mmoom Cursus Leerbewerking DE LAMP TARZAN STAD RADOX Radioprogramma in de Woestijn DOOR I EDGAR RICL. j BURROUGHS 62. Tarzan fronste de wenkbrauwen toer. de zes Athairiaansche galeien naar hem toekwamen „Wij kunnen beter teruggaan", zei Gregory. „Dat zal wel niet veel helpen" zuchtte The- tan, „hun boten zijn sneller; zq zullen ons spoedig ingehaald hebben". „Er zit nuts anders op dan te vechten", verklaarde de aapman moedig. Tarzan begreep, dat er niet vee', kans op een overwinning was tegen een zoo talrijken vijand, maartals hij moest sterven, dan zou hij vechtende sterven. Toen de galeien naar de grote bark toekwamen, gaf Tarzan een kort commando en de vijand werd met een regen van pijlen en kogels ontvangen. In hun poging om dekking te zoeken tegen de pijlen der aan vallers, waren de mannen van Tarzan allen aan één kant van de bark gaan staa.i. De boot helde daardoor gevaarlijk over, maakte water op hetzelfde oogenblik schoot een van de vijandelijke galeien op hem af. Het Athairiaan- sche schip, voortbewogen door dertig roeiers, ramde de bark van Tarzan midscheeps. Schuin als zq al lag, liep ze nu helemaal vol water en begon te zinken, terwijl de passagiers over boord sloegen en Je galeislaven, die met zware kettingen aan de boot vastgeklonken warpn, in hun doodsangst als waanzinnigen schreeuw den. Tarzan was overwonnen! (Door een deskundigen medewerker.) LES VIL EEN BEURSJE. Het voorwerp, dat deze week aan de beurt komt en waarop we onze beste krachten gaan beproeven, is een beursje met applicatiewerk. Wat applicatie is? Het is het vastmaken van uitgesneden stukken leer op een ondergrond van leer en wel met het doel een versiering te vormen. Om met applicatie te beginnen, nemen we niet al te slap leer en houden we ons lie ver aan wat steviger soorten. Wat nu het beursje betreft, we hebben er voor noodig: 1 stuk leer waaruit het beursje en de souf- flets (leer voor het applicatiewerk) gesne den kunnen worden, leerband, een druk knoop en eventueel voeringleer. Evenals de vorige voorwerpen kunnen we ook dit beursje weer van schapenleer ver vaardigen. We kunnen het natuurlijk ge verfd of ongeverfd koopen. Het groote stuk is ongeveer 1SV? c.M. lang en 10 c.M. breed en de soufflets 6 c.M. lang en 4*4 c.M. breed. Deze laatste zijn de zijstukjes, die aan weers zijden van de beurs bevestigd worden voor de meerdere stevigheid en om de beurs rui mer te maken. Voor het applicatiewerk wordt een andere leersoort gebruikt, b.v. suède, dat ook van een andere kleur dient te zijn. Men heeft hier alle gelegenheid om mooie kleurencombinaties te kiezen. We be ginnen nu eerst het groote stuk uit te snij den. Zien we hier tegenop, dan kunnen we ook afgepaste stukken koopen. Heeft het stuk de vereischte grootte, dan leggen we het met den rechterkant van het leer naar boven. Nu wordt het leer voor applicatie be stemd, uitgesneden. En daarna leggen we het versieringsstuk, zooals op teekening A is aangegeven op het groote stuk van de beurs en lijmen dit er volgens de reeds vroeger aangegeven wijze op. Denk er aan, het geheel goed te laten drogen; plaats er tijdens het drogen een zwaar voorwerp op. b.v. een boek. Het liefst eerst den volgen den dag verder gaan. Nu knippen we het patroon precies op maat uit en zetten dit met clips op het leer vast. Als het patroon er stevig opzit, d-w.z. zóó, dat het patroon niet kan verschuiven, dan beginnen we de VETPUISTJES verwijdert U onmiddellijk en afdoende door deze te betten met Radox, opgelost in warm water. Bij apothekers en erkende drogisten a f0.90 per pak en f0.15 per klein pakje. gaatjes voor de versiering te slaan. U weet wel, een plankje er onder en van den bui ten, naar den binnenkant slaan. Is dat heel nauwkeurig gedaan, u ziet aan het patroon (A) dat dit zeer zeker moet, dan rijgen we het leerband er door. De kleur van dit band moet