Herinneringen
|aan bange dagen
litS
rlaii
ider staat terecht
Opvoedkunde
in den trein
Vrijz. Dem*
Jongeren jubileeren
Mobilisatie hield Nederland in spanning
Op den elfden daa van de elfde
maand des morgens om elf uur is
twintig jaren geleden de wapenstil
stand gesloten. Het was, alsof men
met die doorvoering van het getal
elf het krankzinnige van die ont
zettende massamoord, die men
wereldoorlog noemt, nog eens ex
tra heeft willen accentueeren.
Ook voor ons land kwam hierme
de het einde van de bange dagen
der mobilisatie. Zij, die de mobili
satie hebben medegemaakt, zullen
dien tijd met zijn verschrikkingen,
maar toch ook met zijn dikwijls
grappige gebeurtenissen, niet spoe
dig vergeten. Herinneringen doe
men op aan broodkaarten, vleesch-
kaarten, abnormale prijzen, Belgi
sche vluchtelingen, woning-
schaars chte en wat dies meer zij.
In een korte serie artikelen, zul
len wij het wel en wee van den
mobilisatietijd nogmaals aan de
vergetelheid ontrukken.
BESTORMING VAN BANKEN EN LEVENS-
MIDDELENBEDRIJVEN. BEURZEN
GESLOTEN.
Het begin
Wij schrijven einde Juli 191S. De
gehcele wereld schijnt in een roes te
leven. Sinds de afschuwelijke ko
ningsmoord te Serajewo heeft men
geen rustig moment meer gekend.
Als 'n zwaard van Damocles zweeft
de dreigende oorlog boven het hoofd
van Europa.
En het zwaard, dat vlijmscherp geslepen
fs, wordt door den Oostenrijkschcn minister
van buitenlandsche zaken Berchtold mot
feillooze zekerheid gehanteerd. Snel volg
den de gebeurtenissen elkaar in de ge
denkwaardige laatste dagen van Juli 1914
op. In een week tijd was geheel Europa ge
mobiliseerd, en het was duidelijk, dat ook
Nederland niet achter kon blijven.
Sinds ccnigc dagen heerschte er reeds op
het departement van Oorlog oen koortsach
tige bedrijvigheid. De chef van den Genera-
len Staf, generaal Snijders keerde in aller
ijl van buitenlandsch verlof naar het vader
land terug, de lichtingen 1900 en 1907 wer
den onder de wapenen gehouden en de uit
geschreven groote legcroefeningcn afgelast.
Wanneer men zich deze dagen weer voor
den geest haalt, dan beseft men ook des te
heter, hoezeer het ook in September j.1. ge
spannen heeft. Ook toen zijn er lichtingen
onder de wapenen gehouden, ook toen zijn
er legcroefeningcn afgelast. Alleen bevond
de hoogste militaire autoriteit zich niet in
het buitenland. Zulks kan men zich tegen
woordig niet veroorloven
Zorgelijke gezichten.
Maar laat ons terugkeeren naar hef de
partement van Oorlog in het jaar 1914,
waar dagelijks wakkere mannen met zor
gelijke gezichten urenlange besprekingen
hielden, vast besloten om onze neutraliteit
te handhaven, vast besloten ook, om een
schending van die neutraliteit zoo krachtig
mogelijk te bestrijden.
Het waren niet alleen de staatslieden,
wier gezichten ernstig stonden, ook de ,„man
in the street" besefte, dat de vooruitzichten
somber waren. Want al was de berichtge
ving schaars en ook lang niet, zoo vlug als
heden ten dage, uit. die weinige berichten
sprak toch ten duidelijkste een oorlogsdrei-
g'"g.
Toch werd de volle omvang van het ge
vaar niet beseft. Zoo kon men nog op 30
Juli in de couranten, onmiddellijk onder de
aankondiging van een spoedeischende ver
gadering van den Raad van State een be
richt lezen over een vergadering van den
Bond van Lederfabrikantcn overde op
leiding van leerlooiers!
Op het ergste voorbereid.
