Wij lazen voor U t#RVf*V£GEH VERBODEN Dochter gaat haar vader te lijf Radioprogramma door edgar RICL- burroughs No. 15. Tarzan wilde eerst Magra's hulp niet aan vaarden, hij wantrouwde haar. Doch hij zei niets. Want ach, wat zou zij voor kwaad kunnen stichten? Hij keel. haar in de ogen om een spoor van valsheid te vinden, doch hy zag slechts een warme blik van bewonde ring, die zij hem toewierp. Gregory was blij met het aanbod van Magra om hen te helpen zoeken naar den ontvoerder van zijn dochter. Maar zijn vreugde vervaagde, toen hij tot het besef kwam, dat de boot vertrokken was. En er zou binnen de week geen andere boot ter beschiking zijn. En dan, wat Atan Thome reeds buiten hun bereik! „Wees niet zoo wan hopig," riep kapitein Lavac uit. „Wy hebben toch nog marine-vliegtuigen, ik kan er een krijgen. Wy zullen naar Bonga vliegen en zijn er, voordat mijnheer Thome daar aankomt. Hij zal verwonderd zijn, niet?" Met moeite gelukte het Magra zich te beheersen. Een uur later vloog het watervliegtuig hoog bo ven de tropische wolken in de richting van Bonga. Doch het zou zijn doel nooit berei ken. Reeds had het noodlot zijn hand opge heven om de door mensenhanden gemaakte vogel te treffen! GRIJP NIET TE GAUW NAAR DEN BEITELI De gemeenteraad van 's-Hertogenbosch heelt besloten in den frontgevel van het raadhuis een spreuk te laten beitelen ter nagedachtenis aan het vredeswerk van mi nister Chamberlain. De Haagsche Post heeft daar geen vrede mee en schrijft: In dat ernstige, mooie Raadhuis van 's-Hertogenbosch bevinden zich in de voor hal do ernstige, mooie muurschilderingen van Prof. A. J. Derkinderen. Zoowel het Ilaadhuis als die muurschilderingen „ne me" als het ware „afstand" ten opzichte van de historie. Zij zijn wijs door een ze kere afwijzing van actualiteit. Nu gaan de Raadsleden van 's-Hertogen- hoscli nota bene „in den frontgevel" van dalzelfde oude en wijze Raadhuis een spreuk laten beitelen, dat is dus iets. dat over honderd jaar nog geldigheid moet heb ben, en die spreuk betreft een hoogst ac- tueele politieke daad van een buitenlandsch minister. De tekst van de voor alle eeuwig heid bestemde spreuk is reeds vastgelegd: „Ter dankbare herinnering aan het groot- sche vredeswerk van Neville Chamberlain September 1938 Pax optima rcrum". Ja, de Romein heeft het geed gezegd: „de Vrede het Beste der Dingen." Maar de voor zichtigheid is toch ook een goed ding. Men moet niet te gauw naar den beitel grijpen. DIPLOMATEN TÓEN EN NU! Het Volk beaamt gaarne, wat een gehei me agent zeide, tegenden beklaagde Rum- rich uit het groote spionnageproces te New York, namelijk dat diplomaten van vroeger niet als die van tegenwoordig zijn. Dat was bij gelegenheid van het zien van een foto door dezen Rumrich, waarop een obscuur heerschap van de geheime dienst naast den Duitschen ambassadeur en Hitler's persoon lijken adjudant te aanschouwen viel. Zij was in het gebouw van het gezantschap ge maakt. Niet hetzelfde... Dat zal waar wezen, zegt Het Volk. En als men hun de kleeren aantrok dier vroegeren, zou hun dat staan als een mas kerade. Zeker is het een achteruitgang, waarbij echter de oprechtheid niet aan de verliezende hand is. Want ook vroeger was er de spi- onnage met hare infame praktijken en allen deden zij er aan mee. Maar hiervoor gebruikte men de verloren zielen van mislukte avon turiers, voor een grijpstuiver aange kocht. Wie eer en goede naam te verliezen had, ging daarmee niet op - Uit de Pers van heden één kiek staan. De diplomatie