lazen voor U
V
Radioprogramma
door
edgar RIC-
burroughs
No. 24.
Een nijdig gegrom deed Magra plotseling
omzien en tot haar dodelijke ontsteltenis keek
zy recht in de wrede, groene ogen van den
leeuw. Verstyfd van schrik bleef het meisje
stana. Haar onbeweeglijkheid intrigeerde net
1,4 beest, dat, haar verwonderd aanstaarde.
Oesha, de wind, droeg de versche geur van
Numa, de leeuw, naar de gevoelige reuk
zenuwen van den aapman, een geur, ver
mengd met de fijne parfum, die Magra ge
bruikte. Voor Tarzan, de alles van de jungle
kende, voorspelde de vermenging van deze
twee geuren niet veel goeds. Hy had alle
reden om Magra te haten. Ze verdiende de
dood. Maar in Tarzan was een instinct ster
ker dan zijn afkeer voor Magra een instinct
om de zwakken te beschermen tegen de ster
ken. In dolle vaart sprong hy van boom tot
boom. Weldra was de koning van de jungle
aangekomen boven de plaats van het onheil.
Hij sprong naar beneden met het plan op de
rug van den leeuw terecht te komen, maar
op hetzelfde ogenblik, dat hij zich neerliet,
sprong de leeuw op Magra af. Tarzan be
reikte de grond, terwijl het grote dier op net
hulpeloze meisje toeschoot!
Uit de Pers van heden
ALS DE KERK ZQET IS
pe Nederlander (chr.-liist.) schrijft:
In een dezer dagen gehouden rede heeft
de le^er der N.S.B. gezegd, dat deze par
tij net terrein der Kerk ten volle zal res
pecten.
I jfloord, maar... zou de heer Mussert nu
oafjiog eens willen zeggen wie in den nat.
B staat zal uitmaken hoever dat terrein
ifer Kerk zich uitstrekt?
Het antwoord is niet twijfelachtig. De
„Leider" zal dit bepalen. En zoolang de
Kerk zich nu maar zoet binnen die gren
zen houdt, zal zij „gerespecteerd" worden.
Precies als in Duitschland en Oostenrijk,
laar mag de Kerk over het hiernamaals
preken. Dan wordt zij gerespecteerd.
Spreekt zij echter b.v. over de opvoeding
Ier jeugd, dan. verlaat zij haar terrein en
rordt vervolgd-
De mededeeling van den heer Mussert. is
dan ook, zoo lang geen toelichting volgt,
sn phrase zonder inhoud.
„EVANGELIE VAN DE WANHOOP".
De Maasbode (r.k.) wijst het adres van
Ie negen financiers over den toestand van
Nederlands kas, gericht aan het adres van
]r. Colijn, af. Het blad spreekt over „roe-
felooze deflatie-poütick, welke de adres-
inten ons willen verkondigen als het wa
re evangelie" en besluit:
Het is het evangelie van de wan
hoop, geschikt om de massa te re-
volutionneeren. Wij wijzen het af
met diepe overtuiging, omdat wij
gelooven in een evangelie, dat de
blijde boodschap is, óók op econo
misch terrein.
DE JUISTE MAN?
In verband met de plannen der regeering,
de 14-jarige jongens en de 15-jarige meisjes
uit het bedrijfsleven te weren en deze jonge
werkloozen te scholen, merkt het Volk (s.d.
ip.) op: H
Niet de minst-gewichtige vraag is, of de
minister voor de leiding van deze jeugd-
zorg den geschikten man heeft aangen,
heer Van Hoeven, immers, die als lei
der zal optreden, heeft zich in het open
baar doen kennen als een groot bewon
deraar van het Duitsche stelsel van ver
plichten arbeidsdienst. Zeker, wii weten,
dat uit de mededeelingen van minister
Romrne een andere geest sprak, doch
waarom dan op déze plaats den man ge
zet, die nog in Mei van dit jaar schreef,
,dat een verplichte arbeidsdienst ook voor
(fflze jeugd zegenrijk zou zijn"?
