Wij lazen voor U DE LAMP m fft.JÊ WISRBOPiN Een twijfelachtige vriendendienst Radioprogramm a in de Woestijn DOOR EDGAR RIC— BURROUGHS 74. Met van angst wijd opengesperde ogen wachtte Helen den woedenden Zytheb af, die haar wilde neersteken. Vluchten zou nutte loos zijn. Toch trachtte zij terug te rennen door de gang. Zytheb zou haar onmiddelgk inhalen, of zij zou door de andere priesters worden gegrepen... Op dit ogenblik hing ook het leven van Tarzan aan een zijden draad. In de arena van Thobos kwamen twee wilde leeuwen op hem toe. Een had hy misschien kunnen overmeesteren; dat had hij al zo dik wijls gedaan. Maar twee: Zelfs met het mes, dat men hem had overhandigd, zou hy niet /v\ |L ,ui>\Pv| m t- 74 1 veel kunnen uitrichten! De aanwezigen in de Koninklijke Loge keken naar het komende drama met'"zeer gemengde gevoelens. Het hart van Thetan was zwaar, want hij wist, dat zijn vriend gedood zou worden. Koning Herat leunde vooreer, om vooral niets te missen. Hij beschouwde dit gevecht als de terechtstelling van Tarzan. De aapman stond stil. Hij had bij zichzelf een plan ontworpen, waardoor het misschien mogelijk was, dat hij de strijd kon winnen, doch het was een ge waagd plan. Opeens kwam de leeuw, die de leiding had genomen, brui-end op hem af. Koningin Mentheb sloot haar oogen en gilde! GEEN DOOFPOTPOLITIEK. „Open vizier!" schrijft het Volk (s.d.a.p.) boven een commentaar op de AmsteMani sche erfplaats-affaire, waaruit wij- o.m. de volgende passage knippen. Mochten er te Amsterdam bij de uitgifte van erfpaclitsgronden dingen zijn gebeurd, die ontoelaatbaar moeten worden geacht, dan staan de in de bouwwereld heerschen- de zeden en de daaruit voortvloeiende ver leidingen hieraan ongetwijfeld mede schul dig. Naar men weet is op dit gebied een justitieel onderzoek gaande. Nu heeft „De Avondpost", wat 't raadslid Gulden betreft, aan wethouder De Miranda venveten, dat deze met zijn verdenkingen eerst naa.r de fractie is gegaan. Hij zou daardoor te veel als partijman hebben gehandeld. Beziet men aldus oordeelend, de dingen wel in hun juiste orde? Begrijpen wij de figuur goed, dan heeft de wethouder, toen hij hom ver moedens rezen, zonder dat deze aioh tot vaststaande feiten haddon verdicht, reeds dadelijk handelend wilden optreden. De snelste manier hiertoe was ongetwijfeld den betrokkene in een kring vam naaste geest verwanten aan te spreken. Wil dit nu zeggen, dat, gelijk „De Tele graaf" ons verwijt, de sociaal-democratische raadsfractie en ook de socialistische pers de zaak met den mantel der liefde willen be dekken? Of. dat, zooals „De Maasbode" het stalt, de kwestie thans, als het aan ons lag, urt fcou zijn? Volstrekt niet! Zeker, er is »en justitieel onderzoek gaande, doch de mogelijkheid bestaat, dat, indien er al geen Strafbare dingen zijn geschied, er toch prak tijken zouden kunnen bestaan, die, uit een oogpunt van goed bestuursbeleid, onge- wenscht moeten heeten. Ons is iedere doof- potpolitiek zoo ver, dat wij zelfs deze ver onderstelde mogelijkheid niet willen open laten. „WIJ LATEN ONS NIET IN EEN HOEK DRINGEN!" De Maasbode schrijft dat zoowel A. B. K. in het Volk als de religieus-socialist Ban ning in „Socialisme en Democratie" hij hun bestrijding van de Roomsche actie te gen het neo-malthusianisme, beginnen met zich op zeer eerbiedigen afstand te stellen van het neo-malthusianisme. Dat willen zij niet verdedigen, aldus het blad, maar do geestelijke vrijheid, ziet u! En dan die vreeselijke bedreiging, die steeds als een donderwolk hangt boven ons lieve vaderland: dat de katholieken hun ze delijk inzicht aan geheel de bevolking wil len opdringen-. Hiertegen