een jaar van Mars? DE LAMP 1939 Vechtpartij in donker steegje Een smet op den Islam Radioprogramma in de Woestijn !^i^IS©®iN i DOOR EDGAR RICL- i BURROUGHS 68. Terwijl de reusachtige Athairiaan om hem heen draaide, bromde Tarzan alleen maar, zoals vorige vechtpartijen hem hadden geleerd te doen. Maar dat gebrom vervulde het hart van zijn tegenstanders met vrees, want net klonk als een waarschuwing van een drei genden leeuw. Tarzan maakte nog steod3 geen enkele beweging. Geen van beide man nen was gewapend, zij zouden elkaar door hun eigen spierkracht moeten overwinnen. De reus dacht, dat aanvallen de beste tactiek was, hij schoot op zijn vijand af en wilde hem in zijn machtige armen klemmen. De ko ning van de jungle was gereed om hem te ontvangen. Sterke armen omstrengelden elkaar, maar de geweldige oefening, die Tar zan in zijn jungle-leven had gekregen, kwam hem nu goed te pas. Hij zette zijn tanden in de nek van zijn aanvaller. Deze sprong dode lijk verschrikt achteruit. „Wat ben jij voor iemand, een mens of een dier?" brulde hij. ,,Ik ben Tarzan van de apen," snauwde Tar zan, ik dood!" Wanhopig viel de Athairiaan opnieuw aan, terwijl hij zijn hoofd als een stormram gebruikte, waardoor Tarzan zijn evenwicht verloor en viel. Daarna sprong hij hoog de lucht in, om zijn vijand met één sprong te verpletteren. Er klonk een kreet uit de koninklijke loge. „Ik win de wedden schap!" riep koning Herat. Tarzan is over wonnen!" Germaanscbe ideeënwereld, Christendom en sterrenwichelarij De zeven jaarregenten. Bijge loof voorheen en thans. Wat heeft het nieuwe jaar met Mars, den ouden Romeinschen oor logsgod te maken? Welke beteeke- nis hebben de sterren voor ons menschelijlt bestaan op aarde? Om deze vraag te beantwoorden moeten wij ver terug gaan in de geschiede nis. Wij vinden dan tal van nu grootendeels verouderde opvattin gen, die ons het verband tusschen menschen- en sterrenwereld duide lijk maken. In vroeger eeuwen bestond het gebruik, ieder jaar een zoogenaamden regent te ge ven, die met bovenaardsche krachten over het wel en wee van de imenschheid be schikte. Deze en dergelijke denkbeelden vonden bij de oude cultuurvolken rondom de Middellandsehe Zee, bij de Romeinen, de Grieken en de Kgyptenaren, hun oor- ftprong- in religieuze opvattingen, waarom Z'J door de priesters beschermd en verde digd werden. De Gcrmaansche volken kwa men eerst na hun overgang tot het Christe lijk geloof met de sterrenwichelarij in aan raking. De Christelijke Kerk had natuurlijk alle reden, om deze zoo geheel buiten haar gedachtemvercld liggende ideeën te bestrij den, doch zij heeft in dezen strijd niet al tijd de overwinning weten te behalen. Zelfs vond onder haar eigen geestelijke leiders de verderfelijke leer vaak aanhangers. Zoo was het de abt Knauer uit het Franische kloos ter Langheim, die den honderdjarigen kalen der. zooals hij verkeerdelijk genoemd wordt, op astrologischen grondslag ontwierp. De heilige zeven. Het is bekend, dat in de sterrenwichelarij de zoogenaamde zeven planeten een belang rijke rol spelen. Tot dc eigenlijke, in dien tijd bekende planeten, Mcrcurius, Venus. Mars, Jupitcr en Saturnus, rekende men ook de zon en maan, om het heilige getal zeven te bereiken. In de zcvendaagsche week was elke dag aan een dezer planeten gewijd, in het Fransch en Latijn zijn in de namen der weekdagen nog duidelijk de sporen van deze opvatting terug te vinden. Nu lag het voor de hand, ook de jaren in groepen van zeven in te dcclen. waarbij elk jaar een planeet als jaarregent, zooals men het noemde, kreeg. De zaak werd heel sche matisch uitgewerkt, men