DE STRIJD TUSSCHEN SPOOR EN BUS.
Uit „De Gelderlander" (r.k.);
De zeer zware concurrentie, waartegen
het spoorwegbedrijf heeft te vechten wordt
voor een aanzienlijk deel veroorzaakt door
de groote ongelijkheid in sociale lasten.
Dezer dagen nog hoorden we van betrouw
bare zijde, dat particuliere busondernemin
gen aan chauffeurs loonen betalen van f 15.-
a f 16.per week.
Nu zullen alle sociaal voelenden het wel
met ons eens zijn, dat een loon, als hier
boven genoemd, in allcsbehave gezonde ver
houding staat tegenover een zenuwafmat-
tend bedrijf als dat van een buschauffeur,
met daarenboven, nog een zeer hooge mate
van verantwoordelijkheid.
Zoolang in sociaal opzicht zoo ernstige
wanverhoudingen bestaan, staat het spoor
wegbedrijf, dat behoorlijke arbeidsvoor
waarden wil handhaven, voor een onhoud
bare concurrentie.
De diepere oorzaak zit ook hier weer in
een wilden concurrentie-strijd, die ontwrich
tend werkt en werken moet niet enkel op
normale sociale verhoudingen, maar ook op
economische toestanden.
Zonder doelbewuste ordening loopen we
ook hier vast.
GEEN EKSTEROOGEN ALSTUBLIEFT
Naar aanleiding van de in de Memorie
van Antwoord op de Millioenennota aange
kondigde belasting verlagingen schrijft het
Handelsblad (lib.)
Zoo stalt de Memorie van Antwoord haar
gulle gaven verlokkelijk uit, als pleister op
vele wonden. Maar de regeering is voorzich
tig, en daar heeft zij gelijk in. Zij „heeft
zich er rekenschap van te geven dat men
geen oude schoenen moet wegwerpen voor
men nieuwe heeft, waarmede uiteraard be
doeld zijn goed passende," schrijft zij oolijk.
Het beeld is juist. Mits zij ook bedenken
wil dat de nieuwe schoenen welke zij niet
zoozeer voor zichzelf, maar voor ons in
petto houdt, niet al te zeer knellen, opdat
haar wakend oog voor de schatkist ons
geen eksteroogen bezorge.
GEEN MALLIGHEDEN!
Het Volk (s.d.a.p.) is niet bijster te spre
ken over het ontwerp van wet tot wijzi
ging van de bepalingen inzake het recht
van vereeniging en vergadering. Zooals
bekend wil de regeering op dit punt de
touwtjes wat strakker aanhalen. Het blad
merkt o.m. op:
Het spreekt vanzelf, dat het verbod voor
vreemdelingen om het woord te voeren in
vergaderingen, waarin uitsluitend of mede
de Nederlandsche staatkunde wordt behan
deld, ons evenmin mondt als de aan de
politie te verleenen uitbreiding van be
voegdheid, die haar het recht van toegang-
zal verschaffen tot niet openbare vergade
ringen van tien of meer personen, wan
neer die uitsluitend of mede door vreemde
lingen. worden bijgewoond. Voor een be
stuursvergadering van een politieke veree
niging moet dus de politie worden genood,
zoodra een buitenlandsch geestverwant eens
als gast in dien kring zou willen toeven.
Erkend moet worden, dat, bij een soepele
toenassine der wet, zulke malligheden niet
zullen plaats vinden, doch ook hier lijkt
voorkomen beter dan genezen.
Andermans geld verdobbeld
Melkbezorger te Den Haag ge
arresteerd.
