Boom Bruinkool Briket] Wat bruinkool is en hoe de menschheid5^ profijt trekt van de „brandbare aarde" H Van groeve tot grootbedrijf De „Alte Liebe" Van boom tot bruinkool. Bruinkool is het jongere zusje van de steenkool. Beide grondstoffen zijn ontstaan uit plantaardige stoffen, boomen en derge lijke. Voor dat proces van boom tot bruin kool waren duizenden jaren noodig, met een wetenschappelijke term noemt men die metamorfose van den stof „inkoking". Hoe langer die inkoking duurt, hoe harder de kool wordt, hoe meer het percentage kool waterstofverbindingen toeneemt en dat van water en koolzuur afneemt. Over duizenden jaren zou de bruinkool van heden, indien men die niet exploiteer de, verharden tot steenkool en anthraciet. Met die ouderdom hangt ook de verbran- dingswaarde samen. Vandaar dat men veel eerder begonnen is de steenkool te ontgin nen. Dat geschiedde door mijnen. De mensch dook onder het aardoppervlak in schach ten, die steeds dieper werden, naarmate de techniek geperfectionneerder werd. Dat men eerst veel later de bruinkoolontgin ning ter hand nam, kwam voort uit een te kort aan brandstof tijdens den Dertigjari- gen Oorlog en onder het bewind van Fre- derik den Grooten. Men vond de „brand bare aarde'" en ging op even primitieve als ondoelmatige wijze over tot de ontginning daarvan. Men ging schachten graven, over eenkomstig het procédé, dat toegepast was bij de steenkoolwinning. Door moeizamen handenarbeid werd de „zware turf" uitge hakt, maar de op deze wijze gewonnen brandstof loonde ternauwernood de moeite en de kosten. Het moderne bruinkoolbedrijf. De moderne bruinkoolontginning wekt bü den bezoeker allerminst den indruk, dat hij met een mijnbedrijf te doen heeft. En dat is het ook niet in den waren zin des woords. Geen schachten, geen schachtto rens. De eerste indruk is veeleer, dat men hier bezig is een groot kanaal te graven. Immers aan de eene zijde worden de lagen weggegraven door enorme excavateurs, een soort landbaggermolens, kunstige reuzen- graafmachines, die in een minimum aan tijd een maximum aan aarde, hout en stee- nen van de deklaag grijpt, op de wagentjes stort, die in eindeloos lange rijen door loco motieven weggevoerd worden. Aan de overzijde stort men de deklaag weer neer, waar deze blijft liggen totdat de bruinkool afgegraven is Daarna moet vol gens wettelijk voorschrift de deklaag weer aangebracht worden, waardoor het land schap nauwelijks verandert van uiterlijk, alleen ligt het niveau enkele meters lager. Na één of twee jaar groeit het koren hier weer even welig als tevoren. Vroeger waren alleen de kranen met de grijpende bekkens in zwang. Tegenwoordig gebruikt men de baggermachines, die op rails loopen, of het allermodernste, die op rupsbanden zich voortbewegen over het terrein. Er is den laatsten tijd veel geschreven over de rijke bruinkoolvelden, die na de gebeurtenissen in het Sudetenduitsche gebied van Tsjecho-Slowa- kije bij Duitschland zijn gekomen. Naar aanlei ding daarvan geven wij hieronder een overzicht van het ontstaan, de ontginning en de bestem ming van bruinkool. Links: Voorstuk van een groote bag germolen. Op den achter grond is een kraan bezig de deklaag te ver wijderen. Deze laatste bieden verschillende voor- deelen. In de eerste plaats zijn zij niet aan een „ijzeren" route gebonden, maar kun nen zich vrij bewegen naar elke gewensch- te plaats.. Bovendien zijn zij, echter bij een verminderde capaciteit, in staat zwaardere: gronden om te werken. Dat -is vooral van belang voor de bruinkoolontginningen in het buitenland, waar de grond dikwijls steenachtiger is dan in Nederland. Gelijk men weet heeft de Nederlandsche bruin koolindustrie haar centrum bij het Lim- burgsche Treebeek. Men gevoelt bewonde ring voor