Herinneringen |aan bange dagen litS rlaii ider staat terecht Opvoedkunde in den trein Vrijz. Dem* Jongeren jubileeren Mobilisatie hield Nederland in spanning Op den elfden daa van de elfde maand des morgens om elf uur is twintig jaren geleden de wapenstil stand gesloten. Het was, alsof men met die doorvoering van het getal elf het krankzinnige van die ont zettende massamoord, die men wereldoorlog noemt, nog eens ex tra heeft willen accentueeren. Ook voor ons land kwam hierme de het einde van de bange dagen der mobilisatie. Zij, die de mobili satie hebben medegemaakt, zullen dien tijd met zijn verschrikkingen, maar toch ook met zijn dikwijls grappige gebeurtenissen, niet spoe dig vergeten. Herinneringen doe men op aan broodkaarten, vleesch- kaarten, abnormale prijzen, Belgi sche vluchtelingen, woning- schaars chte en wat dies meer zij. In een korte serie artikelen, zul len wij het wel en wee van den mobilisatietijd nogmaals aan de vergetelheid ontrukken. BESTORMING VAN BANKEN EN LEVENS- MIDDELENBEDRIJVEN. BEURZEN GESLOTEN. Het begin Wij schrijven einde Juli 191S. De gehcele wereld schijnt in een roes te leven. Sinds de afschuwelijke ko ningsmoord te Serajewo heeft men geen rustig moment meer gekend. Als 'n zwaard van Damocles zweeft de dreigende oorlog boven het hoofd van Europa. En het zwaard, dat vlijmscherp geslepen fs, wordt door den Oostenrijkschcn minister van buitenlandsche zaken Berchtold mot feillooze zekerheid gehanteerd. Snel volg den de gebeurtenissen elkaar in de ge denkwaardige laatste dagen van Juli 1914 op. In een week tijd was geheel Europa ge mobiliseerd, en het was duidelijk, dat ook Nederland niet achter kon blijven. Sinds ccnigc dagen heerschte er reeds op het departement van Oorlog oen koortsach tige bedrijvigheid. De chef van den Genera- len Staf, generaal Snijders keerde in aller ijl van buitenlandsch verlof naar het vader land terug, de lichtingen 1900 en 1907 wer den onder de wapenen gehouden en de uit geschreven groote legcroefeningcn afgelast. Wanneer men zich deze dagen weer voor den geest haalt, dan beseft men ook des te heter, hoezeer het ook in September j.1. ge spannen heeft. Ook toen zijn er lichtingen onder de wapenen gehouden, ook toen zijn er legcroefeningcn afgelast. Alleen bevond de hoogste militaire autoriteit zich niet in het buitenland. Zulks kan men zich tegen woordig niet veroorloven Zorgelijke gezichten. Maar laat ons terugkeeren naar hef de partement van Oorlog in het jaar 1914, waar dagelijks wakkere mannen met zor gelijke gezichten urenlange besprekingen hielden, vast besloten om onze neutraliteit te handhaven, vast besloten ook, om een schending van die neutraliteit zoo krachtig mogelijk te bestrijden. Het waren niet alleen de staatslieden, wier gezichten ernstig stonden, ook de ,„man in the street" besefte, dat de vooruitzichten somber waren. Want al was de berichtge ving schaars en ook lang niet, zoo vlug als heden ten dage, uit. die weinige berichten sprak toch ten duidelijkste een oorlogsdrei- g'"g. Toch werd de volle omvang van het ge vaar niet beseft. Zoo kon men nog op 30 Juli in de couranten, onmiddellijk onder de aankondiging van een spoedeischende ver gadering van den Raad van State een be richt lezen over een vergadering van den Bond van Lederfabrikantcn overde op leiding van leerlooiers! Op het ergste voorbereid. Reeds den volgenden dag zouden de ad- spirant-leerlooiers tot de vervulling van een andere taak geroepen worden. De eene maatregel tot handhaving onzer neutraliteit volgde den anderen op, de grensbewaking werd