Vij lazen voor U
De Staat gedagvaard
Radioprogramma
ias
/flo or
edgar ric_
burroughs
Door zijn overwinning op Ungo had Tarzan
het koningschap over de troep apen gekregen.
Maar enkele van de jongere dieren waren het
hiermede niet eens. Het was gewoonte, dat
ieder, die wilde, met den nieuwen koning
mocht vechten, om te trachten hem te over
winnen. Een der jonge, grote dieren kwam
langzaam en. brommend op hem af. Tarzan
was niet bang voor hem, maar hy wist, dat,
als na dit dier er weer een ander zou komen,
om tegen hem te kampen, hij door overver
moeidheid zou worden overwonnen, vandaar
dat hij wilde proberen een gevecht te voorko
men. Hij richtte zich in zijn volle lengte op
en riep uit: „Tarzan doodt!" Daarna liep hij
naar het vreselijke dier toe, dat bang werd,
toen hij de witte gedaante op zich toe zag
komen. Hij wilde omkeren, maar Tarzan gaf
hem daartoe geen gelegenheid. Hij wilde, dat
hij onmiddellijk als koning van de apen werd
erkend. Daarom greep hij den jongen aap
beet, tilde hem gemakkelijk boven zijn hoofd
en smeet hem daarna tegen de grond. Vol be
wondering keek de troep apen nu naar hun
geweldigen, nieuwen koning. En Tarzan be
raamde een plan om zijn onderdanen te ge
bruiken bij de gevaarlijke avonturen, die hem
en zijn vrienden te wachten stonden.
DE GEREFORMEERDEN OVER DE
JODENVERVOLGING.
„HITLER EEN WERKTUIG VAN
GODS TOORN."
iHet Volk (S.D.A.P.) schrijft:
■Toen de verontwaardiging over de Duit
se pogroms zich door heel Nederland
i in protest en betooging, heeft 'n be-
jgrijke bevolkingsgroep zich nagenoeg
hral met nadruk afzijdig gehouden. Het
Ö_j> mlvinistisch volksdeel toonde zich zeer
iresorveerd in zijn oordeel over de gebeur-
nissen aan gene zijde der oostergrenzen.
Noch uit de A.R. Partij noch uit
de Gereformeerde Kerken in Ne
derland, die practisch de politieke
en godsdienstige omgrenzing dier
groep vormen, kwam eenig stellig
openbaar getuigenis tegen de nazi
misdragingen, om maar te zwijgen
van eenigen aandrang op de lands-
regeering tot milder toepassing van
het asylrecht.
Het blad vond echter in de (geref.) „Hil-
rsumsche Kerkbode" een artikel van ds.
Laarman, waarin deze zijn meening
5_o.' er de pogroms naar voren brengt.
«"De strekking van dit artikel komt, aldus
t blad, kortweg hierop neer:
De Jodenvervolgingen zijn te wijten aan
Joden zelf. God straft hen en blijft hen
ps'ajraffen, omdat zij den Christus niet als
w. iessias erkennen, zooals Hij in de dagen
m Jesaja de Assyriërs over het zondigen-
S> Israël deed komen.
Zooals toen Assur een geesel in Gods
and, zoo zijn thans Stalin en Hitier de
rerktuigen van Zijn toorn. Op hun beurt
v lullen echter ook zij gestraft worden. „Als
ln ,|e ie stok gebruikt is, wordt hij gebroken en
jchoo! ingeworpen". Daarom, wee den Assyriër!
Tot zoover ds. Laarman.
Het Volk vraagt nu:
Hoe zit het met de niet-Joden, die sinds
opkomst van de Nazi-terreur worden
«rdrukt? De socialisten en communisten
rallen, volgens ds. Laarman's beschouwin-
an, hunl ot wel hebben verdiend, maar
ut hebben de belijdenis-christenen, de vele
nangelische predikanten, de honderden ka-
Solieke geestelijken, die God gehoorzamer
uren dan I-litler, dan voor kwaads gedaan?
