;n BE Wij lazen voor U DE LAMP Radioprogramma in de Woestijn DOOR j EDGAR RICL. j BURROUGHS 63. Toen de Athairianen de bayk ramden, begon deze te zinken en de vrienden van Tarzan kwamen allen in het water terecht. Lavac en Helen werden door een vgandelijk vaartuig ge red en onmiddellijk stroomopwaarts geroeid naar de Verboden Stad. De nacht viel en nog steeds bevonden de beide slachtoffers zich aan boord van het schip. „Ik ben big, dat wij niet van elkaar gescheiden zijn, Helen", zei Lavac zacht. Helen knikte en zuchtte. „Ik ben bang" antwoordde zij, dat wij wel niet 'ang meer bg elkaar zullen blijven". Intussen hadden de andere galeien de overige drenkelingen opge nomen. Tarzan zou onder water hebben kun nen duiken en zoo kunnen ontsnappen, doch hij wilde zijn vrienden niet in den steek laten. Als hg bij hen bleef, was het misschien moge lijk, dat hij hen hulp kon bieden. En zo bevon den de aapman, ,Magra, Gregory, Thetan en Ogabi zich in een van de galeien, welke nu snel achter de andere werd aangeroeid. De kapitein der Athairianen lachte tegen Tar zan, toen hij dezen aan boord hielp. „Onze koningin zal wel blij zgn. Zij heeft een bij zonder mooie manier bedacht om U kwg't te raken!" Particuliere en coöperatieve melkwol-fabricage. In het orgaan van den Alg. Ned. Zuivel- bond vliegt de heer Visser te Terwispel "t Handelsblad in de haren, naar aanleiding der publicaties van laatstgenoemd blad over de melkwolfabricage, welke de coöperatie ve zuivelfabrieken op initiatief van de Coöp. zuivelfabriek .Friesland" ter hand willen nemen. Het Hsb. schreef o.m,: „Terecht overigens wees de Voorzitter van de Friesche Zuivolbond er op dal hier geen sprake is van „Fryslan Boppe," doch dat do goheele coöperatieve zuivelindustrie er be lang hij heeft (althans zou kunnen hebben) om een poging te wagen het verzuim te her stellen". De heer Visser schrijft nu: Wil men citeercn wat de Friesche Bonds voorzitter gezegd heeft, dan kan dat, maar... dan moet men dat juist doen. Gezegd werd namelijk woordelijk dit: „Bij de behandeling van de agenda krijgt U straks: het vraagstuk van de Melk- of Kunst- wol. Dit is een vraagstuk van Coöperatief Nederland en geenszins van Friesland al leen. „Fryslan boppe" is ons hierbij vreemd, laat men dit buiten Friesland goed beden ken. Wij vertrouwen dat ook Coöperatief Friesland zal verstaan dat Coöperatief Ne derland hier een mooie taak wacht". Dat is toch aldus de schrijver, heel iets anders dan: „dat do goheele coöperatieve zuivelindustrie er belang bij heeft (althans zou kunnen hebben) om een poging te wa gen het verzuim te herstellen". F.r is volgens mij geen sprake van her stellen van een verzuim, er is ook geen spra ke van een „duel" tusschen twee onderne mingsvormen. Laat de particulier trachten gelukkig te worden met de Ferrelti-natienten. doch Coöperatief Nederland wil gaarne haar eigen weg gaan. De particulier hier in Nederland hoeft anders zeer zekei ook nog niets gedaan dan texticlcaseïne maken, ik hoop dat Coöperatief Nederland binnen niet te langen zal toonen, niet halt to zeggen hij de caseïne, maai de melkwol zelf te maken. Welk verzuim is nu gemaakt? Hoewel ik mij kan begrijpen: wiens brood men eet. wiens woord men spreekt, zelfs van de re dacteuren van bladen, dit mag niet altijd voeren tot: denk er om dat gij niet vindt, hetgeen gij zoekt. Dq Landbouwredacteur van het Handels blad zij dit laatste ter overdenking aanbe volen omdat zijn Melkwolheschouvvingen alclus de heer Visser, niet geheel los daar van staan. Uit de Pers van heden VERNIEUWING. Wat er alzoo vernieuwd moet worden in ons onderwijs somt het maandblad „Vernieu wing" in het eerste nummer van zijn eersten jaargang op. Wij lezen bijvoorbeeld: De geest van de onderwijsinstellingen die vaak koud en zakelijk, dikwijls streng, soms hard is, moet plaats maken voor een meer gemoedelijke sfeer, die den geest van een goed gezin nabij komt. De kinderen moeten grooter bewegingsvrij heid krijgen en meer gelegenheid tot zelf werkzaamheid. Dit houdt in, dat handenar beid zijn plaats moet krijgen als gelijkwaar dige naast hoofdwerk. De kinderen moeten zooveel mogelijk ver antwoordelijkheid dragen voor de ordening van hun schoolgemeenschap en moeten al dus inzicht en ervaring krijgen op het ge bied der gemeenschapsordening. De leerstof der scholen moet critisch be schouwd worden: veel r.uttelooze, gedachte loos van generatie tot generatie overgegeven materie moet worden weggenomen uit het leerplan, en het verband tusschen de leer vakken moet worden hersteld. Vooral ook: de kinderen moeten door onze opvoeding en ons onderwijs komen tot meer zelfstandig denken en tot meer initiatief. Wij móeten hen bestand maken tegen de mas sale suggesties clie in onze dagen maar al te gemakkelijk kuddegeest kwecken. Wij moeten hen niet klaarmaken om „ieder voor zich" carrière te maken, maar hun oogen onenen voor de taak die de enkele persoonlijkheid in 't geheel der menschhcid te vervullen heeft... Voorwaar, er is voldoende stof om met energie en toewijding aan het werk te gaan! Kiès: „onbezoldigd koerier der Komintern" Het Volk (S.D.A.P.) schrijft: De „Troelstr beweging in Nederland" zooals de heer P. Kiès zijn vcreeniging gelieft te noemen hield Woensdagavond j.1. een vergadering te Amsterdam, zoo lezen wij uit een verslag in het communistische /olksdagblad". Het begint natuurlijk met bot gescheld op de so- ciaal-democratische volksbeweging, waar van de revohitionnaire scctèn moeten leven. Nadat voorzitter Wassing zijn hart hieraan had opgehaald, gaf hij blijk, dch zeer wel thuis te voelen in „het communistische vaarwater" en in een gcmeensrhappelijken strijd met communisten cn go'de democra ten (zeer juist om dit onderscheid te ma ken!) De heer Kiès zelf. die als tweede spre ker optrad, vertelde van een Fransrhe reis. die hij zoojuist had gemaakt. Hij gaf eenige schitterende voorbeelden van de gezanuMi- lijkke acties van socialisten en communis ten in Frankrijk zoo schrijft d° com munistische verslaggever goedkeurend en dankbaar voor dezen sleun bij de eenheids fronterij. Doch de heer Kiès blijkt tot verder gaande hand- en spandiensten bereid te zijn want wij lezen: „Ten zeerste bewogen deel de Kiès mede, dat hij in een kort onderhoud op Dinsdagavond met Thorcz, den secreta ris der C. P. F. (Communistische Partij Frankrijk), diens hartelijke groeten voor 't Hollandsche proletariaat medekreeg". Wat wonder, dat deze onbezoldigde koerier der Komintern in zijn bewogenheid een pleidooi voor de eenheidsfronterij van Dimitrof liet volgen op de boodschap van den Franschen communist! Kiès als loopjongen van Thorcz en als pa pegaai van Dimitrof het „Volksdagblad" klapt in de handjes bij het armzalige mario- ne (ten snel van den heer Stal in, waar, aldus het Volk, alleen Moscou wel hij kan varen. Boerenknecht pleegt zelfmoord Na in den veestal meisje te hebben aangerand. Drama te Hem bij Hoorn. Gisterochtend omstreeks half acht heeft zich te Hem bij Hoorn een drama afge speeld. In den veestal van den heer Appelman was de 26-jarige knecht S. bezie met het melken van de koeien, waarbij hij geholpen werd door de 25-jarige pleegdochter van de familie Apnelman. meiuffrouw van Stra len. Plotseling heeft de knecht het meisio aangerand. Zij werd