JJ De tweede Schager belastingzaak voor 't Hof De moordzaak te Obdam AspmiN^ )rie maanden gevangenisstraf geëischt fyejetojtL staaf es imn te kijken, 'oensdag 2 November 1938 y Tweede blad |N REQUISITOIR VAN VIJF MINUTEN. INDRUKWEKKEND PLEIDOOI VAN Mr. Dr. BUISKOOL. De tweede Schager belastingzaak, die tegen A. Sch., diende gisteren in hooger beroep voor het Gereohtshof te Amsterdam. Een merkwaardige zaak! Vier getuigen, de eenige vier, die feitelijk voldoende licht in deze aiiaire konden brengen, waren niet in de rechtszaal aanwezig. Drie, omdat ze niet meer van deze we reld zijn: de moeder van Sch., de broer van Sch., de heer C. Schoort, en de heer Lap, destijds bankdirec teur te Schagen, de vierde ook volgens den officier van justitie te diimaar de geestelijke vader van 1 geval, de heer J. Schoorl Pzn., des tijds accountant te Schagen, omdat hij niet was opgeroepen. Het had ons reeds verwonderd, dat deze ook niet als getuige gehoord was bij de behandeling van de zaak voor de Alkmaarsche rechtbank op 10 Mei j.I. Van bevoegde zijde vernamen wij dezer dagen, dat dit oorzaak vond in het feit, dat J. Schoorl Pz. op een eerder afgelegde verklaring is teruggekomen. Had hij eerst be kend een bedrag van f 5000.niet verantwoord te hebben, later na het overlijden van den heer Lap herriep hij deze verklaring en deel de mede het geld te hebben uitbe taald aan den heer C. Schoorl, in bijzijn van de moeder van A. Sch., fan thans verdachte. Deze beiden rijn overleden en kunnen dit dus niet meer weerleggen noch bevesti gen. Men zal zich herinneren, dat de Alkmaarsche rechtbank A. Sch. destijds veroordeelde tot drie maan den gevangenisstraf wegens mein eed. De eisch was acht maanden. (Van onzen eigen verslaggever). Jit de dagvaarding blijkt, dat verd. op Nov. 1930 uit de nalatenschap van Aric Arendzoon verschillende bedragen zou >ben verzwegen en wel f 1000.in depo- liet N.-H. Landhomvrrediet, 6 pand- even elk nominaal f 1000.f 10423.75 in contanten, toen hij voor het Kantonge- ht te Alkmaar deze verklaring beëedig- met andere woorden dus het misdrijf n meineed zou hebben gepleegd. !r is geen belangstelling uit Schagen op ip publieke tribune. In de zaal zien wij den itvangcr der registratie te Schagen. We hacklcn het vertrouwen van Jan hoor!, zegt verd. nog vóórh em iets wordt Maagd en ik weet van de heele zaak H at. °Ji Bat zullen we straks wel uitzoeken. De gebruikelijke vragen volgen dan. .i getuigenverhoor. Het eerst wordt majoor Holema gehoord, «e verklaart verdachte betrapt te hebben, °on hij met Jan Schoorl Pzn. stond te Draien, terwijl was afgesproken, dat hij dat z°u doen. Later heeft verd. aan den ïjoor verklaard, dat J. Schoorl hem had pgezocht en verteld had dat hij nergens *aad mee kon, omdat de zaak verjaard Heeft Jan Schoorl f 1000 gekregen voor beredderen van den boedel?, vraagt r?s. aan verdachte. I verdachte antwoordt bevestigend. "tot is een boel, meent de President, een Jaris is goedkooper! [•Verdachte: Jawel. Is verdachte goed bij? Faagt Prp.s. aan den majoor. Majoor Holema: Ilij is zeer goed bij, 'Ts hij met ons praat, maar ibpft de gewoonte zijn verklaringen steeds o- herroepen. Het is steeds geweest: „Dat tt >b ik niet gezegd". Uit de verklaring van rd. aan majoor Holema is gebleken, dat