I W!l^!©iÖ>iHI I
Wij lazen voor U
militaire voorzichtig
heidsmaatregelen
DE LAMP
Proces om een muilkorf
Radioprogramma
in de Woestijn
i
I DOOR
I EDGAR RIC-
IBURROUGHS
Terwijl de reus uitviel, sprong Tarzan opzij
en viel hem van achter aan, greep hem beet
en tilde hem hoog in de lucht, waarna hij hem
met grote kracht tegen de grond wierp.. Hij
zou hem nu hebben kunnen doden, maar hij
wachtte om te zien, wat de reus zou doen.
Door de val was hy bewusteloos. Tarzan
verwachtte, dat het gevecht nu afgeloopen
zou zijn, maar de Athairiaan kwam weer bij
kennis, sprong op en rende weg, doch Tarzan
echter- hem aan. Vervuld van angst voor het
geen komen zou, stak de ijgus zichzelf het
mes in het hart. „U hebt de weddenschap
verloren, Herat", lachte Thetan. ,,Maar Uw
Tarzan heeft hem niet gedood!" opperde de
koning. „Zeker wel, hij doodde den kerel door
hem angst aan te jagen," zei Thetan. Herat
lachte. „Je hebt gelijk, Tarzan is vrij." Daar
na gaf hij bevel, dat de vrienden van Tar
zan, Gregory en Ogabi in de arena moesten
worden gebracht. „Wie van U beiden wil met
een wilden leeuw vechten?" vroeg de ko
ning. „Ik" verklaarde Tarzan. „Neen, neen",
riep koningin Mentheb uit, „U bent vrij, Tar
zan. U hoeft niet meer te vechten." Herat
keerde zich boos tot zijn vrouw. „Bemoei je
er niet mee. Nu zal Tarzan juist vechten
en niet met één, maar met twee leeuwen
tegelijk
Opvoeding tot democratie.
In een artikeltje over opvoeding tot staat
kundige vrijheid betoogt het Handelsblad
(lib.) dat de ontwikkeling van den geest,
van het denkvermogen, een fundament is
van de democratie. Verstand en wil vormen
een eenheid, waarin het ideaal van den vrij
en staatsburger ligt: het ideaal der verdraag
zaamheid, aldus het blad, dat als volgt voort
gaat:
Want wie genoeg ontwikkeling heeft om
een andere meening te hegrijpen, al verwerpt
hij haar, en genoeg zelfrespect en naasten
liefde om den ander mot zijn verschillende
visie het leven te gunnen, die is verdraag
zaam, die kan democraat zijn. Het valt niet
te ontkennen, dat ook in een dcmocratischen
staat, en bij allerlei partijen, in dit opzicht
te kort geschoten wordt.
Daarom hebben wij ook met belangstel-
1'ng en sympathie de opmerking van mej.
mr. N. S. C. Tendeloo bij de Amsterdamsche
begrootingscampagne gehoord; laat de
school vooral ook de openbare school, be
wust en opzettelijk de gezonde democratie
versterken in den zin van geestelijke vrij
heid en zelfdiscipline in de staatkunde, zeg
gen wij, doordat zij haar leerlingen een
goed en helder denkbeeld geeft van onze in
stellingen (onze vrijheden en vooral ook on
ze plichten daartegenover).
Wanneer wij hier over „opvoeding tot de
mocratie" spreken, bedoelen wij het natuur
lijk meer clan alleen lessen op school; en ook
veel meer dan een stelsel waar do meerder
heid altijd gelijk heeft'. Maar ook deze
schoollessen mogen eronder vallen, als een
onderdeel van de opvoeding in haar geheel.
Iloe rijk het bezit van de democratie
zóó opgevat voor ons is, begrijpen wij pas
weer goed' nu wij haar bedreigd weten. Zij
behoorde immers tot ons nationale erfdeel,
en scheen daardoor geen bijzondere waar
deering of voortdurend zelfonderzoek noo-
dig te hebben. Maar wat van de vaderen ge
ërfd is, moeten wij verwerven om het weer
te bezitten; ook dit geestelijke goed. Dit be-
teekent, dat ook de democratie moet worden
geleerd, steeds weer opnieuw En dat de
opvoeding geen oogenblik kan rusten.