zij, met de bescheidenheid, die past aan een eeuwenlang verdrukt volks- Uit de Pers van heden deel, opgemerkt, dat de katholieken met hun verzet tegen het neo-malthusianisme volstrekt met iets specifiek-,.roomsch" en niet een louter Katholieke moraal verdedi gen, maar opkomen tegen iets, dat uit al gemeen christelijk oogpunt en zelfs uit het standpunt der zuivere natuurwet volstrekt verwerpelijk is. Bij het vervullen van deze algemeen christelijke en nationale taak behoeven wij ons niet in een engen partij-hoek te latien dringen, zoo besluit de Msb. Noch door een verouderd liberalisme, noch door de S.D. A.P. SARIE GEEFT AANSTOOT! Toen jhr. Beelaerts van Blokland 6 Dec. j.1. op Schiphol uitgeleide werd gedaan voor zijn vertrek met de Reiger naar Zuid-Afrika, hebben de aanwezigen het „Sarie Marais" gezongen. Hieraan heeft het Zuid-Afrikaansche blad „Die Burger" aanstoot genomen, blijkens een artikel, waarin o.m. het volgende wordt opgemerkt; „Maar by dieselfde vertrek het weer iets gebeur wat in Afrikanerore 'n wanklank veroorsaak het. Daar word musiek gespeel wat passend geag word vir die gelecntheid, en die musiek is die piekniekliedje „Sarie Marais"! Ons het gehoop dat ons by die Sarie Mareis-stadium verbii is. Daar was 'n tijd toe dood-ernstig aan die hand gegee is dat hierdie liedjie tot die rang van Volks lied vir Suid-Afrika verhef moet word, maar dit is iets van die verlede, iets wat die Afrikanervolk dan ook met gelag begroet het. Op wie die blaam moet val weet ons nie, maar graag sou 'n mens wil weet of die Unie se gesant in Den Haag geraadpleeg is oor die Suid-Afrikaanse lied wat by die ge- leenitheid gespeel sou word. Indien wel, sou die flater baie ernstiger wees. -Dan tog sou dit niet afkomstig wees van mense wat dit goed bedoel maar niet genoegsaam met Suid-Afrika in voeling is nie, maar van die persoon wat deur ons staat ha Holland ge- stur is onder anders juis om daardie nouere voeling totstand te help bring." Het Handelsblad, waaraan wij bovenstaan de feiten ontleenen, maakt bij het citaat uit „Die Burger" de volgende aan toeken ing: Wij gelooven „Die Burger" gerust te kun nen stellen. Wie hier „Sarie Marais" zingt, vergeet niet „Die stem van Suid-Afrika." En wie de zoete sentimentaliteit van Sarie's hartevriend laat klinken vergeet niet de stoere kracht van Zuid-Afrika's vrijheids strijd en ontwikkelingsgang. Wij weten hier dat het „volkslied" van Zuid-Afrika niet „Sarie Marais" is. En bij officieele gelegen heden deed men wellicht inderdaad beter om „Sarie achterwege te laten. Maar wan neer men het hier zingt dan ligt daarin in geen geval een wanklank of een blijk van onderschatting, maar veeleer een uiting van intiemere vertrouwelijkheid met een land en een volk dat wij als „familie" beschou wen, en waar wij als zoodanig van houden, zoowel in zijn heroïsche als in zijn- zach tere momenten. „SOCIALE HERBEWAPENING." Uit het Nationale Dagblad (N.S.B.): Moreele herbewapening. Een schoon woord, doch de sociale herbewapening dient daar aan vooraf te gaan als schoone daad. Daartoe blijkt echter de democratie on machtig en men verwachte niet dat een in ellende verkeerend volk schoone woorden nog langer zal slikken nu in de laatste ja ren onomstootelijk gebleken is dat men het bij woorden wencht te laten. Het verwacht, aldus het Mussertblad, in bange uren een daad! Onplezierige thuiskomst Haarlemmers van sieraden en tafelzilver bestolen. Bewoners van een huis aan den Kinder huissingel te Haarlem, die Maandagavond waren uitgegaan, kwamen bij hun thuis komst tot de onaangename ontdekking, dat een inbreker van hun afwezigheid misbruik had gemaakt. Alles was