J. D., een 33-jarige melkbezorger te Den
Haag zou in zijn betrekking in dienst
van „De Sierkan" 200 gulden verduisterd
hebben. De man heeft gedurende twéé jaar
geregeld een café in Duinoord bezocht
waar hij in grijpautomaten en met dobbe
len zijn geld verloor. Als hij zich bij zijn
patroon over tekorten moest verantwoorden
vond hij er altijd wat op. Hij zeide dan b.v.,
dat de een of andere mevrouw op maand
rekening bestelde en dat daardoor een te
kort was ontstaan.
Toen D. erg op zwart zaad zat heeft hij
van een dame in de van Aerssenstraat 50
gulden gekregen, waarmede hij, volgens
zijn zeggen, zijn broer zou kunnen.. ..hel
pen. Die broer zou een meubelzaak in
Rotterdam openen en zou 50 gulden te kort
komen.
Van 1 November af is D. uit zijn dienst
weggebleven. Hij was ook niet thuis (de
man is getrouwd) maar was er op de fiets
van door. Woensdagavond kwam hij thuis
en toen heeft de politie hem gearresteerd
wegens verduistering van f 20C en oplich
ting van f 50.
De man, die een blanco strafregister
heeft, zou op vrije voeten worden gesteld.
Gonden luchtvaart-medaille voor
den heer Scbmidt Craiis
Ter gelegenheid van het 20-jarig jubile
um van den heer H. M. Schmidt Crans. dat
Woensdag op Ypenburg is gevierd, heeft
de Kon. Xed. Vereeniging voor Luchtvaart
hem de gouden medaille der vereeniging
toegekend op grond van zijn uitstekende
verrichtingen voor de Nederlandsche lucht
vaart in het algemeen en het luchttoerisme
in het bijzonder gedurende dat tijdvak.
De jubilaris ontving tallooze telegrafische
gelukwonschen, o.a. van Prins Bernhard.
Makelaar veroordeeld
Voorschotten niet terugbetaald.
Het Amsterdamsche Gerechtshof veroor
deelde gisteren een makelaar wegens op
lichting tot twee jaar gevangenisstraf met
aftrek van acht maanden voorloopige hech
tenis.
De man verleende z.g.n. zijn bemiddeling
bij het bezorgen van hypotheken. Hij ont
ving van menschen, die een hypotheek
wilden nemen op hun huis of landerijen,
kosten vooruit. Van het afsluiten van een
hypotheek kwam echter niets en de kosten
en voorschotten betaalde verdachte niet te
rug.
De rechtbank had hem tot twee jaar met
aftrek van drie maanden voorarrest ver
oordeeld. De procureur-generaal had een
zelfde straf gevorderd.
Zijn paard mishandeld
Landbouwer veroordeeld.
De Haarlemsche rechtbank veroordeelde
gistèrmorgen den 42-jarige landbouwer J.
C. van den B. uit Haarlemmermeer, we
gens ernstige dierenmishandeling tot twee
maanden gevangenisstraf.
Het O.M. had zes maanden geëischt.
Verdachte had op 2 Juli van dit jaar een
paard in de weide zoodanig met een stuk
hout op den kop geslagen, dat het dier
aan de gevolgen bezweek.
SLECHTS 5 ct. PER PAK
ZATERDAG 5 NOVEMBER 19S8.
Hilversum I. 1875 en 415,5 m.
KRO-uitzending. 4.005.00 HIRO.
8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Ber.)
10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstige causerie.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-Melodisten en solist.
1.20 KRO-orkest.
2.00 Voor de rypére jeugd.
2.302.40 Gramofoonmuziek.
2.45 Kinderuurtje.
4.00 Berichten, gramofoonmuziek.
4.05 Causerie 'vanwege de Nederlandsche
Vakcentrale.
4.20 Gramofoonmuziek.
4.25 Causerie: „Bescherming".
4.40 Gramofoonmuziek.
4.45 Causerie: „Kan vivisectie gemist wor
den?"