ernstig gewond Op haar hulpgeroep snelde een andere pleeg dochter van do familie het meisje te. hulp. De knecht nam hierop de, vlucht en heeft door onhanging een einde aan zijn 'even gemaakt. Hot lijk is naar de ouder lijke woning te Hem overgebracht. De toestand van het meisie is bevredigend. De aanleiding tot het drama"achiint gele gen te ziin in ,'t feit. dat de aangevallene 'verlóófd is met" pen knecht, die vroeger in dienst van de familie Appelman was en met wien zii hef volgende jaar in het hu welijk treedt. Dit was niet naar den zin van S., hetgeen gisterochtend tot een uit barsting heeft geleid. ONDERHOUD ZUIDERZEEWERKEN. De hoofdingenieur-directeur van den Rijkswaterstaat, belast met do uitvoering van den dienst van de Zuiderzeewerken heeft gisteren de volgende werken aanbe steed: I-Iet onderhoud gedurende het jaar 1939 van: 1. a Den Afsluitdijk van de Zuiderzee tus schen Wieringen en de Friesche kust nabij Zurig, met hiibehoorend hoofd, aansluitende terreinen, havens en havendammen te Kornwerderzand. Rreezand en Den Oever en van de aanwezige rijksgebouwen, met bijkomende werken: 1. b De kunstwerken in den Afsluitdijk te Den Oever en Kornwerderzand, met bijko mende werken: 2. Het op den Afsluitdijk gelegen gedeel te van den Rijksweg no 9 Laagste inschrijfsler in massa was de N. V. Zanen en Verstoep, Den Haag, voor f 207.000 De verkeerde man op wacht En de schipper deed het werk van den marconist... Er had zich gistermorgen een schipper van een Katwijkschen loeger voor den raad voor de Scheepvaart te Amsterdam te ver antwoorden, omdat hij onlangs op de Noord zee de wacht heeft overgelaten aan minder dan twee man hetgeen in strijd is met de Schepenwet. Wegens deze overtreding had de inspecteur-generaal een klacht inge diend. Het bleek, dat, een 1G-jarige lichtmatroos 10 minuten alleen op wacht had gestaan. En juist in deze rui nu ten liep de logger op een andere logger, die drijvende was. Zoo kwam de fout van den schipper aan het licht De inspecteur-generaal: „Wat deed U op dat moment beneden?" Schipper: „Ik zat bij de radio". Inspect.- gen.: „Is er niemand anders aan boord, die dat kon doen?" Schipper: „Ja, we hebben ook een marco nist-matroos aan boord. Ins.-gcn.: „Dus was het niet noodig dat U heneden was". Schipper: Nee. dat is waar, maar het is algemeen gebruik, dat de schipper zich met de radio bemoeit. Insp—gen.: Ja, dat gebruik moet er juist uit»! Waarvoor hebben jullie anders een marconist aan boord? Bovendien bent u onbevoegd. U moet met uw handen er van af blijven. De Raad zal later uitspraak doen. Kerstvacantie der Eerste Kamer in gevaar! De Eerste Kamer der Staten-Generaal is gistermiddag te half twee bijeengekomen onder voorzitterschap van mr. W. L. baron de Vos van Steen wijk. Aan de orde is de mededecling van een besluit der centrale afdeeling om een lijst van wetsontwerpen in de afdeelingcn te doen ondei zoeken. Dc heer l'ollema (c.h.) vraagt, of het wel noodig is geweest de Kamer bijeen te roe pen tusschen Kerstmis en Oudejaar. Dit zou niet noodig zijn geweest, indien de re geering gevolg had gegeven aan den meer malen geuiten vvcnsch der Kamer om de suppleloire begrootingen voor 1939 (welke vóór 1 Januari 1939 moeten zijn behandeld) tijdig in te dienen. Voor de wijziging der heleggingswet, welke heden aan de orde komt, cn eveneens voor 1 Januari moet worden behandeld, heeft de regeering 10 jaar tijd gehad. De regeering moet denken aan het Kerstreces der Kamer! De hoeren van Sasse van IJsselt (r.k cn van Vesscm (n.s.h.) onderschrijven hetgeen de heer Pollema heeft gezegd. Het besluit van de centrale afdeeling wordt goedgekeurd en de lijst van ontwer pen wordt dezen middag in de afdeelingcn onderzocht. VRIJDAG 30 DECEMBER 1938. Hilversum I, 1875 en 415,5 m. NCRV-Uitzendinö. 