Ia hoe zit het met de Joden in de demo
nische landen, die geen haar minder
nidsch zijn dan hun geloofsgenooten in
hitschland, Polen, Italië, maar die niet
tvolgd worden?
iet Arbeidersorgaan merkt verder op,
t ds. Laarman wel wat meer eerbied had
M
2-4
t zijn
ie ii
WNl
- Uit de Pers van heden
kunnen toonen voor het oude volk, waaruit
de Christus wilde voortkomen en staaft deze
opmerking met. verschillende citaten, uit het
gewraakte artikel, waarvan wij er hier en
kele overnemen:
„(God) heeft zich een stok uitge
zocht om te slaan. Want dat volk
wil niet naar Gods stemme hooren
Met gelaatstrekken verwrongen van
woede vervloeken ze den overwel
diger. Maar 't is een machtelooze
woede. Ze kunnen wel bijten in de
stok, waarmee ze geslagen worden.
Maar ze zien niet de Hand, die dien
stok vasthoudt" en
„Israël heeft zich een nieuwe grondslag
gezocht in mammonsdienst, om daardoor
een beheerschend positie in de wereld te
verkrijgen."
Een zin als deze laatste venvacht men,
aldus het Volk, nu toch eerder in „Volk en
Vaderland", dan in een Gereformeerde
Kerkbode.
„VERKEERSOFFICIEREN".
Het Handelsbl. (lib.) bepleit, ter vermin
dering van het aantal verkeersongevallen,
cle instelling van een z.g.n. „verkeersbriga-
de", welke de overtredingen der wegge
bruikers zou moeten signaleeren.
Op snelle motoren gezeten, moeten leden
van die brigade, volgens, het blad overal
op het onverwachts kunnen verschijnen,
liefst in tweetallen, ter wille van de bewijs
voering, indien deze noodig mocht zijn.
Hun ingrijpen dient stipt en met gezag te
geschieden. Niet altijd behoeven zij straffen
uit te deelen. In zeer vele gevallen zullen
reeds hun aanwezigheid alleen, en het ont
zag vooi hun mogelijke verschijning aan
den verkeershorizont, voldoende zijn om
onbehoorlijke weggebruikei's tot de orde te
roepen. Maar daartoe is bepaald onmisbaar,
dat dergelijke „verkeersofficieren" met tact
doch tevens met kracht kunnen optreden,
zoowel tegen sommige ruwe klanten op den
bok van sommige vrachtauto's, als jegens
hooghartige meneeren die soms mochten
meenen, dat de verkeersregelen er slechts
voor anderen zijn.
Onze Oost
De bandjirs op Celebes
Meer dan 100 dooden.
Het aantal dooden tengevolge van den
grooten bandjir op Celebes, waarvan wij
dezer dagen uitvoerig melding maakte, is
voor het district Polewali belangrijk hooger
dan aanvankelijk werd opgegeven. Hier
door is het totaal aantal dooden thans, al
dus de N.R.Crt., tot 113 gestegen.
Vorderingen van twee wilde
busdiensten afgewezen.
Zaterdag j.1. waren aan den president
van de Haagsche rechtbank wederom twee
korte gedingen voorgelegd aanhangig ge
maakt door wilde autobusdiensten togen
den Staat der Nederlanden.
Het waren de N.V. Nederlandsche Unie
en Schouten's automobiel Centrale, die een
dienst onderhielden tusschen Amsterdam
en de Nederlandsch-Belgische grens. De
Spoorwegen hadden verbod van deze dien
sten gevraagd bij den president van de Am-
sterdamsche Rechtbank en dit verbod ook
gekregen.
Hierop breidden de beide diensten hun be
drijf uit en reden van Amsterdam naar
België. Dit wilde in werkelijkheid zeggen,
dat zij het Hollandsche douane-kantoor te
Zundert passeerden, doorreden tot aan het
douanekantoor te Wuestwezel en dan om
keerden om weer naar Nederlandsch gebied
te gaan.
Zij stelden zich op het standpunt, dat ze
op deze manier „een ander traject" reden,
waardoor het verbod van den Amstcrdam-
schen president niet gold. Toen de politie
niettemin hun diensten beleitte, dagvaar
den zij den Staat in kort geding.
De president van de Haagsche rechtbank
wees evenwel hun vorderingen af, o.m.
overwegende, dat het zijn taak niet is een
interpretatie te geven van de strekking
van de vonnissen van zijn ambtgenoot te
Amsterdam.
Predikant opgelicht
Uitgever eigende zich meer dan
10.000 onrechtmatig toe.