5.00 KRO-orkest.
5.45 KRO-Nachtegaaltjes.
.20 Journalistiek weekoverzicht
6.45 Gramofoonmuziek.
7.00 Berichten.
7.15 Causerie.
7.35 Actueele aetherflitsen.
8.00 Berichten ANP, mededeelingen.
8.15 Meditatie met muzikale omlijsting
1.35 KRO-orkest.
i.25 Intermezzo.
i.35 KRO-Melodisten en solist.
10.00 Zang met pianobegeleiding.
10.15 Vervolg concert.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Filmpraatje.
10.5512.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II. 301,5 m.
VARA-uitzending, 10.0010.20 v.m. en
7.30—8.00 VPRO.
8.00 VARA-Kalender.
8.15 Gramofoonmuziek. (Om ca. 8.16 Ber.).
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voor Arbeiders in de Continubedrijven).
12.00 Gramofoonmuziek. (Om 12.15 Ber.).
I.15 VARA-orkest.
2.00 Causerie over de maansverduistering op
7 November a.s.
2.15 Pianovoordracht.
2.453.00 Gramofoonmuziek.
3.05 Reportage.
3.30 Residentie-orkest en solist.
4.30 Causerie „Ouders en Onder.vy-
4.50 Vervolg concert.
5.30 Filmland.
6.00 Orgelspel.
6.30 Uit de Roode Jeugdbewing.
7.10 Politiek radiojournaal.
7.30 Bijbelvertellingen.
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP, VARA-Varia.
8.15 VARA-orkest.
9.00 „De Krekeltjes".
9.15 „En nu... Okè (opn.).
10.30 Berichten ANP.
10.35 Community-Singing (opn.).
II.00 De Ramblere.
11.3012.00 Gramofoonmuziek.
FEUILLETON
MAURICE WALSH
Tusschen al die menschen nu kwam een
Kleine, bruine warhoofdige jongen geloopen,
die een knapgebouwd, jong paard by de halster
leidde; het paard stapte keurig en voorzichtig
mee op een stel fijne beenen en zijn huid was
Klaarblijkelijk door geen roskam aangeraakt
Achter het paard liep een p.an van middelbare
grootte, eveneens goed gebouwd; uit een mager
gezicht met sprekende trekken keken een paar
Kalme, diepliggende grijze oogen. Het paard
stak zijn kop vooruit en blies zachtjes tegen
den wang van den jongen, waarop de jongen
eventjes zijn gezicht tegen den donkeren
paardekop vleide.
„Ho, ouwe jongen!" Daar stond de bruin
stil voor het hotel. De kleine jongen klopte
bet eens op den hals en begon tegen hem te
praten, als tegen een kameraad. „Mijn arme
lieve Copaleen Rua mijn lief bruintje
ik vrees, dat ze je vandaag gaan verkoopen.
Ze gaan je onder my'n handen weg verkoopen.
er is niets aan te doen." Het paard stond
stilletjes op zijn vingers te sabbelen.
De man met het magere gezicht sprak een
geruststellend wooraie en streelde de fyne,
gladde, afhangende schoft. „We zullen hem
verkoopen, als het niet andere kan Daheen,
m'jn jongen."
„AI9 je hem kunt verkoopen, dan doe je
het zeker, Rogue McCoy!"
Een korte, dikke, al wat oudere man met
blauwzwarte wangen kwam haastig aange
lopen. hij droeg bruine schoenen onder zwar
te beenstukken en een zwart kaasbolletje
achter op zijn hoofd. Dat was niemand anders
dan Jamesy Coffey. Hij kreeg den bruin in de
gaten en bleef staan in een houding, die ver
bazing, vermengd met klaarblijkelijke bewon
dering uitdrukte. Toen begon hij aan alle
kanten om het paart, heen te draaien, waar
bij hij de beenen een voor een aan een onder
zoek onderwierp, zonder ook maar in het
minst notitie te nemen van Rogue McCoy en
Daheen Coffey.
„Is hy te koop?" vroeg hij eindelijk met 'n
ver doordringenden tenor, die hij onnoodig
luid uitzette, zonder van de beenen van het
paard op te kijken.