6.307.00 Onderwijs fonds voor de Scheepvaart. 8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (9.309.45 Gelukwenschen) 10.30 Morgendienst. 11.00 Het Holandsche trio. 11.15 Sopraan en piano. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. I.00 De Gooilanders en gramofoonmuziek. (tct 2.55). 3.00 Het Haagsche trio, en gramofoonmuziek 4.15 Gramofoonmuziek. 5.00 Orgelspel. 6.00 Land- en tuinbouw-uitzending. (Ca. 6.30 Berichten). 6.30 Causerie over het Mellema-fonds, toe spraak en sluiting van de radiocursus 1938. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie „Staat op Uw wacht". 7.45 Causerie over leerbewerking. 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Bericht. 8.15 Het NCRV-orkest en gemengd koor. 8.45 Jaaroverzicht. 9.00 Vervolg concert. 9.15 Vervolg Jaaroverzicht. 9.35 Vervolg concert. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.30 Gramofoonmuziek. 10.45 Gymnastiekles. II.00 Het Apollo-kwintet. 11.25 Gramofoonmuziek. 11.50 -12.00 Schriftlezing. Hilversum II, 301,5 m. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 6.30 VPRO. 7.30 AVRO. 9.00 VARA. 10.00 VP_tO 10.30 VARA. 10.40 VRPO. 11.00 —12.00 VARA. 8.00 Gramofoonmuziek. (Ca. 8.16 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Gramofoonmuziek. 11.00 Declamatie. 11.20 Orgelspel. 12.00 De Palladians. (Om ca. 12.15 Ieen). 12.45 Het AVRO-Amusements-orkest. 1.30 Oudejaarsavondrede. I.45 Philharmonie-Trio. 2,30 Causerie „Overpeinzingen bg het oude jaar". 2.50 Orgelconcert. 3.00 Cabaretprogramma. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.30 De Ramblers. 5.00 Voor de kinderen. 5.30 VARA-orkest. In de pauze: Declamatie. 6.30 Toespraak over weldadigheidspostsegela. 6.35 Berichten. 6.40 Kroniek „Vrijzinnige Protestanten in '38" 7.30 Extra Bonte... Vrijdagavondt.»,n. 9.00 „Esmeralda" en solisten. 10.00 Causerie „Wat een jaar eigenlijk is". 10.30 Berichten ANP. 10.40 Avondwijding. II.00 Zang en orgelspel. 11.30 Jazzmuziek (gr.pl.). 11.5512.00 Gramofoonmuziek. Feuilleton door Ethel M. Del! 13. „Je opvattingen omtrent eer en dergelijke, zijn sindsdien wel eenigszins gewijzigd," merkte Monck mit bitteren spot op. Dacre ontstelde even. „Ik maak er geen aanspraak op zoo buiten gewoon te zijn," zei hij, „maar ik houd vol dat een huwelijk een vrouw niet het recht geeft het leven van een man te verwoesten. Ze heeft niet meer recht op mij, dan op het mannetje in de maan. En als ze probeert rechten te doen gelden, dan zal ze merken, dat ze zich heeft vergist!" Hij kwam lang zamerhand weer in evenwicht en toen hg deze verklaring aflegde, klonk zijn stem weer nage noeg gewoon. „Maar er bestaat geen enkele reden waarom ze dat doen zou. Ze weet heel goed, dat zij er niets mee winnen zou. Je broer schijnt daar een zeer vage voorstelling van de zaak te hebben, t Was beter dat je hem schreef dat die Dacre dood is. Je medeofficier hoort tot een andere tak van de familie. Daar mee moet iedereen tevreden zijn en niemand wordt ermee tekort gedaan, hè?" De laatste woorden gingen vergezeld van een gcedmoedigen, overredenden glimlach. Hij wist niet best hoe hij het met zijn metgezel had. maar 't kwam hem voor, dat zelfs Monck moest inzien hoe dwaas 't zou zijn om. waar de zaken zóó stonden, zooveel drukte van het geval te maken, 't Eenige wat er te doen viel, was het stilzwggen er over bewaren H'jzelf zou er natuurlijk niet over spreken en een leu gentje om bestwil van Monck en de zaak was in orde. Hij dacht er niet over, dat deze .aatste jou weigeren hem dien k.'einen dienst fe be wijzen Want, zooals hij zelt even te vor»-n had opgemerkt Dacre was niet de eenige persoon wsar het omging. Maar de algeheele en weinig belovende .V ,t.e va.»rmee zijn gemakkelijke opiossing werd be groet verontrustte hem eenigeniA.'