uw kamp Dit land is van mij
hebt u vergunning? als een zweepslag
Zoo'n soort elf!" zei Rogan Stuart. Hij duid
de met een hoofdknik de tent aan. „Dat deed
ze, heel alleen. Ik heb nog geprobeerd haar
tegen te houden, maar 5V was me te sterk."
Alistair wierp eens een blik op d« stevige
schouders en de breede borst. Zeker zes voet
lang en zoo breed al een schuurdeur
Zeker niet meer dan vijf en een halve
voet, met rijlaarzen en al en vast niet meer
dan honderdtien pond," lachte Rogan. „Ik
kan het weten, want ik heb met haar ge
vochten. En je kunt gelooven, dat ik zin had
haar met één zwaai in de baai te helpen,
toen ze voorover 9tond, om de harings los te
maken. Had ik het moeten doen?"
„Je hebt gedaan, wat je kon," zei Paddy
Joe
„Ik was in slaap gevalen," begon Rogan
uit te leggen, „daar in de schaduw van Jie
rots; er kwamen een paar mustangs langs
het pad, en daardoor werd ik wakker Zl.i
reed voorop, zoo recht als een kaars - en
achtei haar een luie, lange slungel /an een
kerel, Knap en donker met cowboy k:racrer.
aan, die eeri nag- maakt cowboy taaltje s^rak
met een academisch accent."
Paddy Joe fronste het voorhoofd. „Heeft
die..."
„Nee. 't Was een allervriendelijkste vlerk
Hij rolde zich een sigaret en bood niet aan
aan om me te helpen, zijn kon het alleen wel
af! Waar het onze schermutseling betreft
had nij er evengoed niet kunnen zijn. En
weetje, toen reed ze weg en liet hem als
een hondje achter haar aan komen maar
moest ik niet liever van voren af aan begin
nen?"
„Dat zou misschien wel goed zijn," stemde
Paddy Joe toe.
Rogan deed in het kort het heele kleine
drama voor hun oogen herleven. „En zoo
zien jullie, lui. dat door mijn schuld die ver
gunning nog mèar aan één draad hangt."
„Dat heb je mis," verzekerde Alistair hem
beslist. „Wij hebben die vergunning zwart op
wit van Sir Jerome zelf."
„Maar ze zei toch: „Dit land ls van mij
maak. dat die tent weg is, als ik terug
kom!"
„En terugkomen moet ze," zei Paddy Joe.
terwij' hg op het roode huis aan het water
wees. „Die jonge dame met haar Jan Salie
van een man woont daarginds."
Alistair kwam vlug overeind en sprong
naar het plateautje toe. „Dan moet de tent
zoo vast als een huis staan, tegen dat ze
weer langs komt," riep hij uit.
„Dat zou een goeie krijgsgreep zijn,"
stemde Paddy Joe in en hij ging hem helpen.
Rogan kwam achter hem aan. Terwijl ze om
de tent heendraaiden, begon Paddy Joe weer
hardop te denken.
„Toen ik nog een jongen wa^ daarginds
in Kerry..."
„Net alsof je ooit ergens ter wereld wat
anders wordt," viel Alistair hem in de rede.
„...van Knockanore tot Moyvale kende ik
al de menschen, tweehonderdvyftig op de
vierkante mijl, ik kende ze van geslacht tot
geslacht in al hun verkronkelingen en eigen
aardigheden. En men kennen ze ook. Dat kon
niet anders."
„Je bedoelt." zei Alistair, „dat je, door hier
op dit plekje voor drie weken je domicilie te
hebben gekozen, in den aard van het volk
bent doorgedrongen."
„Als je een geboren Kerry-man bent, dan
ben je nieuwsgierig en ie blijft nieuwsgierig
Heb ik dan geen tong in n.ijn mond? Vooruit,
laten we er ons gemak van nemen, dan zal ik
jullie het één en ander vertellen, zoodat je
straks als het zoover is, niet in net luister
tast. ïk Kan er niets aan doen, ik moet van
mijn bekende stilzwijgendheid afstappen."
Alistair hief hulpeloos besluitend zijn
hand op.
2.
De drie mannen liepen naar het heidetapijt
naast het paardepad en gingen in een drie
hoek zitten; en Rogan Stuart voelde een wel
dadige warmte zijn ziel doorstroomen bij het
idee, dat die beide anderen hem zoo als van
zelfsprekend in hun verbond leken op te
nemen. De zon strooide hun stralen over hen
uit; de warme zomerlucht omspoelde hun
leden; in dat wijde panorama van berg en iee
leken ze wel drie monolithen tusschen al de
grijze steenblokken, die hier en daar de heide
op staken. In de groote stilte om hen heen
klonken hun stemmen niet door, maar stier
ven weg, want het was midden op den dag,
het uur, waarop geen vogel zingt en geen
visch boven het water uitspringt, waarop een
ver hanegekraai de drager kan zijn van een
zenuwsloopend eenzaamheidsgevoel, wanneer
alle leven krachteloos neerligt onder de
heerschappij van de middagzon.
Paddy Joe's stem weerklonk in een lang
zame cadans. „Het spijt mg, dat ik het moet
zeggen, dat dat groote huis daar over het
water werd opgetrokken opgetrokken is
het eenige woord door één van mijn eigen
landslieden uit het noorden van het land.
„Nou ja," zei Rogan vergoelijkend.
„Hij heeft er niet veel plezier van gehad.
Hg was één van die beroemde koningen uit
de zakenwereld, die hun geld bijeenschrapen
in de woeste oorden der wereld; uit tarwe en
wijn en petroleum uit bloed en zweet. En
ten langen leste kwam hij naar zijn vader
land terug en bouwde dat huis en toen
stierf hij..
„Maar om kort te gaan, hij ging dood, en
zijn rijkdom vloeide in andere kanalen of in
dezelfde. Al naar dat ze aan de beurt kwa
men werden verschillende bezittingen van de
hand gedaan, maar de executeuren bleven
met dat huis zitten; want je moet niet ver
geten, dat de Engelsche jachtliefhebbers, en
de Fransche nonnetjes en de Indische prin
sen, die anders voor een dergelijk object in
de markt zgn, over 't algemeen stemmige
menschen zijn, die weten hoe een huis moet
zijn. Dat hiifc daar is gebouwd van roode
Belgische steen en hoekstijlen, de dwarsban-
den en de trapgeveltjes van gele Fransche
steen een soort kruising tusschen een Hol-
landsche en een Schotsche ridderstijl. Zoo'n
soort huis is het. Maar niettemin was er
iemand, die zoo dol was op dit dal en de
menschen hier, dat hij het huis van jaar op
jaar weer inhuurde en hij zit er nog, hoewel
hg het huis niet langer kan huren: het is
Sir Jerome Trant Baronet. Maar nu komt
het!
(Wordt vervolgd.)