overhoop gehaald, terwijl sieraden en tafelzilver, voor een waarde van vijfhonderd gulden, zijn gesto len. Verdwenen waren o.a. zilveren vorken en lepels, gouden armbanden en horloges, dia manten oorknoppen in goud gevat, gou den ringen en kettingen en een gouden han gertje, met juweelen bezet. De politie, die onmiddellijk een ónderzoek instelde, heeft nog geen spoor gevonden. Steekpenningen aangenomen Gevangenisstraf tegen oud-wet houder geischt. Voor de Rotterdamschc rechtbank stond te recht de 70-jarige oud-wethouder van Helle- voetsluis, D. de B., gepensionneerd werk meester bij de rijkswerven, die in zijn func tie van wethouder steekpenningen had aan genomen. Hij zou n.1. van een zekeren Blok zijl, die solliciteerde naar de betrekking van directeur der gemeente-drinkwaterleiding en gemeente-architect en die ook inderdaad werd benoemd, eerst vijftig en later nog eens honderd gulden hebben aangenomen voor zijn bemoeiingen in deze. Aanvankelijk onikende verdachte ter te rechtzitting dit geld te hebben gekregen. Nadat de rechtzitting eenigen tijd op ver zoek van den verdediger van verdachte werd geschorst, bekende de oud-wethouder echter volledig. Het O. M. achtte de zaak zeer ernstig. Aan gaande de strafmaat wilde spr. echter reke ning houden met den leeftijd van verdach te. Zijn eisch luidde een gevangenisstraf van twee maanden. De raadsman van de B. vroeg een voor waardelijke veroordeeling. Uitspraak 24 Januari. Waarom Mees in gestolen goud handelde. Gisteren stond voor het Amsterdamsche Gerechtshof in hooger beroep terecht de 48- jarige Amsterdamsche koopman Mees G., die het vorig jaar door de rechtbank te Utrecht tot twee jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest werd veroordeeld, wegens heling? Verdachte zou goud verhandeld hebben af komstig van de bekende inbraak in het Tandheelkundig Instituut te Utrecht in 1937. Mees, die indertijd ook een belangrijke rol heeft gespeeld in de Nijenrode-zaak, kómt met een verward en langdradig verhaal. Zuiver uit vriendschappelijke overwegin gen had hij aan een van de aanstichtei-s van den diefstal, zekeren B., aangeraden als bemiddelaar op te treden bij den verkoop. Hij had er echter niet aan gedacht ook maar een cent voor zijn diensten aan te bieden. B. is mijn eenige vriend op de wereld, ik kan zijn vriendschap niet missen, aldus verd., en ik deed graag wat voor hem. Pres.: Maar u wist toch, dat het goud gesto len was, dat helpen op zichzelf is al straf baar! Mees' vriend Willem B., getuigt, dat Mees het goud tegen een bepaald bedrag kreeg, alles wat hij er meer voor maakte, was voor hem. Herhaaldelijk moet de president den ver dachte aanmanen kalm te blijven en zijn interrupties voor zich te houden, „anders gaat u de zaal uit". „U bent de baas, edele", berust verdachte. Requisitoir. De procureur- generaal vordert twee jaar gevangenisstraf met aftrek van de geheele preventieve hechtenis. Voorts requireert spr. teruggave van de in- beslaggenomen goudklomp aan den Staat der Nederlanden i.c. aan den landsavocaat. De verdediger is van oordeel, dat niet was bewezen, dat verdachte voordeel uit de zaak had getrokken. „We mogen verdachte niet als een normaal iemand beschouwen zegt pl. „Jawel", roept verd. er tusschen door. Pleiter concludeert tot vrijspraak. Het Hof zal 24 Januari arrest wijzen. DONDERDAG 12 JANUARI 1989, Hilversum I, 1875 en 801,5 m. AVRO-Uitzending. .00 Gramofoonmuziek. (ca. 8.15 Berichten), 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gewijde muziek (gr.pl.). 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Omroeporkest _n soliste. (In de pauze: Declamatie. Ca. 12.15 Berichten). 