Radioprogramma j VERBODEN DOOR EDGAR RICL. jBURROUGHS 49. Tarzan kneep zijn ogen dicht om het eigen aardige beest daai beneden zich beter te kunnen zien. Het leek wel een exemplaar van een voorhistorische hagedissoort. welke eeuwen en eeuwen geleden geleefd had. De aapman keek nu naar den krijger. Hij be- rgeep, dat dezen man hem van groot nut zou kunnen zijn bij het verstrekken van in lichtingen over De Verboden Stad. Als de di- nosauris hem doodde, dan zou hij waardeloos zijn. -Vandaar dat Tarzan onmiddellijk besloot hem te helpen en sprong naar beneden. De krijger zag de bijna naakte gebruinde reus uit de wolken neerkomen op de rug van de stijgerende dinosauris. Even later zag hij den vreemdeling op de nek van het beest klim men, terwijl hij tevergeefs trachtte zijn mes in de nek te platen. Het vreselijke dier sloeg met zijn staart over zijn kop en trachtte zijn vijand te raken. Een ogenblik stond de krij ger als aan de grond genageld door dit vreem de schouwspel, doch al spoedig herkreeg hij zijn bezinning. Hij kon nu zijn kans waarne men om te vluchten en de vreemdeling over te laten ten prooi van het ondier. Wij lazen voor U GAAN WIJ ONS BLAMEEREN? Onder dezen titel schrijft de Maasbode '(r.k.) Men zal zich herinneren, dat er moeilijk heden gerezen zijn tusschen de vertegen woordigers van de vakvereenigingen der kunstenaars en de leiding van de Neder- Jandsche afdeeling op de groote wereldten toonstelling te New York. Het is zelfs zoo ver gekomen, dat de georganiseerde kun stenaars ervan af hebben gezien, opdrach ten voor deze tentoonstelling te aanvaarden. Maar hoe is het met San Francisco? Ook daar wordt een internationale tentoonstel ling gehouden; ook daar zal Nederland ver tegenwoordigd zijn. Van moeilijkheden met de kunstenaars hebben wij niet gehoord, maar dat wil nog niet zeggen, dat alles in goede handen is. Het schijnt in ieder geval dat de Tentoonstellingsraad zich met deze aangelegenheid niet heeft bemoeid. Maar nu krijgen wij foto's toegezonden, die gemaakt zijn naar geschilderde por tretten van de leden van ons Koninklijk Iluis. Reeds uit de reproducties blijkt, dat we hier te' doen hebben met dilettantisme van de ergste soort. Do maker van deze pro bcersels, die er naïef zijn naam bij zet, is uiteraard een geheel onbekende grootheid in het rijk der beeldende kunst. Hij is ken nelijk een amateur, wiens pogingen men vergevingsgezind zou kunnen gadeslaan, in dien zij bestemd waren te blijven binnen 's mans eigen huiskamer. Maar dat zijn ze niet. Ze zullen geplaatst frorden in oen molen, welke deel uitmaakt van de Ncdcrlandsche afdeeling op de ten toonstelling te San Francisco! Men mag weten, wie voor zulke plannen verantwoordelijk is. En misschien is het nog niet te laat om te voorkomen, dat Nederland zich in zijn cultureele zorgeloos heid lichtelijk belachelijk gaat maken aan de Golden Gate! HET BINNENHOF IS GEEN ARENA! In de Maasbode vinden wij ook nog de volgende ontboezeming: De grootheid van de N.S.B. straalt overal. Een van baar propaganda-sterren is de heer Van Vessean, ons eens beschreven als een man, die de Eerste Kamer van aan schijn zou doen veranderen. Het begint er op te lijken. Het ex-liberale Utrechtsche raadslid, die in de Kamer even veel belangstelling trekt als een fietser op een stadsplein, heeft den laatstcn tijd de aardigheid den voorzitter der Eerste Kamer te plagen. Hij vraagt stemming over schier alle wetsontwerpen; Dinsdagavond zelfs over notulen en verzocht zijn stem met de ge luidsversterking te helpen, als hij het woord voor deze heldendaden neemt. Vroeger