Anneke en het kalfje jWimOPilfi v ïluU fonymi en meilj&l! INu moet ik je toch iets naars vertellen, je zult zeggen: nu alweer. Het kan soms io echt tegenlopen. Daar waren we vorige week zo maar al de briefjes kwyt, terwijl we nu den... Kindervriend kwyt zijn. Geluk kig zal het misschien maar een paar dagen duren, maar ja op het ogenblik ligt-le dan toch maar te bed. De Kindervriend heeft griep, En nu moet je het dus maar doen met een namaak-Kindervriend. Een ding is een troost voor jullie, de onderstaande brief - I jcs zijn nog door den echten Kindervriend I geschreven. We zullen ze meteen maar I laten volgen. De taart is deze week gewonnen door: AAFJE WIT, f pG. Wit, Wateringskant, Nieuwe Niedorp. Bets de Goede, Dirkshom. Het boek „Heide jongen" ken ik niet, maar dat is geen wonder, want er verschijnen tegenwoordig 1 joveel meisjes- en jongensboeken, dat je de tel gauw kwijtraakt. Zelf heb ik een mooie tftliotheek. Je moest haar eens zien. Maar l#if ben er ook geweldig trots op. Annie Bakker, Wieringerwaaxd. Ja jMiie, we gaan een mooie tyd tegemoet. Sin- (jrklaas, Kerstfeest, Oud en Nieuw... het kan niet op en het is jui3t zo'n ftfne tyd om lekker te snoepen... of doe je daar niet aan? Nu, de Kindervriend soms wel, hoor! Ik hoop met jou dat we dit jaar eens kunnen «chaatsenryden. M'n kunstschaatsen liggen nu al een jaar of drie op zolder en ik was nog geen enkele maal in de gelegenheid te zwieren. Jannie Borst, Schagen. Ja, Bram was de gelukkige met dat boek Jannie. Dat ging jou neusje nu eens voorby. Maar... wie weet hoe gauw jy weer aan bod bent. Misschien volgende week al! Was Willie Kamp biy met haar pantoffels? Ik denk het wel, want het is er net de tyd voor en voor je het weet heb je tegenwoordig win tertenen. Jacob, Jannie en Helmut Sohoorl. Zo, vond je de raadsel van deze week niet moei lijk? Nu, daar ben ik biy om, want jullie hebben me al week in, week uit de nood geklaagd, dat ze zo „erg moeilijk" waren. .Eindelijk een stem van een tevreden clubje, maar enfin... nu kan ik ze tenminste deze week weer eens extra-moeilik. maken... Jan Levendig, Dirkshorn. Kolossaal, Jin, wat doe jy me een beloften voor vol gende week: een grote brief, met êen massa nieuws en mooi geschreven. Nu, ik ben in afwachting op de dingen die komen. Ik houd je aan je woord hoor. Wat je vroeg van het spaarhoekje in de krant, Jan, daar moet ik eerst nog eens een nachtje over «lapen. Maar ik beloof je, ik zal er over denken. Dan moeten de anderen mij ook maar schryven of ze ruil-bonnen hebben. Tinle Zeeman, St. Panera». Wat ïykt me dat geweldig leuk Tinie, om in een mo len te wonen. Vooral als de wieken draaien en je in je bed 's avonds de „vier ouwe wy- ven die elkaar nooit krygen kunnen" hoort klapperen. Ik denk anders dat je opa niet goed meer buiten die molen zal kunnen, als hij z'n hele leven daar gewoond heeft. Janske Peetoom, Winkel. Wel, wel, wil jouw broer Dik my wel twee pauw staarten verkoopen. Nu, misschien kan dat wel, maar... ik moet eerst de prijs van die twee dieren eens weten. Je kunt nu wel voor 2 gulden willen afzetten. Die hoor ik dus volgende week, hè? Jan Brommer, Barslngerhorn. Ja, zo is het, de eene keer weet een mens meer te schryven dan de andere, en dan mag je biy zijn