De Haagsche politie heeft aangehouden
den 32-jarige uitgever L.L., wonende te
Voorburg, verdacht van verduistering van
tien- twintigduizend gulden ten nadee-
le van een predikant.
Deze had in 1933 de uitgave op zich geno
men van een liederenbundel „Geestelijke lie
deren uit den schat van de kerk der
ecuwen."
Dit bracht veel werk met zich mede en
daarom droeg de predikant na enkele ja
ren de geheele administratie, met het fi-
nancieele beheer der uitgave over aan L.L.
die daardoor in den loop van den tijd
over vrij groote bedragen te beschikken
kreeg.
Thans wordt L. L. er van verdacht een
groot bedrag, varieerende tusschen f 10.000
en f 20.000 te hebben verduisterd. Dit geld
behoort grootendeels den predikant toe en
was hem voor een ander deel door derden
ten behoeve van de uitgave geleend.
Meisje valt uit rijdende auto
Doodelijk ongeluk te Nieuwe
Tonge.
Gisterochtend omstreeks tien uur is het
achtjarige meisje Dora Teuteberg uit Rot
terdam uit een rijdende auto gevallen en
onder de wielen terecht gekomen.
Het kind was onmiddellijk dood.
Het slachtoffer zat in een auto, welke
bestuurd werd door haar vader. Zij waren
op weg naar Nieuwe Tonge. Door nog niet
bekende oorzaak is de deur van den wagen
op den Stovendijk te Nieuwe Tonge, open
gegaan, waardoor het meisje uit de auto
viel, met het vermelde noodlottige gevolg.
Het stoffelijk overschot is naar Rotter
dam vervoerd.
Vuurgevecht met bandieten
Twee mannen in Michigan ont
voerd.
Drie met geweren gewapende bandieten,
waaronder één vrouw, raakten in gevecht
met de politie in White Pigeon, Michigan,
Zij ontvoerden, volgens een bericht uit New
York aan de Daily Express, twee mannen
en verdwenen.
Men gelooft, dat twee der bandieten de
bankroovers Benny Dickson en zijn vrouw
Esther zijn. Eerder op den dag waren zij
alreeds gesignaleerd en werden gesommeerd
om te stoppen, maar de Dickson's antwoord
den met revolvervuur.
De politie opende nu ook het vuur, maai'
juist toen zij met een vaart van 80 k.m.
per uur achter de auto der bandieten aan
snelde en deze bijna had ingehaald, werden
de voorbanden der politieauto door kogels
doorboord.
De bandieten reden naar het nabijgelegen
benzinestation Vicksburg en maakten den
eigenaar wakker. Nadat deze de tank van
de auto had gevuld, werd hij meegenomen
in den wagen. Eenige minuten later werd
bij een boerderij gestopt, waar zij den boer
vroegen, waar zij een dokter vinden kon
den. Hij vertelde het hun en werd even
eens meegenomen.
Alle wegen welke toogang geven tot den
staat Illinois werden afgezet, maar de
bandieten slaagden erin door de afzetting
heen te breken en de vlucht te nemen naar
Chicago.
Een fluitwonder
Vierjarig Engelsch jongetje kam
pioen.
Op elk gebied vindt men in den tegen-
woordigen tijd wonderkinderen; zegt de
Daily Express. Nu is er in Engeland een
fluitend wonderkind. Ariene Lomers is vier
jaar oud en behaalde het kampioenschap
in een concours te New York voor fluiten
de kinderen. Het blad voegt eraan toe, dat
de kleine Ariene zéér zuiver en met veel
gevoel fluit.
VRIJDAG 2 DECE1MBER 1938.
Hilversum I, 1875 en 415.5 m.
Algemeen Programma, verzorgd door de
NCRV.
8.00 Schriftlezing, meditatie.
8.15 Berichten, gramofoonmuziek.
(9.309.45 Gelukwenschen).
10.30 Morgendienst.
11.15 Pianovoordracht en gramofoonmuziek.
12.00 Berichten.
12.30 .Quintolia" en gramofoonmuziek.
2.00 Gramofoonmuziek.
2.252.55' Chnst. Lectuur.
3.00 Zang met pianobegeleiding en gramo
foonmuziek.