verscherpt, de verloven bij de P.T.T. ingetrokken, op groote schaal kocht de re geering granen, kortom, men was op het ergste voorbereid. En dat ergste kwam spoe diger dan men gedacht, had, want reeds den volgenden dag was de toestand zoo ernstig geworden, dat H.M. de Koningin om half twee het mobilisatiebevel van Haar hand teekening voorzag. De teerling was geworpen! Moeilijk kon men voorzien, wat de gevolgen waren. Over al in den lande liep het volk te hoop. Over al, in de grootste steden zoowel als op de marktpleinen in de kleinste gehuchten werd de toestand druk besproken. Vooral voor de redactic-buréaux van de dagbladen heersch te groote drukte, en hier werd „de mof" al even vaak vermorzeld als „de Fransoos", een dergelijk lot onderging, al naar gelang van de sympathie van het publiek. Stroom van reizigers. Het eerste gevolg van het mobilisatiebe vel was een overstelpende drukte bij de Spoorwegen, want niet alleen begaven de mannen zich bij drommen naar hun mobili satiebestemming. maar ook trachtten reizi gers uit alle doelen van het land naar hun haardsteden terug te keeren. Gedurende de eerste dagen van de mobilisatie werd het spoorwegverkeer totaal ontwricht. Steeds maar weer zag men stampvolle treinen met mannen, die met bezorgd gezicht en een bezwaard gemoed een onzekere toekomst tegemoet, gingen. Hier zag men niet, zooals veelal in het buitenland, het leger overal zingend en juichend door de straten trek ken. Hier en daar werden hiertoe wel po gingen ondernomen, maar het succes was slechts matig. De gezichten van die duizen den jongemannen stonden strak en ernstig. Zij begrepen lnm plicht, maar zij ontveins den zich niet dat zij liever bij hun vrouw en kinderen en bij hun werk bleven. Hamsteren Er heerschte onrust onder het Nederland- sche volk. En al verschenen de dagbladen met geruststellende hoofdartikelen, men was er niet zoo zeker van, dat de neutraliteit van ons land gerespecteerd zou worden. Die on rust kwam vooral tot uiting in het hamste ren van levensmiddelen en het bestormen van banken. De veelbewogen 31sten Juli viel op een Zaterdag. Dien dag zag men overal in den lande hetzelfde beeld; vrou wen sjouwden af en aan met groote tas- schen, die zij bij den kruidenier volpropten met levensmiddelen. Er werd gehamsterd, zwaar gehamsterd. En nu kon men nog zoo zeer de verzekering geven, dat niemand iets tekort zou komen, steeds weer liepen de vrouwen af en aan, en nog dienzelfden avond was er in diverse plaatsen van ons land geen koffie en thee meer te bemachti gen. Behalve het hamsteren was vooral het be stormen van banken aan de orde van den dag. De Nedorlandsche Bank werkte op volle capaciteit, maar toch kon men gedu rende de eerste dagen van Augustus her haaldelijk bij de ingangen der banken lezen: Heden geen zilvergeld. Merkwaardige feiten deden zich voor. Zoo kon het gebeuren, dat men, wanneer men in een restaurant een kopje koffie bestelde, van den kellner ten antwoord kreeg: Hebt U zilvergeld bij U, anders bedienen wij U niet. Ook het Neder- landsche volk ontkwam niet aan de sfeer van onrust en onzekerheid, vooral, toen de berichten over de Duitsche schending der Belgische neutraliteit tot ons land doordron gen. De meest fantastische verhalen deden de ronde, en de oorlogsberichten kon men precies krijgen, zooals men ze hebben wilde, terwijl het aantal revoluties, politieke moor den enz., die gebeurd zouden zijn, niet te tellen waren. Hardnekkig was vooral het gerucht, dat de minister van Oorlog, de heer Bosboom plotseling zou zijn overleden. Men was niet eerder van