bleef mijlen uit die buurt. Nu zijn die grenzen tusschen zichtbaar fatsoen en onzichtbaar onfatsoen opgehe ven. Wat de wereld daarbij ook verlieze, zij wint er althans een te scherper kijk op de werkelijkheid bij. MOORDENAARS, DIE NIET GEGREPEN WERDEN. De Telegraaf is weinig gesticht over het feit, dat de laatste vijftien jaar in Den Haag zes groote moordzaken onopgelost zijn gebleven, te beginnen met den moord op Mr. Wijsman, Oudejaarsavond 1921 tot het gebeurde met Greta Groen. ITet blad somt talrijke fouten op. zijns inziens door de po litie gemaakt en schrijft dan over de plan nen tot centralisatie van het onderzoekings apparaat als volgt: Centralisatie van het onderzockingsappa- raat waarvoor al jaren is gepleit, is in voorbereiding. Dan zal het land in rayons worden verdeeld, met het Departement van Justitie in Den Haag als centraal lichaam, waar alle draden zullen samenkomen. Bij misdaden zullen uitsluitend tot dit doel op geleide rechercheurs en inspecteurs op on derzoek uitgaan. Een rijkscentrale dus in den strijd tegen de misdaad in Nederland. Het is mogelijk, dat op deze wijze in de toekomst de garantie aan ,het publiek kan worden gegeven, dat ieder belangrijk mis drijf op de beste en deskundigste wijze zal worden aangepakt. Grove fouten bij het opsporingswerk, als thans geregeld worden gemaakt, dienen in de toekomst onmogelijk te zijn. MET DE HAKKEN OVER SLOOT. Het aannemen van de Tarief machtigings wet in de Tweede Kamer geeft den bladen uitvoerig stof lot commentaar: „Met de hak ken over de sloot", zegt het Nat. Dagblad (N.S.B.), en vertelt meteen, dat minister Steenberghe, als straks de zaak in de Eerste Kamer behandeld wordt wel in de sloot te recht zal komen. Het blad schrijft: Gelet op het eenparig verzet in de 2e Kamer, mag als vaststaand worden aange nomen, dat ook aan de overzijde, de 12 S.D.A.P-ers, 4 N.S.B.-ers, 3 liberalen - en 2 vrijz. dem. zeker tégen zullen stemmen. Dat zijn er 21. Het is bekend, dat de heer Ter Haar (C.H.) een verbeten vrijhandelaar is, en een ander lid dier fractie een heele par lementaire familie dood hoeft aan machti gingswetten. Dat maakt 23. Als er nu niet te veel „principieele" volgelingen van industrie-minister Steenberghe in de 7 man tellende A.R. Eerste Kamerfractie zitten, en niet opmerkelijk veel hoeren dien dag juist absent zijn, daii is het niet uitgesloten, dat minister Steenberghe juist in de sloot, in- stede van met de hakken óver de sloot te recht komt! „De Standaard (a.r.) vindt het ook niet ozo mooi wat in de Tweede Kamer gebeurd is. Uit haar Kameroverizcht knippen wij het volgende: Met een kleine meerderheid werd het amendement-De Geer aanvaard. De stem verhouding was 4441. Deze „narrow es cape" moge voor de regeering het bewijs zijn. dat zij zich hier op gevaarlijk terrein bevindt. Wij kunnen ons indenken, dat er ditmaal leden zijn geweest, die, hoewel met een bezwaard hart, zijn meegegaan. Van ganscher harte zal het bij enkelen zeer zeker niet zijn geweest. Maar vooral moet het voor de regeering een ernstige waarschuwing zijn, dat behalve de ge- heele linkerzijde ook ervaren en invloedrijke leden als de heeren Schouten en Saneonk, dezen maatregel met hun verantwoordelijk heid niet konden dekken. Dat is voor wie niet alleen de stemmen tèlt maar ook wéógt, voorwaar een veeg teeken. DIEP TREURIG. Zoo noemt de Nieuwe Rotterdaoische Cou rant dezelfde geschiedenis. De roomsch-katholieke ministers met uitzondering van den in dit opzicht niet waschechten minister van