RADIO ,#RV£/? ij lazen voor U flMOPIN Uit de Pers van heden Keuveltjesavond! Oude dame voor tienduizenden opgelicht OPROGRAMMA 0« h JOOR EDGAR RIC- 'l aURROUGHS No. 19. De leeuw sprong op haar af, maar door net geschreeuw van de kannibalen werd hij afge leid. Voordat hij zich op het meisje had kun nen werpen, hadden de wilden hem bereikt en doorboorden hem met hun speren, Che- mungo snelde op Helen toe en hielp haar op staan. Ze was te veel ontdaan om nog angst te kunnen voelen. In ieder geval leefde ze nog. Later vroeg ze zich af, of het niet beter was geweest, als het grote dier haar maar verslonden had. Want in het dorp van Mpin- goe, waar de wilden hun gevangene heen gebracht hadden, sloegen de vrouwen haar, omdat ze haar om haar schoonheid haatten. Intussen bracht Chemungo zijn vader, ien koning van het dorp, verslag uit van zyn roof. „Ze was alleen," zei Chemungo tegen Mpin- goe, „geen blanke man weet, dat wij haar buitgemaakt hebben. De kannibalenkoning likte zijn lippen af. „Het is lang geleden, dat wy blank vlees gegeten hebben. Laat de vu ren stoken! Laat het water aan de kook bren- gené. Vannacht zullen wij feest vieren!" EEN DROEVIGE GESCHIEDENIS. „Katholieke Schoolblad" vertelt de ide droevige geschiedenis van de er in eener kweekelinge met acte. kweekelinge had een kans gekregen [lijdelijk waar te nemen, stro jwas, aldus het blad, kind uit een groot n in, waarvoor de levensomstandigheden dt il waren. Een gezin, dat reikhalzend r inkomsten uitzag. ize kweekelinge kreeg gelegenheid, om lijdelijk onderwijzeres te fungeeren. it was maar kort. Hoe kort, weten wij Dat interesseert ons ook niet. 11 is do tijdelijke waarneming afgeloo- arbeid is gepresteerd. En de vergoeding dien arbeid zal in handen van de ge- kige overgaan. Immers de arbeider (ook vrouwelijke) is zijn loon waard. 5 gelukkige krijgt nu de keuze, wat be de vorm van het loon. In wat heb ie nu liever, een doos bon- of een gulden? werd gevraagd, [et verhaal is volgens het blad histo- PASSEN EN AANPASSEN. lïcde", het orgaan van de stichting redes Studie Bureau" bevat een artikel er „Passen en aanpassen", waarin o.m. volgende wordt opgemerkt: ize tijd is cr een, niet van passen, maar aanpassen. Crisis en malaise, werkloos- en armoede, oorlogsdreiging en revo- wien zou dit alles passen! Dus blijft mensch in deze ontredderde en ont- ihte tijden schijnbaar niet anders over zich aan te passen. Pit za wellicht de reden zijn, dat men het mwoordig met z'n principes en idealen I zoo nauw meer neemt en met alle iden mee kan draaien. Om zich aan te >sen Wordt bezuinigd en gedevalueerd. to itompcld en bewapend. In naam van nnassing schendt men beginsels, beloften verdragen, noemt vredelievend, wat eer- is lafheid en verraad zou heeten en ver- rdeelt oprecht vredesgezindheid als ge- tk aan werkelijkheidsbesef. Zoo wordt o.m. de jeugd in zijn voortdurende oefening om zieh aan Ie passen aan al wat voor haar niet passend is tot een onpersoonlijke, gelijkgeschakelde en kneedbare mas sa vervormd, tot mcnschen, wien het aan karakter, tot arbeiders, wien het aan enthousiasme, tot ge leerden, wien het aan levenstechniek en tot leiders, wien het aan oor spronkelijkheid ontbreekt. Het blad betoogt dan, dat iedere aan- passing, doordat ze een concessie aan den bestaanden toestand is, weer verdere aan passing noodzakelijk maakt, waardoor ze nimmer den weg kan vormen om voorgoed uit den nood-te geraken. Een aantal richt lijnen wordt vervolgens aangegeven, tenein de „de wereld voor ons passend" te maken. Om tot dat doel te geraken, moeten wij, volgens het blad o.m. als dagbladlezers, radioluisteraars en belangstellenden in de vragen van dezen tijd, ons oodeel niet meer aanpassen aan dat der massa, maar dan moeten wij critisch en zelfstandig leeren den-ken en ons een eigen, zelfdoor- dachte en bij onze persoonlijkheid passende opinie vormen. HANDELSBLAD EN VOLK ZIJN HET EENS. Het Volk (s.d.a.p.) schrijft: Toen het liberale „Handelsblad" de negen doodelijk sombere financiers toejuichte, de heeren, die alleen