schreven wij reeds aan het adres van den Eerste-Kamerpresident, dat deze Uit de Pers van heden zich moest herinneren, dat de voorzittersze tel niet midden in de arena staat, en wij geven toe, dat baron De Vos v. Steenwijk zich wel wat overgevoelig toont voor spelde- prikken van een zijde, die hem in haar pers op unfaire wijze heeft, bestookt. Maar de heer Van Vessem is een welopgevoed man en de voorzitter van de Eerste Kamer is, alhoewel physiek flink, toch een man, die spoedig tachtig jaar wordt. Het moet ons, alle politiek terzijde gela ten, van het hart, dat wij n/imnmer een ar beider, ook geen,van de zoo gesmade „mar xistische" arbeiders, die de eer hadden lid der Eerste Kamer te zijn, zóó onheusch heli- ben zien optreden tegen een grijsaard als de nationaal-socialistisohe heer Van Vessem zich veroorlooft. Misschien noemt men dit in zijn kring ook al sentimenteel humanisme. Wij noe men het beschaving. In Nederland is zij al tijd een eigenschap geweest óók in den principieel politieken strijd. VRIJEN ZIJ NIET? Uit het Volk knipten wij het volgende stukje: Wij zaten dezer dagen op een katholieke bijeenkomst en daar trad de katholieke jeugd op. Zij kwamen op het tooneel, zin gend: wij zijn jong en dat is fijn. Zij dansten een reidans, een stokdans, zii droegen kamp- pakjes en het was, alsof wij „thuis" waren. Je behoefde niet eens de oogen dicht te doen om te denken, dat daar niet een ka tholieke jeugdgroep, maar de A.J.C. op het tooneel stond... En toen zongen ze nog „Jan de mulder" ook, dat wij van de A.J.C. dikwijls hoorden en dat de „Wielewaal" nogal eens voor de radio zingt. Inderdaad wij waren „thuis" Totdat ineens... wat zongen zij daar toch! In de laatste regel van „Jan de mulder" hoorden wij plotseling een onbekende klank. In het volgend refreintje letten wij terdege op en, werkelijk, zij zongen iets anders. Het oeroude, oud-HoHandsche liedje luidt: Jan de muldere met sijnen leren kul- der, met sijn leren broekje aan. wolde so géren, sonder mankeren, wolde so gèren uit vrijen gaan. En daar op het tooneel zongen zijwolde so géren naar Brussel gaan. Nu zitten wij met een probleem. Wij pij nigen ons hoofd met de vraag: vrijen die frissche jongens en meisjes die er allang den leeftijd voor hebben nou werkelijk niet of gaan zij daarvoor heelemaal naar Brus sel!? Want dat het katholicisme tegen het vrijen is, hebben wij eigenlijk nimmer be merkt. Of mag er, aldus het blad, alleen in zoo'n oud liedje niet over gezongen worden? Directeur van boeren leenbank gearresteerd Ruim een ton verduisterd. Opzienbarende aanhouding te Roswinkel. De marechaussee van Emmercomr pascum heeft Dinsdagavond onder verdenking van verduistering den landbouwer K. G. te Roswinkel, ge meente Emmen, gearresteerd. De heer G. is directeur van de Coöporatie.ve Boerenleenbank te Ros winkel, bij welke bank een kaste kort is geconstateerd, dat, naar wij vernemen, niet onaanzienlijk bo ven de honderdduizend gulden uit gaat. Het is nog niet mogelijk, het juiste bedrag van het tekort vast te stellen, aangezien he accountants-onderzoek, dat vanwege de Justitie wordt ingesteld, nog niet beendigd is. De gearresteerde nam in zijn woonplaats een zeer vooraanstaande positie in. Hij behoort tot de best gesitueerde landbouwers en genoot het volste vertrouwen. Naar ons ter oore kwam werden de boeken regelma tig bijgehouden en zou het tekort moeten worden toegeschreven aan een te gewaagd beheer van de aan de bank toevertrouwde gelden De heer G. leefden overigens in geen enkel opzicht boven zijn stand. De aanhou ding heeft in wijde omgeving groot opzien