DE LAMP Wij lazen voor U m on k Scheepskapitein geschorst Radioprogramma in de Woestijn door edgar rice burroughs Dé ptomen brachten Helen langs een smalle ijzeren trap naar een klein vertrek op de bodem van het meer. Ruw ontdeden zij haar van haar waterkleding en liet haar al leen achter. Spoedig begon een dunne straal water de kamer binnen te stormen. Als het water hoog genoeg gerezen was, zou zij ver drinken!... Er heerste een doodse stilte in de troonzaal alleen onderbroken door het ge fluister van Herkoef en Tarzan. „Nu is het tijd," zei Herkoef, „denk je dat het zal gaan? De stangen zgn sterk." „Niet zoo sterk als Tarzan," antwoordde de aapman, „wacht maar!" Tarzan greep twee stangen beet en boog deze zoover uit elkaar, dat hij door de ontstane opening heen kon kruipen. Daarna boog hij ze weer recht en bevrijdde Herkoef. „Je bent zo sterk als een jonge olifant!" fluisterde Herkoef. Tarzan antwoordde onge duldig. „Het is nu geen tijd voor compli mentjes, kom, wijs me de weg!" Voorzichtig slopen beiden door de troonzaal naar een ge sloten deur. Achter de deur, in de hal bevon den zich de geheimzinnige ptomen, bewakers van de vreemde wereld onder water. Als de ptomen sliepen, zou alles misschien goed kun nen gaan, doch als er een wakker werd...! 172 2251 284; 3535 400; 4523, 5055 58R m 7Q 8511 EEN GELADEN ATMOSFEER. De Nieuwe Rotterdam&che Crt. (lib.) ichrijft: De internationale politieke toestand is wellicht nimmer zoo geladen geweest, als thans het geval is. De bewapeningswedloop heeft vormen aangenomen als nooit te vo ren. De oorlogsdreiging drukt haar stempel op de gehecle wereld en er zullen weinig menschen zijn, die de naaste toekomst niet niet zorg tegemoet zien. Er wordt in onze weermacht hard, zéér hard gewerkt, maar desondanks moet de vraag gesteld worden, of. er wel op de juiste wijze wordt gearbeid en in het bijzonder of de groote lijnen van het werkplan voor de reorganisatie wel juist zijn getrokken. Het blad acht materieele voorzieningen voor de grensverdediging een eerste ver- cischte en vraagt in dit verband: Wat baten alle nieuwe kazernes, gevuld met goedge- ocfende soldaten en magazijnen met modern materieel, indien ons land onder den voet zou worden geloopen voor of gedurende 'n mobilisatie? Niemand weet, hoeveel tijd ons nog zal worden gelaten voor de uitvoering van de grootsche plannen der legerreorganisatie. Dn Regeering grijpe thans naar het bereik bare en stelle desnoods van de beschik bare fondsen eenige miilioenen ter be schikking voor de verbetering van de grens verdediging. PIëTEIT Uit, een „oproerige krabbel" in het Volk frd.a.p.): Het was bij toeval eigenlijk, dat onze blik viel op deze adverentie: Het bestuur van de R.K. Begrafe nisstichting „Arnhem" maakt be kend, dat alle algemeen® graven op de R.K. Begraafplaats te Arnhem, waarin vóór 1915 begraven is, zoo ver dit reeds niet eerder geschiedde, geroerd zullen worden. Belangheb benden die hun overledenen eventu eel in een nieuw graf wenschen te doen overplaatsen, gelieven zich vóór 7 Februari a.s. tot den Admi nistrateur van de Stichting te wen- den, kantoor: Hoornestraat 28 (Mo- lenbeke) te Arnhem, Tel. 21339. Er is natuurlijk niets uitzonderlijks aan hetgeen in deze advertentie staat. Integen deel, men kan eerder zeggen, dat het vaste zede is wat hier aan den dag treedt. De dooden, die nu hun plaats moeten ruimen, hebben 24 jaar hun plekje gehad. Dit wil zeggen: .voorzoover dit niet reeds eerde geschiedde". Voor menigeen moet dit alles een pijnlijk moment opleveren. Voor al als hij met zijn dooden anders zou wil- - Uit de Pers van heden len handelen dan hij vermag. -Dat moet een hard gelag zijn. Het ageeren tegen de lijkverbranding is eenvoudig genoeg. Veel eenvoudiger