„Bent u in de markt?"
„Misschien wel als hy niet gestolen Is."
„Niet in Kerry, ten minste".
De oude baas draaide nog eens om het
paard heen en haalde luid zyn neus op.
„Wat moet hij kosten?" Nog hooger klonk
zijn stem.
„Zestig pond!"
„Loop naar de maan!"
„Niet met een paard!"
De oude baas hervatte zijn onderzoek, nu
met nog grootere nauwkeurigheid. Hij boog
diep voorover en tuurde scherp naar een der
voorpooten. „Is dat brand?"
„Voel zelf maar."
Dat deed hij. N-nee! Een schaaf plek dat
kon wel erger! Hij kwam overeind en verhief
zijn stem. „Ik geef je er veertig voor."
„Man, verknoei je tijd niet!"
De oude baas stapte verontwaardigd een
pas of tien weg, draaide zich op de hakken
om en kwam langzaam terug, zyn oogen al
dien tijd op het paard gevestigd.
„Hé vriendje!" hij sprak tegen den man
met het magere gezicht, alsof hij honderd
meter van hem af stond. „Heb je dan geen
greintje verstand, wat drommel? Ik mag
hem wel, al is hy ook wat aan den lichten
kant. Maar ik heb een klant, een dame, waar
hij wel geschikt voor zou zijn. Ik zal je een
voorstel doen. Ik wil dit gevaarlijke risico
op me nemen en zal je een bod doen, zooals
op deze heele markt nog niet gedaan is. Geef
me de vijf! Vijf en veertig pond!"
„Zestig pond!" zei Rogue McCoy doodbe
daard; daarop liet hy volgen „Loop zelf naar
de maan en gauw ook, want daar komt een
jonge dame met kijk op paarden!"
Van de waranda-trap kwamen drie men
schen naar beneden: Elspeth Trant, Jerome
Trant met zijn grijzen kop en Kapitein Eud-
mon Butler, rijzig en elegant, een schitte
rend figuur, met de airs van een eigenaar
naast de jonge vrouw voortschrijdend, met
fonkelende zwarte oogen.
Elspeth Trant knikte en glimlachte vry
tegen Rogue McCoy.
„Is die te koop?"
„Zeker dame!"
Zij bekeek het paard van alle kanten, bij
de punten waarop het aankwam, bleven haar
oogen iets langer verwijlen; klaarblijkelijk
had zij verstand van paarden.
„Kalm, kalm!" zei ze tegen het dier, met
een sussend geluid, voor z keurend bij de
schoft langs streek; het kastanjebruin vel
rimpelde bij haar aanraking. Zij deed een pas
achteruit en liet haar blik op en neer langs
de fyne beenen glyden.
„Mag ik hem eens zien loopen?"
„Zeker dame!"
Rogue nam het leitouw van Daheen over,
noodzaakte het paard, zijn kop op te tillen,
klakte met de tong en daar ging het heen
De bewegingen van den man waren even mooi
als die van het paard hij had naar verhouding
lange beenen en liep licht en gemakkelijk op
de teenen. Het paard stapt kwam in draf.
ging in galop, draaide vijftig meter ver op
de plaats om en kwam glad en vlug als een
vogel in de lucht terug, --teigerde, hield stil
en wierp den fieren kop op.
Kapitein Butler had, de beenen wijd uiteen
op den grond geplant en de handen in de zijde
de vertooning aandachtig .aan gadeslaan.
„Ik zal hem nog eens goed bekijken," zei hij
kortaf en bazig en boog zich voor over naar
de beenen van het dier. „Weet jij daar een
anderen naam voor dan brand?" vroeg hfl
ironisch. „Ja, ik zie wel, dat het bot weer in
orde is." Hy kwam overen.d, greep het dier
bij den bek en wrong dien open. „Al vijf jaar
en nog niet verkocht. Waar zit hem bij
jou de kneep, vriendlief?" Hy prikte met zijn
vinger hier en daar in de schoft, waarmee het
niet geheel zuiver was. „Verbeeld ik het me,
of ging hij aan dezen kant wat erg voorzich
tig? Wel? Laat hem nog eons een keertje
voordraven, zigeuner! Vooruit!"