als je beschikt over een goede duim. Ik dacht, dat jij die nogal bezat! Volgende week krijg ik natuurïyk weer het voetbal verslag toegestuurd. Zoals je weet, ben ik daar altijd geweldig benieuwd naar. Wim en Marie Boontjes, Schagerbrug. Alsjeblieft, Wim de derde prys en Marie de tweede Wat heb ik de vorige maal gezegd? Dat jullie allebei wat zouden winnen. En zoals je. ziet: m'n voorspellende geest is alweer uitgekomen. Waren jullie niet biy? Maar natuurlijk, dat is ook een vraag! Dag Jan en Marie. HOLLANDSE REGENZOMER. Er valt maar water, water.. Het vee wordt ziek in 't natte gras. En warmte?... Later, later. Ach't lage land wordt één moeras. De molens jagen, jagen... Het water moet de polders uit De boeren klagen, klagen En 't weer is nóg niet uitgebuit, O, saaie, trieste regen, We zyn je moe, we zyn je zat! We snakken naar de zegen Van zomer over land en stad. Jack v. d. Cappele, Schagen. Die voetballery van SchagenM.F.C. heb ik niet gezien, maar eerlijk gezegd spyt het me niets dat ik dat gemist heb. Met sport had het tenslotte niet veel te maken. Nee, dan lykt my de opvoering van de operette „Prins Pauweveer" heel wat aardiger. Ik kom vast eens kyken als die er goed by jullie inzit.. Pietje de Vet, Schagen. Fyn dat ik van jou weer eens een levensteken krijg, Pietje. En het was weer zo'n gezellige brief als vroeger. Jammer, dat je zusje nog niet mocht thuiskomen. Maar... 14 dagen zyn zo om. En stel je voor dat die verjaardag en de trouwerij van Ome Ben op één dag valt en dat dan ook je vader thuis zou zijn. Dat feest zou ik wel eens mee willen maken! Nelile en Kees Everts, Keinsmerbrug. Wel bedankt voor de groeten, die ik kryg van juffrouw De Moor. Doe ze haar terug en wens haar namens my maar het beste. Die andere juffrouw ken ik niet. Gaat het goed op school, Nellie en Kees? Krijg ik de rapportcyfers te horen als het zover is? Tinle Keurig, Schagen. Of ik van zin gen houdt? Iedere morgen zing ik om 6 uur thuis de boel wakker en dat vinden ze soms allesbehalve leuk. Ook overdag zing ik en soms 's nachts ook. Maar dat noemen de andere huisgenooten: snurken... Gre Klare, Kolhorn. Die arme vader van jou heeft z'n voet verstuikt lees ik en ik beklaag hem. Pyn is niets gedaan, daar kan ik van meepraten. Toevallig is by my een kies van de week getrokken en die zat er als het ware in vast gemetseld. Sjonge wat deed het zee. Brrrr... Misschien nog wel meer dan die verstuikte voet van vader Klare of geloof je dat niet? Trynle van Loenen, Noord-Scharwoude. Oh, Trynle, m'n hoofd is nog duizelig van al dat zoeken naar die verloren briefjes van Jullie. Als ik er nog aan denk, begint het me weer te schemeren voor de ogen. Maar ik lees gelukkig dat jullie rilet al te boos op me zyn. Dat is maar goed ook, want er is toch niets meer aan te doen. De aard- mannetjeb hebben ze biykbaar meegenomen naar Kabouterland. En nu... punt Ik ben er nog niet, maar er is geen ruimte meer, dus biy'ven de an dere briefjes liggen tot de volgende week. Ziezo, jongens en meisjes, en nu zullen we maar hopen, dat de Kindervriend vol gende week weer helemaal beter is. Dan kan hy jullie weer bedienen, zoals het be hoort Ik wens jullie alvast een prettige Zondag toe en breng uit naam van den Kin dervriend zyn