Koning Carol's dictatuur DE LAMP in de Woestijn Radioprogramma DOOR EDGAR RICL. BURROUGHS 76. Toen Tarzan volhield, dat hy van plan was naar Athair te gaan, zei koning Herat: „Wij zullen soldaten zenden om U te helpen. Dit is geen taak, die een man kan volbrengen." „Zelfs geen honderd mensen", zuchte ko ningin Menthib, „dat hebben we geprobeerd". De aapman schudde het hoofd. „Ik ga alleen", zei hij, maar Tarzan kon de smeekbeden van Ogabi niet weerstaan, die de gevaren van Athair wilde trotseren om bij zijn geliefde Bwana te kunnen blijven. Ogabi was een uit stekend sporenzoeker en jager, zodat hij Tar zan van onschatbare waarde zou kunnen zijn. „Maar mijn zoon en dochter zijn daar," zei de oude man huiverend, „het is mijn plicht om te doen, wat ik kan, om hen te helpen." Tarzan antwoordde kortaf: „Als zij nog in leven zijn, zal ik hen bij U terugbrengen. Als ik niet terugkom, dan kunt U er van ver zekerd z\jn,- dat wij allen gedood zijn"Op datzelfde ogenblik leefde Helen nog, maar het leek er wel op, dat dit nog slechts een kwestie van enkele seconden was. De priester Zytheb, wien zij als slavin was toegewezen, kwam met opgeheven dolk op haar toe. Ont vluchten scheen onmogelijk. DE AANSLAG OP DEN KONING VAN ROEMENIë BEWIJST, DAT HET NOG IMMER BROEIT IN DE GELEDEREN VAN DE „IJZEREN GARDE". Bijzondere buitenlandsche correspondentie. De Koninklijke dictatuur in Roeme nië is nog maar eén maand of elf oud. Maar dat neemt niet weg, dat zij in zulk een verbijsterend tem po te werk gaat alsof alles dat ver zuimd werd onder de heerschappij der partijen nog voor de eerste verjaardag van de dictatuur, 10 Februari a.s. ingehaald moet zijn. Deze koortsachtige activiteit is even kenmerkend voor de binnenland- sche onrust in het land als voor de onzekerheid nopens de buitenland- sche politiek. Nog maar enkele jaren geleden zegevier de de vastbesloten wil ter vernieuwing van het land zelf, tegenwoordig wordt Roemenië tegen wil en dank zoo hevig in beslag ge nomen door de Midden- en Oost-Europcesche ctf/Wellotie, dat de binnenlandsche maat regelen min of meer in de verdrukking zijn gekomen. Desondanks gaat Koning Carol onverstoord voort op den eenmaal ingesla gen weg zonder zich om alle reacties t» bekommeren. Een weg die niet over rozen gaat, getuige den bijtijds verijdelden aan slag op het leven van den Koning die dezer dagen was voorbereid. De Koning toont inzicht. Dat Koning Carol door zijn optreden zijn prestige weet te handhaven, ligt voor de hand; zelfs de „IJzeren Garde" moest het hoofd buigen en juist in den loop van het afgeloopen jaar ontplooide Carol verschil lende diplomatieke- kwaliteiten die men hem voordien allerminst zou hebben toege schreven. De benoeming van den Patriarch Miron Christea als minister-president en van den voormaligen premier tot koninklijk adviseur waren schrandere zetten op het politieke schaakbord die geen twijfel aan 'sKonings inzicht lieten. Dat Christeo, die juist zeventig jaar is geworden, nog im mer aan het hoofd van de regeering staat niet alleen, .maar ook tal van functies daarenboven bekleedt, bewijst aan den an deren kant dat Koning Carol's werk nog geenszins voltooid is en dat de vorst den steun van zijn premier vooralsong niet ontberen kan. Feuilleton door Ethel M. Dell 26. Hij ging naar de tafel waar hij de revolver had neergelegd en stond met den rug naar haar toegekeerd. Hij stond niet vast op zijn beenen. Zonder haar aan te kijken, zei hij met vreemd trillende lippen: „Ge deedt beter met heen te gaan, ikik ben gevaarlijkdie Vervloekte koorts zit me in 't hoofd." Ze leunde zwijgend tegen de deur, begon weer tot zichzelf te komen, maar kon zich nog niet bewegen en evenmin spreken. Hy scheen haar het denken onmogelijk gemaakt te hebben en alleen een brandend gevoel van schaamte te hebben gelaten. Maar zijn heftig heid had al haar verzet gebroken, ze scheen geen kracht meer te hebben om weerstand te bieden en ze bleef zwijgen, totdat hij zich ein delijk met een wanhopig gebaar tot haar wend