.» Hi haastte zich die stilte te verbreken, negri1- pende, dat, hoe langer die duurde, hoe mindpr kans hij had op een gunstige beslissing „Kom, Kerel!' zei hij op vriendelijken toon. „Je zult toch niet weigeren een vriend die in 't nauw zit te heipen. Ik zou hetzelfde voor jou doen en meer nog ook. En nenk er aan, het is niet alleen mijn geluk dat gevaar loopt maar... we moeten ook "in St- 'a denken!" Bg die woorden keek Monck hem doordrin gend bijna woest aan. Maar toen hij sprak klonk zijn sterr bedaara, bgna snijdend dui delijk. „Ja," zeide hjj, „en haar oer is je blijkbaar evenveel waard als je eigen. Ik denk aan ha.ar en aan h"ar alleen. En voor zoover ik zien kan is er maar één ding te doei „Zoo, inderdaad!" Dacre's luchtige manier van apreken kreeg iets brutaals. En dat mo ik dan zeker bewerkstt.Ugen. Uw onder danige dienaar! U hebt maar te spreken!" Monck strekte een gespier in arm uit en hield hem de gebaldr j's-t onder der neus. Natuurirk moet je het doen,'' zei hij, „of ik zal je Tegen wil en dank ging Dacre een stap a hteruit. „Wat bedoel je? Je zult toch niet zoo'n ploert zgY o.n mij «.e verraden?" Monck maakte een •'■rac 'telijk geluid, dat eindigde in een lacn. „Je bent zoo'n vervloekte schoft," zeide hij, „dat t me geen drommel kan "chelen of je tt gronde gaat! Het eenige wat k wensch is een vrouw te beschermen, wier ier ir in gevaar hebt durven brengen. Ik denk er alleen over, hoe ik haar van de openlijke schande kan vrijwaren. Dat ;al niet gemak kelijk gaan, maar 't kan /ebeuren en 't zal gebeuren ook. Luister" en zijn stem kreeg opeens een m» taalklank „Wanneer dit haar zal worden bespa rd... en dat moet... en dat zal... dan moet jij weg ..verdwijnen, voor oo er het naar betieft moet je vannacht sterven!" „Ik!" riep Dacre uit en keek >m ongeloo- v aan „Man je bent gek!" „Dat ben ik niet!" scherp als een mes kwa men die wooruen over Monck's lippen. Zijn geduld was uitgeput. -3ijr gelaat stond somber zijn oogen schitterden hartstochtelijk en hij was het toonbeeld van een man, die 't er op heeft- gezet zijn wil door te zetten. .Wanneer je je vex-beeldt dat haar veiligheid kan worden verzekerd zonder eemge opoffering, dan vergis je je Denk je dat ik kalm zal toezien, hoe jij e<m onschuldige Vrouw meesieept in den mod der waarin g thuis hoort. En wat d.mk je we! dat zij daarvan zou zeggen? Wat z\j zou doen als zij het eens te weten kwam? Ik geloof dat zij de nand aan zichzelf zou slaan!" „Maar zij behoeft het niet te weten. En zij zal he: nooit weten!" Dacre's antwoord klonk vrijwe' wanhopig. „Je hebt je mond maar te houden, dan sterft het wel zijn eigen dood. Die duivelin zal de moeite niet nemen om mij tot hier ieen te volgen. Waarom zou zt ook. Ze weet heel goed dat te van mij niets meer heeft te verwachten. Steil a is de eenige vrouw die ergens recht op heeft!" „Juist!" Monck keek hei woedend aan, ze heeft het recht om als fatsoenlijke vrouw fat soenlijk behandeld te worden. En voor zoover ik het 'n mgn macht heb, zal dit geschieden. En da rom zult ge vannacht verdwijnen, voor goed uit haar leven verdwijnen en haar in den waan brengen dat je dood bent. Ik zal ervoor zorgen dat zij de waarheid noo' te hooren krggt. Ze ?al veilig zijn, maar een niddenweg is er niet ^e za' d kans niet loopm nogeens te ervaren "e gemeen zij is beetgenome-. Toen