Iburroughs iVij lazen voor U %^RV£*%£GtN Radioprogramma •DOOR i EDGAR RIC— No. 32. Tarzan kwam aangerend door de bomen, die over de straten van» het Mpingoedorp, hun takken uitspreidden en bevond zich even later in de eeuwenoude reus, die vlak boven het vreeselijke schouwspel stond. Tarzan zag Helen vastgebonden aan de paal en eveneens de wilde, die juist zijn speer in haar hart, wilde planten. Het meisje sloot haar ogen. Het einde naderde. Zij prevelde een stil gebed en wachtte. Er was een geweldige spanning onder de wilde horde, een voelbare stilte, slechts verbroken door het sinister geluid van de tom-toms. De ogen van de kannibalen wa ren alle gericht op het uachtoffer. De spieren van dengene, die toe moest steken, spanden zich. Toen opeens schoot er heel geheimzin nig een pijl van boven recht in het hart van den man. Hij viel dood neer. De opschudding onder de kannibalen was groot. Enkele vrou wen begonnen te gillen van angst. Helen opende haar ogen. Ze zag den doden krijger aan haar voeten liggen. Was dit een teker. dat ze gespaard zou worden? Neen! Daar kwam reeds een andere wilde met zy'n lange speer naar haar toe, om het onderbroken werk van zijn doden kameraad voort te zet ten. j)E NEDERLANDSCHE PERS OVER DE JODENVERVOLGINGEN. Er is meer vernield dan Joodsch bezit. De Nederlandsche pers keurt eenstemmig de Jodenvervolgingen in Duitschland af. In 'de Telegraaf lezen wij o.m.: Wij zijn nog ouderwetscli genoeg om aan te nemen, dat gerechtigheid de grondslag der staten is. Wat is deze spreuk, die men op bijna al onze oude stadhuizen aantreft, in Duitschland nog waard? I-Iet onrecht viert hij onze Oostelijke naburen hoogtij en op onrecht bouwt men geen solide régime. Als er geen Joden meer zijn, wier goede ren men kan vernielen en wier synagogen men in brand kan steken, dan zullen andere objecten voor de vernielingszucht van het gepeupel gevonden worden. Het paleis van «ardinaal Innitzer te Weenen is reeds eeni- j weken geleden bestormd en Zaterdag moest de woning van kardinaal Faulhabcr het ontgelden. Er zijn in Duitschland nog velen, die het met de beginselen van het na- tionaal-socialisme niet eens zijn. Dezelfde horden, die op de Joden werden losgelaten, lijn bereid ook hen te terroriseeren. Slechts indien in de hoogste Duitsche regecrings- kringen opruiming wordt gehouden zijn dergelijke consequenties te vermijden. S Ten slotte zal Adolf Hitier, die ■zijn land met een fanatische lief de bemint, dit ook zelf begrijpen. Ook hij moet inzien, dat niet alleen Joodsch bezit is vernield, maar tege lijkertijd zijn gehecle buitenlandsche politiek een zware nederlaag heeft geleden. „Toomelooze wreedheid". Het Handelsblad (lib.) schrijft: Hoe moet het er uitzien in de harten en hersens van degenen, die in hun onaantast bare overmacht zulke strijdwijzen uitdenken en in toomelooze wreedheid organiseeren? Die met de totaal machtelooze Joodsche minderheid (een half millioen op nu wel haast SO millioen) het spel spelen van kat en muis, toegrijpend met scherpe klauwen en zonder eigen risico, de bedreigde prooi in een versperden hoek drijvend, even losla tend, en weer toeslaan, onder het applaus van den „Stürmcr", en al wat daardoor stel selmatig en blijkbaar ongeneeslijk is be smet. Als dit. een staaltje is van toegepaste rassenleer jegens een weerlooze minderheid, die het ongeluk gehad heeft uit andere dan edel-Germaansche ouders te worden gebo ren, dan zal bij menigeen de vraag rijzen wat er gebeuren zou wanneer primitieve, gekleurde koloniale volken aan zulke „zorg" zouden worden toevertrouwd. Uit de Pers van heden Een bedreiging voor allen en alles. In verband met de opmerking van Duit sche zijde, dat de maatregelen tegen de Jo den een „zuiver binnenlandsche aangelegen heid" zijn, schrijft de Maasbode (r.k.): Alsof een zoo radicale en weerzin wekkende vertrapping van het recht ooit een „zuiver binnenlandsche aan gelegenheid" zou kunnen zijn! Maar dat is juist het in-droevige, het ont stellende; de Duitsche dictators hebben een voudig geen gevoel meer voor rechts-schcn- ding; de geweldsgedachtc heeft hen totaal in haar greep. Zij kunnen zich zelfs niet meer voorstellen, dat de publieke opinie of weten ze misschien ook niet meer wat dit is? in het buitenland zich nog om „recht" kan bekommeren. En niet een der gelijke mentaliteit moet men dttn gaan sa menwerken tot opbouw van den wereld vrede! 