de en toen zag hij iets, dat hem deed schrikken. Hij bleef staan en wist niet hoe verder te gaan. Hun blikken ontmoetten elkaar en ble ven een oogenblik op elkaar rusten. Toen kwam er plotseling een verandering over Monck. Hij ging weer terug naar de tafel en nam de revolver op, die hij daar had neer gelegd. Ze sloeg hem ontsteld gade. Over zijn schou der zei hij tot haar: „Ge zult denken, dat ik gek ben, dat is misschien de meest vriende lijke conclusie, maar ik begrijp volkomen, wanneer iets niet te verontschuldigen is, dat KONING CAROL. De „IJzeren Garde" blijft wroe ten. Onzegbaar moeilijker dan door de hier en daar den kop opstekende oppositie in het openbaar, heeft, de regeering het met de onderaardfiche machinaties van de „IJze ren Garde", de fascistische partij in Roe menië, die men reeds volkomen onderdrukt dacht door Koning Carol, maar die intus- schen nog immer blijft wroeten. De gebeur tenissen van een maand of twee geleden liggen nog versch in het geheugen. Aansla gen op officiëele personen, die bovendien dreigbrieven ontvingen van de hoeren der „IJzeren Garde" noopten de regeering tot ingrijpen. De Fascistenleider „kapitein" Codreanu en dertien zijner satellieten zou den naar een veiliger gevangenis worden overgebracht en volgens de officiëele lezing zou het transport zijn aangevallen, waarop de leden der IJzeren Garde op de vlucht werden doodgeschoten. Hef gerucht ver spreidde zich dat hier sprake was van een executie die van hoogerhand bevolen was en de Roemenië vijandig gezinde pers. waaronder do Duitsche in de eerste plaats, sprak van ,„de moord op Codreanu". In ieder geval heeft de dood van Codreanu hevige verwarring gesticht in de gelederen dezer fascistische partij, al hieven verdere terreurdaden achterwege tot op den jona sten voorbereiden aanslag, op den Koning, die voorkomen word. V/at de Duitsche pers voor spelde. De Duitsche pers, die in Codreanu ©en fanatiek aanhanger van het nationaal-so- cialisme zag, voorspelde Roemenië na den dood van den fascitenleider een (burger oorlog Vooralsnog kan men het tegendeel vast stellen. 31S leden der IJzeren Garde onder wierpen zich in het concentratiekamp te Baslui, alsmede een hunner toonaangevende voormannen Radu Meitani. Bepaald sensa tioneel was het overlopen van 34 priesters, in het begin van December, waarbij voor het eerst openbaar bleek hoe sterk de pries ters onder Codreanu's invloed hadden ge staan. Behalve de hoogleeraar in wijsbegeerte Jonescu, een der geestelijke adviseurs der fascisten, onderwierpen zich nog tal van an dere bekende figuren, maar uit den weg ge ruimd was de „IJzeren Garde" nog geens zins. Het onberekenbare element schuilt in de meest fanatieken van haar leden en ook op dit oogenblik weet nog niemand wat er in stilte broeit. iHcr tegenover staat, dat men het er in Roemenië volkomen over eens is, dat deze fascisten, die voor geen middel te rugdeinzen en die terreur en verderf in hun vaandel voeren, een gevaar beteekenen voor het land in het bijzonder en voor de i'ust in Zuid-Oost-Europa in het algemeen. Een waagstuk. Ondanks de weinig bemoedigende resultaten in andere autoritair ge regeerde landen, waar eenheidspar tijen werden gesticht tot steun van het regiem, wil Koning Carol noch tans tot de stichting .van een „Front der Nationale Wedergeboorte" ko men. Wanneer men nu bedenkt dat Roemenië een jaar geleden meer dan vijftig politieke partijen en groepen telde, dan ligt het voor de hand dat deze onderneming niet veel minder dan een waagstuk is. De part-corruptie behoorde helaas in Roe menië tot de verschijnselen die welig tierden en zij groef zich immer dieper in de ziel van het volk. Lukt het de regeeiïng eenmaal de aanhangers der vroegere partijen van de noodzakelijkheid van samenwerking ie over tuigen, en slaagt zij er wezenlijk in de cor rupte elementen in het Rijks- en de ge meentebesturen te verwijderen, dan heeft de regeering den strijd om de vernieuwing van een in zijn grondvesten niet volkomen sta- bielen staat al lialf