rd. zijn aanvankelijke bekentenis heeft aCiroepen na het bezoek van Jan Schoorl. pize zou hem gedreigd hebben op de Stil- bij het bruggetje! a Majoor Holema doet dan mededeeling ie 'n eon bezoek aan verd.'s zuster, mevr. o, '^der. Plotseling kwam daar ook Jan jWorl, blijkbaar om ook deze vrouw in te Ie ''."en. Hij schrok en verdween even nlot- t- "ng als hij was gekomen. Majoor Hole- Heelt dan mede, dat Jan Schoorl u't- Hen boedel moet hebben verduis- ra. President (verbaasd): Is die dan niet ?r..rvoor vervolgd? >steidedi8er ^lakoniek^: Buiten vervolging zee:t'Han tegen verdachte, dat hij n aiaJ°or herhaaldelijk bekend heeft f gehouden te hebben. Verd.: Daar weet ik niets van, meneer de President. Pres.: En die f 10.000 bij je moeder dan? Vedr.: Die zijn gevonden. Eerlijk, meneer de President. Pres.: We zullen ons maar houden aan Uw verklaringen tegenover Majoor Holema De rijksaccountants gehoord. Vervolgens wordt getuige Sfeenken ge hoord. Getuige zegt den indruk te hebben dat verd. doelbewust handelde. Verdachte verklaart tot diep in den nacht te zijn verhoord. De majoor wilrjc hem met den gu,mmiknu~~'" slaan. Hem werd gezegd, wat hij móest zeggen. Verdachte wordt gevraagd wat hij met f 1000 heeft uitgevoerd, die hij zelf bij den heer Lap heeft gehaald. Verd.: Daar weet ik niets van! Pres.: Dat is het makkelijkst! Een getuige charge geeft Jan Schoorl de schuld! Getuige Steenken verklaart, dat verdachte inderdaad onder invloed van Jan Schoorl stond. Pres.: Dat is de kwade genius. Is die nu weer vrij? Getuige Steenken: Hij heeft juist gisteren een circulaire verspreid, dat hij zijn acht maanden heeft uitgeze ten en weer begint. President: Dat is brutaal! Men- schen die willen knoeien kunnen dus weer naar Jan Schoorl- Getuige Steenken zet uiteen, dat het systeem Jan Schoorl is, de men- schen eerst te benadeelen, en als ze dan hun geld terugvragen ze te dreigen. Na deze verklaringen komt de rijksaccoun tant van der Maat voor 't getuigenhekje. Deze verklaa.rt den indruk te hebben dat dien Sch. wel wist wat hij deed, vooral wat die f 10000 betreft. Pres.: Daar zegt verdachte nu van dat hij niets meer weet. Dat is wel het gemak kelijkst. Dan zijn we gauw uitgepraat. Verdachte wordt de kwitantie ge toond, waarmee hij f 1000.van de Boerenleenbank kon halen van de rekening van Oom Arie. Verd.: Jan Schoorl heeft ons op een ge- meene manier te pakken genomen, ik was gemachtigd die f 1000.te halen, en ik heb ze aan moeder gegeven. Ik krijg ook nog geld van Jan Schorl, en ik zal het innen ook. Ik neem meester Buiskool weer in den arm Get. van der Maat verklaart dat van de klanten van J. Schoorl vele valsche aangif- Tegen verdachte 15 jaar geëischt Gistermorgen om kwart over tien, werd de behandeling der zaak tegen den kapper P. D., wonende te Obdam, thans gedetineerd in het IIuïs van Bewaring door de Alkmaar sche Rechtbank voortgezet. Deze geruchtmakende zaak was 8 October j.1. op verzoek van den Officier van Justitie geschorst, daar twee der voornaamste ge tuigen door ziekte verhinderd waren, om te worden gehoord. De belangstelling op de publieke tribune is weer buitengewoon groot; reeds een uur vóór den aanvang der zitting verdrong zich een lange file voor den ingang van het ge- rechtsgelDOuw en lang niet allen konden oen plaats krijgen toen tegen 10 uur de deuren werden geopbnd. Ook de advocatenbank was goed bezet. De rechtbank is evenals de vorige maal als volgt samengesteld: President: Mr. Ledeboer: rechters: Mr. Ubbens en Mr. Krabbe. Het Openbaar ministerie wordt waarge nomen door de sub.