5.00 Declamatie.
5.10 Vervolg concert.
5.35 Vervolg declamatie en gramofoonmuziek
6.15 Gramofoonmuziek.
(Ca. 6.30 Berichten.).
6.30 Tuinbouwpraatje.
7.00 Berichten.
7 15 Literaire causerie.
7.45 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Bericht.
8.15 NCRV-orkest.
9.00 Exegistische causerie.
9.30 Vervolg concert.
10.00 Berichten ANP, actueel programma.
10.45 Causerie óver lichamelijke opvoeding.
11.00 Viool en piano.
11.30 Gramofoonmuziek.
11.5012.00 Schriftlezing.
Hilversum IT. 301,5 m.
8.00 VARA. lv.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00
AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA
10.40 VPRO. 11.00—12.00 VRAA.
8.00 Gramofoonmuziek Om ca. 8.16 Bericht.).
10.00 Morgenwijding.
10.20 Esmeralda.
10.50 Declamatie.
11.10 Gramofoonmuziek.
11.20 VARA-orkest.
12.00 AVRO-Amusementsorkest. (Ca. 12.15
Berichten).
12.45 Ensemble Jetty Cantor.
2.00 Ensemble Jetty Cantor.
2.30 Declamatie.
3.00 Cabaretprogramma.
4-.00 Gramofoonmuziek.
5.00 Voor de kinderen.
5.30 Orgelspel en gramofoonmuziek.
6.15 De Ramblers. (Om 6.28 Berichten).
7.00 V AR A-Kalender.
7.05 Causerie „Engelsehe caricaturisten",
7.23 Berichten ANP.
7.30 Berichten.
7.35 Causerie „Wat en hoe gelooven wij?" (8)
8.00 Viool en piano.
8.30 Causerie ,,Het stilleven als uiting van
religieus gevoel".
9.00 „Le Coq dor", opera (opn.).
9.30 Radiotooneel met muziek.
10.00 Gramofoonmuziek.
10,30 Berichten ANP.
10.40 Avondwyding.
11,00 Zang en piano.
11.30 Jazzmuziek (gr.pl.).
11.5512.00 Gramofoonmuziek.
feuilleton
MAURICE WALSH
Uit zijn oogen blaakte het magnetisme van
Sn persoonlijkheid. Nog een moment en hij
haar in zijn armen gegrepen hebben en
ut haar de kamer uitgestormd zijn. Maar
»r hij zich kon bewegen, had zij zich op
'ar hielen omgedraaid, zoodat ze recht tegen
«r Rogue McCoy kwam te staan.
.,U hebt veel te lang gezwegen, mijnheer
Suart!" zei ze koel, „waarom toch?"
Doch Rogue bleek even koel als zij te zijn;
-tt zou een vrouw niet licht gelukken, hem
een enkele scherp gestelde fraag van
zi)n stuk te brengen. Langzaam stak hij zijn
8"n uit, pakte haar bij haar elleboog, en, als
ware ze een klein meisje geweest, dat een
terechtwijzing verdiend heeft, zwaaide hij haar
H totdat hij tusschen haar en Eudmon
Butler kwam te staan. Zonder eenige vrees
keerde hij zijn vijand den rug toe.
..Nu niet meer vragen, jonge juffer, maar
bisteren." Hij sprak met zijn zangerige,
Schotsch-Iersch accent. „Twee keer heb ik
gewaarschuwd dit hier is de derde en
batste keer. Maak, dat je wegkomt, en ga
bleen. Er is iets van verwantschap tusschen
J02® beide persoonlijkheden, en omdat het
«turn mij nu eenmaal pardoes midden in deze
geschiedenis heeft neergezet, wil ik mijn best
aoen, om te voorkomen, dat je in dit speciale
pval domme dingen gaat doen. Heb je me
begrepen? Je hebt iets in je wezen, dat niet
verslingerd mag worden aan dien Eudmon
Butler, al zou ik hem in stukken moeten
scheuren, om het niet zoo ver te laten komen."
Een oogenblik hield hy haar een arms
lengte van zich af en de druk van zijn vingers
iets in zijn vastbesloten mond en een gloed
in zijn diepliggende oogen vertelde haar, dat
hij ieder woord gemeend had. Toen deed hij
een stap opzij en liet haar den weg vrij.