weer in overeenstemming zijn, met het leer of hiermee een harmonisch geheel vor men. Denk er om, hoe eenvoudiger en sober der, hoe mooier. Hoe het band wordt vast gehecht, weet u en dat u het niet te strak moet aanhalen, en dat bij iederen steek moet opgelet worden of het band niet gedraaid zit, hoeft wel niet meer gezegd!! Aardig is het en het geheel ziet er beter verzorgd uit, als het beursje gevoerd wordt. Voor voering koopen we dan 1 x het grootste stuk plu6 2 maal de soufflets. We lijmen de voering op den binnenkant van het leer van het beurs je (binnenkant van leer en voering tegen elkaar) en strijken met een schoonen doek van het midden uit het voeringleer naar alle zijden goed uit. Ditzelfde geschiedt met de Soufflet. soufflets, die van te voren natuurlijk op maat uitgesneden zijn. Is dit alles goed ge droogd en er steken stukjes uit, het mag na tuurlijk nooit kleiner zijn, dan het boven leer, dan worden die overhangende stukjes afgeknipt. Hebben we het leer zelf geverfd, dan kunnen de zijkanten in dezelfde kleur worden bijgeverfd met een penseeltje. Nu zijn we aan het in elkaar zetten van het beursje toe. Daartoe beeinnen we eerst de soufflets in te lijmen. U vouwt, zooals aan teekening B te zien is het leer voor het beursje zoover dubbel, dat de soufflets pre cies in dit dubbele gedeelte passen. De ran den van de souffletts. behalve die aan den bovenkant, worden met rubberlijm inge smeerd, evenals een evengroote rand van het beursje en daarna het geheel op elkaar ge legd. flink aangedrukt en 24 uur laten dro gen. (Om de soufflets keurig in het beurs je te krijgen, is het aan te hevelen het ge heel eerst met een gewoon stuk papier te probeeren). Nu moet het beursje met leer band omgewerkt worden,- waartoe we eerst gaatjes of spleetjes slaan (bekend!). Het om werken zal geen moeilijkheden meer opleve ren (Mocht het niet gaan, dan slaan we één van de vorige lessen op) fs dit geschied, dan wordt de drukknoop aangezet en het geheel is gereed. Werk prettig!! Hef Noordhol'andsch Kanaal wordt opengebroken Door de „Ijsbeer". De vereeniglng „IJsstriJd", geves tigd te Alkmaar, heeft besloten, het geheele Noord-Hollandsch Ka naal open te breken. Zij heeft daartoe gehuurd den IJsbreker „Ijsbeer", die gisteren om 12 uur van de Willemsluizen te Amsterdam is vertrokken. Wij gelooven wel, dat dit initiatief door het bedrijfsleven zeer op prijs zal worden gesteld en spreken de hoop uit. dat daar door velen zich gedrongen zullen gevoelen om de vereen. „IJsstrijd" de hooge kosten aan een dergelijk werk verbonden, te hel pen verlichten, door als lid toe Ie treden. Onze Oost Het zedenschandaal te Batavia Dag en nacht worden de verhoo- ren voortgezet. Ook in den vorigen nacht waren de offi cier van Justitie e»n de chef van de alge- meene recherche te Batavia met verschil lende ambtenaren voortdurend werkzaam teneinde verhooren af te nemen in verband met het dezer dagen ontdekte zedenschan daal. Deze affaire vormt thans algemeen het onderwerp van gesprek, zoowel in de hoofdstad als daarbuiten. Omvangrijke hoeveelheden stukken, op verschillende plaatsen in beslag genomen, moesten worden onderzocht en vele getuigen niet alleen afkomstig uit Batavia, doch ook uit Bandoeng en andere plaatsen, werden verhoord. Hoe langer hoe meer blijkt, door geruch ten welke van alle kanten opduiken, dat de grootste voorzichtigheid ten aanzien van de namen van verdachten in acht dient te worden genomen. Zoolang dan ook deze namen niet officieel verstrekt zijn, kunnen zij, aldus de N.R.Crt., uiteraard onmogelijk worden doorgegeven. Intusschen staat vast dat een procuratie houder van een handelsconcern, een verte genwoordiger van een importfirma, als me de een makelaar preventief zijn gesteld. Voor de verhooren. welke dag en nacht voortduren, is zelfs een ploegenstelsel inge steld. Het onderzoek duurt