Reeds den volgenden dag zouden de ad-
spirant-leerlooiers tot de vervulling van een
andere taak geroepen worden. De eene
maatregel tot handhaving onzer neutraliteit
volgde den anderen op, de grensbewaking
werd verscherpt, de verloven bij de P.T.T.
ingetrokken, op groote schaal kocht de re
geering granen, kortom, men was op het
ergste voorbereid. En dat ergste kwam spoe
diger dan men gedacht, had, want reeds den
volgenden dag was de toestand zoo ernstig
geworden, dat H.M. de Koningin om half
twee het mobilisatiebevel van Haar hand
teekening voorzag.
De teerling was geworpen! Moeilijk kon
men voorzien, wat de gevolgen waren. Over
al in den lande liep het volk te hoop. Over
al, in de grootste steden zoowel als op de
marktpleinen in de kleinste gehuchten werd
de toestand druk besproken. Vooral voor de
redactic-buréaux van de dagbladen heersch
te groote drukte, en hier werd „de mof" al
even vaak vermorzeld als „de Fransoos",
een dergelijk lot onderging, al naar gelang
van de sympathie van het publiek.
Stroom van reizigers.
Het eerste gevolg van het mobilisatiebe
vel was een overstelpende drukte bij de
Spoorwegen, want niet alleen begaven de
mannen zich bij drommen naar hun mobili
satiebestemming. maar ook trachtten reizi
gers uit alle doelen van het land naar hun
haardsteden terug te keeren. Gedurende de
eerste dagen van de mobilisatie werd het
spoorwegverkeer totaal ontwricht. Steeds
maar weer zag men stampvolle treinen met
mannen, die met bezorgd gezicht en een
bezwaard gemoed een onzekere toekomst
tegemoet, gingen. Hier zag men niet, zooals
veelal in het buitenland, het leger overal
zingend en juichend door de straten trek
ken. Hier en daar werden hiertoe wel po
gingen ondernomen, maar het succes was
slechts matig. De gezichten van die duizen
den jongemannen stonden strak en ernstig.
Zij begrepen lnm plicht, maar zij ontveins
den zich niet dat zij liever bij hun vrouw
en kinderen en bij hun werk bleven.
Hamsteren
Er heerschte onrust onder het Nederland-
sche volk. En al verschenen de dagbladen
met geruststellende hoofdartikelen, men was
er niet zoo zeker van, dat de neutraliteit van
ons land gerespecteerd zou worden. Die on
rust kwam vooral tot uiting in het hamste
ren van levensmiddelen en het bestormen
van banken. De veelbewogen 31sten Juli
viel op een Zaterdag. Dien dag zag men
overal in den lande hetzelfde beeld; vrou
wen sjouwden af en aan met groote tas-
schen, die zij bij den kruidenier volpropten
met levensmiddelen. Er werd gehamsterd,
zwaar gehamsterd. En nu kon men nog zoo
zeer de verzekering geven, dat niemand iets
tekort zou komen, steeds weer liepen de
vrouwen af en aan, en nog dienzelfden
avond was er in diverse plaatsen van ons
land geen koffie en thee meer te bemachti
gen.
Behalve het hamsteren was vooral het be
stormen van banken aan de orde van den
dag. De Nedorlandsche Bank werkte op
volle capaciteit, maar toch kon men gedu
rende de eerste dagen van Augustus her
haaldelijk bij de ingangen der banken lezen:
Heden geen zilvergeld. Merkwaardige feiten
deden zich voor. Zoo kon het gebeuren, dat
men, wanneer men in een restaurant een
kopje koffie bestelde, van den kellner ten
antwoord kreeg: Hebt U zilvergeld bij U,
anders bedienen wij U niet. Ook het Neder-
landsche volk ontkwam niet aan de sfeer
van onrust en onzekerheid, vooral, toen de
berichten over de Duitsche schending der
Belgische neutraliteit tot ons land doordron
gen. De meest fantastische verhalen deden
de ronde, en de oorlogsberichten kon men
precies krijgen, zooals men ze hebben wilde,
terwijl het aantal revoluties, politieke moor
den enz., die gebeurd zouden zijn, niet te
tellen waren. Hardnekkig was vooral het
gerucht, dat de minister van Oorlog, de heer
Bosboom plotseling zou zijn overleden. Men
was niet eerder van de onjuistheid over
tuigd, voordat de minister in hoogst eigen
persoon voor de beide Kamers verscheen
om de mobilisatiemaatregelen te verdedi
gen,
Een ongekende eendracht.