Een „gelegenheidspraatje".
liet Volk (s.d.a.p.) schrijft:
Het adres van de „negen mannen" wekte
kort geleden nogal eenige beroering in ons
land, doch na korten tijd was het reeds hij-
gezet in het museum der politiek-van-den
dag. Doch bij de jaarwiseling dook het
document nog eens in onze herinnering op,
toen wij het verslag lazen eener rede van
den heer Gottfried H. Crone, op 2 Januari
gehouden voor de Amsterdamsche Kamer
van Koophandel. De heer Crone toch, die
zich met acht andere vooraanstaande Ne
derlanders" had uitgelaten, alsof het met
Nederland op zijn eindje liep, dank zij het
- Uit de Pers van heden
verregaand roekelooze, financieéle beleid der
huidige regeering, zeide thans, volgens de
verslagen, het volgende over de weinig op
wekkende perspectieven van 1939.
„Maar onze volkskracht is onge
schokt en het bedrijfsleven in tal van
opzichten voortreffelijk ingericht.
Daarbij mag Nederland zich geluk
kig prijzen in het bezit van een re
geering die naar nationale saamhoo-
righeid streeft en tegenover het bui
tenland getuigenis aflegt eener on
verzwakte zelfstandlgheidspolitiek."
En al pleitte de spreker vervolgens nog
voor een „laag houden van de voortbren-
gingskosten", instcdo van sombere onder
gangsklanken sprak hij een bemoedigend
woord over ,de toekomst met vertrouwen
tegemoet gaan".
Is de heer Crone, zoo vraagt het blad, zoo
radicaal bekeerd, of onthult het adres der
„Negen" zich meer en meer als een gele
genheidspraatje om de regeering een duwtje
in den rug te geven tei volharding in de
noodlottige aanpasserij tegenover den stij
genden onwil van het Nedcrlandsche volk?
Villabewoner in 't Gooi hesft last
van een Duitschen herder.
Een bewoner van de Oranje Nassaulaan
in Crailoo te Blaricum heeft reeds gerui-
men tijd last van den Duitschen herders
hond van zijn buurman. Het beest is een
grocxte sterke hond en, volgens den be
woner van de villa, valsch, onbetrouwbaar
en agressief, eigenschappen, die het beest
meermalen zou hebben getoond, o.a. door
den chauffeur aan te vallen, een dame,
die op den weg voorbij ging, naar de keel
te vliegen en andere daden te bedrijven,
die van een goeden huishond niet verwacht
mogen worden.
Er is reeds tweemaal tegen den eigenaar
proces-verbaal opgemaakt, doch maatrege
len zijnerzijds in den vorm van muilkor
ven, zijn uitgebleven.
Thans heeft de villa-bewoner, J. O., ook
al doordat hij zijn vijfjarig dochtertje, dat
herhaaldelijk in den tuin speelt, .bedreigd
acht door buurmans hond, een kort geding
bij de Amsterdamsche rechtbank aanhangig
gemaakt, waarin hij als maatregel van den
president het bevel vraagt om den hond
te muilkorven, zoodra hij buiten het huis
komt. Voorts werd gevraagd een dwang
som van f 100 voor iedere overtreding.
Twee Zaankanters gevonnist
Zij hadden al heel wat veroor
deelingen achter den rug.
Veertien dagen geleden hebben voor de
Haarlemsche rechtbank terecht gestaan de
34-jarige G. B. en de 41-jarige C. F., beiden
uit Zaandam, die in den nacht van 21 op
22 November j.1. hadden ingebroken bij een
manufacturier te Wormer.
Zij waren voornemens de brandkast te
plunderen, doch werden gestoord, zoodat zij
slechts twee gouden horloges konden be
machtigen.
Het O. M. had tegen B., die reeds zesmaal
veroordeeld is, twee jaar en tegen F., die drie
vonnissen achter den rug heeft, drie jaar
gevangenisstraf geëischt.
De rechtbank veroordeelde B. gisteren tot
anderhalf jaar en F. tot twee jaar gevange
nisstraf.
Pat ijs zegt:
FRANRIJK PAST TACTIEK VAN AF
WACHTEN TOE.
NAUWE DIFLOMATIEKE SAMEN
WERKING MET LONDEN.
PARIJS, Januari 1939.