de ingenieurs en constructeurs, die dergelijke, machtige wondermachines hebben samengesteld. Zonder deze werk tuigen zou de mensch niet in staat zijn met voordeel de bruin kool te exploitee- ren. En tegen woordig worden enorme hoeveel heden van dezen grondstof ver bruikt; als briket vindt hij in de huishouding veel toepassing. Enkele cijfers mogen de capaci teit van een groe ve als de Neder landsche te Tree beek illustreeren. Per dag verwer ken stoomlepels en baggermolens vier millioen kg. materie, waarvan 750.000 kg. als bruinkool de groe ve verlaten. Deze worden vervoerd naar de briketten fabriek, die hier van 250.000 kilo briketten maakt, dat is circa 500 duizend stuks. In de brikettenfabriek. Het ruwe product, dat aangevoerd wordt, bij de brikettenfabriek, heeft een analyse van 5658 pet. vocht, 3 pet. asch, 25 pet. vluchtig en 15 pet. cokes. De eerste bewer king, die de grondstof nu ondèrgaat, is de breking. Nadat de brokken bruinkool op gelijke grootte zijn gebracht, worden zij gedroogd. Vervolgens vindt uitzeving plaats. Het fij ne gedeelte kan gebruikt worden voor ver dere bewerking; de stukken, grooter dan 30 m.m. verstookt men onder de stoomke tels. Zoonoodig wordt h t fijn nog door een slagmolen gemalen en daarna gedroogd, hetgeen geschiedt op plaatvormige droog- inrichtingen. Elke kolom bestaat uit 26 hol le platen, waardoor stoom circuleert. Over deze platen loopt een vleugel, die de bruin kool, welke op de plaat komt, langzaam naar buiten transporteert. Door gaten valt de fijne bruinkool op de daaronder gelegen plaat. Daar werkt de draaiende vleugel van buiten naar binnen, tegengesteld dus, Zoo valt dus de bruinkool langzamerhand naar beneden, terwijl ze tegelijkertijd wordt ge droogd. Dit proces duurt voort totdat het vochtgehalte gereduceerd is tot 15 pet. Nu wordt de bruinkool sterk afgekoeld en is dan gereed voor het zgn. briketteeren. Dit geschiedt onder een druk van 1500 atmos- feeren, zonder dat gebruik gemaakt wordt van eenig bindmiddel. Door dezen druk worden de briketten warm en komen als een lange band uit de pers en worden in wagons geladen. Juist dit laatste proces maakt de bruin kool in den vorm van de briket zoo uiter mate geschikt voor huiselijk gebruik. De Nederlandsche bruinkoolontginning te Tree beek maakt per dag circa 250 ton briket ten. In het landbouwbedrijf is het een zeer gewild artikel. Ook in bakkersovens wordt de briket vanwege haar bijzondere eigen schappen reeds veel gebruikt. (Transportbanden verbinden de brikettenfa briek met de laadplaatsen. Waarom een briket? Het groote geheim van de bruinkoolbri ket is, dat deze in zichzelf zuurstof bevat en derhalve kan blijven branden, ook wan neer geen lucht toegevoerd wordt een voordeel boven anthraciet en steenkool, die deze eigenschap niet bezitten. Het gevolg hiervan is dat de bruinkool een zeer con stante verbrandingswarmte levert en daar door uitermate geschikt bleek voor toepas sing in de chemie. Het is vooral dit laatste debiet, waardoor de bruinkoolwinning meer intensief is ter hand genomen. Links. Hier wordt de ge wonnen bruinkool op den transport band gestort en terstond naar de briketteerfabriek gevoerd. Na gedane arbeid is het zoet rusten. Arbeiders schaften. Geschiedenis van een landingssteiger. Het staat in een oud boek geschreven, dat de „Alte Liebe" niet zoo maar een lan dingssteiger is, die met vele soortgenooten op één lijn is te stellen. Wat en waar is de „Alte Liebe?" Zij is voor de menschen uit Cuxhaven een voudig het begin en het einde aller dingen, het Symbool van het vurigste verlangen en van droef afscheid. Hier wacht men, wan neer de schepen van verre terugkomen, hier worden verwanten uitgeleide gedaan. „Alte Liebe" is een eigenaardige naam voor een