in bezuiniging op niet- te-denken schaal heil zien toen hebben wij dit blad herinnerd aan zijn artikelen inzake het werkloosheidsvraagstuk, waarin het immers vroeg om groote maatregelen ter bestrijding van dit kwaad. En ziet, de zer dagen verscheen in dit liberale blad naar aanleiding van het plan-W est hof f op nieuw een hoofdartikel in den-zelfden geest een klacht over het proces van „koop- krachtvermindering en lasten verhooging, waardoor o.a. de distribueerende en hand werkende middenstand weer zwaar getrof fen is". Een klacht, vooral over het zede lijke en sociale kwaad van de werkloos heid zelve, die doet verlangen naar de „for- schc dood". Juist daaraan, aan deze forsche daad dus, „bestaat, na zooveel jaren van cri sis en versukkeling, zéér groote behoefte." Wij zijn het déze keer, aldus het Volk, met hot „Handelsblad" eens. Maar de negen financiers, waarschijnlijk reeds blijde met de instemming van het liberale orgaan, moeten zich rle oogen uitwrijven. Want de „forsche daad" moet een heeleboet geld kosten en wij moesten volgens de ne gen wijzen, die de instemming van het „Handelsblad" mochten verwerven, juist zoo veel minder uitgeven?? Men moet, zoo besluit het blad, een keuze doen, het één, of het ander. Suntesuntem aarten, De kalven dragen staarten „Geef die vrouw een dikke zoen, dan zal ze de deur.wel open doen", öf „Suntemaarten, de deur is vast, „slaan" die kerel op z'n b-st", daér zal het vanavond, weer om draai en. Vervelend zoo'n keuvelavoml? Lastig dat gebel en gebedel zoo tusschen vijf en zeven? Misschien wèl Maar daar staat toch de groote voldoening tegenover, met een paar koekjes of een hand pinda's het geluk in een paar verwachtende kinder- oogen te kunnen toonveren Traditie, een oeroud gebruik dat Sintemaartcnfccst! Niet alleen in ons land. ook in het buiten land. In den streek van den Nederrijn, in Dusseldorf. is dit mooie kinderfeest zoo diep in de bevolking geworteld, dat men zich nog eerder den Rozenmaandagoptocht van carnaval, dan den St. Mnartensavoncl uit het leven van deze stad. welke dit jaar 630 jaar bestaat, kan wegdenken. Reeds op oude schilderijen heeft men getracht de vroolijke stemming en de bekoorlijke sfeer van de St. Maartensoptochten weer te geven. Uit rekeningen van herbergiers van vijfhonderd jaar geleden blijkt, dat men zich toondertijd reeds te goed deed aan den traditioncelen St. Maartensgans. De oorsprong van het St. Maartensfeest is echter te vinden in den oud-Germaanschcn tijd, toen overal vuren werden ont stoken om voor den oogst te dan ken. Symbool van deze vuren zijn de duizenden bontgekleurde lam pions, die de kinderen van klein tot groot, op St. Maat en sa vond in tientallen optochten onder de to nen van muziek door de straten meedragen. Handige jongens hebben hun hallons dik wijls op zeer origineele manier geknutseld, in de hoop een prijs te winnen op de ten toonstelling-van zelf vervaardigde lammi- ons,welke elk jaar aan hot feest van St. Maarten voorafgaat. Het is een sprookjes achtig gezicht deze scharen van fakkeMra gende kinderen. Vroolij'k klinken hun stemmen: Sint Maarten, Sint Maarten, Sint Maarten rijdt door sneeuw en wind. Zijn schimmel draagt hem voort gezwind! Een legende wordt werkelijkheidl De legende schijnt werkelijkheid te zijn geworden. Men ziet St. Maarten in bis schopsornaat met golvenden haard op zijn schimmel voorbijrijden. Het is de dappere ruiter en latere bisschop van Tours, die edelmoedig zijn mantel met zijn zwaard in twee deel en sneed en de helft aan een bedelaar schonk. Na den optocht worden de kinderen op lekkernijen onthaald, zegt de N. R. Ct. De kleintjes gaan daarna naar bed, doch de grooten trekken zingende met hun fakkels van buis tot huis, om nog meer versnape ringen machtig te worden, hetgeen in den volksmond „Gripscben" wordt genoermd. Met een kernachtig liedje worden de milde gevers bedankt. Internationale misdadigersbende in ons land aan 't werk. Ar restaties door de Arnhemsche po liüe. De Arnbemsche politie is een op- lichtersaffaire op het spoor geko