de onjuistheid over tuigd, voordat de minister in hoogst eigen persoon voor de beide Kamers verscheen om de mobilisatiemaatregelen te verdedi gen, Een ongekende eendracht. Het parlement vertoonde in die dagen een ongekende eensgezindheid. Achtereenvol gens spraken de fractieleiders der politieke partijen hun waardeering uit over het ge voerde beleid, en zelfs een Troelstra ver klaarde, „dat thans de nationale gedachte, de partijgedachte moest verdringen." In zeer korten tijd werden tal van maat regelen genomen. Zoo werd er een uitvoer verbod uitgevaardigd voor paarden, hooi, stroo, haver, steenkolen en cokes. Neder land was paraat! Aan de grenzen kon men dagelijks het kanongebulder hooren. Het arme Belgcnland werd platgeschoten en men leefde in voortdurende angste en vree- zc, dat ons land een zelfde lot zou zijn be schoren. Gewerkt werd er weinig meer, za ken werden er niet meer gedaan. De oorlog had ook Nederland in zijn ban gevangen, en men besefte maar al te goed, dat het van een kleinigheid zou afhangen of Nederland ook in deze ontzettende worsteling; waarvan de berichten traag tot ons land doordrongen, zou worden betrokken. (ISDAG 9 <f« N.V VLIEGER-PLEZIER HET E ZAKE! LOOP' PALM WERI KLEE ACHTER DE SCHERMEN DER SMOKKELDRAMA'S. Het Is maar zelden, dat de groote mannen in de smokkeldrama's, de „financiers", de mannen, die het minste wagen en 't meeste verdie nen, voor het voetlicht komen. Thans is dat toch het geval ge weest te Dordrecht. De man, die volgens den rijksadvocaat bij de be handeling voor het Haagsche Ge rechtshof de leidende figuur eener smokkelaarsbende is geweest, hoorde het vonnis van de Dord- sche rechtbank, zes maal zes we ken gevangenisstraf, bevestigen. „Voor hem gelden geen verzachtende omstandigheden," zoo zeide de rijksadvo caat, „hij was niet werkloos, zooals vele anderen, die hier voor smokkelen te recht staan, hij is piet uitgelokt door an deren, die achterde schermen bleven, want hij was zelf de uitlokker, hij is niet in de verleiding gebracht, zooals zij, die zich aan gelden vergrijpen, welke aan hen zijn toevertrouwd, en ten slotte komt hij hier niet als een berouwvol zondaar die ruiterlijk bekent, maar steeds probeert hij zijn rol bij do smokkclaffaire te verklei nen. Voor tienduizenden heeft hij den staat benadeeld, als eer.ige verazchtende om standigheid kan zijn leeftijd en blank strafregister in aanmerking komen." Verdachte voerde aan, dat hij zijn voor raad ter waarde van f 100.000 moest ver nietigen, omdat hij de banderolleering niet kon betalen. Zoodoende kwam hij tot. smok kelen. De verdediger schetste, evenals ver dachte, de omstandigheden, welke tot deze smokkelaffaire hadden geleid en deelde mede, dat verdachte met smokkelen was opgehouden en, nu een verlaging van den accijns op sigarettenpapier in zicht is, op regelmatige wijze zijn brood zal kunnen verdienen. Echter niet, wanneer hij nog een gevangenisstraf zal moeten uitzitten. Dat zal zijn zaak en zijn gezondheid ge heel ruïneeren. Pleiter drong daarom op een voorwaardelijke gevangenisstraf aan. Uitspraak 21 November. De organisatie heeft haar be staansrecht aangetoond. Met groote opgewektheid heeft de Vrij zinnig Democratische Jongeren Organisatie te Utrecht haar 15-jarig bestaan herdacht. Des middags werd in de foyer van Tivoli een zeer druk bezochte receptie gehouden. Deputaties van diverse jeugdorganisaties boden het bestuur der V.D.J.O. haar harte lijke gelukwenschen aan. Des avonds werd een feestelijke herden- dingsbijeenkomst gehouden, waar Mr. A. M. Joekes, adviseur van het