12.30 Gramofoonmuziek. I.00 AVRO-Amusementsorkest. 2.00 Voor de vrouw 2.30 Cello en piano. 3.00 Cursussen voor de vrouw. 3.45 Gramofoonmuziek. 4.00 Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Zang, piano en gramofoonmuziek. 5.00 AVRO-Week-Kaleidoscoop. 5.25 Gelukwenschen. 5.30 AVRO-Aeolian-orkest. 6.25 Berichten. 6.30 Sportpraatje. 7.00 Voor de kinderen. 7.05 Orgel en zang. 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten ANP, Radiojournaal. Mededeelingen. 8.20 Concertgebouw-orkest en solist. (In de pauze: Radiotooneel). 10.30 Cabaretprogramma. II.00 Berichten ANP. Hierna: Het AVRO- Dansorkest. 11.4012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum H, 415,5 m. 8.00—9.15 KRO. 10.0L NCRV. 11.00 KRO. 2.00—12.00 NCRV. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Ber.) 10.00 Gramofoonmuziek. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonmuziek. 11.30 Religieuze causerie. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 KRO-orkest en gramofoonmuziek. 2.00 Handwerkuurtje. 2.55 Gramofoonmuziek. 3.00 Voor de vrouw. 3.30 Gramofoonmuziek. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.00 Cursus handenarbeid voor de jeugd. 5 30 De Vedelaars eu gramofoonmuziek. (Om 6.30 Berichten). 6.45 CNV-kwartiertje. 7.00 Berichten. 7.15 Journalistiek weekoverzicht. 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP, herhadng SOS-Ber. 8.15 Samenkomst van het Leger les Heils. 9.15 Orgelspel. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.30 Gramofoonmuziek. 10.45 Gymnastiekles. 11.00 Vioolvoordracht met pianobegeleiding en gramofoonmuziek. 11.30 Gramofoonmuziek. 11.50—12 00 Schriftlezing. Feuilleton door Ethel M. Dell 24. „O, maar ik meen het! Ik meen het in vol len ernst. Het zou niet goed van me zijn, in dien ik u in den waan liet... indien ik u liet denken..." ze aarzelde en in 't volgende oogen- blik sloeg ze de handen voor 't gelaat. „Lieveling," zei hy. Hij bracht haar naar de tafel en deed haar zitten. Hg knielde naast haar neer en sloeg de •rmen beschermend om haar heen. „Nu heb ik je aan 't schreien gemaakt," zei h\j, „en je was zoo doodop, wat ben ik toch ®en lammeling om je zoo te plagen, Je hebt een ellendigen tyd achter den rug. dat weet Ik, maar wees niet bang van me. ik zal geen woord meer zeggen, maar steun op me. Dat is alles wat ik je vraag. Ik zal je nooit in den •teek laten, dat zweer ik je." Een oogenblik deed ze wat hij vroeg en steunde op hem, ze kon niet anders, ze was op, ze had geen kracht meer. Maar langzaam kwam ze weer wat bij en keek eindelijk met <=en flauw glimlachje op. „Daar, nu wordt ik nog sentimenteel, je zult °ok wel moe zijn, men kan het Je aanzien, Sk zitten, en laten we dit vergeten." Hij keek haar ernstig aan en zei: „Vergeten kan ik het niet, maar ik zal je Het meer lastig vallen. Dat doe ik liever nie mand en ik zou het nu ook niet gedaan heb ben... maar," hij glimlachte flauwtjes, ,,'t is alles Tommy's schuld, die drommclsche jon gen!" en hij stond op en gaf haar een klapje op den schouder, dat haar beter geruststelde dan woorden hadden kunnen doen. Ze lachte eenigszins zenuwachtig. „Die arme Tommy! Maar kom nu zitten en eet wat. Je ziet eruit als een geest en ais je op past, dan zullen Tommy en ik over een poosje u moeten oppassen." Hg trok een stoel by en ging zitten. „Wat een aangename veronderstelling, maar ik vrees dat Tommy's hulp voorloopig weinig te beteekenen zal hebben. Neen. geen melk in de koffie als je blieft, ik heb liever wat cog nac". Toen ze aan dat vroege ontbijt terugdacht, glimlachte Stella, ofschoon niet zonder bange voorgevoelens, want in weerwil van hetgeen er was