waterstaat zien steeds weer hun haan koning kraai en. De kneveling van den handel en den exnort, de belemmering van bet vr::e ini tiatief. de verstarring van het bedrijfsleven, een financieele politiek naar nieuwe licht vaardige normen, Oss. de onderdrukking van parlementaire rechten, straks ee.n nieuwe uitdeelmg van gunsten aan belang hebbend-en met protectionistische hefin gen, en andere wenschen, waarmede ons volk in watten zou woéden geleed daar mede is de politiek der R.K. StaMsnartii geteeken-d. Haar eenig doel is. nu eens dit brok aan haar linkervleugel, dan weer dat brok aan baar rechtervleugel toe tp werper, en zoo, al balanceerende, het geheel bij een te houden. Drie milb'ard voor Britsche Defensie? En een drie jarenplan voor de bewapening Volgens de Daily Express zou het Britsche kabinet hebben besloten tot het publiceeren van een witboek over de defensie. Het zou voorstellen, de som van anderhalf milliard die is toegestaan voor het herbewapenings programma, te verhoogen tot drie milliard pond sterling. Het programma zou dan in drie in plaats van in vijf jaar voltooid moe ten zijn. Amerikaansche verkiezingsstrijd begonnen De eerste redevoering der de mocraten. James Farley, minister van posterijen, heeft te Boston een rede gehouden, waar mede de verkiezingscampagne door de de mocraten geopend is en die den toon schijnt aan te geven, waarin de strijd door de democraten zal worden gevoeixl. Farley zeidc: „Nu in deze dagen van chaos en verwarring de beschaving in gevaar wordt gebracht door de krankzinnige ver langens van wreede dictatoren, moeten wij zorgen, dat de wereld na de verkiezingen in November zal weten, dat het Ameri kaansche volk één is en de gemeenschap pelijke zaak der democratie en zijn op- tnarsch zal voortzetten onder leiding van den eminenten staatsman, die Roosevelt is. Tijdens de Europeesche crisis is de mach tigste interventie ten gunste van don vrede uit het Witte Huis gekomen en Roosevelt's stem is met eerbied overal gehoord, omdat de wereld begreep, dat Amerika geen voor deel door verovering of aanval zoekt en dat de stom, die pleitte voor den vrede, berustte op kracht en niet op zwakheid." Oude man met een scheermes ernstig gewond. Familie- veetc de oorzaak. Gisterochtend is dé 70-jarige H. D. in zijn woning te Eenrum tijdens een familietwist met een scheermes ernstig gewond. De familieverhouding in het gezin van D., dat uit den 70-jarigen man, zijn 67-jarige vrouw, een 35-jarigen zoon en een 30-jari- ge dochter bestaat, was al eenigen tijd ge spannen. Dinsdag j.1. heeft do zoon in verband hiermede de ouderlijke woning verlaten en sindsdien heeft de famili'e niets meer van hem vernomen. Hierover ontstond gister ochtend ruzie tusschen den man en do beide vrouwen. De dochter greep een scheermes en bracht haar vader zes ver wondingen aan hoofd en arm toe. De man zakte in elkaar. Op het gegil kwamen de buren kijken. Zii waarschuwden direct den veldwachter en een geneesheer. Dokter A. Posthumus was spoedig ter plaatse. Na het slachtoffer de eerste hulp te hebben ver leend, is hij naar het Diakonessemhuis te Groningen overgebracht. Zijn toestand is ernstig, doch niet levensgevaarlijk. Inmiddels was ook het parket uit Gro ningen gewaarschuwd, dat een onderzoek ter plaatse instelde. Nadat moeder en dochter op het gemeentehuis van Eenru-m een verhoor was afgenomen, is de dochter aangehouden en ter beschikking van den Officier van Justitie gesteld. WOENSDAG 26 OCTOBER 1988. Hilversum I. 1875 en 415.5 m. NCRV-Uitzending. 