men, waarbij een aantal mannen er in geslaagd is een oude dame op te lichten voor een bedrag, dat tus schen de I 25.000 a f 30.000.ligt. De affaire begon met een bezoek van een z.g, kunstschilder aan de dame. Door aller lei verhalen slaagde hij erin de dame groo te bedragen afhandig te maken. Zijn komst werd gevolgd door clie van iemand, die zich voorstelde als een zwager van den kunst schilder. Edelmoedig verklaarde deze zich bereid de schuld over te nemen. Hij was daartoe in staat, doordat hij zaken deed niet een assistent-resident, die helaas volgens zijn zeggen eenige dagen gele den in Duitschland was overleden. Om het stoffelijk overschot van dezen armen assis tent-resident en het kapitaal van den over ledene over de grens te kunnen krijgen, bleek er opnieuw geld noodig te zijn. Al spoedig was het totaal der door de dame afgestane bedragen opgeloopen tot f20.000. Om schandaal te voorkomen! Nu verscheen een „rechtskundig adviseur", die haar adviseerde om schandaal te voorkomen een crediteur van een der mannen, die geld van haar hadden opge nomen, tevreden te stellen, aangezien deze anders failliet zouden gaan, waardoor haar naam publiek zou wordeV De oude dame tastte opnieuw in de beurs. Na den „rechtskundig adviseur" verscheen een man van den internationalen inlichtin gendienst, die de oude dame eens kwam polsen of het met al het geld, dat zij uit geleend had, wel in den haak was. Voor het noodig geachte onderzoek was natuurlijk opnieuw geld noodig. Thans kreeg de politie lucht van wat er gaande was. De oude dame geloofde niet, dat zij opgelicht was, maar stelde wel de politie in staat een gesprek af te luisteren, dat Woensdag werd gehouden in een café te [Arnhem. De man van den internationalen inlichtin gendienst verscheen, even later gevolgd door twee heeren. De politie arresteerde deze heeren, die bleken te zijn een lid van een in ternationale misdadigersbende, te Haarlem woonachtig,, en een man van den Zeedijk uit Amsterdam. De politie zet het onderzoek met kracht voort, in de hoop nog meer arrestaties te kunnen verrichten. ZATERDAG 12 NOVEMBER 1938. Hilversum L 1875 en 415,5 m. KRO-Uitzending. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om ca. 8.15 Berichten). 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstige causerie. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-Melodisten en solist. (1.00—1.20 Gramofoonmuziek. 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30—2.40 Gramofoonmuziek. 2.45 Kinderuurtje. 4.00 Berichten, hierna het R.K. Damessextet „Con Amore". 4.15 Gramofoonmuziek. 4.45 KRO-orkest. 5.30 Esperanto-nieuws. 5.45 KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie over tuberculosebestrijding. 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP; KRO-mededeelingen. 8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting. 8.35 Gevarieerd concert. (9.5510.05 Inter mezzo). 10.30 Berichten ANP. 10.40 Internationale sportrevue.. 10.5512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum H, 801,5 m. VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.30 8.00 n.m. VPRO. 8.00 VAR A-Kalender. 8.15 Gramofoonmuziek (Om 8.16 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Continu bedrijven. 12.00 Gramofoonmuziek. 2.00 Causerie „In de stilte van het bosch". 2.20 Orgelspel. 3.00 Reportage. 3.30 Utrechtsch Stedelijk Orkest, „De Stem des Volks", en solisten (Opn.). 5.00 Esperanto-uitzending. 5.20 Gramofoonmuziek. 5.30 Filmland. 6.00 Zang, orgel en piano. 6.30 Friesche uitzending. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.10 Politiek radiojournaal. 7.30 Bijbelvertellingen. 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia 8.15 Filmmuziek. 8.45 „Esmeralda", m.m.v. solist. 9.15 „Er. nu... Oké!". 10.30 Berichte.. ANP. 10.35 VARA-Orkest.- 11.00 Gramofoonmuziek. 