-officier van Justitie, Mr. v. d. Fecn de Lille. Griffier: Mr. Crêvecoeur. Als verdachte wordt binnengeleid is het muisstil in de zaal. De man ziet er goed uit en maakt al thans uiterlijk een zeer kalmen indruk. Het is alsof hij niet den ernst beseft van zijn afschuwelijken daad. Het getuigenverhoor wordt ver volgd. Voorgeroepen wordt dan de hoofdgetuige, Mej. Aagje Beerse, oud 22 jaar, wonende te Heerhugo waard. Zij legt den eed af op duidelij'kcn toon. Dc president vraagt get., of zij als dienst bode in betrekking is geweest bij verd., toen diens vrouw in het ziekenhuis lag? Get. antwoordt hierop bevestigend. Pres.: Op Zondagmiddag 20 Juli is verd. bij U aan huis geweest in Hecrhugowaard, nietwaar? Get.: Ja, dat is zoo. Pres.: En wat is toen tusschen U en verd. besproken? Besproken niets. D. heeft alleen tegen me gezegd, dat z'n vrouw in den laatsten tijd nog al eens last had van duizelingen en ook al eens een keer van de trap was gevallen. Pres.: Niets meer? Get.: Nee, niets meer. Verd. merkt op, dat hij aan get. wel meer heeft verteld, doch deze blijft op dit gezegde het. antwoord schuldig. Dan komt voor het getuigenhekje Dr. J. P. L. Hulst uit Leiden, die als deskundige ge hoord wordt. ten ook voor de successie rechten bestaan. Deze zijn echter alle getransigneerd. Pres.: vraagt verdachte of de veehouderij goed gaat, als hij heeft medegedeeld dat Ds. Eikcma clementie verzoekt. Verd. Best edelachtbare. Radsheer Canis Smit: Hoe groot Is Uw vermogen? President: Foei, dat mag U niet vragen. De Proc.-generaal: Dat kan hij zoo gauw niet betellen. EEN REQUISITOIR VAN VIJF MINUTEN. De procureur-generaal Mr. Versteegh zegt dat de Alkmaarsche rechtbank verdachte te recht heeft veroordeeld, al is spr. het niet geheel eens met de motieven in de dagvaar ding van den officier van justitie. Er blijft echter genoeg over om verdachte te veroor- deelcn. De Proc-generaal verzocht het vonnis der Alkm. Rechtbank te vernietigen en op nieuw rechtdoende hem te vcroordeelen tot een gevangenisstraf van drie maanden, we gens het afleggen van een valsche verkla ring. De Proc.gen. acht het feit zeer ernstig! President: Verdachte, wie zorgt voor uw bedrijf? Verd: Ik alleen. Pres.: Heeft u geen knecht? Verd: Eén. Het pleidooi van Mr. Buiskool IN EEN ZEER BREED OPGEZET PLEI DOOI, TRACHT MR. DR. BUISKOOL DAN AAN TE TOONEN: lo. DAT DE VERMOGENS DIE VERD. ERFDE, DOOREEN LIEPEN, ZOO DAT MEN ER GEEN TOUW MEER AAN KON VASTKNOOPEN; 2o. DAT DE ACCOUNTANT J. SCHOORL PZN. ZICH HANDIG UIT DEZE ZAAK HEEFT GEWERKT, MAAR DE GROOTE MAN OP DEN ACH TERGROND is; 30. DAT VERDACHTE EEN ZOO ZON DERLING MENSCH IS, DAT MEN ZIJN BEKENTENISSEN NIET SERI EUS KAN NEMEN. Ik heb verstomd gestaan, Groot edelacht bare Heer en, vangt Mr. Dr. Buiskool aan, over de motiveering van het vonnis van de Alkmaarsche rechtbank. Immers de recht bank heeft overwogen, dat zij de dagvaar ding zoo opvat dat de officier van justitie heeft bedoeld te stellen wat art. 51 van de Successiewet eischt. Bij