„Wil de dame dat ook?" vroeg Rogue Mc
Coy bedaard.
„Hoor je niet, wat ik zeg? Vooruit, zeg ik
je!"
„Koopt u of koopt de dame?" informeerde
Rogue gelijkmoedig.
Butler deed een stap naai waar hij bij den
kop van het paard stond.
„Doe, wat ik je zeg, brutale honu! Vooruit
zeg ik je!"
RogueMcCoy neen, Rogan Stuart keek
hem recht in de oogen. Op dit critieke mo
ment begreep hij, dat de n an daar voor hem
niet geheel toerekenbaar was. Dat zijn woede
hem de grens tusschen verstand ei. razernij
had doen overschrijden. Achter de zwarte
oogen laaide een helsch vuur.
„Als de dame het wenscht!" zei Rogue rus-
tig
De Zwarte Hoofdman liet de dame geen
tijd, om eenigerlei wensch te formuleeren. Als
hij zichzelf tijd gegund had, om op te letten,
dan had hij kunnen zien, dat de man, die hij
voor zich had, levensgeva rlyk was, op dit
moment even razend dol als hij zelf; maar
bezeten door een ijskoude razernij, die hem
wel het vel strak als perkament over de juk
beenderen spande en van zijn oogen harde,
grauwe bikkels maakte.
„Ik zal je mores leuren, jou vlegel!" zei
Butler, terwijl hij Rogan zijn vuist in het ge
zicht duwde; het wat geen harde slag. meer
een vermanende duw dan een slag. Op Rogan's
stijf op een geklemde lippen vertoonden zich
een paar roode druppels.
„Nu ga je er aan, Eudmon Butler," zei
Rogan Stuart, ijskoud als een snerpende oos
tenwind. „Jy moet maar liever dood!"
Er was iets in zijn oogen en zyn stem, dat den
officier een licht deed opgaan.
„O, ben jy het Stuart de bedrogen echt
genoot?"
„Daar pak aan, voor je zonden!" zei Rogan
Stuart.
Sedert dien jaarmarkt an Castleinch zijn
er al verscheiden jaren voorby gegaan, maar
de menschen die de vechtpartij tusschen Eud
mon Butler den Zwarten Hoofdman en
Rogue McCoy den ketellapper, hebben bijge
woond geven hun vrienden niet de gelegenheid
dat ooit te ergeten. Velen onder hen bezoeken
nog geregeld de markt van Castleinch; ze
klimmen dan het trapje van het hotel op en
wijzen van daaruit hun minder fortuinlijks
vrienden de juiste plek aan; dan stappen ze
naar beneden, meten de afstanden uit en
maken zwaaiende gebaren ter verduidelij
king. Want het heele evenement had iets
elementairs en wilds, dat zeldzaam was zelfs
voor het land, waar hevige vechtpartijen niets
bizonders zijn.
Van alle kanten kwamen menschen aange
schoten. daar viel niet aan te twijfelen. En nog
voor zich de kring om de beide partyen had
kunnen sluiten, dook ineens Shamus Og ergens
vandaan op, sloeg een langen arm om Elspeth
Trant heen en zette haar met één zwaai over
het hek op de warar.da neer. „Vandaar kunt
ge alles zien, dame!" riep hy en verdween weer
in de menigte.
Jamesy. al wat ouder en kort en dik als hy
was, stond op de eerste rij en daar bleef hij
den geheelen tijd. Met zijn breede schouders
en zijn lange armen hield hij de ménschen
achter zich in bedwang. „Geef ze de ruimte,
jullie knullen!" brulde hij. „hij is licht, maar
hij is taai, geef hem een armslag!"
(Wordt vervolgd.)