gewonnen. Uf de nieuwe partij succes zal hebben, moet natuurlijk worden afgewacht. Het ontbreekt dus inderdaad geenszins aan voorteekenen, die er op wijzen dat zich in Roemenië een zoo al nieL volkomen rusti ge, dan toch gestadige ontwikkeling vol trekt, in den zin van nationale versterking en hereeniging van het land, zulks in te genstelling met de onzalige ramp-voorspel- lingen der Duitsche pers, waarbij de wcnscli waarschijnlijk de vader van de gedachte is. Dat Roemenië aan den vooravond van een moeilijke herstelperiode staat, is bekend, itoemenië is geen nationale staat in den eigenlijken zin des woords Binnen zijn grenzen leven in een totaal-bevolking van 18 miilioen zielen, omstreeks 5 milliocn het dan een beleediging is een verontschuldi ging aan te bieden. De sleutel van de deur ligt onder het kussen van het bad, misschien wilt ge dien zelf krygen." Hij ging bij die woorden zitten in elkaar ge zakt en de revolver tusschen de knieën. Uit zijn houding sprak de grootste wanhoop. Hij zag eruit als iemand die totaal op is. Op dat oogenblik drong het tot Stella door, dat zy den toestand moest beheerschen en dat nu grooter verantwoordelijkheid op haar rustte, dan zy ooit te dragen had gehad. Ze overwon haar eigen zwakheid, want ze be greep, dat ze nu al haar kracht noodig had. Ze liep de kamer door, voelde naar den sleutel en vond dien. Ze keerde naar de deur terug' en stak hem in 't slot. Toen stond ze stil. Hij had zich niet bewogen, hij keek niet naar haar en zat somber voor zich te kijken als gebogen onder een zwaren last. Zelfs in die verslagenheid was zoo iets ang stigs, dat ze begreep hem zoo niet te mogen verlaten. Ze had al haar moed noodig om dichter bij hem te komen, maar op het laatst overwon ze zichzelf. Ze ging naar hem toe en bleef vóór hem staan. „Kapitein Monck," zei ze; ze schrikte van haar eigen stem. Hij bewoog zich niet, keek niet op en sprak geen woord. Ze boog zich eenigszins voorover en her haalde: „Kapitein Monck, als u koorts hebt, deedt u beter naar bed te gaan." Even bewoog hij zich, als gehoor gevende aan den drang die uit haar stem sprak. Maar hij keek haar niet aan en sprak evenmin. Ze zag, dat hij de revolver stevig had vast gegrepen en aan een inwendige waarschuwing, waarvan ze zich geen rekenschap kon geven, gehoorzamend, boog ze zich verder voorover, legde de hand op zijn arm en zei: „Toe geef mii dat." Hij schrikte bh haar aanraking op. „Waarom?" Zijn stem klonk hard, bijna woest. Maar Stella voelde zich nu weer krachtig en gaf geen kamp. „Ge hebt haar op het oogenblik niet noodig," zei ze. „Kom, w^es nu verstandig en geef haar mij." „Verstandig!" zei hij. Onwillekeurig zocht zijn blik den hare en ze had alle moeite om zichzelf meester te blijven, want uit zijn oogen sprak de grootste wanhoop. „Ge vergist u," zei hij, „ik heb haar wel noodig. Ik zal haar althans noodig hekben. Maar er moeten nog een of twee dingen wor den afgedaan." Het was Stella, alsof ze over nieuwe kracht beschikte. Ze begreep onmiddellijk zijn bedoe ling en aarzelde geen oogenblik om te han delen. „Kapitein Monck", zei ze. „U hebt een ver gissing begaan, maar ge hebt niets gedaan, dat niet te vergeven is. Dat moet u van me gelooven, want u bent ziek en niet in staat om over u zelf te oordeelen. Geef mij nu dat ding en laat ik doen wat ik kan om u të helpen." Haar woorden klonken praktisch en afdoend. Ze stond verbaasd over zichzelf. Ze bukte en pakte het wapen, dat hij nog steeds in de hand hield. Hij liet het los. De wanhoop in zijn oogen maakte plaats voor een sombere nieuwsgierigheid. „En nu," zei Stella, „ga nu naar bed, dan zal ik u wat van Tommy's kinine brengen Ze ging heen met de revolver in de hand, maar keerde zich toen nog even om en her haalde: „Kapitein Monck. u hebt gehoord wat ik zei. is 't niet? Zult u nu dadelijk naar bed gaan!" Haar stem klonk vriendelijk, in weerwil van de beslistheid. Hij ging rechtop zitten en keek haar eenigszins verwonderd aan en tevens met ongewonen eerbied. „Ik zal alles