meineed werkt men niet met bedoelingen, die niet klop pen met de dagvaarding. Dat is absoluut in strijd met het begrip eed. De verklaring die de Officier in de dagvaarding heeft vermeld, wordt niet door art. 51 gevorderd, die verklaring kan dus geen meineed op leveren, al zou vei'dachte die verklaring wel onder ecde hebben afgelegd. Verdachte heeft de eed afgelegd, dat hij „in gemoede" vermeende dat de aangifte voor het recht van successie juist is geweest! En dat is heel iets anders Het is veel beperkter. Reeds op dezen grond zal vrijspraak moeten volgen. Dan bespreekt pl. de vraag of het ten laste gelegde bewezen is, en zet uit voerig uiteen, dat de drie posten, die door Arend Sch. verzwegen zouden zijn, tot ver- Uit, zijn verklaringen blijkt, dat er op de wangen van het slachtoffer sporen waren gevonden van onderhuidsche bloedingen. Deze moeten door worging zijn ontstaan. Pres.: Kan dat door het inbrengen van den rechterhand in den mond van het slachtoffer. Get.dcsk.: Dat lijkt me onwaarschijnlijk. Ik denk veeleer, dat van huiten druk is uit geoefend. Door het inbrengen van een hand in den mond, zou bij een kind de luchttoe voer afgesneden kunnen worden; bij een volwassene heb ik dat nog nooit meege maakt. Get.-desk. heeft verder geconstateerd, dat de lippen van de vrouw dik waren opge zwollen. Op rechter bovenlip en rechter bo venarm waren kleine wondjes. Pres.: Waren op den hals tcekenen van snoeren aanwezig. Get.dcsk.: Neen, dat heb ik niet geconsta teerd. Dr. Hulst vertelt verder, dat hij den schedel van binnen heeft hekeken en deze vertoonde eenige beschadigingen. Pres.: Er moet dus wel een inishandeling met een scherp voorwerp hebben plaats ge had, een voorwerp dat door den schedel is heengedrongen. Get. desk. antwoordt hierop bevestigend. Op het hoofd is zesmaal gestoken, zegt dr. Hulst verder, en het moet een scherp, puntig voorwerp zijn geweest. Eén klein stukje is naar binnen gedrongen en in de hersenpan achtergebleven. De dood moet onmiddellijk zijn ingetreden. Pres.: Maar die dood kan toch niet al leen zijn veroorzaakt doordat verd. de rech terhand in den mond van zijn slachtoffer heeft gestoken? Er zou dan te veel spatie zijn geweest. Get.dcsk.: Neen, dat is niet waarschijnlijk. Op een vraag van den president aan verd. merkt deze op, dat hij z'n rechterhand zoo ver mogelijk in den mond van z'n vrouw heeft gestoken. Pres.: En heb je je vrouw dusdanig met de schaar bewerkt, dat er zes wonden zijn ontstaan? Verd.: Dat kan wel. Pres.: Vreeselijk is dat. De Officier van Justitie vraagt get.desk. hoe het komt, dat van de pink van verdach- fe's rechterhand een pees werd doorgeheten en dat de andere vingers, die toch veel dik ker zijn, niet werden beschadigd? Get.dcsk. kan dat moeilijk zeggen. Pres.: De vrouw had misschien al eerder in de pink geheten en niet toen verd. z'n hand in haar mond had. De toegevoegde verdediger van verd., Mr. H. Schuurman, wil weten, hoe verd. de schaar heeft vastgehouden? Pres. tot verd.: Had je dc schaar nog vast, toen je ging smoren? Verd: Nee, die lag op den grond. Mr. Schuurman vraagt get. mej. Beerse, of verd. met haar over het aangaan van een huwelijk gesproken heeft, als z'n vrouw niet meer zou leven? Get.: Nee, nooit. Verd.: Dal is niet waar; ik heb er