voorafgegaan, was het een vroolijk maal. Ze had Monck nog nooit zoo opgewekt gezien en had hem er ook niet toe instaat ge acht, want ofschoon hij er heel slecht uitzag, was h(j in de stemming van iemand, die een overwinning heeft behaald. Ongetwijfeld beschouwde hg den keer dien Tommy's ziekte had genomen als een per soonlijke victorie, maar, was aat de eenige reden van z\jn buitengewone opgewektheid? Dat zou ze weieens willen weten. HOOFDSTUK VI De nachtwake Toen Stella Tommy weerzag, verwelkomde hij haar met een glimlach en zeide dat het ergste nu geleden was Hij was nu weer tot het leven teruggekeerd, maar hij was zwak. zwakker dan hij zelf wist en zij begreep de reden van den angst van majoor Ralston. Er waren veel zieken en nu hel grootste gevaar geweken was, kon hij maar weinig tijd aan Tommy geven. Hij liet hem nu aan Stel- la's zorgen over, wie hij allerlei voorschriften gaf, die ze haar uiterste best deed om na te komen. De eerste twee dagen hielp Monck haar. Hij speelde tamelijk den baas over Tommy, die zich zoo gewillig aan hem onderwierp, dat Stella er soms verbaasd van stond, 't Was duidelijk, dat hoe zyn stemming ook was, de jongen het prettig vond zijn vriend bij. zich te hebben en aangezien hij haar niet trachtte te beïnvloeden, maakte zij er geen aanmerking op. Na hun gezamelyk ontbgt in den vroegen morgen, zag zij hem zelden meer, want ais hij tijd had om eens bij Tommy te zijn, volgde zij zijn raad en ging naar haai kamer om de rust te genieten, die zij zoo noodig had. Ze hoopte, .nt Monck x>k zou rusten in den tijd, dat zij in de ziekenkamer oppaste.en ze meende ook wel, dat hij dat deed, ofschoon zgn uiterlijk niet getuigde van de waarheid van haar ver onderstelling. Eens of tweemaal, toen ze hem onverwacht ontmoette, schrikte zy ervan zoo slecht als hij eruit zag. maar ze sprak er niet over. want het scheen haar gewenscht alle persoonlijke belangen in haar omgang met hem, onaange roerd te laten. Ze begreep, dat hij niet wilde, dat majoor Ralston zich met hem bemoeide, wiens trjd echter ook in het hospitaal zoo in beslag werd genomen, dat hij geenszins wenschte hem aan zijn ziekenlijst toegevoegd te zien. Tommy's herstel ging echter zoo vlug, dat zg in den derden nacht na haar aankomst al in de kamer kon gaan liggen en rusten in de tijden, dat hij niets noodig had. Ralston was dien morgen zeer tevreden en ze verheugde er zich reeds op. om die heuge lijke tijding aan Monck mede te deelen. Maar Monck verscheen niet. Ze wachtte den qehee- len dag op hem, maar tevergeefs. Tommy verwachtte hem ook en maakte eindelijk eenigszins wrevelig e opmerking, dat hij ze ker voor de een of andere zaak uit was. waar van hij het beter had gevonden hem niet op de hoogte te ^rengen. „Dat is net wat voor hem," zeide hij, ter wijl hij voor de eerste maal op eenigszins af keurenden toon over zijn held sprak. „Hij is zoo allemachtig geheimzinnig, alsof niemand dan hij een geheim kan bewaren." „Nu, wat doet dat er toe." zei Stella. „We kunnen 't wel zonder hem stellen." Maar Tommy verkeerde in een periode, waarin de kleinste teleurstelling Iets heel ge wichtigs scheen; hy mokte en werd koorts achtig over de afwezigheid van zgn vriend. Toen Majoor Ralston dien avond naar hem kwam kgken, was hg zeer ontstemd en het scheen Stella, alsof hg ook haar verantwoor delijk wilde stellen voor den achteruitgang in den toestand van zijn patiënt. „Hg moet rustig gehouden worden," drong hij aan. „dat is volstrekt noodzakelijk, of we krijgen de heele geschiedenis weer van voren af aan. Ik zal hem een slaapmiddel geven en laat hem dan 'verder aan uwe zorgen over. Ik kan vanavond onmogelijk weer