nog voort. Woonschuit uitgebrand Gistermorgen brak brand uit in een woonschuit, liggende in de woonschuithaven aan den Cruquiusweg te Heemstede, en be woond door de familie van der Zwaag. De brand greep zoo snel om zich heen, dat de bewoners, man, vrouw en twee kinderen, van vier en anderhalf iaar. ternauwernood het veege lijf konden redden. De brandweeer die spoedig ter plaatse was. vermocht slechts den ijzeren romp van de schuit te behouden. Niets kon gered worden. De eige naar van de schuit, een steuntrekker, was niet verzekerd. IJsioÜchtingea Noordbolland De Rijkswaterstaat deelt mede, dat in de navolgende Noordhollandsche wateren de vaart ook voor groote stoombooten nog ge stremd is: Oostkust. Marken; Gouwzee, Marken; IJselmeer, Urk en IJselmeer, Den Oever. Op de Waddenzee bij Den Oever en bij Oudeschild is de vaart voor kleine stoom booten en motorvaartuigen gestremd; de ijstoestand is hier veranderlijk en wordt overheerscht door getijdestroom of wind richting. Bij Den Helder wordt de scheepvaart op de Waddenzee niet meer belemmerd, ter wijl ook hier de ijstoestand veranderlijk is. DONDERDAG 29 DECEMBER 1988. Hilversum I, 1875 en 415,5 na. 8.00 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00— 12.00 NCRV. 8.00 Gramnfoonmuziek. (Om 8.15 Berichten), 8.30 H. Mis. 10.00 Gramofoonmuziek. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Het KRO-orkest. (12.45—1.00 Gramo foonmuziek). I.45 Gramofoonmuziek. 2.002.55 Handwerkuurtje. 3.00 Voor de vrouw. 3.30 Gramofoonmuziek. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.00 Cursus handenarbeid voor de jeugd. 5.30 Het All Round-Sextet en gramofoonmu ziek. (Om 6 30 Berichten.) 6.45 CNV-kwartiertje. 7.00 Berichten. 7.15 Journalistiek weekoverzicht. 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Berichten 8.15 Propaganda-Avond met wedstrijd. 9.40 Zang met pianobegeleiding. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.30 De Eemlanders. 10.45 Gymnastiekles. II.00 Gramofoonmuziek. 11.50—12.00 Schriftlezing. Hilversum H, 801,5 m. Algemeen programma, verzorgd door de AVRO. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gewqde muziek (Gr.pl.). 10.30 Voor de vrouw. 1 35 Omroeporkest en solist. In de pauze; Declamatie. 12.15 Berichten. 12.17 AVRO-Amusements-orkest. 12.45 Gramofoonmuziek. I.15 Populair solistenconeert. 2.00 Voor de vrouw. 2.30 De Romancers en solisten. In de pauze: Gramofoonmuziek. 4.00 Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Voor de kinderen. 5.15 Ensemble Bartho Decker. 6.00 Gramofoonmuziek. 6.25 Berichten. 6.30 Sporthalfuur. 7.00 Trioconcert. 7.40 Causerie „Op welke wqze is de kostprtf» van de melk nog te verlagen?" 8.00 Berichten ANP; mededeelingen. 8.20 Omroeporkest en solist. 9.15 Gramofoonmuziek. 10.20 AVRO-Vaudeville-orkest en soliste. II.00 Berichten ANP, hierna tot 12.00 Dans muziek (Opn.), Feuilleton door Ethcl M. Dell Maar nu. Sezen avond stond hr| tegenover een ernstiger geval. Wat kwam die man met dien strengen afkeurenden blik en die onver- o.cdelijke houding hem mededeelen" Een onrustig gevoel maakte zich van hem meester. Daar was iets niet in den haak... daar broeide wat. „Welnu, jij dwaas," zeidt hq eindelqk, ter wijl hij al zijn moed bijeenraapte. „Wat kom je hier nu eigenlijk uitvoeren?" Hij had in zijn schrik zijn sigaar doorgebeten, wierp die weg en trachtte op gemoedelijke toon te spreken. Hij bedwong zijn innerlijke onrust en keek zonder blikken en blozen in de ha«de oogen die op hem waren gericht. „Wat je bedoeling? Ik cronderstel, dat je mq iets komt vertellen. Hadt ge mq dat niet evengoed kunnen schrijven." „Het geschreven woord heeft niet altijd de gewenschte uitwerking, was het antwoord. Hij hief plotseling de hand op, streek het verwarde haar van 't voorhoofd en schoof de dikke plooien van den cnuddah naar achteren. Zijn trekken waren