De reis van Daladier naar Corsica
en Tunis is voor de Fransche bladen
aanleiding zich nog eens uitvoerig
met de Fransch-Italiaansche be
trekkingen bezig te houden. Op
grond van uitvoerige dëmenties van
Havas heeft men toe moeten geven,
dat de geruchten over Italiaansche
troepenconcentraties in Somaliland
ietwat overdreven waren en dit
heeft veel van dé heerschende on
rust weggenomen. Anderzijds wijst
merr met nadruk op de militaire
voorzorgsmaatregelen, die door
Frankrijk genomen zijn, zooals het
zenden van twee Fransche oorlogs
schepen naar Dzjihoeti, die door 'n
bataillon Senegaileezen gevolgd wor
den.
Eigenaardig is, dat een deel van de pers
de beteekenis van deze militaire maatrege
len tracht te verzwakken, terwijl een ander
ieel meent, dat deze maatregelen nog
geenszins krachtig genoeg zijn. Zoo eischt
b.v. de „Epoque", wijzend op het Duitsch-
Italiaansche gevaar, dat veel aanzienlijker
strijdkrachten naar Franse h-Somaliland
zullen worden gezonden.
Veel verkondigd wordt in Frankrijk op 't
oogenblik de meening, dat Chamberlain uit
zijn droom van München ontwaakt zou
zijn, terwijl men er daarbij tevens op wijst,
dat Bonnet den Britschen ambassadeur op
nieuw verklaard zou hebben, dat Frankrijk
geen duimbreed van zijn gebied zal afstaan.
Uit Ajaccio laten de bladen zich dan verder
melden, dat het feit, dat Daladier slechts
zoo kort op Corsica vertoefd heeft, daar
groote teleurstelling heeft verwekt.
Zooals men ziet, grijnt hier het eene ra
dertje in het andere. Duidelijk wil men
Rome laten merken, dat men in geen ge
val aan territoriale tegemoetkomingen
denikt. Men geeft zelfs te kennen, dat
Frankrijk zich nu slechts sterk behoeft te
toonen, om de Italianen tot den terugtocht
te kunnen dwingen.
Tot besprekingen bereid.
Terwijl men nu te kennen geeft, dat
Frankrijk tegen een „koloniaal München"
een eenheidsbloc zal vormen en dat van
een Britsche bemiddeling geen sprake zal
kunnen zijn, verklaart men verder, dat de
deur voor besprekingen open blijft. De Ita
liaansche regeering zou hiertoe dan voor
stellen moeten doen en in Parijs acht men
het niet uitgesloten, tenslotte tot een be
tere, politieke, economische en demografi
sche samenwerking tusschcn de beide groo
te Lfttijnsche naties te komen. In Parijs
meent men, dat Frankrijk en Italië best in
slaat zijn, hun eigen aangelegenheden zelf
te regelen. Deze meening slaat natuurlijk' op
het vermoeden, dat Chamberlain in Rome
toch nog als bemiddelaar zou1 willen optre
den, iets, wat inlusschen van Engelsche zij
de reeds tegengesproken is. Men wenscht
het Tunesische vraagstuk om zoo te zeggen
als een „locale aangelegenheid" te behan
delen, hoewel Rome zich waarschijnlijk bij
oen dergelijke opvatting niet zal willen
neerleggen.
Chamberlalns bezoek' aan Rome.
In diplomatieke kringen wordt over een
bezoek van Chamberlain aan Parijs niet ge
sproken, terwijl men over den aard der
besprekingen van den Engelschen minister
president te Rome een groote gereserveerd
heid an den dag legt. Anderzijds laten vele
bladen hun Londensche correspondenten
melden, dat Chamberlain op een diepere
discussie over Dzjihoeti, Tunesië en het Su-
ozkanaal niet zal ingaan, maar zijn aan
dacht vooral zal wijden aan de mogelijkheid
van een wapenstilstand in Spanje.
Men krijgt den indruk, dat Frankrijk ten
aanzien van de vraagstukken tusschen Pa
rijs en Rome de tactiek van het afwachten
toepast en tevens, dat tusschen Londen en
Parijs een nauwe diplomatieke samenwer
king bes'aat, wat overigens begrijpelijk is.
want de Middellandsche Zee-belanden van
Frankrijk ziin in hnoge mate ook de be
langen van Engeland, welks voornaamste
verbinding met Indië door de Middelland
sche Zee leidt.
ZATERDAG 7 JANUARI 1989.
Hilversum I, 1875 n 801,5 m.
VARA-Uitzendlng.
10.0010.30 v.m. en 7.308.00 VPRO,
8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten).
11.00 Morgenwijding.
10.20 Voor Arbeiders ir de Continubedrijven.
12.00 Gramofoonmuziek.
(Om 12.00 Berichten).