hoofdbestuur, een rede uitsprak. Spr. zette uiteen, dat* de V.D.J.O. in de af- geloopen vijftien jaren haar bestaansrecht wel heeft aangetoond. Zij laat zich niet in met. de rechtstreeksche practische politiek, doch wel poogt zij zich rekenschap te geven van de staatkundige problemen. Dit alles vindt plaats in een geheel eigen sfeer, ter wijl ook dc zelfwerkzaamheid veel beter tot haar recht komt. Spr. is van meening, dat er behoefte be staat aan een algemeene centrale jeugdver- eeniging. Met alle waardeering voor het Na tionaal Jongeren Verbond, gelooft spr. niet, dat deze organisatie hiervoor in aanmerking kan komen, doch wel het jeugdleiders-insti tuut, dat nog kan worden uitgebouwd. Spr. besloot met het uitspreken van den wensch, dat de V.D.J.O. op haar weg zal voortgaan met het uitdragen van die groote beginselen, welke zij bij de oprichting heeft aanvaard. Arbeider door autobus gegrepen Bus stootte op een paar steen- hoopen en begon te slingeren. Gistermorgen omstreeks half zeven is op den rijksweg tusschen Midlum en Herba- jum, in de gemeente Franckeradeel, een ongeluk gebeurd, dat een wielrijder het le ven heeft gekost. De 37-jarige arbeider J. K. uit Midlum, die naar zijn werk fietste, werd gegrepen door een autobus van de firma Stoop uit Den Haag. Doordat de bus een paar steen- hoopen voor het wegherstellingswerk raak- Om fjxhl a-eAhcuU: door W Brinkman. De laatste loodjes wegen, volgens oud gebruik, gemeenlijk het zwaarst. Dit geldt ook ten opzichte van de traditioneele jaar- lijksclie zomcr-vacantie-reis. Het begin is verrukkelijk. De seringen geuren, de vogels tjetteren ontstuimig en dan, al die bergen en meren en keurig af gezette afgronden! Het is alles één vreugd en je denkt, er is geen opkomen aan. Dan komt echter langzaam aan de terug slag. Al die hoogten worden vermoeiend en als je maar aan een berg denkt, krijg je al kramp in je kuitstreek. Zie je in de verte een beek, zoo keer je vliegensvlug om: die waterigheid staat je tegen. In het kort: je hebt er genoeg van en het nietsdoen mat je meer af dan je gewone bezigheid. Met blij geschal pak je je koffers weer nu voor den terugreis, en je zult den hemel danken, als je weer in je eigen stoel zit en in een bed slaapt, dat als voor ie gemaakt is. Maar vóór je zóóver bent! Want er wacht eerst nog een lange, lange trcin-rit, vol stoffig heid en nog meer van dat onverkwikkends. Doch je komt er wel doorheen. En aan het einde krijg je de bclooning: het eigen ho me! Mijn laatste etappe was ditmaal Co- blenz, 't Haagje, een afstand van niks, zult U zeggen. Maar als je maar aan het trek ken bent geweest, zie je tegen zoo'n trajec- tje zelfs nog op. Maar het was niet te ver mijden. Dus schikte ik mij in mijn lot. Tk trof het anders erg. had, in een vollen trein, een coupé voor mezelf. Dat mocht dan wel, want de zon blakerde, dat ik op een gestoofde biet ging gelijken en tegen Keu len al driekwart verveld was. Enfin, dat maakte een gezonden indruk en thuis zou natuurlijk iedereen uitroepen: „Kerel, wat zie je er prachtig uit!" Ik keek dus niet op een stuk vel meer of minder. Ik lag lui uitgestrekt over twee banken met een weggedreven boord en één oog dicht van voorhoofdsdruppeling, toen het heel-erge gebeurde: vlak voor de grens stapte een ganschc familie mijn coupé bin nen. Ontzet opende ik ook mijn tweede oog, vischte mijn boord net nog op en be zette bescheidenlijk niets meer dan een hoekje. Ik monsterde mijn familie, die met mij het compartiment precies vulde. Ze be stond uit een jeugdig echtpaar, z ij n oude lui, (want Oma