Het parlement vertoonde in die dagen een
ongekende eensgezindheid. Achtereenvol
gens spraken de fractieleiders der politieke
partijen hun waardeering uit over het ge
voerde beleid, en zelfs een Troelstra ver
klaarde, „dat thans de nationale gedachte,
de partijgedachte moest verdringen."
In zeer korten tijd werden tal van maat
regelen genomen. Zoo werd er een uitvoer
verbod uitgevaardigd voor paarden, hooi,
stroo, haver, steenkolen en cokes. Neder
land was paraat! Aan de grenzen kon men
dagelijks het kanongebulder hooren. Het
arme Belgcnland werd platgeschoten en
men leefde in voortdurende angste en vree-
zc, dat ons land een zelfde lot zou zijn be
schoren. Gewerkt werd er weinig meer, za
ken werden er niet meer gedaan. De oorlog
had ook Nederland in zijn ban gevangen,
en men besefte maar al te goed, dat het van
een kleinigheid zou afhangen of Nederland
ook in deze ontzettende worsteling; waarvan
de berichten traag tot ons land doordrongen,
zou worden betrokken.
(ISDAG 9
<f« N.V
VLIEGER-PLEZIER
HET E
ZAKE!
LOOP'
PALM
WERI
KLEE
ACHTER DE SCHERMEN DER
SMOKKELDRAMA'S.
Het Is maar zelden, dat de groote
mannen in de smokkeldrama's, de
„financiers", de mannen, die het
minste wagen en 't meeste verdie
nen, voor het voetlicht komen.
Thans is dat toch het geval ge
weest te Dordrecht. De man, die
volgens den rijksadvocaat bij de be
handeling voor het Haagsche Ge
rechtshof de leidende figuur eener
smokkelaarsbende is geweest,
hoorde het vonnis van de Dord-
sche rechtbank, zes maal zes we
ken gevangenisstraf, bevestigen.
„Voor hem gelden geen verzachtende
omstandigheden," zoo zeide de rijksadvo
caat, „hij was niet werkloos, zooals
vele anderen, die hier voor smokkelen te
recht staan, hij is piet uitgelokt door an
deren, die achterde schermen bleven,
want hij was zelf de uitlokker, hij is niet
in de verleiding gebracht, zooals zij, die
zich aan gelden vergrijpen, welke aan hen
zijn toevertrouwd, en ten slotte komt hij
hier niet als een berouwvol zondaar die
ruiterlijk bekent, maar steeds probeert hij
zijn rol bij do smokkclaffaire te verklei
nen. Voor tienduizenden heeft hij den staat
benadeeld, als eer.ige verazchtende om
standigheid kan zijn leeftijd en blank
strafregister in aanmerking komen."
Verdachte voerde aan, dat hij zijn voor
raad ter waarde van f 100.000 moest ver
nietigen, omdat hij de banderolleering niet
kon betalen. Zoodoende kwam hij tot. smok
kelen. De verdediger schetste, evenals ver
dachte, de omstandigheden, welke tot deze
smokkelaffaire hadden geleid en deelde
mede, dat verdachte met smokkelen was
opgehouden en, nu een verlaging van den
accijns op sigarettenpapier in zicht is, op
regelmatige wijze zijn brood zal kunnen
verdienen. Echter niet, wanneer hij nog
een gevangenisstraf zal moeten uitzitten.
Dat zal zijn zaak en zijn gezondheid ge
heel ruïneeren. Pleiter drong daarom op
een voorwaardelijke gevangenisstraf aan.
Uitspraak 21 November.
De organisatie heeft haar be
staansrecht aangetoond.
Met groote opgewektheid heeft de Vrij
zinnig Democratische Jongeren Organisatie
te Utrecht haar 15-jarig bestaan herdacht.
Des middags werd in de foyer van Tivoli
een zeer druk bezochte receptie gehouden.
Deputaties van diverse jeugdorganisaties
boden het bestuur der V.D.J.O. haar harte
lijke gelukwenschen aan.
Des avonds werd een feestelijke herden-
dingsbijeenkomst gehouden, waar Mr. A. M.
Joekes, adviseur van het hoofdbestuur, een
rede uitsprak.
Spr. zette uiteen, dat* de V.D.J.O. in de af-
geloopen vijftien jaren haar bestaansrecht
wel heeft aangetoond. Zij laat zich niet in
met. de rechtstreeksche practische politiek,
doch wel poogt zij zich rekenschap te geven
van de staatkundige problemen. Dit alles
vindt plaats in een geheel eigen sfeer, ter
wijl ook dc zelfwerkzaamheid veel beter tot
haar recht komt.