I.00 Orgelspel en gramofoonmuziek.
2.00 Causerie „Vegetarisme en economie".
2.153.00 Pianovoordracht.
3.0 s Muzikale causerie met gramofoonillu-
straties.
3.35 Rotterdamsch Pianokwartet.
4.30 Esperanto-uitzending.
5.30 Filmland.
6.00 Orgelspel.
6.30 Groningsche uitzending.
7 00 VARA-Kalender.
7.10 Politiek radiojournaal.
7.30 Causerie „Nu Kerstmi*, weer voorbij Is".
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.C3 Berichten ANP, VARA-Varia.
8.15 Voor schakers.
8.16 VARA-orkest en solist.
9.00 Causerie de VARA vooruit!"
Hierna: GramofoonmuzieK.
9.15 „En nu... Oké
10.30 Berichten ANP.
10.35 Zang, orgel en spreker.
II.00 Souvenir-orkest en solist.
11.30 De Ramblers.
11.5512.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum U, 4.15,5 m.
KRO-Uitzending. 4.00—5.00 HIRO.
8.009.15 Gramofoonmuziek. (Ca. 8.15 Ber.)
10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstige causerie.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-orkest.
(1.001.20 Gramofoonmuziek).
2.00 Voor de rijpere jeugd.
2.30 Gramofoonmuziek.
2.45 Kinderuur.
4.05 Causerie „Het Bellamy-Jaar 1939: Een
stap naar een betere samenleving".
4.20 Gramofoonmuziek.
4.25 Causerie Bij de jaarwisseling".
4.40 Gramofoonmuziek.
4.45 Causerie „De toestanden in het Hierna
maals".
5.00 KRO-Melodisten en solist.
5.30 Esperanto-nieuws.
5.45 KRO-Nachtegaaltjes.
6.20 Journalistiek weekoverzicht.
6.45 Berichten, gramofoonmuziek.
7.00 Berichten.
7.15 Causerie „Het bev dkingsvraagstuk (I)"
7.35 Actueele aetherflitsen.
S.U0 Berichten ANP, KRO-Me '.edeelingen.
8.15 Meditatie met muzikale omlijsting.
8.35 Gramofoonmuziek.
8.45 KRO-orkeot.
9.15 Selectie „Polenblut", operette.
9.c5 Revue-programma.
10.05 KRO-Melodisten en solist.
10.35 Berichten ANP.
10.40 Filmpr. atje.
10.5512.00 Gramofoonmuziek.
Feuilleton
door Ethcl M. Dell
20.
„Heb je hem ook niet geschreven?" vroeg
Btella.
„Dat kon ik niet, want ik wist niet waar
been ik schrijven moest." Tommy keek haar
eenigszins aarzelend aan. „Ik heb hem nog
niets over ons kunnen schrijven, maar hij zal
er misschien toch wel van gehoord hebben
foor hij naar „De Groene Bungalow" terug-
beert. Hij hoort bijna altijd alles."
.Dat behoeft geen verschil te maken." Stella
sprak langzaam, de oogen gericht op de
ffroene renbaan die in de zon schitterde. „Wat
betreft mag hij gerust in „De Groene
Bungalow" blijven. We zullen elkaar niet in
oen weg loopen. „Altijd," en ze keek haar
broer aan. ..als jij 't prettig" vindt."
■Dat is lief van je!" Tommy's gezicht glom
pleizier. „Meen je dat inderdaad?"
«Zeker!" Stella sprak op matten toon. ,,'t
Blijft mij heusch gelyk, maar ik wensch me
tusschen jou en je vriend te dringen. Nu
111 getrouwd ben geweest," en haar stem klonk
^igszins bitter, „zal niemand er meer aan
stoot aan nemen. Maar kapitein Monck kan er
natuurlijk een anderen kijk op hebben. Laat
hem dus doen wat hem het beste lijkt."
..Ik wed dat hij 't wat graag zal doen." zei
Tommy. „Hij is de meest vastberaden kerel
dien ik ooit ontmoet heb."
„Hij is een heel lieve man," zei Tessa
jaloersch.
Tommy lachte. „Hy is een bovenste beste,"
stemde hij hartelijk toe, „hij is een van
degenen die het vroeger of later er zullen
brengen, «jenk daar aan, Tes3a! Hij is een
boffer en hij is eerlijk, eerlijk als goud."
„Waar het dan toch eigenlijk opaan komt."
zei mevrouw Ralston zonder van haar brief
op te kijken."