met haar verschillende malen over gesproken. schillende nalatenschappen behoorden, na melijk van Jb. Schoorl, vader van verdach te, en van Arie Schoorl, oom van verdachte. Na het overlijden van oom Arie Schoorl vonden er onder leiding van den ac countant J. Schoorl Pzn. zulke in gewikkelde manipulaties plaats, dat de vier kindoren waarvan verd. er dus één is wel uit twee groote nalatenschappen erfden, maar nog een schuld aan hun moeder hielden en er bovendien onderlinge schuld verhoudingen bleven bestaan. Ac countant Schoorl en moeder Schoorl bedisselden dit samen. Is het een wonder, dat de kinderen er niet veel meer van begrepen? Pleiter gaat dan de afzonderlijke posten na. Wat de fl 1000.deposito en de fl 6000 pandbrieven betreft, die volgens de rijks accountants kennelijk verzwegen zouden zijn, cn waarbij zij zich beroepen op een nota van accountant Schoorl, tracht pl. aan te toonen dat men daar geen houvast aan heeft, want deze raadsman liet alles door elkaar loopen en deed maar wat. Er zijn huizen en koeien en effecten „verhan deld" er is geld opgenomen, er is geld uit gegeven, met geen enkele zekerheid is meer uit te zoeken wat tot de nalatenschap van Oom Arie en wat tot de andere nalaten schappen behoorde. Ook met de effectenre keningen is het zonderling gegaan. Het was een hutspot waar geen gewoon mensch meer uit wijs kon worden, men moet daarvoor een cijfcrgoochelaar zijn. Dat is verdachte niet en hij heeft er ook niets aan gedaan... Was accountant cijfergoochelaar? Schoorl de Ook met de rekening van de Wed. Schoorl, de moeder van verdachte is vreemd omgesprongen. Ook daarop komen 4.5pandbrieven grondcrediet voor. Die effectenrekening begint 2 maanden na het overlijden van Oom Arie. Me kan gissen, dat toen Oom Arie stierf er 6000 gulden van dezelfde aandeelen waren, maar bewe zen is het niet. De erven van Oom Arie hadden een re kening, de effecten kunnen uit een ander vr\ nogen gekomen zijn, kortom er is geen enkel bewijs zegt pl. dat die stukken van Oom Arie zijn geweest en tot zijn nala tenschap hebben behoord. Moeder Schoorl had vele effecten die ze geleidelijk verkocht Nu komen wij aan een zeer belangrijke kwestie, zegt Mr. Dr. Buiskool, die van de fl 10423.75, omdat de rechtbank het ver zwijgen daarvan bewezen acht. Waar komen deze gelden vandaan? Er is gesproken over gevonden... Alleen staat vast dat moeder Schoorl plotseling met dit geld voor den dag is gekomen. Een ge deelte fl. 1000, komt van de boerenleen bank, de rest zou zijn gevonden, maar van vinden was geen sprake^ De ac countants beweren dat het geld van Oom Arie kwam, omdat moeder zelf geen geld had om dat in deposito te storten en zeg gen dat de kinderen het later verdeeld hebben. Moeder had wel geld. Echter Oom Arie was bij moeder thuis. Het was een Het requisitoir- De Officier van Justitie krijgt dan gele genheid tot het houden van zijn requisitoir. Mr.v.d. Feen de LilLe begint met erop te wijzen dat op 20 Juli de vrouw van verd. overleed en er was geen mensch, die toen aan een niet natuurlijken dood dacht. Trouwens, bij de begrafenis was ook verd. aanwezig. Later deden geruchten de ronde, dat de vrouw zou zijn vermoord en spr. wilde hulde bren gen aan den burgemeester van Obdam en aan de Rijksveldwacht die deze duistere