vroeg zich niet af, of de planeet in het betreffende jaar ook bijzonder op den voorgrond trad. Door zulk een absoluut vaste, onveranderlijke rang schikking kon men dus alleen al uit het jaartal den jaarregent bepalen. Aan de zon meende men in de rij der planeten een be voorrechte plaats te moeten inruimen. Dan volgden Venus, Mercurius en de maan, ter wijl de rij gesloten werd door Saturnus, Ju- piter en Mars. Past men dit schema op het nieuwe jaar 1939 toe, dan moet Mars als jaarregent voor 1939 beschouwd worden. De „honderdjarige kalender". Niet alleen het menschelijk lot, maar ook het weer wilde men met den hemelschen jaarregent in verband brengen. Van dit ge zichtspunt ging de reeds genoemde abt Knauer uit, toen hij zijn meteorologische waarnemingen en registraties deed. Daarbij meende hij ontdekt te hebben, dat het weer na zeven jaar als het ware van voren af aan begint. Op grond hiervan dacht hij het weer voor alle jaren in de toekomst te kunnen voorspellen. Een latere uitgaven van zijn aanteckcningen verscheen onder den titel „eeuwigdurende kalender", welke uitdruk king nog later in „honderdjarige kalender" werd gewijzigd. Welbeschouwd is liet echter slechts een zevenjarige kalender, die geheel in den ban van astrologische voorstellingen staat en door de moderne wetenschap na tuurlijk niet meer als ernst wordt be schouwd. Mars voorheen en thans. Mars heeft als planeet altijd in een wei nig goeden reuk gestaan, slechts een enkele maal wordt hij als de edele krijger afge schilderd. Het was de hom kenmerkende roode kleur, die de gedachten a&n bloed en vuur, dus oorlog, wekte. Jupiter en Venus daarentegen golden als zegenbrengers. Tegen woordig weten wij, dat de roode kleur van Mars niet veroorzaakt wordt door vlam- mon, doch door roodachtig zand, waarmee het grootste deel van de o'ppervlakte van deze planeet is bedekt. Zoo helt men steeds meer over tot de meening, dat Mars een oude, uitgestorven wereld is, waar slechts woestijnen en uitgedroogde zoutmeren te vinden zijn. Toch zagen nog in de laatste decenniën van de vorige eeuw de sterren wichelarij \n Mars een bijzonder interes sant object. In 1877 had Schiaparelli in Mi laan de zgn. Maskanalen ontdekt, die de fantasie in sterke mate voedsel gaven. Flam- marion schreef en sprak met geestdrift over de intelligente Marsmonschen. De rijke Amerikaan Lowell stichtte een sterren wacht, die zich vooral op de bestudeering van Mars moest toeleggen. Deze denkbeel den, die de wetenschap al lang achter zich beeft laten gelaten, leven nog altijd voort on der de groote massa en hieruit is het ook te verklaren, dat onlangs een hoorspel, dat een aanval der Marsbewoners op de Ver. Staten schilderde, in heel Amerika zulk een opschudding kon verwekken. Sterrenkunde zonder fantasie. In het jaar dat vooi ons ligt, zullen de sterrenkundigen ruimschoots gelegenheid hebben zich met Mars bezig te houden. In het voorjaar begint het met een ver sterking van zijn lichtkracht, die einde Juli haar toppunt bereikt. Dan is namelijk Mars' positie ten opzichte van de zon het gunstigst voor observatie van de roode pla neet. Of dit tot nieuwe ontdekkingen betref fende Mars zal leiden? Gebrekkig man met zijn eigen kruk bewerkt. Een man van middelbaren leeftijd moest zich gisteren voor de Haagsclie rechtbank verantwoorden,omdat hij gepoogd zou heb ben een ongeveer 30-jarigcn invalide, met wiens vrouw hij een ongeoorloofde verhou ding onderhield, te mishandelen. Op een No vemberavond van het jaar 1938 kroeg hij n.1. bezoek van den echtgenoot, die van verdach- te's betrekkingen met zijn vrouw op de hoog