Spr. is van meening, dat er behoefte be
staat aan een algemeene centrale jeugdver-
eeniging. Met alle waardeering voor het Na
tionaal Jongeren Verbond, gelooft spr. niet,
dat deze organisatie hiervoor in aanmerking
kan komen, doch wel het jeugdleiders-insti
tuut, dat nog kan worden uitgebouwd.
Spr. besloot met het uitspreken van den
wensch, dat de V.D.J.O. op haar weg zal
voortgaan met het uitdragen van die groote
beginselen, welke zij bij de oprichting heeft
aanvaard.
Arbeider door autobus
gegrepen
Bus stootte op een paar steen-
hoopen en begon te slingeren.
Gistermorgen omstreeks half zeven is op
den rijksweg tusschen Midlum en Herba-
jum, in de gemeente Franckeradeel, een
ongeluk gebeurd, dat een wielrijder het le
ven heeft gekost.
De 37-jarige arbeider J. K. uit Midlum,
die naar zijn werk fietste, werd gegrepen
door een autobus van de firma Stoop uit
Den Haag. Doordat de bus een paar steen-
hoopen voor het wegherstellingswerk raak-
Om fjxhl a-eAhcuU:
door W Brinkman.
De laatste loodjes wegen, volgens oud
gebruik, gemeenlijk het zwaarst. Dit geldt
ook ten opzichte van de traditioneele jaar-
lijksclie zomcr-vacantie-reis.
Het begin is verrukkelijk. De seringen
geuren, de vogels tjetteren ontstuimig en
dan, al die bergen en meren en keurig af
gezette afgronden! Het is alles één vreugd
en je denkt, er is geen opkomen aan.
Dan komt echter langzaam aan de terug
slag. Al die hoogten worden vermoeiend en
als je maar aan een berg denkt, krijg je al
kramp in je kuitstreek. Zie je in de verte
een beek, zoo keer je vliegensvlug om: die
waterigheid staat je tegen. In het kort: je
hebt er genoeg van en het nietsdoen mat je
meer af dan je gewone bezigheid. Met blij
geschal pak je je koffers weer nu voor den
terugreis, en je zult den hemel danken, als
je weer in je eigen stoel zit en in een bed
slaapt, dat als voor ie gemaakt is. Maar
vóór je zóóver bent! Want er wacht eerst
nog een lange, lange trcin-rit, vol stoffig
heid en nog meer van dat onverkwikkends.
Doch je komt er wel doorheen. En aan het
einde krijg je de bclooning: het eigen ho
me! Mijn laatste etappe was ditmaal Co-
blenz, 't Haagje, een afstand van niks, zult
U zeggen. Maar als je maar aan het trek
ken bent geweest, zie je tegen zoo'n trajec-
tje zelfs nog op. Maar het was niet te ver
mijden. Dus schikte ik mij in mijn lot.
Tk trof het anders erg. had, in een vollen
trein, een coupé voor mezelf. Dat mocht dan
wel, want de zon blakerde, dat ik op een
gestoofde biet ging gelijken en tegen Keu
len al driekwart verveld was. Enfin, dat
maakte een gezonden indruk en thuis zou
natuurlijk iedereen uitroepen: „Kerel, wat
zie je er prachtig uit!" Ik keek dus niet op
een stuk vel meer of minder.
Ik lag lui uitgestrekt over twee banken
met een weggedreven boord en één oog
dicht van voorhoofdsdruppeling, toen het
heel-erge gebeurde: vlak voor de grens
stapte een ganschc familie mijn coupé bin
nen. Ontzet opende ik ook mijn tweede
oog, vischte mijn boord net nog op en be
zette bescheidenlijk niets meer dan een
hoekje.
Ik monsterde mijn familie, die met mij
het compartiment precies vulde. Ze be
stond uit een jeugdig echtpaar, z ij n oude
lui, (want Oma had precies zijn neus. Dat
kon niet -missen. En de opa behoorde bui
ten kijf aan deze oma; hij deed tenminste
de heele reis geen mond open O en en
tante, die ik niet goed thuis kon brengen.