groeten aan jullie over. Tot volgende week! Dag! OOM THEO. Oplossingen raadsels vorige week I. Claudius Civilus was een vryheldsheld, welke de Germaanse troepen met succes aanvoerde tegen de Romeinen. II. Een pinguin is een dier dat in de ysstreken leeft. III. Jules Verne was een fantast, hy schreef o.a. het boek 20.000 myl onder zee. Goede oplossingen ontvangen van: Wolter K., St. Maartensbrug; Rika K., Schagen; Piet en Sjaantje Z., Keinsmer brug; Miek L., Schagen; Tiny S., Wieringen; Pieter K., Heerhugowaard; Annie R., Pet- temerkluft; Guurtje de H., Schagen; Nico K., Den Helder, Mie?, Anna Paulowna; Bram B., Schagen; Ennit B., Noord-Schar- woude; Stynie H., Noord-Scharwoude; Jeltje P., Noord-Scharwoude; Trijnie D., Noord- Scharwoude; Trynie T., Noord-Scharwoude; Jacoba K., Schagen; Alex P., Breezand; Cor, Annie, Bram en Aafje W., N. Niedorp; Hilda B., Schagen; Kees T., Anna Paulowna; Bets en Trien T., Anna Paulowna; Klaas B., Schagen; Aagje B., Schagen; Trijnie v. L., Noord-Scharwoude; Gré K., Kolhorn; Tini Keuris, Schagen; Nellie en Kees E., Keins merbrug; Gretha H., Schagen; Piet de V., Schagen; Jack v. d. C., Schagen; Jan B., Barsingerhorn; Janske P., Winkel; Tinie L., St. Pancras; J. L., Dirkshorn; Jacob, Jan nie en Helmut S., Schager.; Jannie B., Scha gen; Annie B., Wieringerwaard; Bets de G., Dirkshorn; Marie en Wim B., Schagerbrug. Nieuw Raadsel Myn geheel bestaat uit 25 letters of vyf woorden is een spreekwoord, 18, 3, 4, 5, 21: is een dier, dat eieren legt. 1, 13, 9: vleeschsoort. 6, 7, 8, 15: schiet-werktuig. 12, 10, 16, 17: waar turf van gemaakt wordt. 19, 20, 14, 25: zwemvogel. 1, 2, 16, 11: vogel. 22, 23, 20, 21: deel van een wagen. 22, 13, 24, 4: deel van het hoofd. KONIJNTJES OP SCHOOL. In Londen is een school, waar een klei ne dierentuin bij is, zodat de kinderen de dieren, die ze in de Natuurlijke Historieles bespreken ook in werkelijkheid kunnen zien. Natuurlijk zijn er geen leeuwen en tijgers en ook geen olifanten, maar aardige kleine dieren zijn er toch wel. Niet alleen uit Engeland, maar uit alle landen van de wereld worden dieren naar de school ge bracht. In de tuin staan banken en daar krijgen de kinderen les, zodat ze de die ren van vlakbij kunnen zien. Hier zien jul lie een konijntje, dat heel kalm en tevre den op de bank van een van de meisjes zit en daar een lekker hapje krijgt. Je begrijpt, hoe de dieren verwend worden door alle kinderen! WETENSWAARDIGHEDEN. In Engeland worden wel eens z.g. „gymk- hana-races" gehouden, d.z. komische wed strijden bij verschillende soorten van sport, bijv. paardrijden met een glas water in de hand. LIES HELGERS. Op een mooie Septemberdag kwam boer Klaas Lutjes 's middags thuis van het land. „Anna", zei hij tegen zijn vrouw, „ons koren is gezaaid, maar ik heb weer zo'n pijn in mijn rug, dat ik bijna niet meer lopen kan.'