doen, wat ge wenscht," zei hij. „Dank u. Maak dan dat ge in bed ligt als ik terugkom." landslieden van nationale minderheden, van wie velen naar de naburige staten trek ken. Het slagen van het groote werk dat Koning Carol op zich heeft genomen hangt er eigenlijk grootendeels van af of het niet van buiten-af gestoord wordt. Tot nu toe hebben de minderheden zich loyaal gedragen, maar dat, beteekent niet, dat de gebeurtenissen in Tsjecho-Slowakije hen onopgemerkt voorbijgegaan zijn. Geluk kigerwijs heeft de regeering destijds vóór de fatale Septemberdagen ingezien dat zij iets moest doen voor de minderheden, die voor vroegere regeeringen dikwijls alleen beston den wanneer er verkiezingen op til waren. Ten slotte maakt het Jodenvraagstuk dat in Roemenië niet gering is, de zaak nog moeilijker. Er zijn vele factoren waarvan Roemenië's lot afhangt; de tijd zal leeren of Koning Carol zijn land kan blijven be heerschen. VREES VOOR TEKORT AAN VROUWE LIJK PERSONEEL. Waschindustrie wendt zich tot den minister. De door den minister van Sociale Zaken getroffen maatregel, dat alle verdiensten door gezinsleden van ondersteunden en te- werkgestelclen, verkregen met het verrich ten van gezinsarbeid van huishoudelijken aard, bij de vaststelling van den steun en de plaatsing in de werkverschaffing, ge heel buiten beschouwing worden gelaten, heeft ernstige bezorgdheid gewekt in de kringen van de waschindustrieélen. In de waschindustrie is het vrouwelijk element onder het personeel n.1. het sterkst vertegenwoordigd en men vreèst nü.'dat de jonge vrouwen in de toekomst meer en meer van de industrieele beroepen zullen vervreemden en uitsluitend met huishoudelijken arbeid hun brood zul len willen verdienen. Het Hoofdbestuur van den Bond van Waschindustrioelen in Nederland heeft den minister van Sociale Zaken in dit verband verzocht,d en steunmaatregel voor dienst meisjes te willen uitbreiden tot het vrouwe lijk personeel in de waschindustrie. GOEDKOOPE ROOKERTJES OP KOMST. In den vorigen nacht is uit de sigarenfa briek „Denova", gevestigd aan den Kanaal- weg te Utrecht een groote partij sigaren ont vreemd ter waarde van ruim duizend gul den. De daders, vermoedelijk zijn het er ver scheidene, hebben zich toegang tot de fa briek verschaft door het uitsnijden van een ruit aan den zijkant, welke grenst aan een boomgaard. Ontvreemd zijn o.a. de volgende merken tegen de prijzen van 4. 5, 6, 8 en 10 cent; Twentsche Bank, Carnegie Unie, Carnegie, Gloria Carnegie. De mogelijkheid bestaat, dat deze partij sigaren bij particulieren of sigarenwinke liers tegen 1 ageren prijs zullen worden aan geboden. ZATERDAG 14 JANUARI 1939. Hilversum I, 1875 en 301,5 m. VARA-Uitzending. 10.000—10.20 v.m. en 7.36 8.00 VPRO. 8.00 Orgelspel. (Om 8.16 Berichten). 8.30 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Con- tinubedryven. 12.00 Gramofoonmuziek. (Om 12.15 Berichten), 2.00 Filmpraatje. 2.152.55 Gramofoonmuziek. 3.00 Reportage (Opn.). 3.30 Gramofoonmuziek. 3.40 Residentie-orkest. 4.30 Causerie: „Hoe men niet moet schaken", 4 50 Residentie-orkest en solist. 5.30 Filmland. 6.00 Orgelspel. 6.°8 Berichten. 6.30 Uit de Roode Jeugdbeweging. 7.0 VARA-Kalender. 7.05 Gramofoonmuziek. 7.10 Politiek radiojournaal. 7.30 Bybelvertellingen. 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.15 Voor schakers. 8.16 VARA-Orkest en soliste. O.Ou Toespraak: „Opnie-'W de VARA voor» uit"; hierna gramofoonmuziek. 9.15 „En nu... Oké!" 10.30 Berichten ANP. 10.35 Community-Singing (Opn.). 11.00 Noviteiten-orkt-st, solisten, de VARA- Mount-Boys- en de Noi elty-Brothers. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum H, 415,5 m. KRO-Uitzending. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Ber.) 10..00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstige causer.e. 12.00 Berichten. 12.1=; Het KRO-Orkest (1.00—1.20 Gramo foonmuziek) 2.00 Voor de rijpere jeugd, 2.30 Gramofoonmuziek, 2.45 Kinderuurtje. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.30 De KRO-Boys m.m.v. solist en gramo foonmuziek. 