te was gekomen en hem daarover eens flink wilde onderhouden. De ander bleek dit weinig te waardeeren en ging den gebrekki- gen man met diens eigen kruk te lijf. Het resultaat was, dat de invalide eenige schrammen aan bet hoofd bekwam en dat hij den indruk had, in het donkere steegje, waar de strijd was gestreden, met een mes te zijn bewerkt. Intusschen beweerde de ver dachte, dat die verwondingen waarvan gister niets meer te bespeuren viel moesten zijn teweeggebracht door spijkertjes aan een der uiteinden van den houten kruk en dat hij geen mes bad gebruikt. De ver dachte bekende wel geslagen, maar niet ge stoken te hebben. De Officier van justitie was niettemin van oordeel dat do verdachte had gestoken en eischte, mede met het oog op 's mans ongun stig verleden, wegens poging tot zware mis handeling een jaar gevangenisstraf. Verdachte's raadsman bepleitte vrijspraak. Op 17 Januari zal de rechtbank uitspraak doen. ONZE OOST. Boogbrug weggeslagen Hevige bandjirs. Bij de rubberonderneniing Pinangsori, 31 K.M. van Sibolga gelegen, is door den he- vigen regenval, een groote boogbrug over de rivier weggeslagen. Op de grens van de re sidenties Tapanoeli en Sumatra's Westkust is het verkeer gestremd door aardstortingen. Uit Djokjakarta wordt gemeld, dat door hevige regenbuien de rivier Serang aan het bandjirren is gegaan. Dit is, aldus de N. R. Ct. de grootste bandjir welke ooit in dit district is voorgekomen. Tot nog toe zijn geen slachtoffers gemeld. Protest tegen huur- en winstbelasting Exploitanten van onroerende goe deren vreezen ontwrichting van hun bedrijf. Het bestuur van de Vereeniging van Direc teuren van N.V.'s tot exploitatie van onroe rende goederen te 's-Gravenhage, heeft in een adres aan den Ministerraad ernstige be zwaren geopperd tegen de aangekondigde huur- en winstbelasting. Adressant wijst er in het bijzonder op, dat, afgerien van de zeer belangrijke inkomsten dervingen, welke het gevolg moeten zijn van een eventueele huurbelasting, de N.V.'s tot exploitatie van onroerende goederen boven dien zwaar zullen worden getroffen door de mede aangekondigde winstbelasting van 8 pet. op door rechtspersonen gemaakte be drijfswinsten. Tenslotte wordt den ministerraad verzocht het daarheen te willen leiden, dat aan de ontwrichting op het gebied van het ge bouwd onroerend goed een einde wordt ge maakt. Mohammedaansch verzet tegen de Italiaansche kolonisatie in Lybië. Dr. Abdel Hamid Said Bey, nationalistisch kamerlid en voorzitter van den Mohamme- daanschen bond van jonge mannen, heeft een manifest gepubliceerd, waarin hij de Itali aansche kolonisatie in Lybië een nog grooter smet op den Islam noemt dan de gebeurte nissen in Palestina. Na de Arabieren van Tripolis te hebben verarmd, hebben de Italianen besloten Cy- renaica en Tripolis als provincies in te dee- len in het Italiaansche imperium, niettegen staande de verklaringen van den Duce, dat hij de verdeiger is van de Islam. Verder wordt in het manifest verklaard, dat Egypte steeds zijn politiek van verdedi ging heeft gegrondvest op de veiligheid van de westelijke grens in het geloof, dat de be woners van het aangrenzende gebied door banden van godsdienst, taal en traditie ver bonden zijn met de bevolking van Egypte. Nu Lybië een intregeerend deel van het Italiaansche rijk is geworden, is deze toe stand anders geworden. Niet langer zijn de Arabieren de bu ren van Egypte, doch de blanke Itali aansche kolonisten. Al het vrucht bare land wordt aan deze blanken ge schonken en de Arabieren worden verdreven naar onvruchtbare gebie den. Tenslotte spoort Said Bey alle Mohamme danen aan zich te verzetten tegen deze fas cistische politiek. DONDERDAG 5 JANUARI 1939. Hilversum I, 1875 en 891,5 m. AVRO-Uitzending. 