landingssteiger, die op een storm- achtigen hoek van de haven in zee vooruit is gestoken, een naam, die meer zegt dan vele andere. Generaties hebben haar ge zien, kinderen hebben er op gespeeld, het is een onverbrekelijk onderdeel van Cux haven geworden. Toen in de twintiger jaren van de acht tiende eeuw het handelsverkeer steeds drukker werd, begon men de noodzakelijk heid te gevoelen, de schepen aan den mond van de Elbe te laten meren aan een vas ten aanlegsteiger. In 1732 bracht men daar toe drie oude schepen, waarvan er een „Al te Liebe" heette, aan de kust by Cuxhaven tot zinken. Rondom werden stevige palen in den bodem gedreven, de ruimte daar- tusschen werd opgevuld met reistwijgen en steenen. Dit zeebolwerk werd door een brug met het vasteland verbonden. Brug en dam werden genoemd naar' het tot zin ken gebracht vaartuig „Alte Liebe". De steiger, die in den loop der tijden steeds meer vergroot en versterkt werd, heeft tot op onzen tijd dezen naam behouden. Door dit bolwerk werd de tegenwoordige oude haven, die vroeger slechts dienst deed als noodhaven, beschermd tegen het ge weld der noord westerstormen, waaraan zij tot dusverre was blootgesteld. Vooral in de jaren 1745 en 1875 werd de steiger vergroot. De geschiedenis van de „Alte Liebe" is onverbrekelijk verbonden met de worsteling tegen de elementaire krachten van wind en water. Eerst in 1864 kreeg de steiger de gedaante, waarmede thans iedere zeeman en passagier, die de Noordzee bevaart, en Cuxhaven aandoet, vertrouwd is. Voor de techniek van die da gen was het een zware taak. De houten palen, welke drie tot vier me ter boven de brug uitsteken, moesten acht tien meter lang zijn. Men volbracht het werk echter, en daar mede ontstond niet slechts een voortreffe lijke steiger, maar ook een wandelpier voor de duizenden Hamburgers en vreemdelin gen, die hier komen kijken, om „uit de eerste hand'" een indruk te krijgen van den polsslag van het wereldverkeer, maar ook van de macht der elementen en den men- schelijken wil, die te beheerschen. Tot 1803 hing aan een mast van de „Alte Liebe" een signaallantaarn, die de schepen den weg moest wijzen. Toen echter de scheepvaart steeds drukker werd, bouwde men nabij de brug den vuurtoren van Cux haven, die zijn licht kilometers ver de zee inzendt. „Nautis signum sibi monumentum erexit respublica hamburgensis Ao. MDCCCIII" (den zeevaarders tot teeken, zichzelf tot monument, heeft de Hamburgsche staat (dezen toren) opgericht in het jaar 1803, luidt het trotsche inschrift. In den loop der eeuwen moest het paal werk van de „Alte Liebe" herhaaldelijk worden hersteld, daar niet slechts ijs- en stormschade, maar ook scheepsbotsingen dit noodzakelijk maakten. In 1933 is de dijk grondig hersteld. De paalworm had haar verwoestend werk ge daan, de beschadigde palen moesten geheel verwijderd en vervangen worden;' de stei ger werd grooter en mooier dan ooit. Thans is zij 100 meter lang en tien meter breed. Bij elke windsterkte, in elk jaargetijde en op elk uur van den dag, bij regen en zonneschijn, vertoont de „Alte Liebe" een ander gezicht. Als de golven van de Noord zee tegen het bolwerk beuken, staan de be zoekers onder een beschuttend dak op de brug en beleven een der mooiste schouw- spelen, die de natuur bieden kan. Daarom zijn allen, die in den loop der tijden de „Alte Liebe" hebben leeren kennen, haar steeds trouw gebleven en hebben haar nooit vergeten. ZUID-AFRIKA'S ONAFHANKELIJKHEID VOORHEEN EN THANS. Vrijheid bestaat nog slechts in théorie. Het is werkelijk niet overdreven te zeg gen, dat het komende Eeuwfeest der Voortrekkers reeds thans zijn stempel op de geheele Unie gedrukt heeft. Welke plaats men ook in de Unie moge bezoeken, overal ziet men de voorbereidingen