„Hoor eens aan." zei Tommy, „maar waar
om kijk je zoo. Stella? Wou je soms zeggen
dat hij niet eerlijk was?"
„Ik zei niets." Stella sprak mat. ofschoon
ze zwakjes glimlachte. „Ik verbaasde me
alleen maar."
„Verbaasde, waarover?" Tommy's stem
klonk eenigszins scherp en hij keek een oogen
blik strijdlustig.
„Ik verbaasde me er alleen over dat je hem
zoo goed schijnt te kénnen. Dat 'is alles,"
antwoordde ze.
„Ik ken hem precies evenveel als iedereen."
zei Tommy. „Hij is een hoogst achtenswaardig
man, daar verwed ik mijn leven onder en hij
is niet in staat tot-iets laags of gemeens!"
Stella zweeg. Het vertrouwen van dien jon
gen was echt, dat wist ze. Maar denkende aan
hetgeen Ralph Dacre haar had verteld den
laatsten avond dat zij samen waren, vroeg
ze zichzelf toch verwonderd af. waar Tommy
de wetenschap had opgedaan van dien bijzon
deren karaktertrek van zijn vriend. Het
scheen haar dat Tommy veel te veel tegen
hem opzag om daar een juisten kyk op te
hebben Ze was er zeker van dat. anders dan
ze zelf, hij het nooit 'i zijn hoofd zou krij
gen om een daad van Monck te beoordeelen
of aan zyne bedoelingen te twijfelen.
Haar eigen opinie omtrent dien man had
zich sedert dien avond wel eenigszins gewij
zigd. Ze zag hem nu met een volkomen onver
schillig oog. Hij had zich tot haar aangetrok
ken gevoeld, maar ze twijfelde eraan of dit
ook na haar huweliik het geval zou zijn.
Wat haar betrof was dit hoofdstuk van
haar leven afgesloten, om, dat geloofde zs
zeker, nooit meer te worden vervolgd. Monck
was zijn weg gegaan en zij den hare. Hun
wegen liepen uiteen. Alleen door toevallige
omstandigheden zouden ze elkaar weer ont
moeten en ze was besloten dat, wanneer dit
weer het geval zou zijn. hun verhouding zulk
een persoonlijk karakter .zou dragen, dat
het hem onmogelijk zou zijn, om nog terug te
komen op het feit dat er één enkel oogenblik
tusschen hen een eenigszins romantische ver
houding had bestaan.
Hij stond nog aan het begin van zyn loop
baan. Hij was eerzuchtig en zou voortgaan,
zonder zich door één gedachte aan haar van
de wijs te laten brengen. Zij hing van geen
enkelen man af. ze zou haar eigen leven weer
opvatten en ervan maken wat er van te
maken was.
Met den terugkeer van haar gezondheid
rijpte dit besluit bij haar.
De invloed van mevrouw Ralston deed zich
gelden. Ze geloofde dat de weg zich vanzelf
zou wijzen. Ze had één groote vergissing be
gaan, voor een volgende zou ze zich wachten.
Ze zou gehoorzaam zijn, misschien zouden
voor haar, evenals vcor haar vriendin, nog
eens bloesems opbloeien uit den wceaten grond
waarin haar leven wortelde.
HOOFDSTUK IV.
De oproeping.
Gedurende de maanden die zij met de
doktersvrouw te Bhulwana doorbracht, keer
den rust en vrede in Stella's hart terug Ze
nam weliswaar geen deel aan de vermakelijk
heden, die het plaatsje opleverde, maar haar
weduwschap was daarvoor meer dan voldoen
de verontschuldiging. Ladv Harriet keurde
haar handelwijze in deze volkomen goed. maar
mevrouw Ermsted keek haar nog steeds met
schele oogen aan. niettegenstaande haar doch
tertje een ware vriendschap voor Tommy's
zuster had opgevat.
„Wacht maar tot we in Kurrumpore terug
zijn," zei mevrouw ErmstM ..dan zuben we
haar wel -in haar ware gedaante zien."
Maar dit zei ze niet tegen mevrouw Ral
ston. Ze kwam hoe langer hoe minder in The
Grand Stand. Ze had altyd allerlei afspraken
en had zelden of ooit een oogenblik over voor
haar oude vrienden. Maar mevrouw Ralston
zocht haar nooit op. Dat lag niet in haar
aard. Ze stond altijd voor iedereen klaar, maar
drong zich ncoit op.