gewekt. Controle berustte uitsluitend bij plaatselijke landbouwers. Naar wij voorts nog vernemen, had de bank een omzet van meer dan een millioen per jaar een werd zij geheel alleen door den heer G., die bovendien een groot land bouwbedrijf exploiteert, beheerd. De bank behoort voorts tot de weinige instellingen van dien aard, die niet zijn aangesloten hij de oentrale van coöperatieve boerenleen banken te Utrecht. De controlie berustte daardoor uitsluitend bij plaatselijke land bouwers, die bestuurslid of lid van den raad van toezicht der coöperatie waren. Daar de heer G. uitgebreide bezittingen heeft, is het mogelijk, dat de gedupeerde spaarders voor het grootste gedeelte schade loos gesteld kunnen worden. Zijzonderheden zijn daaromtrent nog niet bekend. Lang gewacht, maar toch gekregen! Goede vangst van de politie te Middelburg. Gedurende ongeveer een jaar was te Middelburg en naaste omgeving een reeks van diefstallen met braak gepleegd. Aan vankelijk had het politioneele onderzoek niet het gewenschte resultaat W'el had de politie reeds eenigen tijd iemand op het oog, van wicn zij meende, dat hij aan de ze diefstallen schuldig zou kunnen zijn. Nadat Zondagavond wederom was ingebro ken, heeft de politie dezen man aangehou den. Thans heeft deze, na een aanvankelijke ontkenning, toegegeven, zich aan alle dief stallen, waarvan hij verdacht wordt, Ie hebben schuldig gemaakt.. De man deelde mede, dat hij nog meer op zijn programma had, zoodat met zijn aanhouding een goede vangst is gedaan. Onze Oost D C-4 vliegtuigen in 1940 reeds beschikbaar Geen verlaging van het lucht- postlarief van Indië naar Ne derland te verwachten. ONDERHOUD MET IR. DAMME. Vóór het vertrek van de „Wielewaal" van het vliegveld te Batavia heeft een ver tegenwoordiger van Aneta nog een kort onderhoud gehad met ir. Damme, directeur- generaal van den Nederlandsohen P. T. T.- dienst, die met dit vliegtuig naar Holland is vertrokken. De heer Damme deelde mede. dat hij tij dens zijn verblijf in Indië ook nog bespre kingen heeft gevoerd over het vraagstuk van de gelijkheid der hiohtposttarieven tus schen Nederland en Indië. Hierbij is echter gebleken, dart. andere verlagingen, n.1. die van het binnenlandsche tarief in Nederlandsch-Indië, den voorrang hebben, zoodat een verlaging van het lucht post tarief van Indië naar Nederland in het jaar 1939 niet is te verwachten. Toch staat, het vast, meldt de N.R.Crt.. dat naar die gelijkheid moet worden gestreefd. Ten aanzien van de versnelling van den K.L.M.-dicnst Nederland Indië v.v., vernam de heer Damme uit een tele foongesprek niet den K.L.M.-dircctcur Plesman, dat de aflevering van D.C. 4- vliegtuigen veel spoediger kan geschie den dan men aanvankelijk had ver wacht. In 1949 kunnen de D.C.I's reeds beschikbaar zijn. In begin 1940 zou het eerste toestel kunnen worden ingezet en worden getoetst op spcci- fieke geschiktheid, waarna bij de vol gende toestellen de eventueel noodig gebleken kleine verbeteringen kunnen worden aangebracht. Door de aan schaffing van de D.C.-4's is een spoe diger afschrijving van de D.C. 3's noo dig, in verband waarmede aan de K.L. M. een bedrag van eenige tonnen moet worden beschikbaar gesteld, en wel voor het grootste deel door Nederland Over een eventueel Indisch aandeel in deze kosten zijn in Indië bevredigende besprekingen gevoerd. Verder zijn besprekingen gevoerd betref fende de noodig gebleken verlaging van het telegramtarief Nederland-Indië. De heer Damme was zeer enthousiast over het verloop van zijn reis. Bij zijn vertrek bestond groote belangstel ling van de zijde van" autoriteiten, vrienden en kennissen. ZATERDAG 10 DECEMBER 1938. Hilversum I, 1875 en 415,5 m. KRO-Uitzending. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Ber.), 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstige causerie. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-Orkest. 1.00 Gramofoonmuziek. I.20 KRO-Melodlsten, m.m.v. solist. 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.45 Voor de kinderen. (Om 4.00 Berichten). 4.00 De KF.O-Melodisten, m.m.v. soliste. (4.45o.00 Gramofoonmuziek. 5.30 Esperantonieuws. 5.45 KRO-Nachtegaaltjes. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Berichten, gramofoonmur'ek. 7.00 Berichten. 7.15 Causeri2 over Maurice Blondel. 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP, Mededeelingen. 8.15 Meditatie met muzikale omlijsting, 8.50 KRO-Orkest. 9.00 Russisch gemengd koor. 9.15 Causerie „Cadeaumaand". 9.25 Radiotooneel. 10.15 Vervolg koorconcert. 10.3u Berichten ANP.' 10.40 Internationale sportrevue. 10.55 Gramofoonmuziek. II.0012.00 Adventsprogramma (Gr.pl.). In de pauze: Declamatie. Hilversum II, 301,5 m. VARA-Uitzending. 10.00—10.20 v.m. en 7.30 —8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek (Om 8.16 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Continu bedrijven. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15 Berichten. 12.17 VARA-Orkest. 1.15 De Ramblers. I.45 Gramofoonmuziek. 2.00 „Esmeralda", m.m.v. coliste. 2.30 Causerie over geestelijke en gewapende geweldenarij. 2.503.00 Gramofoonmuziek. 3.05 Reportage. 3.30 Het Residentieorkest, m.m.v. soliste. 4.30 Esperanto-uitzending. 5.30 Filmland. 6.00 Orgelspel. 6.28 Berichten. 6.30 Groningsche uitzending. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Gramofoonmuziek. 7.10 Politie-radiojournaal. 7.30 Bijbelvertellingen. 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP en VARA-Varia. 8.3 VARA-Orkest, m.m.v. solist. 9.00 Schaaknieuws. 9.01 Causene „De VARA opnieuw vooruit!" hierna gramofoonmuziek. 9.15 „En nu... Oké" gevarieerd programma. 10.30 Berichten ANP. II.00 De Ramblers. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. FEUILLETON MAURICE WALSH 60. Langzaam, langzaam vorderde de avond, maar Rogue noch Julie kee.den naar hei kamp terug. Toen het tien uur was geworden, ging Jamesy al mopperend naar bed in de huifkar en Daheen ging met hem mee en nestelde zich verdrietig op Rogue's plekje. Wanneer Rogue kwam als hij dan al kwam zou hij een warm hoekje vinden en hij zou stil naar bin nen glippen en zijn vriendje eens over het haar strijken. Na een poosje ging het licht in den wagen uit. De beide vróuwen waren heel stil. Maag Carty, die dien geheelen avond nog geen v/oord gesproken had, keerde haar gezicht naar den muur en bleef zoo stil liggen, dat Ailish niet zou hebben kunnen zeggen, of ze wakker was of sliep. Het duurde een langen tijd voor Ailish zelf den slaap kon vatten. Haar kooi was onder het v.-nster en ze lichtte een punt van het gordijntje op, om r.aar bui ten te kunnen kijken. Er was geen maan, het was pikdonker: daar ginds op de pier was nog een rood vonkje licht van de herberg, aan de andere zijde van het witte strand flikker den geel de lichten uit het dorp; iedere tien seconden wentelde het licht van den vuur toren een lichtstreep over het heuvelland aan den kant van Limerick. Ze ging weer liggen en spitste de ooren. De wind stak op en klaagde droevig ritselend door het dorre gras. dat boven op den muur groeide, jammerde hoog in de kanteelen van de borstwering, zuchtte heel in de verte tus schen de boomen van het