5.20 Gramofoonmuziek. 5.45 De KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Joux-nalistiek w-ekoverzicht. 6.45 Berichten, gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Causirie: „Het bevolkingsvraagstuk", 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP, mededeelingen. 8.15 Meditatie met muzikale omlijsting. 8.35 Het KRO-Orkest, de KRO-Melodisten en kwartet. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Sportoverzicht. 10.5512.00 Gramofoonmuziek. Ze keerde zich nogeens om, ging naar de deur en deed die open. Op den drempel keek ze nogeens om, hij wa's opgestaan en keek haar na met oogen van iemand, die in „trance" is. Haar hoofd klopte en haar hart bonsde, maar vreemd genoeg, alle vrees was geweken. Nog kort tevoren had ze gewenscht, dat de beslis sing over haar leven niet alleen bij haar lag, het scheen dat tusschen het tegenwoordige en die oogcnbl'kkon van sombere overpeinzing, haar iets duidelijk was geworden. Ze wist nu dat ze niet alleen te beslissen had. HOOFDSTUK Vil. Bewezen diensten. Het bericht, dat Monck door de koorts was aangetast, hadden de kolonel en majoor Ral ston reeds vroeg in den morgen naar de bun galow doen gaan. Zij troffen Stella en Peter aan, druk bezig met de verpleging der beide patiënten. Tommy was veel beter, hoewel zwak. Monck had hooge koorts en ijlde. Stella was bij hem in de kamer, want hij wilde haar niet uit het oog verliezen. Zij alleen scheen de macht te hebben hem te kal- meeren, wat Ralston met verbazing op merkte. „Er schijnt van u een bijzondere kracht uit te gaan," merkte hij op zijn gewone, linksche manier op. „Neemt u dit ook weer op u? 'tls geen gemakkelijke taak, maar misschien kunt u het beter dan iemand anders." Dat was een stilzwijgende uitnoodiging en Stella wist, hoezeer de ziekte in de omgeving woedde; ze schikte er zich zonder morren in. 't Lijkt me wel zoo'n beetje mijn plicht, vindt u niet?" zei ze. „Ik zal mijn best doen." Ralston keek haar goedkeurend aan, maar de kolonel trok haar terzijde en bracht er tegenin ,,'t Is te veel voor u. U zult uzelf ziek ma ken. Als Ralston zyn verstand gebruikte, zou hij zooiets nooit hebben toegestaan." Maar Stella glimlachte. „Geloof me, ik ben bly, dat ik me eenigszins nuttig maken kan.,, zei ze geruststellend, „en wat zelf ziek wor den betreft, zoo bont hoop ik het niet te ma ken." „U bent een flinke vrouw," zei kolonel Mansfield. „Ik wilde dat er meer zoo waren. Denk eraan, een goede portie kinine te slik ken." En met die vaderlijke vermaning ging hij heen, vast besloten een oogje in het zeil te houden en ervoor te zorgen, dat Ralston niet te veel van haar vergde. Stella koesterde daarvoor echter niet de minste vrees. Ze nam haar taak vol moed en zelfvertrouwen op en voelde zich op dat oogen blik voor het eerst van haar leven nuttig en onmisbaar. Haar invloed op Monck viel niet te ontken nen. In zijn meest woeste oogenblikken kon zij alleen hem tot bedaren brengen. Hij herkende haar altijd en wist zich in haar tegenwoordig heid steeds te bedwingen. Hij had het erg te pakken en Ralston was ongeruster dan hjj wel wilde bekennen. Maar Monck had een sterk gestel en na drie dagen hard ziek te zijn geweest, begon de koorts af te nemen. Tommy ging in dien tyd goed vooruit en Stella, die slechts af en toe terloops even had gerust, gaf haar post aan Peter over en ging voor het eerst sedert ze te Kurrumpore was gekomen ,naar bed. Vóór ze lag, had ze feitelijk niet gevoeld, hoe in-vermoeid ze was en hoe weinig goed die vluchtige slaapjes haar hadden gedaan. Maar toen ze het hoofd op het kussen legde, viel ze onmiddellijk in slaap, nog vóór ze be sefte. hoe heerlijk het was eens volkomen te rusten. Ze sliep verscheidene uren. Ze had Peter last gegeven haar 's morgens vroeg te wekken en vertrouwde er op. dat hij haar bevelen stipt zou opvolgen. Maar de avond begon reeds te vallen, toen zij de oogen weer opsloeg! (Wordt vervolgdf)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 7