't Is haast een volslagen onmogelijkheid. Integendeel: zij vormt een bedreiging voor alles en allen. Ging er in de Oostmark, het voormalige Oostenrijk, niet reeds een stem op, dat men op gelijke wijze zou afrekenen met het „politiek-katholicisme?" Jawel, wij weten wat dat beteekent. Dat beduidt de vernietigingen van de katholieke school, de katholieke jeugdbeweging, de katholieke or ganisaties, de katholieke pers, enz. En rin kelden te Muenchcn ook niet reeds de glas scherven van het aartsbisschoppelijk paleis op de straatstecnen? Herinneringen aan den tijd van Nero. Uit het Volk (sdap): Wat wij hier zien gebeuren grenst aan de waanzinnige daden van in machtswaan ver zonken Romeinsche keizers uit een grijs verleden. Er is verwantschap tusschen den Rijksdagbrand, waarmede dit regime begon en den brand, die Nero in Rome stichtte er is verwantschap tusschen de daden van barbarij en machtswellust, die wij telkens weer in het huidige Duitschland zien ge beuren en de woeste uitspattingen, waaraan uitzinnig geworden despoten in vroegere tijdperken der mcnschhcidsgeschiedenis zich overgaven. Het blacl vraagt zich af, wat Nederlands plicht is en merkt in dit verband op: Er -dient geholpen te worden, spoedig en afdoende. Tijdens den wereldoorlog, in een lijd van zwaren nood, hebben wij bier aan honderdduizend Belgen in kampementen gastvrijheid geboden. Wat toen kon, is ook thans mogelijk. Het geldt hier een daad van eenvoudig Christelijk hulpbetoon, waarte genover deze regeering zeker niet. afwijzend mag staan, wil zij niet in de positie geraken van degenen op den weg van Jeruzalem naar Jericho, die daar een reiziger aantrof fen, door roovers uitgeschud en mishandeld, doch het aan den barmhartige» Samaritaan overlieten om zich over hem te ontfermen. Gebeurtenissen dwingen tot snel le actie. Het commentaar, dat het Nationaal Dag blad (N.S.B.) op de Duitsche gruwelen le vert, bestaat uit een verhandeling over de historische vervolgingen van het „Joodsche zwerversvolk", waarvoor het blad de nood zakelijkheid van een nationaal tehuis be pleit. Critick op de Duitsche maatregelen wordt (tot nog toe) niet geleverd tdoor het N.D.B., dat o.m. zegt: Wij vragen minister Goseling: Waarheen moeten de Joden trekken? Wij vragen minister Patijn: Waarom neemt Nederland niet het initia tief tot een internationale actie om den Jo den een werkelijk internationaal tehuis ter beschikking te stellen? De Leider der N.S.B. heeft in zijn rede voor de werkers der Beweging den eisch van een nationaal tehuis opgesteld, dat „groot genoeg, vruchtbaar genoeg" moet zijn „om het geheele Joodsche volk daar te herber gen." De tijd dringt, zoo besluit het Mussertor- gaan. De gebeurtenissen in Duitschland dwingen tot snelle actie! Acht wilde autobus diensten verboden O.m. de dient Heider-Rotterdam. Dt president van de Amsterdam se^ rechtbank, heeft gistermorgen vonnis gewezen in acht korte ge dingen, aanhangig gemaakt door de Nederlandsche Spoorwegen tegen wilde autobusdiensten en de stop zetting van deze acht diensten ge last. Verboden zijn de Nederlandsche Unie N.V. (Pool), die een wilde busdienst onderhield tusschen Amsterdam en Utrecht, Amsterdam Arnhem en AmsterdamAntwerpen (in het laatste geval werd de dienst tot den grens verboden), Schouten's