8.00 Gramofoonmuziek. (Ca. 8.15 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gewijde muziek (gr.pl.). 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Omroeporkest (opn). 11.20 Orgelconcert. 12.00 Gramofoonmuziek. (Ca. 12.15 Bericht.). 12.30 AVRO-Aeolian-Orkest. I.15 Ensemble Jetty Cantor. 2.00 Causerie „De nieuwe gezinstaak van de vrouw. 3.45 Gramofoonmuziek. 4.00 Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Orgelspel. 5.00 AVRO-Week-Kaleidoscoop. 5.25 Gelukwenschen. 5.30 AVRO-Amusementsorkest. 6.25 Berichten. 6.30 Sporthalfuur. 7.00 Voor de kinderen 7.05 Viool en orgel. 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten ANP, Radiotooneel, Mededee- lingen. 8.20 Verkorte opera „Les contes d'Hoffmann" 9.20 Radiotooneel. 9.45 De Twilight Serenaders. 10.30 Disconieuws. II.00 Berichte** ANP. Hierna: Het AVRO» Dansorkest en solist (opn.). 11.4012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum H, 4.15,5 m. 8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00—12.00 NCRV. 8.00—9.15 Gramofoonmuziek (ca. 8.15 Ber.). 10.00 Gramofoonmuziek. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstige causerie. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-orkest. (1.001.20 Gramofoonmuziek). 2.00 Handwerkuurtje. 3.00 Gramofoonmuziek. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.00 Handenarbeid voor de jeugd. 5.30 Apollo-ensemble en gramofoonmuziek. (ca. 6.30 Berichten;. 7.00 Berichten. 7.15 Boekbespreking. 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Bericht. 8.15 Russisch gemengd koor en gramofoon muziek. 9.00 Causerie „IJslandsche sagen" 9.30 Arnhemsche Orkestvereeniging en solist. 10 00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.30 Gramofoonmuziek. 10.45 Gymnastiekles. 11.00 Gramofoonmuziek. Ca. 11.5012.00 Schriftlezing. Feuilleton door Ethcl M. Dell 18. Ze was veranderd, heel erg veranderd. Hoe- we'. bet pas een maana geleden was, scheen iaar meisjestijd jaren achter haar te liggen. Ze had haar trotsch zelfvertrouwen geheel ver loren. Ze was teruggekomui als een ernstige, teruggetrokken vrouw, onverschillig, bijna apatisch, zichzelf volkome: meester. Haar aangeboren statigheid had ze behou den, maar ze gebruikte die niet als dekmantel. Ze liep als in een droom en keek noch naar rechts noch naar links. Mevrouw Ralston vchreide bijna toen ze haar zag, zóó schrikte zij van de verwoesting die die zonderlinge maand had teweeggebracht Al het jeugdige was uit haar gelaat verdwenen Ze keerde uit het 'erloren paradijs terug, wit en koud als albast; als een verlaten, eenzame vrouw en het scheen mevrouw Ralston eerst, alsof alle dieper gevoel in haar gestorven was. Maar later, toen ze een paar uur met Stella was samengeweest, kwa"i ze tot de overtui ging, dat onder die koele oppervlakte het leven nog sterk klopte, ofschoon ze 't misschien uit zelfverdediging, diep verborgen hield, buiten 't bereik van iedere bemoeizucht. Ze sprak niet over het ongeluk dat haar getroffen had, maar beantwoordde het stille medegevoel dat mevr. Ralston haar betoonde, met een dankbaarheid, die volkomen oprecht was en deze laatste be greep heel goed dat ze haar heur vertrouwen met weigeren zou, ofschoon ze zich van ieder ander op een afstand hield. Ze was zeer getroffen toen ze tot de ontdek king kwam en nederig e a zg was, meende ze, dat Stella zich wel Heel ong- 'ukk'j moest heb ben gevoeld, om zich tot haar om troost te wenden. Het was een feit, dat ze zich al haar