Zoolang hij haar arm vast hield, had
Elspeth Trant zich niet verroerd; nu onder
wierp zij de drie mannen stuk voor stuk aan
een nauwkeurige beschouwing. Toen, zoo
plotseling, dat het hun alle drie een schok
gaf gooide zy het hoofd in den nek en begon
te lachen, met een helderen lach, waarin iets
klon: van bittere vroolijkheid, een onbarm
hartige spot en een zoete, wilde vreugde,
waar nooit iemand iets van zou kunnen be
grijpen. Uit haar gezicht was ieder greintje
kleur verdwenen, er straalde een gebiedend
licht uit haar oogen, elk harer zwarte haren
scheen een eigen leven te hebben verkregen.
Ze legde een hand op het hart.
„Dus ben ik een pion in het spel van
jullie mannen? Neen! In eei enke' spel wil
ik meer pion zijn-. Kijk me eens goed aan.
Hier 9ta ik, Ailish Jonroy, dochter uit een
vorstelijk geslacht en ik wil voortaan mijn
eigen spel op mijn eigen manier spelen. Het
spel kan beginnen mijne heeren!"
Met deze woorden keer*" e zij ,ich om, en
wandelde kaarsrecht, met opgeheven hoofd,
het vertrek uit, den nacht in.
8.
Maar buiten in den nacht, achter de jonge
ceder, voelde Elspeth Trant of liever
Ailish Conroy zich niet anger de koningin
uit het schaakspel. Ze was nu alleen maar
meer opgewonden en bang. Ze pakte Jamesy
Coffey bij de mouw en trok hem mee over
het gras, tot ze buiten de lichtstreep ston
den. Julie hielp al duwende een handje mee.
want hij wilde volstrekt niet weg van het
venster. Midden op het grasveld gekomen,
plantte hij zijn voeten stevig op den grond
en weigerde zich nog langer te laten drijven,
waarop Elspeth hem bij de opslagen van zijn
jas greep en hem heen en weer schudde.
„Wat moet ik beginnen? Wat moet ik be
ginnen
„Voor zoo'n klein vrouwtje ben je al aar
dig aan den gang," zei Jamesy boos.
„Maar ik ben zoo bang zoo bang!" Haar
stem werd dringend. „Ik moet weg van dit
afschuwelijke huis. O, toe! Je kunt me hel
pen als je wilt. Wil je me alsjeblieft
verbergen net zooals je Rogue McCoy ver
borgen hebt gehouden?"
„Wel alle drommels!" ze' Jamesy, voor een
enkele maal in zyn leven van zijn stuk ge
bracht.
„Alleen maar een paar dagen." bleef ze
aandringen, „tot ik tijd heb gehad, om "tot
bezinning te komen. Ik zal heusch niet lastig
zijn in het minst niet lastig. Ik ben gewend
in de vrije natuur te leven en en ik
kan alles begrijpen. C toe, doe het toch!"
Jamesy Coffey krabde zich eens aan zijn
blauwe kin. Per slot van rekening was het
Julie Brien, die tot woorden zoowel als daden
overging. Haar stem, gewoonlijk zoo zacht en
een weinig heesch, kreeg iets van de klokke-
klank van die van haar moeder.
„Lieve dame"' Beschermend sloeg zij haar
armen om de trillende jonge vrouw naast
haar heen. „Kom mee naar moeder die zal
weten, wat we doen moeten. Ga maar dade
lijk mee."
9.
Toen Elspeth Trant de deur uit was ge
stapt, heerschte er eerst in de kamer een
diep -wijgen. Geen der drie mannen keek den
ander aan, ze waren alle drie te zeer in hun
eigen gedachten verzonken. Eén ding hadden
die gedachten gemeen: verbazing over de
niets ontziende wreedheid "e* vrouw.
De oudste van het gezelschap bewoog zich
het eerst. Hij deed de la van zijn schrijftafel
met een klap dicht, leunde achterover in zijn
stoel en streek met zijn beide ongewapende
handen door het haar.
„Zoo is het,' zei hij, ,ons spel is uit, en met
jou hebben we afgedaan, Butler."
Eudmon Butler gaf geen antwoord. Hy was
nog niet weer in evenwicht. Hij stak zijn
vinger tusschen hals en boord en maakte een
beweging alsof zijn boord hem te nauw ge
worden was. Toen viel zijn oog op de schrijf
tafel en op zijn glas. Het was nog halfvol.