hij zweeg, scheen oe maan op beider gelaat en ze keken elkaar aan met oogen vol doodelijken haat. Het stilzwggen tusschen hen beiden was nog vreeselijher dan woorden. Eindelijk begon Dacre op heesclien toon. „Dat kan ik met doen! Daar zit veel te veel aan vast. En buitend' „n zou het geen nut he ben. Ze zou net toch te weten komen." „Ze zal 't n» oit weten! Het antwoord klonk onverbiddelijk streng maar tevens bleek eruit, da er niet aan werd gedacl't toe te geven. „Ik heb in alles voorzien. En in deze wilder nis zal het niet veel moeite kosten je spoor kwijt te raken. En wanneer het gerucht wordt verspreid, dat je dood bent. zal niemand je ooit gaan zoeken." Dacre huiverde. Hij wrong zich de handen als een man tegenover zgn beul. 't Was hem als voelde hij den strop om den nek. Maar zelfverloochening lag niet in zijn aard. En met de wanhoop in 't hart waagde hij nog eerr laatste poging om het lot af te wenden „Maar dat is een daad van geweld!" zeide hij. „Daar kan toch geen kwestie van zijn. Ik weiger! De dingen zijn al te ver gekomen. In alle geval is Stella mgn vrouw en 't is onmoge lijk, dat iemand tusschen ons komen zal. Je moogt doen wat je niet laten kimt, maar ik weiger!" Verzet was zijn eenige wapen en hij han teerde het met al de kracht die in hem was, maar op hetzelfde oogenblik zag hij de nutte loosheid ervan in. Monck maakte een enkele vlugge beweging en in het maanlicht schit terde de loop van een dienstrevolver. Hij sprak kortaf en gskoud. „Je kunt kiezen! Maar als jij' haar niet... Ie bescherming van het weduwschap geeft ik het doen. Dat zal misschien wel de veiligste weg zgn. Deere ging nog een stap achteruit: „Je •-"-'t rpo willen vermoorden!" riep hg uit. *Ti"ek grijnsde. „Je moest niet weigeren", "ei hij. „Dr/ is waar!" Dacre keek hem vol in het gezicht. „En zooals je dat wel hebt voorzien, zal ik dat in de gegeven omstandigheden ook niet doen. 't Zou tijd hebben gespaard als je 't me dadelyk van dien kant hadt laten be kijken." „Misschien, maar ik hoopte, dat je ook zon der dergelijke drang niet zoudt hebben ge weigerd." Monck sprak met bijna op elkaar geklemde tanden. Maar de revolver was weer in de plooien van zijn kleed verdwenen. „Je moet vannacht nog vertrekken, dadelgk, zon der haar weer te zien. Dat begrijp je zeker!" Dat was het eind der bespreking. Dacre spartelde ook niet langer tegen. Hg was er de man niet naar om nog langer zich moeite te geven voor een zaak, die hij toch verloren wist. Buitendien was er iets in Monck. wat hem in bedwang hield, hem ont zag inboezemde. Ofschoon hij den man haatte om zijn overwicht, kon hij hem toch niet min achten. Want hij wist dat wat hij gedaan had, hem ingegeven was door zijn eergevoel en die ridderlijkheid, die met eer hand aan hand gaat, een ridderlijkheid, die geen vrouw van hem zou hebben verwacl t. Hij geloofde vast en zeker, dat Monck niet het minste belang stelde in eenige vrouw ter wereld en die over tuiging stevigde Monck's positie. Dat hij al dus streed voor een beginsel was. hoewel Dacre zich iets dergelijks niet kon indenken, van meer gewicht, dan dat hij zich voor de persoon zelf had geïnteresseerd. Monck was de eenige man onder zijn kennissen, die nooit naar de gunst van eenige vrouw had gedon gen, die nooit onder den invloed van vrouwe lijke bekoorlijkheden was gekomen en daarom stond hij in Dacre's oog op een onaantastbaar standpunt. Door voor de overmacht te bukken, zwicht te Dacre voor een zedelijken dwang, niet voor persoonlijken invloed. En ofschoon zeer togen zijn wil, moest hij dien dwang gehoorzamen. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 7