vrien den had verworven in tg den /an nood, die ze altijd had trachten te verlichten, maar mevr. Ralston dacht t nederig over zichzelf, om zich dat als eenige verdienste aan te rekenen. Ze was God alleen dankbaar, dat die gelegenheden haar geschonken werden. Op den a'ond van haar komst, toen Stella naar haar kamer was gegaan, sprak Tommy zeer ernstig over den toestand van zijn zuster e. smeekte haar, om toch haar uiterste best te doen, haar op te wekken uit die apathie, die hg tevergeefs getracht had te bestrgden. „•Ik heb haar nog geen enkelen traan zien Scorten," zei hij, „en menschen die haar niet kennen, zullen haar vooi harteloos houden. Ik kan die akelige kalmte niet aanzien, dat is niets voor Stella." „W moeten geduld hebben," zei mevrouw Ralston. Den jongen zelf stonden de tranen in de oog en en ofschoon ze hem daarom des te liever had, deed ze geen moeite zich verder in zijn vertrouwen te dringen. Het waj haar gewoonte niet om een harer vrienden met een derde te bespreken, al kende ze die ook nog zoo goed. Tommy stapte van het onderwerp af, zonder te bemerken dat zij hem er af gebracht had. „Ik heb er niet de m.nste voorstelling van hoe zg is achtergeoleven en ben ook volstrekt niet op de hoogte van Dacre'< zaken. Ik had hem er eigenlgk om moeten vragen maar ik kreeg geen kans en alles is ook zoo vreeselijk haastig gegaan. En als hij al :ets heeft nagelaten, dan zal het toch niet veel jn. 't WjS een dwaas huwelgk," besloot hij bittei. „Ik .eb er altijd een hekel aan gehad, dat weet Monck wel." „Weet kapitein Monck niets?" vroeg mevr. Ralston. „Dat weet ik niet, Monck is voor dringende zaken op reis, ik heb hem sedert Dacre's dood .liet gezien, hard kans dat hg daar nog niets van afweet. Hg is naar huis geweest. Ik veronderste., dat hg wel al op de terugreis is. Ik hoop het maar, want het is zonder hem bijna niet uit te houden!' „Arme T« mmy. 't is een treurige boel, maar laten we maar <lg zijn, dat we onze lieve Stella weer terug hebben. Ik ga haar nu even goeden nacht zeggen, maak het j- zelf makkelgk en neem wat je hebben wilt." Ze ging heen en Tommy ging languit in zgn ruststoel liggen, ontevreden zuchtend over de gang der dingen. Van Monck had hg geduren de zijn heele afwezigheid niets gehoord en dat hinderde hem nog het allermeest. Toen mevrouw Ralston de gang doorging, die naar Stella's kamer leidde, struikelde ze bijna over een witte gestalte, die daar gehurkt zat, die vlug en snel opstond, en een salaam maakte, 't Bleek Peter, de Sikh, te zijn. Sedert Stella zoo eenzaam .was achtergeble ven, had hij steeds op den drempel van haar kamer geslapen. „Mijn Mem-Sahib is nog wakker," zei hg met iets droevigs in zgn stem, „ze slaapt alleen als de nacht bijna voorbij I8-" „En slaap jij aan de deur?" vroeg mevrouw Ralston eenigszins verwonderd. De slanke gedaante boog weer eerbiedig. „Dat is mijn voorrecht, Mem-Sahib," zei Peter de Groote. Hij glimlachte treurig en ging op zij om haar door te laten. Mevrouw Ralston klopte en hoorde een zachte stem antwoorden: „Wat is het Peter?" Zachtjes deed ze de deur open. „Ik ben het, kindlief. Ben je al naar bed? Mag ik je even goeden nacht zeggen?" „Natuurlijk!" riep Stella. „Wat bent u toch goed, wat bent u toch vriendelijk!" Naast haar brandde een getemperd nacht lampje. Haar gezicht op het kussen was ge heel in de schaduw. Toen mevrouw Ralston dichtbij kwam, stak ze ter begroeting haar hand uit. „Ik hoop, dat mijn waakhond u niet heeft doen schrikken," zei ze. „Die goede jongen is zoo zenuwachtig, omdat ik geen ayah heb ben wil, dat hij zijn best doet mg dezelfde diensten te