Langzaam stak hij zijn hand uit en hief het
op, tot zijn oogen gelijk waren met den rand.
Hy keek Rogue McCoy aan. En Rogue hield
hem scherp in het oog, iedere zenuw gespannen
Ging hy werkelijk alleeen maar een slok
nemen
Plotseling verwrong zijn heele gezicht onder
een vlaag van woede. „Jou hond"! barstte hij
uit, en tegelijk slingerde hij het glas zijn
vijand recht in het gezicht terwijl hij zich op
hetzelfde moment met zwaaiende armen op
hein stortte.
Maar Rogue was voorbereid, dus het nood
zakelijke onderdeel van een seconde vlugger
dan zijn aanvaller; met één enkele, bliksem
snel glijdende beweging was hij onder glas
en armen weggedoken; het glas sloeg te
pletter tegen den muur en de Zwarte Hoofd
man bonkte, door één slag tegen zijn borst
been getroffen, neer in den hoek bij de deur.
„Nu is het met je gedaan, Butler!" bromde
Rogan Stuart diep in zijn keel.
Maar nog voordat Eudmon Butler er in
geslaagd was, weer bij den muur weg te krab
belen, voordat Rogan Stuart zich op hem kon
storten, klonk er luid en scherp een com
mando van bij dé open deuren.
„Zacht wat! Zacht wat! Ik heb jullie beiden
onder schot!"
Het was inderdaad een nacht vol verras
singen.
Midden in de deuropening geplant, welke hij
met zijn breede schouders bijna geheel vulde,
stond daar Jamesy Coffey, de kolf van zijn
geweer tegen zijn wang gevleid, één hand aan
de beide korte loopen, die regelrecht op het
midden van Butler's overhemd gericht waren.
Hij had nu het gezicht, dat alle Coffeys ver
toonden, als ze gingen vechten: koud en ge
vaarlijk, de zwarte wenkbrouwen neer, het
oogwit zichtbaar onder de blauwe oogen, die
wel ijssplinters leken.
„Zeg jij het maar Rogue", drong hy aan,
„op je eerste woord schiet ik hem zyn hart
uit zijn lijf."
Rogue McCoy haalde langzaam en diep een
paar maal adem en ontspande zijn spieren en
zijn zenuwen. Jamesy Coffey's aanwezigheid
en Jamesy Coffey's eigenaardige tongval en
wijze van uitdrukken waren voldoende om alle
leelijke aandoeningen te bezweren. Verdwenen
was zijn vaste voornemen om te dooden, ver
dwenen de met purper doorweven duistere
sluiers, die zyn geest een oogenblik hadden
omfloerst, verdwenen de sombere demonen
met hun verleidelijke inblazingen.
„Neen, Jamesy!" zei hij. „Hy is per slot
van rekening niet meer dan een levend lyk.
Laat hem maar loopen." Hoe dikwijls had hij
zichzelf niet als een levend lijk beschouwd?
Eudmon Butler hing ineengezakt tegen den
muur. Die vreeselijke slag had hem half be
dwelmd en zijn adem benomen. Lichaam en
geest leken hem bedwelmd te zijn. Hij was
óp. Niets bleef over van zijn eigen kracht,
niets stond hem in het leven meer te wachten.
Wat kon hem nog baten? Het spel was ver
loren.
Rogue McCoy behandelde hem nu als
iemand, waar het niet meer op aankomt. Hy
stapte recht op hem af opende de naast-
bijzijnde deur, pakte hem zonder ruwheid bij
zijn schouder en duwde hem de duistere gang
in.
„Zie maar met jezelf in het reine te komen,
man die er geweest is als God het je
tenminste toestaat,' zei hij, waarna hij de
deur achter hem dicht deed en de kamer door
liep tot waar Jamesy in de open deuren
stond.
„Jij bent als het onkruid het is maar
goed, dat je niet vergaat!" zei hij zacht.
Jamesy keek hem grinnekend aan en liet
toen zijn oog op het ingekorte geweer vallen.
..Alle joden!" zei hij. „Ik bedenk me daar nu
pas, dat het niet geladen was."
Wordt vervolgd.)