Centrale (Zil vermeeuw) rijdende tusschen Amsterdam en Antwerpen, de Meergarage (P. C. Nie), die van Amsterdam op Dusscldorf rijdt. Peli kaan Tours (J. C. van Zoelen) een dienst onderhoudende van Amsterdam naar Maas tricht, Unah Meys Touringcars, rijdende van Amsterdam op Rotterdam, Reisbureau v.h. A. J. Ilolthuysen (AmsterdamDen Haag), de Harde's Tours N.V. (AmsterdamApel doorn) garagebedrijf Talma (Amsterdam Nijmegen en den HelderRotterdam). Voorts was voor gisteren wederom een nieuw kort geding aanhangig gemaakt tus schen de „Vergeet Mij niet" Tours, welke maatschappij een dienst tusschen Amster dam en IJmuiden onderhoudt. Er is in deze zaak niet gepleit en de pre sident zal hierin heden uitspraak doen. Vrachtauto verongelukt Een doode, drie licht gewonden. In den vorigen nacht om half één is nabij het dorp Putten een vracht auto van de verhuisonderneming Langstra en van Veen te Rotterdam, welke van Zwartsluis naar laatst genoemde stad terugkeerde, door onbekende oorzaak van den rijweg geraakt, tegen een kilometerpaaltje en vervolgens tegen eenige boomen gereden en geheel vernield. Van de vier personen, die zich in de cabine bevonden, werd de heer H. van Veen uit Rotterdam zoo ernstig gewond, dat hij na een kwartier is bezweken. De chauffeur, de heer Wuntje uit Rotterdam, kreeg een lichte hersenschudding en onbeteekenende veiwondingen, terwijl de echtgenoote van den heer van Veen en diens dochtertje lichte kwetsuren opliepen. Nadat dokter Vonk uit Putten de eerste hulp had verleend, zijn de drie gewonden naar een pension in de om geving overgebracht. Het stoffelijk overschot van den heer van Veen is naar de Algemee- ne Begraafplaats vervoerd. DONDERDAG 17 NOVEMBER 1938. Hilversum I, 1875 en 415,5 m. 8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO, 2.00—12.00 NCRV. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Ber.) 10.00 Gramofoonmuziek. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstige causerie. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-orkest. (12.45—1.00 en 1,30—1.40 Gramofoonmuziek) 2.002.55 Handwerkuurtje. 3.00 Voor de vrouw. 3.30 Gramofoonmuziek. 3.45 Berichten, hierna: Bijbellezing. 5.00 Handenarbeid voor de jeugd. 5.30 NCRV-Harmonie-orkest en gramofoon muziek. 6.45 Causerie namens het C.N.V. 7.00 Berichten. 7.15 Journalistiek weekoverzicht. 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Berichten 8.15 Koorconcert. 9.00 Causerie „Onderwijsproblemen van onzen tijd". 9.30 Fluitduo, piano en gramofoonmuziek. 10.00 Berichten ANP, actueel programma. 10.30 Gramofoonmuziek. 10.45 Gymnastiekles. 11.00 Pianovoordracht en gramofoonmuziek 11.30 Gramofoonmuziek. 11.5012.00 Schriftlezing. Hilversum II, 301,5 m. A VRO-U i tzending. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.15 Orgelspel (Gr.pl.). 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Orgel- en pianosoli. 11.10 Declamatie. 11.30 Omroeporkest en soliste. (Om ca. 12.15 Berichten). 12.30 AVRO-Amusenmentsorkset en het duo „JA". I.15 Gramofoonmuziek. 2.00 Causerie „De gezondheid van onze 1tin- deren". 2.30 Cellovoordracht met pianoj^geleiding. 3.00 Cursussen voor de vrouw. Om ca. 3.45 Berichten). 4.00 Ziekenhalfuur. 4.30 Orgelspel (opn.). 5.00 Week-Kaleidoscoop. 5.20 Gelukwenschen. 5.30 AVRO-Aeolian-orkest. 6.30 Sportpraatje. 7.0C Voor de kinderen. 7.05 AVRO-Dansorkest en soliste. 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten ANP, Radiojournaal. Mededee- lingen. 8.20 Omroeporkest en solist. 9,05 Radiotooneel met muziek. 