zaak tot klaarheid brachten. Verd. is uit een keurig gezin en hoe vree selijk moet het voor de familie zijn, nu hij hier als moordenaar terecht staat. Hoe ontzettend ook voor de kinderen die nu geen moeder hebben en wier vader naar de ge vangenis zal worden gezonden. Van eenig nadenken is hij dezen verd. geen sprake ge weest en toch stemt dit tot nadenken. Zoo op het oog was het huwelijk uitstekend, nie mand heeft iets gemerkt. De eenige. die het wist, was Aagie Beerse. Immers: toen de vrouw van verd. naar het ziekenhuis ging, kwam zij in huis en nam de leiding op zich Zij nam eeheel de plaats in van verdachte's vrouw. Het was zoo sterk, dat zij feitelijk zijn wettige vrouw werd. Een toen nu de vrouw uit het ziekenhuis terugkwam, werd zij voor verd. een sta-in- den-weg. Spr. heeft doodslag tenlaste ge legd. omdat niet precies is komen vast te staan, hoe de vrouw om het leven kwam. Verd. zegt, met z'n vrouw aan het stoeien te zijn gegaan en dat toen het plan bij hem opkwam haar te dooden. maar dat gelooft niemand. Op de zitting is verd. op deze ver klaring eenigszins teruggekomen door te zeggen, dat hij de stoeipartij heeft uitgelokt. Het was dus een middel om het doel te bereiken. Verd. heeft de hand in den mond van z'n vrouw gestoken, met de bedoeling haar den luchttoevoer af te snijden. Maar de deskundige heeft sporen gevonden op de wangen welke onderhuidsche bloedingen hebben veroorzaakt. Dus heeft verd. ook van buitenaf getracht haar te smoren. Toen zij bewusteloos was, heeft verd. haar met een schaar verschillende steken toege bracht. Misschien had de buurvrouw die /noord en help" heeft hooren roepen, het drama kunnen voorkomen. Merkwaardig en on gelukkig genoeg heeft die buurvrouw een struisvogel-politiek gevolgd en heeft, in- plaats van hulp te verleenen, het radio toestel harder aangezet. Spr. wijst er dan op, dat tijdens de begrafenis aan verd. niets bijzonders is gemerkt. Hij heeft daar na zelfs beweerd, dat de laatste woorden van z'n vrouw waren: „Laat Aagje voor de kinderen zorgen". Dat is een wel zoo door trapte comedic, dat het gelukkig is, dat zij door de feiten is achterhaald. En nu zit hier verd. met gebogen hoofd op de beklaagdenbank, omdat hij heel goed weet, wat hem te wachten staat. Spr, vraagt zich af of hier feitelijk geen sprake is van moord? Het is geen plotselinge opwelling dat ik nog zoo opgeruimd ben. Het is toch zoo eenvoudigik bekijkalles van den vroolijken kant. Natuurlijk ook wel eens wat rheumatiek of spit, maar dan neem ik één of twee Aspirintjes en...het leed is geleden! HÉT PRODUCT VAN VERTROUWiNI melancholische man die door middel van de gaskraan later een einde aan zijn leven maakte. Kan het geld waar moeder mee aankwam niet van haar zelf zijn geweest nog uit haar mans vermogen? Kan Oom Arie het niet aan Moeder hebben gegeven? Van dit geld is dc fiscus zeker niet bena deeld. De kinderen hebben er behoorlijk rechten van betaald. De accountants geven in hun rapporten toe dat dit een moeilijke kwestie is. Wel of niet van Oom Arie? Als geleerde heeren .als accountants, het niet weten, mag men dan een onontwikkeld man als verdachte wegens meineed veroordcelen omdat hij er ook geen touw meer aan kan vastknoopen? WAS HET OPZET? Een zeer interessant gedeelte uit het pleidooi