bosch. Van het strand beneden hen kwam het gedruisch van de branding en het scherpe geratel tfan kie zels, die door het vallende water meege sleept werden. Ze ging weer liggen en zuchtte; de onplezierige gedachten lieten zich niet lan ger op een afstand houden. Ze moest toe geven, dat Jamesy gelijk had gehad, dat al dat gefluister en geheimzinnig gedoe het kampleven verstoord had, en haar ontevreden, ja bijna ongelukkig gemaakt had. Maar waar om? Was ze dan jaloersch? Neen! Kreeg die wonderlijke man, Rogue McCoy of Rogan Stuart wat al te veel beteekenis in haar leven? Dat kon ze niet zeggen ze wist het zelf niet. Maar ze begreep heel goed, dat zijn aanwezigheid een prikkel had gegeven aan haar nieuwe levenservaringen; ja ze ging ver der, alle desillusie ten spijt, had hij dat nieuwe leven de moeite waard gemaakt! Ze sliep in en werd weer wakker, en lichtte het hoofd op om te luisteren. Geen enkel geluid, dan dat van golven en wind geen geluid van nade rende voetstappen. Nu zou het haar spijten, als er iemand kwam, want heel diep in haar binnenste had zij een verklaring gevonden voor de Deraadslaging tusschen Rogue en Julie, en wanneer die twee op dit uur van den nacht thuis zouden komen, dan was die ver klaring naar de maan; en dat zou zij niet kunnen verdragen. Nu begon ze te begrijpen, dat Rogue een te groote plaats in haar leven was gaan innemen. Eindelijk viel zij vast in slaap en werd pas wakker, toen het dag werd. Rogue en Julie waren nog niet terug. 2. De hoofdcipier liep het geplaveide gevan genisplein over met Shamus Og. die met op geheven hoofd en den ouden roekeloozen blik in zijn oogen naast hem voortstapte. „Je wilt hier toch hoop ik geen gewoonte van maken, Coffey?" vroeg de cipier. „Van een slechte gewoonte kom je zoo ge makkelijk niet weer af, baas", antwoordde Shamus Og luchtig. „Dat weten we hier maar al te goed. Ik moet toegeven, dat je de vorige keer niet ge boft hebt, je kou je vriend niet in den steek laten maar in het vervolg „Wie vraagt er naar het vervolg?" viel Shamus Og hem bitter in de rede. „Dat hangt heelemaal van jezelf af. Zoo veel gasten hebben we hier den laatsten tijd niet gehad, dat we niet allemaal op de hoogte kunnen zijn van hun geschiedenis. Die van jou was een beetje bont en wild, maar meer ook niet, Shamus Og en je bent de zoon van een fatsoenlijk man „Is die nooit eens wild geweest?" „Net wat ik zeg, wild in een wildemans troep, maai hij heeft zichzelf eruit en er bovenop gewerkt. Dat kun jij ook! Het zou heel goed voor je zijn, als je trouwde." „Of heel verkeerd." „Dat hangt van jou af en van je vrouw." „Daar is maar een vrouw basta, baas. Die neemt vast een bedaarder man. Jullie zult me hier niet weer zien, dat beloof ik u." „Er zijn nog meer gevaren! Nu, goeden dag en het beste!" Het groote slot klikte licht en glad dicht en Shamus Og stapte door de tourniquet de vrij heid .egemoet. In de breede leege straat lag het melan cholieke licht van den dageraad. Het was een sombere December-morgen. 's Nachts had het geregend en de straat steenen glommen kil; in de plassen langs den kant van den weg glom mat zilver; de door den wind geteister de boomen langs de helling, zwaaiden hun naakte takken in de koude vlagen, die de dorre bladeren tot modderige hoopen bijeen- dreef in de hóeken der straat. Shamus Og zette zijn kraag zoo hoog mo gelijk op. „Verdraaid! Wat moest hij me nu weer aan haar laten denken!" Hij stapte den weg op en stond in twijfel stil. Wat moest hij nu? Naar Limerick gaan, waar zijn spul was Wat kon hij anders En dan van Limerick naar Thurles, en van