11.3512.00 De Rambler». FEUILLETON MAURICE WALSH „Dus zoo is dat," zei Paddy Joe plechtig. Een poosje bleef hij, diep in gedachten ver zonken, zitten, terwijl hy met duim en wijs vinger al maar op en neer streek langs zijn lagere wangen. Toen reikte hij langzaam aar den brief en las hem woord voor woord zandachtig over. „Hier hebben we het heele erhaal in de palm van onze hand," mopperde „als we maar wisten, wat hij eigenlijk dacht. Geen woord over wat er tusschen hen beiden gezegd werd." „Natuurlijk niet. Dit is echt een brief van een fatsoenlijk mensch." „Maar ik zou graag weten, wat er ge- sproken was dan hadden we iets om aan vaat te knoopen." „Je hebt allen tijd om er over na te denken. Die Rogue van je of moet ik Rogan zeg- gen? is een maand buiten schot." „Dat is het hem juist. Zij hebben hem daar vlak bij de hand, als ze hem zouden zoeken voor dien moord op Trant." „Dat lijkt nie onwaarschijnlijk heel erg onwaarschijnlijk. En die arme Shamus Og •wet zijn schoone blaadje!" „Nu heeft hij meteen mooi den tijd om na |e gaan, of dat allemaa1 de moeite wel waard geweest," zei Paddy Joe hardvochtig. «En Julie Brien dan?" ..V/at heeft zij hier mee te maken?" „Je bent ook niet erg bij, mijn lieve man. Je hebt nog lang niet alles van dien brief he il1' en. Heb je niet gemerkt, dat er op haar *°o indirect gezinspeeld wordt, dat men niet anders denken kan, dan dat ze in de gedachten van den '-ohrijver een heel groote plaats in neemt?" „Kom, kom! Jullie vrouwen zijn toch alle maal hetzelfde. Gun me een oogenblikje tijd alsjeblieft." Maar zijn gedachten bleven langzaam en troebel toevloeien, want het duurde niet lang of hij keek naar zijn vrouw met een vragen- den blik. „Heb jij dan geen enkel idee in je kop, wijf?" Ze glimlachte hem toe. „Je moet gaan doen, wat je al vier maanden geleden gedaan had moeten hebben, Paddy Joe. Je weet heel best, wat ik bedoel." „Wel voor den „Je moet niet die vrouw gaan praten. Jon gens, jongens! Je bent toen zoo sentimenteel geweest, cis je alleen maar van een man ver wachten kunt. Omdat die vrouw er bij betrok ken was, heb je je koest gehouden, en omdat dat zoo is, is het nu dringender noodig dan ooit te voren, dat geen van jullie drieën er in gehaald wordt." Hij knikte ten teeken van toestemming. „Ga dan haar opzoeken. Zij is de eenige, die weet, dat Rogan Stuart dien nacht ir. het park is geweest. Dat jullie aan het visschen waren in verboden water, heeft ze alleen maar ge raden. „En er niet heelemaal naast ook!" zei Paddy Joe. „Begrijp je niet, waar ik heen wil? Wat ook op touw zou willen zetten, zij staat alleen tegenover jullie drieën. Het is haar woord of dat van jullie. Het ii. meer dan "-aarschijnlijk, J"f. ze niet van plar i> iets te beginnen vooral niet na vier maanden maar als je daar zeker van wilt zijn, ga dan met haar praten en laat haar merken, dat je voor iedere kaart, die zij uit zou wiilen spelen, een troef in handen hebt." „En wat moet ik tegen het arme schaap zegg, vroeg Paddy ~oe heel volgzaam. „Als je maar eenmaal begonnen bent, zullen de woorden vanzelf wel komen," zei zijn vrouw I met vriendelyken spot. „Daar heb je bijvoor beeld de vechtpartij bij het schuitenhuis, en de lichte voetstappen, die je het pad af hoorde komen als het noodig is, kun je daar sterk den nar-ruk op leggen." Paddy Joe knikte somber. „Ja. voetstappen, zoo licht als die van een vrouw." „En daarmee heb je nu net de plank mis geslagen, jongenlief en nogwel jij, die al tijd zoo trotsch bent op je deductievermogen! Heb je dat dan nog nooit gemerkt?" „Wat gemerkt?" ,Toen ik nog bij het tooneel was ook den tijd. dat ik achter de schermen was, waar alles, werklui, meisjes van het ballet, mijn collega's, door de gangen holde, heb ik vaak gemerkt, dat de actieve man heel wat lichter loopt dan een vrouw." Voor ditmaal leek Paddy Joe met stomheid geslagen, hij bleef zijn vrouw aankyken, ter wijl zich allerlei nieuwe gedachtencombinaties in zijn hoofd vormden. „En nog eens wat," vervolgde deze verba zingwekkende dame, „je hebt gezien, dat je vriend schrijft: Ze was op dat moment niet in goed gezelschap" en een eindje verder nog eens: „Hoe jammer, dat ze nog altijd in zulk slecht gezelschap is." Je had me al verteld, indertijd, dat zij toen in Dounberg een ver