volgt dan. Pl. stelt de vraag: „Was het opzet? Weer toont pl. aan dat de accountant Schoorl de gcheele boedelschei ding regelde, waarbij de drie vermogens (van Arie Schoorl, van vader Schoorl en van moeder Schoorl) werden verdeeld. Men erfde flink, maar men kan van verdachte, een weliswaar zonderling maar eenvoudig boerenmannetje niet eischen, dat hij het allemaal uit elkaar hield. Ja, roept pi. uit, thans weet men wel hoe men over de praktij ken van den accountant Schoorl moet oordee- len, maar kan men het verdachte kwalijk nemen dat hij den accountant in zijn glo rietijd als locoburgemeester, blind ver trouwde? Uit verklaringen van getuigen en des- DEN HELDER van verd. geweest om z'n vrouw te doo den, doch het plan daartoe was reeds lang voorbereid. Dit is ech'ter niet te bewijzen. De vraag is nu, welke maatstaf spr. zal aanleggen. De Officier ziet geen enkel lichtpunt. Dr. Kruvtbo&ch heeft verd. onder zocht en volkomen toerekeningsvatbaar ver klaard. \'erd. heeft op brute, egoïstische wijze toegegeven aan zijn sexueele driften. Hij heeft geen oogenblik gedacht aan z'n ongelukkige vrouw, noch aan zijn kinde ren. In het Huis van Bewaring heeft hij nota bene nog over de toekomst gecorres pondeerd met Aagje Beerse. Van eenig verantwoordelijkheidsgevoel is dan ook geen sprake. Spr. meent, dat er dan ook alle ter men aanwezig zijn om de zwaarste straf toe te passen welke de wetgever toestaat en requireert een gevangenisstraf voor den tijd van vijftien jaren. Verd. heeft hierop niets te zeggen. Het pleidooi. De aan verd. toegevoegde verdediger, Mr. H. Schuurman uit Alkmaar, krijgt dan gele genheid tot het houden van zijn pleidooi. Spr. begint met te zeggen, dat het wel een heel moeilijke taak is, deze verdachte te verdedi gen. Want evenals de Officier heeft ook hij geen enkel lichtpunt gevonden. Eerst heeft spr. gedacht: Is deze verd. wel toerekenings vatbaar? Maar gebleken is, dat zulks wel het geval is, immers: het rapport van dr. Kruijt- bosch luidt anders. Spr. wijst op de volkomen onbewogenheid van verd. op deze zitting en kan dan ook niet anders doen, dan het requisitoir van den Officier van het begin tot het einde onder schrijven. Wel wil Mr. Schuurman er de aandacht van de Rechtbank op wijzen, dat get. Beerse in deze droevige zaak een zeer sinistere rol heeft gespeeld. Zij toch is de drijfveer tot de daad geweest. Deze rol is zeker door de Rechtbank nader te bezien. Toen de vrouw des huizes in het ziekenhuis lag, heeft get. Beerse zich gewoonweg ingedronaen. Bui tengewoon gemeen noemt pleiter het feit, dat deze get. direct na den dood van ver dachte's vrouw in diens woning is terugge keerd, ofschoon verd. de verhouding had ver broken. De rol. die mej. Beerse gespeeld heeft, noemt pleiter buitengewoon slecht en ze ker is zij voor veertig procent schuldig aan dit drama. Dat is het eenige lichtpunt wat pleiter in deze zaak ziet Een zaak waarvan verd. in de eerste plaats, maar ook de kin deren, de dupe zijn. Inderdaad is doodslag bewezen, meent Mr. Schuurman cn het eenige wat pleiter kan doen is zich refereeren aan het oordeel van de Rechtbank. Eindelijk breekt dan de onbewogenheid van verd. en snikkend wordt hij door den veldwachter weggeleid.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 5