bewgzen. Ik kon het niet over mgn hart krggen hem weg te sturen. Vindt u 't erg?" „Lieve kind, ik vind niets erg." Mevrouw Ralston bukte zich over haar heen en kuste haar bleek gezichtje. „Lig je,goed? Heb je alles wat je noodig hebt?" „Alles, dank u," zei Stella en trok haar gastvrouw zachtjes naast zich op den rand van het ledikant. „Ik ben al geheel uitgerust, ik geloof, dat uw tegenwoordigheid al rustig maakt!" „Kom, kindlief!" Mevrouw Ralston kreeg een kleur van genoegen, want het gebeurde niet dikwijls dat haar dergelijke complimen tjes werden gemaakt. „Geloof je dat je wat zult kunnen slapen?" Stella keek haar met vermoeide oogen aan maar schudde 't hoofd .„Neen, ik slaap nooit voor tegen den morgen. Ik denk dat ik te veel heb geslapen toen ik in Kashmir was. Daar leken de dagen en nachten me één lange droom," ze huiverde even, maar onderdrukte die beweging met een flauwen glimlach. „Het leven hier zal heel anders zgn," zei ze „mis schien word ik nu weer eens wakker. Ik heb toch niet zoo'n droomerige natuur. De tranen sprongen mevrouw Ralston in de oogen en zonder een woord te spreken streel de ze Stella's hand. „Ik wilde met Tommy teruggaan naar Kurrompore," ging Stella voort, „maar hij wilde er niets van hooren, ofschoon hij me vertelde, dat u er den vorigen zomer geble ven bent; wanneer u het kon uithouden, kan ik het toch. ook, want lichamelijk ben ik toch ongetwijfeld veel sterker!" „Neen, kindlief, neen, dat zou je niet uit houden," en ze keek teeder naar het mooie gezichtje voor haar. „Ik ben taai. weet je, en al wat ouder en ik had een heel dringende reden. Met jou is dat wat anders, je zoudt het in die hitte in Kurrumpore nooit uithou den. 't Is niet te zeggen, hoe ellendig het er dan is. Ik ben heel blij dat Tommy de onmo gelijkheid daarvan heeft ingezien. Neen, neen, blijf maar hier bij me, tot ik ook weer naar beneden ga. Ik ben altijd de eerste en 't zal me een waar genoegen zijn voor je te zorgen." Stella brak het gesprek met een zucht af. „Och, het doet er eigenlijk niet veel toe wat ik doe," zei ze. „Tommy heeft me zeker niet noodig. Niemand eigenlijk en ik geloof, dat u me ook gauw genoeg moe zult zijn." „Nooit, kindlief, nooit!" En mevrouw Ral ston drukte geruststellend haar handen. „Denk dat geen oogenblik. Van den eersten dag af dat ik je zag, heb ik behoefte gevoeld je lief te hebben en je te verzorgen." Een verwonderde glimlach gleed over Stella's gelaat. „Hoe bijzonder vriendelijk van u," zei ze. „Weineen, kindlief, dat lag aan jezelf," zei de doktersvrouw, „je bent zoo mooi en ik be greep dat dat niet aan den buitenkant zat!" „O, zeg dat niet!" viel Stella haar in de rede, ,denk dat toch niet. U kent me niet! U is veel beter dan ik ooit zal kunnen worden." Mevrouw Ralston schudde het hoofd. ,,'tls waar," hield Stella vol en onwillekeu rig sprak ze eenigszins hartstochtelijk, „ik ben een vrouw wie alles is ontzegd, een uit- geworpene, zooals Eva. maar zonder datgeen wat Eva schadeloos stelde. Wanneer ik een kind had gehad om lief te hebben, zou ik nog eenige hoop hebben gehad, maar dat heb ik niet, ik heb er geen. Ik ben hard en bitter en oud vóór mijn tijd en dat zal nu niet meer anders worden. „Weineen, kindlief, neen," trachtte mevrouw Ralston haar gerust te stellen, „dat heb je mis. We kunnen van ons leven maken wat we willen en geloof me. een eenzame vrouw kan een vriendelijke moeder voor kinderen zijn als ze wil. Er is altijd iemand om lief te hebben." Stella's lippen trilden. Ze wendde het ge laat af en zei: „Het leven is moeilijk." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 7