Thur- les naar Birr, en van Birr naar Mullingar, en van Mullingar naar Punchestown en van Punchestown naar Curragh en dan maar weer van voren af aan, al zijn levensdagen lang, met niets in het zicht en dan van tijd tot tijd een wilde uitbarsting als protest te gen dat leege leven. Hij haalde de schouders op. Nou vooruit dan maar! Het duurde nog wel twee uur voor er een trein naar Limerick ging en hij moest den tijd toch door. Hij wist niets beter te doen, dan zich een stuk in zgn kraag te drinken in het één of ander stil kroegje. Waarom ook niet? Hij deed een paar weifelende passen en bleef toen stokstijf staan. „Heilige Moeder Gods!" fluisterde hij. Er was een jonge vrouw om den hoek ko men loopen, lang en slank en met een doek over het hoofd. Die jonge vrouw had al wel een kwartier om dien hoek gestaan, bezig al haar moed bijeen te rapen, wat heel niet ge makkelijk was, en zij werd nu door een soort wanhoop voortgedreven, die met moed niet veel te maken had. Toch kwam ze vast besloten naderbij, met een glimlach op haar gezicht, en zonder eenige verhooging van kleur op de wangen. Maar haar hart deed haar pijn, zoo bonsde het en in haar hals klopte wild een ader. Zij liep regelrecht en zonder te weifelen op Shamus Og toe, die daar als vastgeworteld midden in de straat was blijven staan en stak hem de rechterhand toe. „Welkom weer buiten, Shamus Og," zei ze met een zachte, wat omfloerste stem; zij kon er niets aan doen, dat die stem even trilde. Die schuwe trilling gaf Shamus Og de kracht zijn groote moment als een man te verwerken. Hij greep met zijn linkerhand haar rechterhand beet en haar linkerhand in zijn rechter, zoodat de doek op haar schou ders gleed en haar roode haren te voorschijn kwamen. Zijn greep was allesbehalve zacht en zijn stem evenmin. „Je moet nog een stap verder gaan, Julie Brien." „Wat moet ik zeggen, Shamus Og?" „Net, dat ik tegen jou 7 i zeggen, Dat j\j de eenige vrouw voor me bent en dat ik niet zonder je kan leven en dat ik dat nu weet en dat ik het al dien tijd geweten heb, en dat ik wel terug moest komen en hier ben ik!" „Ik zal alles zeggen, wat je maar wilt, Shamus Og," fluisterde ze zachtjes, terwijl haar ambergele oogen begonnen te stralen, zich dan omfloersden en neergeslagen wer den. „Meer verlang ik niet, schat van mjjn hart," zei Shamus Og, terwijl hij een hand zachtjes op haar schouder legde; „we gaan als man en vrouw naar vaders kamp terug. Heb je vrienden hier in de stad?" „Ik heb twee van je vrienden bij me, Shamus Og," fluisterde zij. Nu was het weer av^ geworden en het had opgehouden te regenen. Twee dagen lang had het onafgebroken geregend en de wateren van de Shannon waren vuil en ge zwollen. Nu was de hemel schoongewasschen en heel bleek blauw, enkele wolkenflarden kwamen uit het westen aandrijven, ze gingen in damp op en verdwenen; de zon, een mat gouden bol boven de heuvels van Knockanore, ontstak over het geheele landschap een som beren brand. Een paar meter bezijden het woonwagen trapje brandde een houtskoolvuur met rooden gloed, daarvoor zat Jamesy Coffey op zijn zeepkist, tegenover hem zat Maag ineenge doken te rooken, terwijl ze op den ketel paste, die bijna aan den :.ook was, Cnder den wagen zat Daheen, bijzonder rustig voor zijn doen met zijn arm om den hals van Rakker, zijn hond; boven aan het trapje zat Ailish Conroy, verdiept in •en boek. Dat boek was een lijst van "ersche plaatmamen en pas gisterenavond had zij ontdekt dat Daheen. de zoon der Iersche kronkelwegen, er veel meer van wist, dan zij zelf. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 7