in het maanlicht duidelijk te onderscheiden, mager, donker, een echt Engelsch gezicht. „Monck!" riep Dacre uit op den toon van iemand, die een vermoeden bevestigd ziet. „Ja, Monck!" Op harden toon herhaalde hy zijn naam. ,,'t Heeft me ontzettende moeite gekost je tot hiertoe te volgen. Ik zou dat niet hebben fedaan ais de zaak niet zeer dringend ware geweest." „Wel wat duivel Is dat dan?" Dacre sprak op den toon van iemand d^e weet, dat het voordeel niet >an zijn *ant is. „Ik moet je zeggen dat ik je manier van doeri. vervloekt indringerig vind. Maar als je een voldoend excuus hebt. laat dan hooren!" Hq had nog nooit zulk een toon tegen Monck aangeslagen, maar hij was onmeedoo- gend opgeschrikt uit zijn welbehagelqke hou- dr-°- en vond Monck's tegenwoordigheid las tig. Buitendien voelde hij tegenover hem zqn minderheid. Er was 'ets in Monck's hou ding... zoo iets onverbiddelijks en veroor- deelends... dat hem op zelfverdediging deed bedacht zijn. Maar Mcnck beantwoordde zqi uitdagende woorden met de grootstt kalmte. Hq voelde zich als door een qz< ren hand gegrepen, waaruit geen tegenspartelen hem bevrijden kon. Uit zijn lompen haa'de Monck een en velop te voorschijn. „Jt hebt me, meen ik, weieens hooren spreken over mijn broe. Bernhard," zeide hij „de predikant van de gevangenis te Chart- hurst." Dacre knikte. „Dat is degeen, die je iedere maand schrijft. Nu, wat is er met hem aan de hand?" Monck's stevige vingers namen een brief uit den envelop en vouwdt dien >pi n. ,,'t Is misschien beter d t je 't zelf le?st, zeide hij en stak Dacre den brief toe... Maar zonderling genoeg deed die eén stap achteruit, als bevreesd dien aan t« raken. „Kan je me niet verteller waarover het gaat?" vroeg hij geprikkeld Monck hield de ha-d uitgestiekt. Hij sprak met iets onaangenaams in zijn stem. „O ja, ik kan 't je wel vertellen. Maar 't zou beter zqn als je het zelf las. Het gaat jou van zeer nabq aan. Die brief werd on geveer zes weken geleden geschreven in de gevangenis te Chathurs waar een vrouw die beweert jouw echtgenoote te zijn, haar straf ondergaat voor valschheid in geschrifte!" „Vervloekt!" Raiph Dacre deinsde achter uit alsof hij een vuistslag had ontvangen. Maar in het volgende oogenl lik was hij zichzelf weer meester en barstt l een zenuwachtig lachen uit. „Maar. beste kerel, en je gek genoeg om geloof te hechten aan zoo'n on mogelijk verhaal!" '.elde hij En je hebt die heele reis gemaakt om me dat te komen vertellen! Je bent gen!' Monck hield hem nog steeds den brief voor. „Je moest nderdaad net liever zelf lezen Het 1. een zeer omstandig verhaal," ,En ik zeg je dat het een vervloekt» leugen is!" barstte Dacre woedend los. „Er is geen vrouw ter wereld, die eenig rech' op mij kan doen gelden dan alleen Stella. Waarom zou ik het lezen? Ik zeg je, dat het een verzinsel is, een samenraapsel van leugens!" „Je wil daarmee dus zeggen, dat Je vroe ger nooit een huwelqk hebt aangegaan?" vroeg Monck langzaam. „Na,uurlqk!' Dacre lachte weer nijdig. „Je moet wel krankzinnig qjn om «.ooiets te d.nken. 't Is mgehoerd' Natuurlijk ben ik vroeger nooit getrouwd geweest. Wat denk je wel?" Monck bleef onverstoorbaar kalm. „Ze was actrice in een café-chantant," zei hij. „Haar naam is, of wasMadeline Belle- ville. Wil je me vertellen dat e met haar nooit iets uitstaande hebt gehad?" Dacre lachte weer spottend. „Je veronder stelt toch niet dat ik met zoo'n soort vrouw zou trouwen, hè?" zeid- hij „Dat is geen antwoc d op mijn vraag," merkte Monck bedaard op. „Loop naar den drommel!" viel Dacre uit „Wat heb jij je te mengen in mijn particuliere zaken en me daarover te ondervragen. Ik heb met jouw brutaliteit niets te maken!" „Ik geloof toch van wel!" Monck sprak ernstig maar op vasten toon. „Je moet alleen var. twee kwaden het beste kiezen en als je verstandig bent kies je het laatste. Wil