Haar genegenheid voor Stella was sterker
geworden. Er bestond tusschen die beiden een
groote sympathie, zonder dat die ooit onder
woorden werd gebracht. Ze begrepen elkaar.
Toen het regenseizoen aanbrak, werd de
omgang nog steeds intiemer. Mevrouw Ral-
stond deed nooit haar best om vertrouwelijke
mededeelingen uit te lokken, maar waarschijn
lijk werd haar meer dan aan eenige andere
vrouw meegedeeld.
Op zekeren dag in September, toen donkere
wolken de lucht bedekten en de regen bij
stroomen neerviel, sprak Stella eindelijk over
het besluit, dat zy na lang nadenken had
opgevat, 't Viel haar niet moeilijk het uit te
spreken. Het leek haar de meest eenvoudige
"•aak ter wereld. En toen zy erover begon te
nra'en. voelde zij dat mevrouw Ralston al
wist waar zy heen wilde.
„Mary!" zei ze. „Na Kerstmis ga ik naar
Engeland terug."
Mevrouw Ralston gaf geen blijk van ver
bazing. Zr» was druk bezig met een grooten
stop in den hiel van een zijden kous. Ze keek
alleen Stella ernstig aan.
„En als je dan daar bent. lieve?" vroeg ze.
..Dan zal ik werk zoeken." Stella sprak op
beslisten toon. als iemand die het besluit eerst
'a rilpe overweging heeft genomen. „Ik denk
'at ik zal trachten een plaats als verpleegster
4e krijgen. Dat is hard werken, dat weet ik
"el. maar ik hen sterk en ik geloof dat hard
•Tken gced voor me zal zijn."
M«*wnmv Ralston zweeg.
En Stella ging voort: „Ik zie nu in. dat het
"'en fout van me is geweest om ooit hier te
'romen. Tommv seWn me in 't geheel niet
•mod'" te hebben. Dat ïs ook zoo. Hij heeft
«•enoeg aan ziin vriend Monck en dat is mis
schien ock beter voor hem. In elk geval, noo-
dig heeft hij me niet."
„Misschien heb je gelijk, lieve", zei me
vrouw Ralston, „ofschoon ik betwijfel of Tom
my het in deze met je eens is. Ik ben in elk
geval blij dat je met Kerstmis nog hier bent
Dan raak ik je tenminste niet zoo gauw
kwijt."
Stella glimlachte even. „Ik wil Tommy niet
kwetsen en ik weet, dat dit het geval zou
zijn als ik eerder heenging. En buitendien zou
ik hier wel een kouden tijd willen meemaken."
„En waarom zou je niet?" zei mevrouw
Ralston en liet er na een oogenblik op vol
gen: „Wat ben je van plan met Peter te
doen?"
Stella aarzelde. „Dat is de eenige reden
waarom ik niet eerder tot een besluit ben ge
komen. Ik wilde dien armen Peter niet graag
verlaten. En ik dacht, of het misschien moge-
gelijk zou zyn, dat hg. wanneer hg naar Kur
rumpore mee terugging, daar wellicht een an
dere meester zoti kunnen vinden. In elk geval
zal ik, als we daar zijn hem mijn plannen mee
deelen, en dan zal hij gelegenheid hebben",
ging zy' treurig glimlachend voort, „zijn ge
negenheid elders te plaatsen."
„Maar dat doet hij niet, zei mevrouw Ral
ston met overtuiging. ..De trouw van die men-
schen is verbazingwekkend. Het maakt ons te
schande."
„Ik vind de gedachte, om van hem te moe
ten "scheiden, afschuwelijk!" zei Stella, „maar
wat kan ik er aan doen."
Ze zweeg plotseling, toen degeen over wien
ze spraken, het vertrek inkwam met een
blaadje in de hand. Hij reikte haar een tele
gram over en bleef eerbiedig achter haar
stoel staan, terwijl zij het openmaakte.
Mevrouw Ralston's ernstige blik bleef op
haar rusten.
„Uit Kurrumpore!" zei Stella. terwijl ze
baar aankeek. Haar gelaat was bleek en haar
stem kalm en haar handen trilden niet.
„Van Tommy?" vroeg mevrouw Ralston.
..Neen. van kapitein Monck. Tommy is ziek,
'"•eel ziek. Weer malaria. Hij gelooft, dat het
beter is dat ik kom."
(Wordt vervolgd.)