* „Je hebt natuurlijk weer al het zaad te gelijk in de zak gedaan en die omgehan gen. Dat is ook teveel voor je." „Nee", zei de boer, „dat is het niet. Gis teren heb ik in de regen gelopen en ben toen kletsnat geworden en je weet, als ik nat ben, doen al mijn botjes me pijn!" „Je moet een warme doek om je rug binden, als je naar het veld gaat, dat doet de vrouw van den molenaar ook en het helpt goed." „Nee, ik hou me bij myn eigen genees middel. Buurman wrijft zijn arm altijd met brandnetels in tot hij er blaren van heeft! Ik ben al tevreden, als jij warme kamille thee voor me maakt en dan kruip ik vlug in bed. Ach nee, dat kan ik niet doen, want vanmiddag moeten de koeien naar buiten, want daar is nog genoeg te eten en we moeten zuinig zijn met ons hooi in de schuur voor van de winter." „Nou", zei Anna, „dan ga ik met de koeien naar de wei. Of, nee, ik weet iets! Daar bij de linde spelen een paar kinderen en An neke, mijn naamgenoot je is er ook bij. Ze is al zo dikwijls met ons naar het veld gegaan en ze is flink genoeg met haar tien jaar om de koeien te kunnen hoeden. Dat vindt buur vrouw ook vast wel goed." De boerin liep naar buiten en riep: „Anneke!" Daar kwam ze al aanlopen. Haar blonde vlechten dansten om haar hoofd. „Hoor eens, Anneke", zei de boerin „Myn man heeft weer erge rugpijn en ik heb zelf ook nog veel te werken. Wil jij met onze koeien naar de wei gaan?" „Natuurlijk wel, vrouw Lutjes", ant woordde Anneke. „Ik ga toch ook dikwijls met onze geiten naar de wei. Ik vind het zelfs leuk!" Toen kroop de boer vlug in bed en An neke ging met de drie koeien op weg. De boerin bracht haar een eindje weg, maar toen zei Anneke: „Ga nu maar. weer vlug naar huis, vrouw Lutjes, want ik kan de weg heel goed alleen vinden. Ik ben al zo vaak met u meegeweest Die avond kwam Anneke zingende te rug en de drie koeien liepen met hun buik jes vol achter haar aan. „Het was zó heer lijk op de wei!" riep Anneke al van verre. „Hans van boer Nije was er ook en kleine Tommie van den schoenmaker ookl We hebben een vuurtje gemaakt en daar aard appels in gebakken, zodat we ze konden eten. O, vrouw Lutjes, mag ik morgen weer naar de wei?" „Zeker mag je dat. als moeder het goed vindt", zei de boerin, „We zijn blij, dat we zo'n flink meisje hebben, dat ons wil hel pen!" Anneke hielp nog mee de varkens en de kalveren te voeren en holde toen naar huis. „Moeder", riep ze, „Raad eens, waar ik geweest ben!" „Ik weet het al, herderinnetje" zei haar moeder. „Je bent met de koeien van buur vrouw naar de wei geweest!" „Ja, en mag ik er morgen weer heen, als ik vrij heb?" „Dat is goed", zei haar moeder. „Vraag het maar eens aan vader." .Anneke's vader vond het ook meteen goed en zei: „Ja, zoveel koeien als buur man moesten wij ook eigenlijk hebben." „Ik zou met één koe al tevreden zijn", zei vrouw Boom. „En ik al met een kalfje", riep Anneke toen. „Vadertje, wilt u eens een kalfje voor me kopen?" „Kindje," zei hy, „daar heeft vader geen geld voor". „Maar wy zijn ook met onze twee geiten al tevreden", troostte zyn vrouw, en daar na praatten ze er niet meer over. Van die dag af ging Anneke bijna elke dag met de koeien van boer Lutjes naar de wei. Terwijl de dieren graasden, leerde ze haar lessen voor school en soms breide ze aan een kous. Maar het fijnste van alles vond ze toch om 's avonds in de stal rond. te lopen en de kalfjes te aaien en te stre len. „Ach", zei ze op een keer. „Ik wou, dat vader ook zo'n lief kalfje voor me kon ko pen, maar hij heeft er nog geen geld voor." „Zeg, Anna", zei de boer die avond tegen zyn vrouw, „we hebben zelf geen kinderen om voor te zorgen, hoe zou je het vinden, als