10.20 AVRO-Vaudeville-orkest, solisten en ge mengd koor. II.00 Berichten ANP, schaaknieuws. Hierna tot 12.00 Winia Farberow's ensemble. FEUILLETON MAURICE WALSH 40. „Hebt u daarom Rogan Stuart of Rogue McCoy, zooals hij zelf zegt naar Jamesy Coffey toe gestuurd?" „Dit was de voornaamste reden." „ban heeft hij zijn heelmeester van den ©eest gevonden. Bij alleb de gelegenheden, dat ik hem te Castleinch heb gesproken, ieeh hij mij de wijze raad gegeven, die hij van een wijs man gekregen had: dat ik mijn teven voor een totaal ander verwisselen moest," „Dat is zoo'n kwade raad nog niet," zei Paddy Joe vast, zijn gedachten heel ergens anders. „Kon een mensch zoo'n raad maar volgen. Als er maar niet altijd zooveel verplichtingen waren!" Zij keek hem met gemaakte plech tigheid aan. „Zou u voor mjjn geest ook een heelmeester kunnen vinden, mynheer Long?" „Waarom niet?" zei Paddy Joe. „Ik vraag alleen maar een beetje geduld." En hij dronk zijn tweede kopje thee leeg. Duizend bommen en granaten, hij zou nog wel eens willen zien, of ze die schat van een vrouw niet tot de hunne konden maken! o. Paddy Joe Long wandelde de oprglaan weer af, zijn schouders rhythmisch deinend in overeenstemming met zijn lange schreden een zacht deuntje fluitend en met een gezicht waarop de belangrijkheid zijner gedachten een uitdrukking van ernst gelegd had. Na een poosje hield hij met fluiten op en ver volgde al zingend het oude deuntje met de woorden, die er zoo goed bij pasten: O, lieve goede oude tijd Wat was je toch een mooie tijd Een mooie tijd voor ieder mensch! Er is maar één ding dat ik wensch: Och kwam die oude tijd maar weer! Ik zucht en zing het keer op keer Van Juni af tot einde Mei O oude tijd komt t'rug en ga niet weer voorij. Hier hield hij op, want van om de bocht van de oprijlaan bereikte hem het poffen en knar sen van een motor met een open knalpot. Hij stapte op den berm en wachtte vol be langstelling op de dingen, die stonden te gebeuren. Even streek de gedachte van Eud- mon Butler door zijn hoofd, maar toen de auto in het zicht kwam, e-»> honderd mete verder zag hij met -en oogopslag, dat de chauffeur, tevens eenige passagier, niemand anders dan Sir Jerome Trant was. De auto was een oude tweepersoons wagen van een sportief model, waarschij' heel goed te gebruiken om over h heuvelachtige terrein van het landgoed rond te hobbe'en. Sir Jerome was nog maa. twintig meter weg, toen Paddy Joe tot een besluit was ge komen; had hij langer tijd gehad om na te denken, dan zou hij zich nog wel eens be dacht hebben. Hij deed één stap vooruit en stak met nadrukkelijk gebaar een hand uit, waarvan alle vingers gespreid waren. De chauffeur debrailleerde en liet den motor doorrazen, de wielen knarsten op het harde grint en de wagen Kwam twee meter verder tot staan. Langzaam liep hij terug, tot hq aan den linkerkant van den wagen stond. „Neemt u mij niet kwalijk, Sir Jerome," zei hij, met verheffing var. stem, om boven het geronk van den motor uit te komen. „Ik zou u graag even willen spreken." „Zeker, mijnheer o, u bent mijnheer Long, die dezen zomer aan de andere zqde van de baai gekampeerd heeft?" Hij glim lachte vriendelijk. „Wou u een vergunning hebben om nog wat te visschen van den herfst?" Paddy Joe schudde nadrukkelijk het hoofd „Het gaat om heel wat ernstigers dan om vischwater, Sir Jerome." Uit zijn toon was op te maken, hoe ernstig de zaak was. De baronet zette den motor af, de machine zuchte twee maal en was stil. „Een ernstige zaak, mijnheer Long?" vroeg hij rustig. „Zeer ernstig, Sir Jerome!" Paddy Joe zette één voet op de treeplank en leunde met zijn arm op de gesloten deur. Zijn oogen namen den ouderen man op met een scherpen blik. Wat hij zag was een korte, breedgeschou derde figuur, wiens sterke, vierkante handen op het stuurwiel rustten, handen, die best in staat waren te verpletteren en te dooden. Hij had een krommen neus en forsche gelaats trekken en zijn dicht, peper- en zoutkleurig haar viel in een koene» golf over zijn voor hoofd. Dat was geen zwakkeling! Maar zijn gezicht was te rood opgezet, het vel rond d- oogen te zwaar gerimpeld en ii het wit