je den brief lezen?" Dacre keek een oogenblik in de donkere ocgen met een zekeren weerzin, maar stak toch eindelij-» ae hand uit, ofschoon zeer aar- zeiend en nam het papier aan dat hem werd voorgehouden. Monck stond onbeweeglijk naast hem, den blik strak gericht op de «bllei, maar tocl voortdurend waakzaam, wat iets dreigends had. Eenige minuien verliepen. Dacre scheen den obk niet te kunnen afwenden van den brief, maar hij trilde in zqn handen, a'sof een sterke wind er doorheen woei. Plotseling bewoog hij zich als iemand die een zwaren last van zich afschudde. Ilij vloekte, scheurde den brief in stukken, wierp die op den grond en trapte er op. „Honderd, duizendmaal zij ze verwenscht" jarstte hij los „Zq heeft mijn heele leven ver- oest Monck's blikken wendden zich van de vallei af en hij keek hem onderzoekend- aan. „Dat dacht ik wel," zeide hij met iets vreemds in zijn stem, dat veel leek op een be dwongen lach. bjj een misplaatste scherts. Dacre gedroeg zich als een getprgde stier. ..Als ik haar hier had... worgde ik haar. Die iroer van jou is een kunstenaarhq schetst haar naar het levenze is een duivelin!" /.'n stem sloeg over. Hij haalde moeilijk en zwaar adem en trilde op zqn beenen. Monck bleef nog bedaard, ernstig en koel en gaf geen kamp. „Hoelang is het geleden dat je met haar bent getrouwd?" vroeg hij eindelqk. „Ik zeg je toch dat ik nooit met haar ge trouwd ben!" Dacre deed een wanhopige po ging om het verloren terrein te herwinnen. „Die leugen heb je me al meer verteld." merkte Monck op, op den toon van een rech ter. „Vindt je 't wel de moeite waard?" Dacre keek hem aan als een gejaagd dier, dat aangeschoten en hulpeloos is. Hq was overwonnen, dat wist hij. Bedaard ging Monck voort: „Er valt niet aan te twijfelen, of zij heeft bewijzen van dat huwelijk in handen en zoodra zij vrij is, zal zij haar rechten doen gelden." ,Ze krijgt toch niets meer van my," zei Dacre en zijn stem klonk vermoeid. Daar was iets in de houding van dien anderen man dat zqn toorn deed bedaren en hem deed inzien, hoe nutteloos en dwaas die was. „Ik denk niet aan jou!" Monck's kalmte had iets wreeds. „Jij bent niet de eenige persoon die hierbq is betrokken. Maar het feit blijft, die vrouw is je echtgenoote. Je kunt me even goed de waarheid zeggen, nu ik die toch weet." Dacre schudde het hoofd als een getergde stier, maar hij gaf toe. „Nu, als 't dan moet. Ik veronderstel dat zij eens mijn vrouw was," zei hq. „Ze pakte me in, toen ik een jongen was van een en twintig jaar." Ze deugde toen al niet en het duurde niet lang, of ik merkte dat. Ik had meer dan eens reden tot echtscheiding, maar we waren in 't gehéim getrouwd, daar ik niet wilde dat mijn familie ervan wist. Het laatste wat ik omtrent haar hoorde was, dat haar naam voorkwam op de lqst der vermisten bij een schipbreuk van een Amerikaanschen mail- stoomer. Dat is ongeveer zes jaren geleden. Ik was dankbaar dat ik van haar af was. Ik beschouwde haar dood als een der grootste zegeningen van het lot. En nueindigde hq woest, „keert ze weer in het land der leven den terug!" Hij keek by die woorden Monck aan, als hoopte hq op diens gelaat eenig medegevoel te lezen, maar Monks gezicht bleef strak en on doorgrondelqk. Hy zei geen woord. Het volgende oogenblik ging Dacre voort: „Sedert we van elkaar waren gegaan na een verbintenis van ongeveer zes weken, beschouw de ik me weer vrq. Dat zou iedere man heb ben gedaan, 't Was een voorbijgaande gril ge weest. De hemel mag weten waarom ik zoo dwaas was geweest haar te trouwen. Misschien ben ik erin geloopen, doordat ik destijds zulk een hooge opvatting van eer had. Maar zij heeft zich nooit verbonden gevoeld. Wat drom mels, waarom zou ik dat dan doen!" Hij sprak op verontwaardigden toon, alsof hij er recht op had beklaagd te worden. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 7