had precies zijn neus. Dat kon niet -missen. En de opa behoorde bui ten kijf aan deze oma; hij deed tenminste de heele reis geen mond open O en en tante, die ik niet goed thuis kon brengen. Dat was echter allemaal nog niets, al vind ik b.v. neus-gelijkenissen op zichzelf reeds lichtelijk irriteerend. Tk had me er door heen geslagen, evenals dat Coblenz 't Haagje. Maar-behalve het paar. de oudclni en de tante, was er nog wat: Dodo. En dat bleek iets heel verschrikkelijks. Dodo, vier jaar oud, had den neus van zijn pa en zijn oma. Dat, kon ik hem nog vergeven. Ook dat hij drie-kwart scheel zag. Sommige kinderen staat dat zelfs wel aardig. Maar. dat hij ongezeggelijk was, op het treiterige af. zit me nóg dwars. De heele familie dweepte met hem, be halve geloof ik opa, die zich niet meer met hem bemoeide. Die had het waarschijnlijk opgesreven. Hij was een wijs man. En omdat alles zoo met Dodo dweepte, werd de jongen lastiger en totaal onhandelbaar. Maatje vond hem een schat en hij schopte haar, dat ze straks dadelijk heele kousen moest gaan aantrekken. Pa liep met hem weg, en Dodo trok hem een oor af. Oma noemde hem zijn „picpierdepiepertje" en het kostte haar haast een oog, terwijl tante hem telkens op haar school nam, wat dui delijk te zien was aan een paar builen on haar hoofd. Alleen opa deed, of hij niet bestond. Dodo bekeek hem dan ook met argwanenden blik. Voorbij Arnhem, was Dodo voor een In dianen-opperhoofd zelfs niet meer te har den. De hitte en de volle coupé werkten daar zeker toe mee. Pappie, die toch zoo'n magazijn van geduld was, werd min of meer wanhopig en mama maakte den in druk of ze aan zelfmoord begon te den ken. Oma en tante zaten langzamerhand als machteloos geslagen. Opa hield zich sla pende. Pappie nam het verhaaltjes-boek maar weer op en vertelde van het jongetje, dat met een schaapje speelde en toenne Maar Dodo wilde van geen schaap meer weten en blerde, dat een heele kudde van die wit gevachten er niet tegen op kon. Mama liet plaatjes zien en ze.i: „Kijk, het zoete kindje praat mette...", doch zoodra hoorde Dodo niet van „een zoete kindje", of hij werd helsch en scheurde het platen boek stuk. „Dodo kom bij Oma!" zei de oude vrouw, waarop het weinig scheelde, of die lieve Dodo was het coupé-raam uitge vlucht en we waren voor goed van allen last afgeweest. Tante begon hem te kiete len: Hij beet haar een vinger af. Enfin, zij had er toch nog negen. Toen kreeg Do do chocola. Hij smeerde er allen en ieder een mee vol. Ook ik kreeg er een veeg mee over mijn gezicht. Toen gaf Pappie hem zijn zandvormpjes. Wat moest hij er mee doen? We zaten toch niet aan het strand? Dus wierp Dodo ze heel verstandig van zich. Ik kreeg er een tegen mijn kin. Toen haalde papie Dodo's speelgoed-treintje voor den dag en tollen met muziek. Het was verschrikkelijk! Ik kan niet eens tegen ra dio! Het hielp allemaal niets. Dodo bleef jengelig, ongedurig en telkens schopte hij tegen mijn been. Ik zat al vol stofvlekken. „Wat wil Dodo dan?" vroeg pappie, die niets meer wist. En „wat wil Dodo dan?" praatten mama, oma en tante hem na. Grootpa vroeg maar niet eens meer. Toén, nadat een bromtol rakelings langs mijn te, verloor de bestuurder de macht ova stuur; het vehikel begon te slinger» wj r% reed den fietser aan. 1 V d K. werd in den berm geworpen opslag dood. Zijn. rijwiel werd geheoiljj6{ nield. De Rijksverkeersinspectie uit li warden stelt een onderzoek in. te Het slachtoffer laat een vrouw enlUjiiaal-s kinderen onverzorgd na. yerw »r Engelst Dc Congo in de ct '"l0°pen jading g Hooge Raad verwerpt eau inleiding beroep van Congo-loterij-ï^jn be teoren' trekker Overeenkomstig de conclusie van dei Ik wil vocaat-generaal heeft de hooge raad va sai-socia pen de cassatieberoepen van C. van dt en E. M. H., die door de Haagsche rechl weren zijn veroordeeld ieder tot 2 maanden I ihrer. 