treffen voor een waardige viering van het groot ste Afrikaansche volksfeest. Een voorproef je daarvan krijgen in het bijzonder de plaatsen, die worden bezocht door de Afri kaansche Taal-' en Kultuurvereeniging. Een enthousiaste ontvangst valt den „Os- sewatrek" overal .ten deel en gezegd kan worden, dat het grootste feest in de ge schiedenis van het Afrikaansche volksbe staan reeds op 8 Augustus, den datum van vertrek van de ossewagens, een aanvang genomen heeft. Maar zooals reeds gezegd, het toppunt zal toch worden bereikt op 16 December, wanneer groote 'volksmenigten zich zullen verzamelen. In Nederland, waar men helaas van het leven van het stamverwante volk in het Zuiden van Afrika betrekkelijk slecht op de hoogte is, zal men zich wellicht verwon derd afvragen, welke idealen de Afrikann dan nog verwerkelijkt zou willen zien. Heeft de Unie van Zuid-Afrika dan niet den dominion-status gekregen en hoort men niet verklaren, dat de Zuid-Afrikaners op het oogenblik vrijer zouden zijn dan in den tijd van de Boerenrepublieken, die in tegenstelling met de huidige Unie geen verdragen mochten sluiten met vreemde landen zonder toestemming van Engeland? In hoeverre is nu de historie waar, dat de gewezen republieken geen verdragen konden sluiten met vreemde mogendheden, zonder de toestemming van Engeland? Toen de onafhankelijkheid van Transvaal op 17 Januari 1852 door Engeland erkend werd, geschiedde dit. zonder eenige beper king der onafhankelijkheid. Dit was slechts het geval na de verovering van de repu bliek en den Eersten Vrijheidsoorlog. Toen werd bij de Conventie van Londen van 27 Februari 1884 inderdaad bepaald, dat Trans vaal zonder toestemming van Engeland geen verdragen met buitenlandsche mo gendheden zou mogen sluiten, behalve met den Oranje-Vrijstaat. Inderdaad is het juist, dat de Unie te genwoordig verdragen met andere mogend heden kan sluiten zonder toestemming van de Engelsche regeering, maar hier bestaat toch een hemelsbreed verschil tusschen practijk en theorie. Verdragen, die de Unie zou willen sluiten, worden, wanneer zij niet in de kraam van Engeland te pas ko men, met hand en hand door de imperialis tisch georiënteerde kringen bestreden. Op deze wijze is de Unie in de pactijk heel wat minder vrij in haar buitenland sche betrekkingen dan zelfs de Transvaal- sche republiek. De gewezen republieken hebben tenmin ste getracht om onafhankelijk op te treden en nooit is door haar gevraagd of een zaak in het belang van Engeland was of niet. De Vrijstaat was volkomen vrij zich te dragen, zooals hij wilde; Transvaal was in, r.aam aan een beperking onderhevig, maar stoorde zich daar in de praktijk weinig aan; de Unie is in theorie vrij, maar kan deze vrijheid onder den druk van verschil lende invloeden niet uitoefenen en is dus in de praktijk afhankelijk van Groot-Brit- tanjes wil. Het is het ideaal van Zuid-Afrika zich aan deze invloeden te onttrekken en aldus de ware vrijheid te verwerven. Waarlij fraï tonen v( eene f itoren, eelde v ie kna; groet ben uwen ristenn len mi orzoove tl verw die iast c' er de 1 teeden torden, .we c ra aar li uit a s wron kte hot ersloeg. lar me 'ong. Di lor een rste wil renlijk hben zc vraag I centr aae hai in het aar nu odgedw ar hij Groote UK' ook 50 hier i him vs hen de ims bre eevaller wetens ielen v< Hierme 'f stink Een dit nvrage i Schac !t schok ililie di ikkepuf De rol 5 't W6 ero na i ond en itlokte askers schavin itgesch tr spel hoewe n: „Wi Dan za i één s ie de b apen; i allipr ini degd pi [En toe >enharli Je re raa Blauwe [De oui peer hov ieuw st |en we i er al Vij voor Berd trui Jóeh dat Iziin hoo 2al daai •doorn in pens als pen te d Over i hiet mei den naa die zijn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 4