terugkomen en 't is dus ook nutteloos, om me te sturen. U zult u dus moeten redden zoo goed en kwaad als 't gaat!" Hij ging heen en Stella verdeelde de nacht wacht met Peter de Groote. Zij was voor zich zelf overtuigd, dat er niet zoo veel reden tot ongerustheid bestond, maar met het oog op den bijzonderen aandrang waarmee de dokter gesproken had, besloot ze om de eerste uren maar bij Tommy te blijven. Peter zou haar 'snachs o meen uur aflossen, waarna zij op zijn aandringen naar haar kamer zou gaan om te rusten. Het slaapmiddel deed al gauw zijn invloed op Tommy gelden en hg sliep kalm, terwij] zij naast hem zat; het licht van de lamp was naar haar boek gekeerd. Maar ofschoon haar oogen op de bladzijden waren gericht, waren haar gedachten verre. Die wendden zich voort durend weer naar Monck en hielden zich aan houdend met hem bezig. Ze dacht onophou delijk aan het laatste onderhoud, dat zij met Ralph Dacre over hem gehad had. Wat was de reden van zgn geheimzinnige afwezigheid? Wat voerde hij uit? Ze was niet op haar gemak, zelfs angstig. Er was iets in zyn baantje bij den Geheimen Dienst, dat haar tegenstond. Ofschoon ze voelde, dat het een groot verschil zou hebben gemaakt en het haar misschien volkomen onverschillig zou zijn geweest als ze tot elkaar in een an dere verhouding hadden gestaan. Het scheen haar totaal onmogelijk, eenig vertrouwen te stellen in een man, die een deel van zijn be staan zoo geheimzinnig verborgen hield. Haar gevoel zei, dat ze hem moest vertrouwen, maar haar verstand kwam daar tegenop. Ze begon zichzelf af te vragen, of 't niet ver standig zou zgn Indië te verlaten, zoodra Tommy haar missen kon. Het scheen dwaas heid, te blijven wanneer ze wenschte iedere nadere aanraking te vermijden met den man, die de grenzen der conventie in zijn hande lingen tegenover haar reeds zoover had over schreden. En toch, dit moest ze zichzelf eer lijk bekennen, verlangde ze niet heen te gaan. Het gevoel dat haar tot blijven noopte, kon ze niet verklaren, maar het bestaan ervan even min ontkennen. Ze had dien man niet lief, zeer zeker niet, want ze wenschte niet met hem te trouwen. Aan dat denkbeeld trachtte ze haar gevoel te toetsen en het scheen dien toets te kunnen doorstaan. Maar evenmin wilde ze de kans loopen, om nooit meer met hem in aanraking te komen, 't Zou haar leed doen heen te gaan. Waarschijniyk, ja bijna zeker, zou ze terugverlangen, maar de vraag, moest ze blyven, bleef onbeantwoord. Voor den eersten keer was haar gevoel van onafhan kelijkheid haar niet aangenaam. Ze wenschte in haar hart, dat ze niet zelf een besluit moest nemen. Op dat oogenblik deed een zacht geluid bij het raam haar uit haar overpeinzingen op schrikken en opkijken, 't Was een onwillekeu rige beweging. Ze zou niet hebben kunnen zeggen, of ze nog iets anders gehoord had dan het gekletter van den regen door de boomen op het erf; maar iets dwong haar om op te kijken en toen ze dat deed, zag ze een glimp van een gedaante op de veranda d;e haar 't bloed in de aderen deed stollen. Ze zag 't maar een oogenblik. 't volgende oogenblik was het weer verdwenen. Het was voorbg gegaan als een schaduw, zoodat ze zichzelf ademloos af vroeg, of het werkelijkheid was geweest, óf dat haar verbeelding haar parten had ge speeld. Want In dat eene oogenblik scheen het, dat ze het verleden weer voor zich zag en in het bijzonder één gedaante, waaraan de herinnering langzamerhand uit haar geheugen was gewischtde gedaante van dien vree- selijken, ouden inlander, dien ze altnd eeniger- mate had beschouwd als de oorzaak van den dood van haar man. (Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 7