6.807.00 Onderwijsfonds voor de Scheepvaart. 8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (9.309.45 Gelukwenschen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Ensemble v. d. Horst. 12.00 Berichten. 12.30 Berichten, hierna ensemble v. d. Horst I.30 Orgelspel. 3.00 Christelijke Lectuur. 3.30 Zang en piano. (In de pauze's: Gramo foonmuziek en berichten. 3.554.00 Pauze) 4.30 Gramofoonmuziek. 4.45 Felicitaties. 5.00 Kinderuurtje. 6.00 Land- en tuinbouwpraatje. 6.30 Causerie over luchtbescherming; taalles en causerie over het Binnenaanvarings- reglement. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie. „De kolonisatie in Argentinië." 7.45 Reportage, eventueel gramofconmuziek. 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Bericht. 8.15 Evangelisatie-Samenkomst. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Causerie over ieerbewerking. 10.20 NCRV-orkest m.m.v. solist. 10.45 Gymnastiekles. II.0C Vervolg concert. 11.30 Gramofoonmuziek. Ca. 11.5012.00 Schriftlezing. Hilversum II. 301,5 m. VARA-TJitzcnding. 10.0010,20 v.m. VPRO. 6.80—7.00 RVU. 7.30—8.00 VPRO. 8.00 VARA-Kalender. 8.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten). 9.30 Causerie „Onze Keuken". 10.00 Morgenwijding. 10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Conti nubedrijven. 11.40 Causerie „Besteding van de vrije tyd". 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15 Berichten. 12.17 „Esmeralda", en gramofoonmuziek. 1.00 Gramofoonmuziek. I.151.45 Orgelspel. 2.00 Voor de vrouw. 3.15 Voor de kinderen. 5.30 „Fantasia". 6.00 Orgelspel. 6.30 Causerie „Grondslag geplaatst in de ri) rij der geslachten". 7.00 Gelukwenschen. 7.05 Koorzang. 7.30 Causerie „Nieuwe richtingen in het on derwijs. 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP en VARA-Varia. 8.15 VARA-Orkest m.m.v. solisten. 9.00 Declamatie. 9.15 Voor schakers. 9.17 „En nu... Oké". 10.30 Berichten ANP. 10.35 C. Steyn's accordeonkest (Opn.). II.00 De Ramblers. FEUILLETON maurice walsh 21. «Wanneer zal ik beginnen,... morgen?" «Vanavond nog. Ieder uur na het invallen van de duisternis is van waarde, want er is een vrouw in het spel. Twee uur heb ik met Jamesy gepraat, ik heb zoo weinig gezegd, als maar eenigszins» mogelijk was en ik heb hem overgehaald om zjjn kampement te verplaat sen naar de zandkreek voorby de engte. Als liet donker wordt, roeien we daar heen." «Deksels," riep Alistair uit, „dan zul je zelf de riemen moeten nemen. Dat zal recht tegen net getij ingaan." „Rogue McCoy neemt ook een riem we halen het wel. Maar ik moH je vooruit waar schuwen, dat de kans bestaat, dat onze moeite voor niets is, want Jamesy, dat ouwe stekel varken, wil pas zijn toestemming geven, als hij en Maag Carty hem aan een kruisverhoor onderworpen hebben dat zal geen kleinig heid zijn... En nu basta. Die thee is koud ge worden, maar een glas bier zal nog heel wat frisscher rijn, en van praten krijgt een mensch dorst!" «Halen we het?" hijgde Alistair, terwijl hij veertig slagen in de minuut deed. „Best," fluisterde Paddy Joe bemoedigend. Iedere haal een paar centimeter, hou je taai jongens van stavast, nog een minuut, dan zal ik jullie even laten uitblazen." ..Jij hebt goed praten, jij lijntrekker!" Knorde Alistair. Met zijn tweeën aan de riemen hadden Rogan en Alistair het schuitje meer dan half weg tegen den sterken tijstroom bij de engte opgetrokken. Uit het duister staken hooge zwarte rotsen dreigend boven hun hoof den uit aan de ééne zijde, aan de