wonderlijk diepen indruk op Rogan Stuart scheen te hebben gemaakt. Haar gezelschap deugt dus niet en ze is wel de moeite waard, geholpen te worden. Dat is, wat hij bedoelt en hij heeft je alleen geschrew om je dat te vertellen. Zijn belangstelling is gaande ge maakt. Nu moet jij eens naar Dounbeg gaan en voor mij zien uit te visschen, hoe de toe stand eigenlijk is. Mijn belangstelling is ook gaande gemaakt." „Je bent een gevaarlijk mensch." zei Paddy Joe nederig, „een veel te gevaarlijk mensch om de vrouw te zijn van een armen, zwakken, onschuldigen man." Hij kwam overeind. „Ik zal het doen, O Matriarch!" Toen, dicht over haar heen gebogen, lachte hij haar spottend in het gezicht. „Maar je moet wel weten, dat je heel lichtzinnig te werk gaat door my daar op af te sturen." „Waarom, lieverd?" „Zij is een bizonder aantrekkelijke jonge dame, die jonge dame'in quaestie, en je weet, hoe licht ontvlambaar ik ben?" „Dat weet ik best. Daarom stuur ik je er juist heen. Ik speel wel graag met vuur." Hij loeg zijn arm om haar schouders heen en kuste haar met alle warmte van een jon gen minnaar. „Schei toch uit, malle!beknorde zij hem. zachtjes. „Moeten de kinderen zien, hoe jij je kunt aanstellen?" „Waarom niet?" zei Paddy Joe, „het zou niet de eerste keer zijn." Den volgenden morgen reed Paddy Joe met de auto naar Dounbeg, gebruikte zijn lunch in het Wapen van Harty en wandelde daarna de pier op, om wat met Tom Whelan, den haven- mester, te gaan wandelen. Met zijn beiden stapten zij naar het eind van het denderende houten plankier, waar zij bleven staan uit kijken over de -baai, die daar in zijn volle lengte aan hun voeten lag, groen-en-zilver tintelend onder den zweepslag van een stevige Septemberbries. Rondom hen heen stonden hooge zonoverschenen bergen elkander aan te staren over de groene dalen, tot zij, op de hoogte van de Engte, elkaar naderden in een plechtige, stemmige bijeenkomst. Heel handig leidde Paddy Joe het gesprek, waar hij het hebben wilde. „Komt er nog late jonge zalm?" „Had je zin om er eens op een uit te gaan?" vroeg de havenmeester. „Het terrein rond de punt is vrij en ik heb de tent bij de hand." „Neen," zei Paddy Joe, „ik zou bang zyn, dat ze weer iemand vlak voor-onzen neus om zeep zouden brengen." „Nou, misschien was er wel één te vinden, dien we konden missen als kiespijn!" bromde de ander. „Er is van dat zaakje verder niet veel gekomen, heb ik gemerkt," zei Paddy Joe langs zijn neus weg. .Heelemaal niets. De brigadier is een ge wiekste vent, maar hij kon al niet veel an ders dan halen en vieren in den tegenwind." „Komen ze er een beetje over heen op het kasteel?" „Dat doen ze," zei Tom Whelan min of meer droogjes. „De jonge weduwvrouw gaat weer uit. Ze is pas nog naar de groote Markt van Castleinch geweest om paarden te koo- pen. En, heb je gezien, dat er een zigeuner kerel is komen aanzetten, die den Zwarten Hoofdman op zijn falie gegeven heeft?" „Dat heb ik. Is ze weer thuis?" „Sinds gisteren." „En de Zwarte Hoofdman, is die meege komen?" „Hoe kan dat nou met drie gebroken rib ben een platgetimmerden neus. Die zigeuner was een baas, maar het was nog mooier ge weest, naar myn idee althans, als hij er nog een ziertje harder op had geslagen." „Bedoelde je Butler met dien man, dien je kon missen als kiespijn?" „Wie zal het zeggen?" „Is hij hier al vaak geweest?" „Maar al te vaak. De menschen beginnen er over te kletsen zonder eenige reden." „Zou Sir James niet..." „Wat kan die er nu aan doen?" „Wat zou je zelf zeggen?" vroeg Paddy Joe onschuldig. „Hij doet wat hy kan. Overal, waar je den Zwarten Hoofdman en het vrouwtje samen ziet, zie je Sir Jerome ook verschijnen. De oude heer is dol op het meiske, dat wil ik je wel vertellen." „Dol?" „Als een vader. Dat kun je van me aan- nemen. Maar..." Hier aarzelde hy even „Waarschijnlijk zit het hem in het b!oed! maar ik wou, dat hij van de borrels kon afblijven. Maar dat neemt niet weg, dat ik niet graag in Butlers schoenen zou staan, wanneer..." Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 7