2 tenis wegens het openstellen van de jje j,iij ming in premieleening door middel van tificaten, recht gevende op de aan een ationaal spronkelijk aandeel in een premieleeni lg Duits verbonden winkans bij trekkingen. belai Het betrof hier Congo-loten en loten de-stad Freiburg, welke na betaling vai r®11 <*er bepaald bedrag en na verdere termijn 8D) kwe ling, tot de geheele overeengekomen 1 L,Dinq som was betaald, ter beschikking val koopers kwamen. 'aa' m'l Hiervan werd een contract opgemaafc® dooi dit contract werd door de rechtbank al| certificaat aangemerkt. De zooveelsfe geheime zena ir zei lichela toen z ,Be groote adelaarmoet erpi gen! iet Du In tegenwoordigheid van den burgen! Een i ter van Holten is, door ambtenaren de land to T.T. en de politie een huiszoeking veri heeft 1: in de woning van de weduwe Schoep duizeni aldaar, vanwaar naar men vermoedde Dat ka uitzendingen zouden geschieden van geheimen zender „de groote adelaar." Een uitzendinstallatie waarvan de pen echter ontbraken werd in beslag g dat^ in men. Twee personen, zekere W. Vrugteveer A. Schoeppers, werden medegenomen het politiebureau en aan een verhoor or voor c meenei oorlog! tenen. broker Wanm waar worpen, waarna zij bekenden zich schu sche te hebben gemaakt., aan voor hen verto positii burge Berlij; uitzendingen. Proces-verbaal is opgemaakt. regee' Enge! zich lijk n wille ip 'der gezicht was gevlogen en ik den zooveel! schop van den algemeenen lieveling had, pakte ik hem onverhoeds bij kraag, legde hem over de knie en die hem op hèt lichaamsdeel een paar k imer pen toe die aankwamen. Zelfs schrikte fcsüe er even zelfs van. :htighi Pappie werd lijkbleek, mama gaf litschl gil, oma stond op overlijden en tante 1 echts de over heel haar lichaam. Opa bekeek en met ontzag en ik hoorde hem fluistei ruggen „Held!" ook Wat deed echter Dodo? Zag hij hli dmtab van woede, beet hij me of wat was lch in van zins? Na eenige seconden van doods stilte begon hij echter, tot ieders verst ming, luidkeels te lachen en, terwijl me verleidelijk scheel aankeek, riep dartel uit: „Hè, dat is leuk!" De heele milie haalde weer adem. „O", zei pa| die zich toch een man moest toonen, i het maar een grap?" „Natuurlijk!" riepen de vrouwen! koor. „Hè Dodo?" En nu kwam voor mij pas 'de groot! Qti<6o verschrikking. Dodo vond m'h behandelt |0k n zóó leuk, dat hij bij me bleef aandrinf f,eer en telkens riep: „Nog us, nog us", er moest hem wel weer over mijn knie gen en een andermaal bewerken. En als er genoeg van kreeg, 3smcekten pappie1 mama en oma en tante me zóó hield de lieve jongen immers zoo zoet! dat ik wel moest toegeven en ten zoovof ste male leuk deed. Voorbij Utrecht h' ik niet meer en ik arriveerde in Den HM als een gebroken man. Opa keek me gend aan, doch uit zijn blik sprak dief deernis. En nu weet ik nog altijd nietf von Dodo het werkelijk leuk. Of en daar van raak ik meer en meer overtuigd! - hield hij zich maar zoo, nam lm op dor manier wraak op mijn streng optredea dwóng hij me, me af te matten? Da;:- hij: „ik zal je wel leeren, mannetje"! Inderdaad, Dodo bad me klein gekrec^ Nooit van mijn leven doe ik dan ook aan paedagogie. Na b g ent ereldl lerzi Di udin Enf dus erge chers tevaa «11de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 8