van zijn bruine oogen vertoonden zich roode adertjes. Voordat hij' begon te spreken verzamelde Paddy Joe al zijn brutaliteit. „Toen in Juni, Sir Jerome, dien nacht, dat uw zoon vermoord werd, waren er drie man nen op uw terrein." De baronet schraapte zijn keel, een oude gewoonte, die hij zich in den diplomatieken dienst had aangewend, maar verder gaf hij geen teeken. „Drie mannen?" „Drie vreemde mannen. Zq waren in de buurt van het schuitenhuis op het moment,, dat uw zoon vermoord werd." Sir Jerome bleef onwrikbaar als een rots. „Hebben die het gedaan?" „Neen." „Waarom zijn zij dan niet voor den dag ge komen? De politie zou blij zijn geweest met elke aanwijzing." „Zij zijn niet voor den dag gekomen," zei Paddy Joe vast, „omdat er een vrouw bij was, die zij niet in ongelegenheid wilden brengen." „Een vrouw, mijnheel Long?" Paddy Joe zag, hoe de beide handen zich vaster om het stuurwiel sloten. „Iedere willekeurige vrouw, Sir Jerome, en hoe veel te meer dan nog deze speciale." „Ik vrees, dat ik u zal moeten verzoeken, wat duidelijkei te zijn." „Niets liever dan dat," zei Paddy Joe, ter wijl b in zijn binnenste den hemel om ver geving smeekte voor de halve leugen, die hij ging vertellen. „Zij, de drie vrienden, die ik bedoel, waren dien nacht de rivier opgeroeid en toen ze terug kwamen, stopten 'ze op dc hoogte van het schuitenhuis. Terwijl ze daar stillagen, hoorden ze het geluid van een worsteling op het pad en den val van een zwaar lichaam en toen het gerucht van vlugge voetstappen." „Hebben zij dengene, die wegliep kunnen zien?" Sir Jerome had de halve legen ge slikt. Paddy Joe ging op die vraag niet in. „Wij willen geen namen noemen," zei hij. „Die voetstappen waren heel snel en heel licht." „Voetstappen van een vrouw, is dat het, wat u zeggen wilt?" De stem werd strenger. „Een vrouwenhand is niet gauw sterk ge noeg om een man te dooden, mijnheer Long!" „Dat is zoo. Maar den volgenden morgen vond men het lijk van Ambrose Trant en er was niet heel veel noodig )m hem te doo den, dat weet u zelf." Sir Jerome fronste de wenkbrauwen, alsof hij iets niet begreep. „Mac r waarom komt u daar nu pas mee aan. na - ier maanden?" „Omdat één van die drie mannen dien avond een tijdje in het park geweest is, en dat feit is bekend ik zeg niet bq wie. Doch er bestaat nu een kans, dat die man onder vraagd zal worden. Als dat zoo is, dan zullen zijn beide vrienden probeeren hem te helpen, het koste wat het wil." „Door alles te vertellen, wat aj weten." „Precies!" „Maar waarom komt u-daarmee bij mij, mijnheer Long." „Omdat de drie mannen nog steeds van meening zijn, dat ze niemand schade moeten doen. Zij zullen blijven zwijgen als er van hier uit niet gepraat wordt." Sir Jerome was vlug met zijn antwoord klaar te vlug. „Ik begrijp, wat u bedoelt. Die verzekering kan ik u geven, mijnheer Long." „U spreekt alleen uit uw eigen naam, Sir Jerome?" ,,U kunt gerust die vrouw elke vrouw buiten beschouwing laten." Paddy Joe bleef hem sterk aankijken, ter wij hij langzaam en koppig het hoofd schud de. „Ik wou, dat het waa was, maar waar het een kwestie van leven en dood is voor een vriend, ben ik niet bereid welk risico dan ook te nemen." De oudere man keek met een droevig glimlachje Paddy Joe aan. „Maar deze vrouw zult u toch buiten beschouwing laten, mijn heer Long", zei hij, met kalme volharding, want u wist niet, dat ik mijn zoon Ambrose gedood heb ik ben nog heel licht en vlug ter been. Paddy Joe antwoordde niet. Zjjn blik bleef gevestigd op zijn eigen voet op de treeplank van de auto en hij bleef daar zwijgen, dat Sir Jerome, die hem tersluiks aan had zitten kijken verontwaardigd de wenkbrauwen fronste en haastig begon te spreken daar bij zoo vlot, dat het wel leek, also; hij een van buiten geleerd lesje op zei. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 7