Dat was echter allemaal nog niets, al vind
ik b.v. neus-gelijkenissen op zichzelf reeds
lichtelijk irriteerend. Tk had me er door
heen geslagen, evenals dat Coblenz 't
Haagje. Maar-behalve het paar. de oudclni
en de tante, was er nog wat: Dodo. En
dat bleek iets heel verschrikkelijks.
Dodo, vier jaar oud, had den neus van
zijn pa en zijn oma. Dat, kon ik hem nog
vergeven. Ook dat hij drie-kwart scheel
zag. Sommige kinderen staat dat zelfs wel
aardig. Maar. dat hij ongezeggelijk was, op
het treiterige af. zit me nóg dwars.
De heele familie dweepte met hem, be
halve geloof ik opa, die zich niet meer met
hem bemoeide. Die had het waarschijnlijk
opgesreven. Hij was een wijs man. En
omdat alles zoo met Dodo dweepte, werd
de jongen lastiger en totaal onhandelbaar.
Maatje vond hem een schat en hij schopte
haar, dat ze straks dadelijk heele kousen
moest gaan aantrekken. Pa liep met hem
weg, en Dodo trok hem een oor af. Oma
noemde hem zijn „picpierdepiepertje" en het
kostte haar haast een oog, terwijl tante
hem telkens op haar school nam, wat dui
delijk te zien was aan een paar builen on
haar hoofd. Alleen opa deed, of hij niet
bestond. Dodo bekeek hem dan ook met
argwanenden blik.
Voorbij Arnhem, was Dodo voor een In
dianen-opperhoofd zelfs niet meer te har
den. De hitte en de volle coupé werkten
daar zeker toe mee. Pappie, die toch zoo'n
magazijn van geduld was, werd min of
meer wanhopig en mama maakte den in
druk of ze aan zelfmoord begon te den
ken.
Oma en tante zaten langzamerhand als
machteloos geslagen. Opa hield zich sla
pende. Pappie nam het verhaaltjes-boek
maar weer op en vertelde van het jongetje,
dat met een schaapje speelde en toenne
Maar Dodo wilde van geen schaap meer
weten en blerde, dat een heele kudde van
die wit gevachten er niet tegen op kon.
Mama liet plaatjes zien en ze.i: „Kijk, het
zoete kindje praat mette...", doch zoodra
hoorde Dodo niet van „een zoete kindje",
of hij werd helsch en scheurde het platen
boek stuk. „Dodo kom bij Oma!" zei de
oude vrouw, waarop het weinig scheelde,
of die lieve Dodo was het coupé-raam uitge
vlucht en we waren voor goed van allen
last afgeweest. Tante begon hem te kiete
len: Hij beet haar een vinger af. Enfin,
zij had er toch nog negen. Toen kreeg Do
do chocola. Hij smeerde er allen en ieder
een mee vol. Ook ik kreeg er een veeg mee
over mijn gezicht. Toen gaf Pappie hem
zijn zandvormpjes. Wat moest hij er mee
doen? We zaten toch niet aan het strand?
Dus wierp Dodo ze heel verstandig van
zich. Ik kreeg er een tegen mijn kin. Toen
haalde papie Dodo's speelgoed-treintje voor
den dag en tollen met muziek. Het was
verschrikkelijk! Ik kan niet eens tegen ra
dio! Het hielp allemaal niets. Dodo bleef
jengelig, ongedurig en telkens schopte hij
tegen mijn been. Ik zat al vol stofvlekken.
„Wat wil Dodo dan?" vroeg pappie, die
niets meer wist. En „wat wil Dodo dan?"
praatten mama, oma en tante hem na.