andere, nog geen honderd meter ver. schoof zich een berg wand tusschen hen en den sterrenhemel. Kleine bleeke schuimkopjes wentelden zich snel voor bij de boot en wekten den indruk, dat zij goed vooruitkwamen, maar, Paddy Joe had het al gezegd, het schuitje kroop bij centimeters vooruit bij eiken moeilijken slag van de bui gende riemen. Na een poosje boog Paddy Joe zich voorover. „Doorhalen, Rogue riem los. Alistair!" Het bootje zwenkte om naar een groot rots blok en Paddy Joe, van zijn zitplaats in de boeg af, boog zich voorover, hield de boot van den kant en zocht en vond een goed steunpunt. „Alles los!" Alistair greep op zijn beurt de rots vast en daar lag het bootje, dicht tegen de wand aan. „Wat een toer!" hijgde Alistair. „Zie, dat je weer op adem komt, dan trek ken we de boot langs de rotsen tot de naaste bocht.' Aldus bereikten ze de baai, waar de engte begon zich te verbreeden tot de buitenste baai. „Hier is de stroom veel minder sterk," zei Alistair. „Ik voel het duidelijk Nu halen we het wel. Ben je zoover Rogan ik bedoel Rogue?" Dit keer haalden ze het en ze bereikten tame lijk stil water. „Nu recht er over." commandeerde Paddy Joe. „Achter die punt is de Zandkreek." Zij werkten zich om een rotskaap heen en kwamen toen in kalm, ondiep water. In het schemerige licht van den kalmen zomernacht had de zee een zachtgroene kleur boven de witte kiezelsteen van den bodem, de bocht van den kleine inham vertoonde een glimp van een wit strandje tegen een achtergrond van don kere gaspeldoorn en hagedoornstruiken. De ronde boeg van het schuitje schuurde een paar meter van de kust op de kiezels en Paddy Joe stapte zonder omhaal in het ondiepe water en I trok de boeg op het strand. Een stem bij zijn oor zei: „De duivel hale je met al dat lawaai. Kom, vlug in de struiken voor den donder!" Paddy Joe keek over zijn schouder naar de zware gestalte, die uit de duisternis opdoemde. „Jou zou ik overal aan je vriendelijke woorden kunnen herkennen, Jamesy Coffrey. Vooruit, jongens, hierheen!' Bij den stekelïgen muur, gevormd door een wilde wirwar van hagedoornstruiken, schaar den zij zich om den ouden zwerver heen, die in stekeligheid wedijverde met de struiken achter hem. „Ik ben een oude stommeling!" mompelde hij onvriendelijk. „Vergeet niet, Paddy Joe, dat ik geen enkele verplichting aan je hebt!" „Je vergist je, Jamesy," zei Paddy Joe heel kalm. „Heb ik niet gemaakt da*- je met Maag Carty kon trouwen?" „De duivel zal je dat nog wel eens inpeperen! Maar luister naar wat ik te zeggen heb! Heb ben jullie bandieten wat te maken met die wurgpartij op Kasteel Dounbeg? Jullie hebt toch den jongen Trant niet om zeep geholpen, wel „Niet heelemaal," zei Alistair. „Je zou er anders niet te goed voor rijn. Die lange bastaard van een klabak heeft me van avond het hemd van m'n lijf gevraagd waar of ik gister was, waar ik 's avonds aan het in breken geweest was, waar Shamus Og was „Waar is Shamus Og?" „Heb ik je dat niet al gezegd? Hij hangt ergens in het Oosten de beest uit met een smerigen troep van Ward uit het graafschap VVieklow." Zijn duim wees over zijn schouder. „Julie Brien. die meid met haar rooie haar daarginds, wou niet met hem over den zak springen, om dat hij niet deugde toen ging hij er vandoor met Rody Ward. Is dit de jongen waar het om gaat?" „Dat is 'm," zei Paddy Joe. „Bekijk maar van alle kanten." De treedé gedrongen figuur kwam recht op Rogan af en het gezicht met de breede blauw zwarte kaken naderde tot op een decimeter. „Ik zou