we Anneke eens een kalfje cadeau ga ven? Ik weet, dat ze over een maand jarig is." „Dat vind ik een goed plan", zei de boer in. „En Anneke's ouders zullen er ook blij mee zijn." Toen het al kouder en kouder werd, en de weidevelden nat waren, bleef Anneke met haar koelen thuis. Toen hielp ze de vriendelijke boerin in huis en in de stallen mee. „Ja, Anneke", zei de boer op een keer. „Nu ben je over een week jarig en wat denk je nu, dat je van ons krijgt?" Anneke keek hem verbaasd aan en zei: „Van U?" De boer moest lachen om haar ongelovig gezicht en zei toen: „Ja van óns!" „Ik weet niet", zei Anneke, „misschien een paar appels of.... of chocola!" Nu lachte de boer nog meer en zei: „Er zijn toch ook nog andere dingen?'' Anneke haalde verlegen haar schouders op en zei: „Ik.... ik weet niets meer!" „Dan moet je het maar afwachten, meis je", zei de boer vriendelijk. En toen Anneke op haar verjaardag langs het burenhuis liep, riep boer Lutjes: „Anneke, kom je eens kijken, wat er voor cadeautje in onze stal staat?" Anneke kreeg er een kleur van. „Een cadeautje, in uw stal?" vroeg ze. Toen gaf de boer haar een hand en riep de boer in er ook bij. Met zyn drieën gingen ze naar de stal en daar zag Anneke een kalfje staan, met een lint om zijn hals en een kaartje eraan, waar op stond: „Voor ons lieve herderinnetje!" „Het is maar goed, dat het niet regent, want nu kan je het meteen mee naar huis nemen", zei de boerin. „Maar.... maar mag ik het dan mee naar huis nemen?" „Natuurlijk mag je het mee naar huis nemen. Ga maar gauw!" De boerin legde een warme deken over de rug van het kalfje en zo gingen ze naar het huis van Annekes ouders. Toen de nieuwe bewoner naast de geiten in de stal stond, vergaten die van verbazing zelfs te blaten. „Zo'n groot geschenk kunnen we heus niet aannemen," zei Anneke's moeder. Maar boer Lutjes weerde af: „Welnee! Denk er aan, buurvrouw, dat je een ver jaarscadeau altijd aan moet nemen!" En vriendelijk groetend gingen boer en boer in Lutjes weer naar huis. Maar Anneke was niet uit de stal weg te slaan. Ze bleef byna de hele dag bij haar kalfje en ze voelde zich zo gelukkig, als ze zich nog nooit gevoeld had. j DOOR i edgar rice iburroughs No. 25. Het wilde dier werd omiddellijk door Tar- zan gevolgd. Numa, de leeuw is vlug, maar niet zo vlug als de machtige koning van de jungle. Als een pijl uit de boog toesnellend, sprong Tarzan plotseling op de rug van het dier en liet zyn mes in de zachte zijde neer komen. Nog eens en nog eens stak hy, totdat het dier dood neerviel, vlak voor de voeten van Magra. Tarzan zette zijn voet op het dode lichaam en uitte de vreselijke kreet van de mensapen. Het meisje keek hem bevend aan. Wat was hy geweldig! Zy wilde haar bewondering voor hem uitspreken, maar in- plaats daarvan zei ze: ,,Ik ben blij, dat U mij het redden nog waard vond!" Tarzan ne geerde haar woorden. ,,Ik zal U naar het kamp terugbrengen," zei hij. Magra liep ach ter hem aan en zag hoe gemakkelijk hij zich door het bos bewoog. „Ik voel me zo veilig als ik by U ben," zei ze. „Op deze expeditie is niemand van ons veilig," antwoordde Tar zan grimmig, „de jungle kan ons morgen oi misschien vandaag al overwinnen!"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 11