Grootpa vroeg maar niet eens meer. Toén,
nadat een bromtol rakelings langs mijn
te, verloor de bestuurder de macht ova
stuur; het vehikel begon te slinger» wj r%
reed den fietser aan. 1 V d
K. werd in den berm geworpen
opslag dood. Zijn. rijwiel werd geheoiljj6{
nield. De Rijksverkeersinspectie uit li
warden stelt een onderzoek in. te
Het slachtoffer laat een vrouw enlUjiiaal-s
kinderen onverzorgd na. yerw
»r Engelst
Dc Congo in de ct '"l0°pen
jading g
Hooge Raad verwerpt eau inleiding
beroep van Congo-loterij-ï^jn be
teoren' trekker
Overeenkomstig de conclusie van dei Ik wil
vocaat-generaal heeft de hooge raad va sai-socia
pen de cassatieberoepen van C. van dt
en E. M. H., die door de Haagsche rechl weren
zijn veroordeeld ieder tot 2 maanden I ihrer. 2
tenis wegens het openstellen van de jje j,iij
ming in premieleening door middel van
tificaten, recht gevende op de aan een ationaal
spronkelijk aandeel in een premieleeni lg Duits
verbonden winkans bij trekkingen. belai
Het betrof hier Congo-loten en loten
de-stad Freiburg, welke na betaling vai r®11 <*er
bepaald bedrag en na verdere termijn 8D) kwe
ling, tot de geheele overeengekomen 1 L,Dinq
som was betaald, ter beschikking val
koopers kwamen. 'aa' m'l
Hiervan werd een contract opgemaafc® dooi
dit contract werd door de rechtbank al|
certificaat aangemerkt.
De zooveelsfe geheime zena
ir zei
lichela
toen z
,Be groote adelaarmoet erpi
gen! iet Du
In tegenwoordigheid van den burgen! Een i
ter van Holten is, door ambtenaren de land to
T.T. en de politie een huiszoeking veri heeft 1:
in de woning van de weduwe Schoep duizeni
aldaar, vanwaar naar men vermoedde Dat ka
uitzendingen zouden geschieden van
geheimen zender „de groote adelaar."
Een uitzendinstallatie waarvan de
pen echter ontbraken werd in beslag g dat^ in
men.
Twee personen, zekere W. Vrugteveer
A. Schoeppers, werden medegenomen
het politiebureau en aan een verhoor or voor c
meenei
oorlog!
tenen.
broker
Wanm
waar
worpen, waarna zij bekenden zich schu sche
te hebben gemaakt., aan voor hen verto positii
burge
Berlij;
uitzendingen.
Proces-verbaal is opgemaakt.
regee'
Enge!
zich
lijk n
wille
ip 'der
gezicht was gevlogen en ik den zooveel!
schop van den algemeenen lieveling
had, pakte ik hem onverhoeds bij
kraag, legde hem over de knie en die
hem op hèt lichaamsdeel een paar k imer
pen toe die aankwamen. Zelfs schrikte fcsüe
er even zelfs van. :htighi
Pappie werd lijkbleek, mama gaf litschl
gil, oma stond op overlijden en tante 1 echts
de over heel haar lichaam. Opa bekeek en
met ontzag en ik hoorde hem fluistei ruggen
„Held!" ook
Wat deed echter Dodo? Zag hij hli dmtab
van woede, beet hij me of wat was lch in
van zins? Na eenige seconden van doods
stilte begon hij echter, tot ieders verst
ming, luidkeels te lachen en, terwijl
me verleidelijk scheel aankeek, riep
dartel uit: „Hè, dat is leuk!" De heele
milie haalde weer adem. „O", zei pa|
die zich toch een man moest toonen, i
het maar een grap?"
„Natuurlijk!" riepen de vrouwen!
koor. „Hè Dodo?"
En nu kwam voor mij pas 'de groot! Qti<6o
verschrikking. Dodo vond m'h behandelt |0k n
zóó leuk, dat hij bij me bleef aandrinf f,eer
en telkens riep: „Nog us, nog us", er
moest hem wel weer over mijn knie
gen en een andermaal bewerken. En als
er genoeg van kreeg, 3smcekten pappie1
mama en oma en tante me zóó
hield de lieve jongen immers zoo zoet!
dat ik wel moest toegeven en ten zoovof
ste male leuk deed. Voorbij Utrecht h'
ik niet meer en ik arriveerde in Den HM
als een gebroken man. Opa keek me
gend aan, doch uit zijn blik sprak dief
deernis.
En nu weet ik nog altijd nietf von
Dodo het werkelijk leuk. Of en daar
van raak ik meer en meer overtuigd! -
hield hij zich maar zoo, nam lm op dor
manier wraak op mijn streng optredea
dwóng hij me, me af te matten? Da;:-
hij: „ik zal je wel leeren, mannetje"!
Inderdaad, Dodo bad me klein gekrec^
Nooit van mijn leven doe ik dan ook
aan paedagogie.
Na b
g ent
ereldl
lerzi
Di
udin
Enf
dus
erge
chers
tevaa
«11de