zoo zeggen: vier potjes Guinness Stout ruw geschat," mompelde Rogan. „Loop heen! ik heb je in Dounbeg zien loopen en je stond me niks aan!" „Je heb een goeden kijk!" stemde Rogan in. „Een snuit om een hond aan den galg te brengen. Ik hoor dat je een Schot bent hoe heet je?" .Rogue McCoy." „Jij bent bepaald door een helderziende ge doopt. Op een goeien dag rijn we eens tegen een paar stukken galgenaas aangeloopen, die kwamen uit Schotland een was een William- son, en de ander een McPhee Shamus dg leeft ze allebei een pak slaag gegeven „Als Rogue McCoy er bij was geweest, had den er drie op hun falie gehad," zei Rogue, geheimzinnig. „Waaronder Shamus Og,' veronderstelde Alistair, „Dat lieg je. De Schot, dien Shamus Og onder krijgt, moet nog geboren worden!" „Een mooi onderzoek!" merkte Alistair, ietwat geprikkeld op. „Als ik ooit eens tegen dien beroemden Shamus aanloop, zal ik sterk in de verleiding komen, hem te lijf te gaan, om de eer van ons oude Schotland als hij ook maar in de verte op zijn pa lijkt." James Coffey dééd, alsof hjj de steek niet gevoeld had; al zijn aandacht was door Rogan in beslag genomen. „Vertel me eens eerlijk, Rogue McCoy, is er bloed aan je handen?" „Neen." Na een poosje ging hjj met vaste stem voort: „Maar ik zal je de waarheid zeg gen, als je die verlangt. Eén man is er, die wil ik maar liever niet ontmoeten, want ik ben bang, dat ik hem zou vermoorden, als ik hem te pakken kreeg." .Heeft hij je kwaad gedaan?" „Hij heeft de zon voorgoed voor me uitge doofd," zei Rogan ernstig. „Met dien smerigen hond zullen we af rekenen, als het ons zoo uitkomt," zei Jamesy kalmpjes en hij wendde zich weer naar Paddy Joe. „We kunnen hem wel gebruiken. Hier of daar zit de goede droppel bloed. Ik weet niet, waarom hij zich schuil wil houden en dat wil ik niet weten ook, maar als Maag Carty niets tegen hem heeft, dan neem ik hem en ik zal probeeren een man van hem te maken. Komen jullie nu maar mee!' Over het gras, dat grijsgroen schemerde tus schen de groepen gaspeldoorn en juniperus, volgden zij een slingerend pad tot zij op een open plek kwamen, waar het kamp was. Het oude witte paard was alweer voor den woon wagen gespannen, het ketje voor de huifkar en het jonge paard was daarachter vastgebon den. De twaalfjarige jongen. Daheen Coffey, hing, vast in slaap, in den hoek van de over dekte bok van den woonwagen, de teugels in de hand. De hond lag zachtjes te brommen onder den wagen tot Jamesy hem met een vloek deed zwijgen. „Prachtig!" riep Paddy Joe, „je staat al klaar om te vertrekken." „Wat dacht je dan, jou praatjesmaker? Voor dat de hanen kraaien moeten we twin tig lange mijlen hebben tusschen dien klabak en ons de kerel is in staat om zijn eigen moeder op te hangen!" Hy keerde zich om en door een kunstige manoeuvre met de tong en tanden liet hij den eigenaardigen nacht- roep van een mannetjessnip hooren. „Ze staan daarginds bij den weg op den uitkijk," legde hij uit. Na een korte poos kwamen zij de beide vrouwen uit het nachtelijk duister te voor schijn, haar lichte voeten, gewend aan derge lijk werk, maakten nauwelijks eenig geschui fel op den grond. Jamesy's hand tastte naar Rogan's arm, en, op de een rf andere manier, deed de greep van zijn vingers verwonderlijk zachtzinnig aan. Hij bracht hem bij de rijzige vrouw. „Daar heb je hem", zei hij met een humeurig grommende stem, „en je kunt voor den bliksem zeggen, wat je wilt, Maag Carty, maar hij gaat mee." Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 7