dan de vraag te beantwoorden, wat er in deze maatschappij van de piëteit bij het begra ven terecht komt. VERKAPTE BESCHULDIGING. Het Handelsblad (lib.) is nog niet uitge sproken over de wijze, waarop de Ver. Sta ten onzen zuivelexport hebben geknauwd, Zooals men weet, is Nederland dezer dagen verplicht een zgn. anti-dumpingstoeslag te heffen op alle zuivelproducten die naar Ame rika worden geëxporteerd. In het blad lezen wij nu o.m. het onderstaande: Wat betreft' de kringen, waaruit de pressie op de Amerikaansche regeering is uitge oefend,, om tot deze grievende en onbillijke maatregel te komen, schrijft het orgaan van de coöp. zuivelindustrie het volgende: „Het zou destegrievenderzijn, indien waar is, wat hier wel gepubliceerd wordt, n.1. dat deze maatregel zou zijn aangemoedigd door een interna tionale maatschappij met Nederland- sche, zoowel als Amerikaansche be langen en die nu de Ned. kaas in Amerika zou gaan maken." De heer Geluk spreekt hier halve taal, al dus het Hdbld.; het lijkt ons van groot be lang, dat hij deze ernstige, doch verkapte beschuldiging met man en paard zal herha len, opdat er een onderzoek naar kan worden ingesteld. ZAALAFDRIJVING. ,Het Vrije Woord", orgaan der Troelstra- Beweging in Nederland, wijdt enkele ko lommen aan het verschijnsel van „zaalaf drijving", waarvan de Kiès-groep nog al eens de dupe schijnt te zijn geweest. Wij knippen het volgende fragment uit: Ligt de rol van zaalafdrijven de S.D.A.P. (daarom) niet? Eens kijken! De S.D.A.P. afd. te Joure huurt te hare behoeve een vergadergebouwtje en om hare exploitatie mogelijk te maken, verhuurt men dit ge bouwtje weer bij voorkomende gelegenhe den aan verschillende organisaties. Onze afd. der Troelstra-Beweging, zich op dit terrein solidair voelende met de oude kameraden, vroeg het gebouwtje ook aan. Het bestuur der S.D.A.P. gaf te kennen, dat zulks op de gewilde datum onmogelijk was: men had zelf repetitie! Onze bestuursleden waren geraakt over dit antwoord, want zij wisten, dat geen repetities werden gehou den; dat het S.D.A.P.-bestuur zich met een leugen trachtte af te maken van zijn plicht als demokraten. Men ziet dus, dat Vorrink niet tevergeefs heeft geleefd. Maar ons bestuur ging dat leugenachtige S.D.A.P.-bestuur opzoeken. Het wilde de juiste toedracht weten! En toen kwam het hooge woord er uit: Wij verhuren de zaal niet aan onze vijanden! Dat zeide die pastoor te Sittard ook on geveer tegen de „Vara". Een prachtige ba sis derhalve voor de heetbegeerde „uiter ste noodzaak". En inderdaad: soort zoekt soort! Wat er tegen te doen? De afd. Joure der T.B.N. bestelle van dit nr. 100 ex. extra en zorgt op deze wijze dat alle werkelijke de mokraten te Joure nauwkeurig worden in gelicht over de demokratie der S.D.A.P. in de praktijk. Zóó zullen wij de S.D.A.P. leeren, weer socialistisch en demokratisch te worden! Voor het geval, dat men dit als een op zich zelf staand gevad zou willen verklarcïi, deelen wij, aldus het blad, mede, dat wij méér in portefeuille hebben en daar, zoodra het ons past, ruchtbaareid aan zullen ge ven. HET KONINKLIJK WOORD EN DE N.S.B. De Maasbode (r.k.) geeft onder den titel „Een grofheid" een scherp commentaar op de wijze waarop het Nationale Dagblad (N.S.B.) gereageerd heeft op de door H. M. de Koningin uitgesproken radio-rede over de moreele herbewapening. We ontleenen er het volgorde aan: Terwijl .4in de gansche pers gevoelens tot uiting koeien, geheel afgestemd op den toon der koninklijke toespraak, geheel be rekend om werkelijkheid te doen worden, wat de Landsmocder 7.00 vurig begeert, ver schijnt 'er in het dagblad van de beweging, die zich bij uitstek de „nationale" noemt, een artikel, waarvoor wij niet dan met weerzin de aandacht vragen. Want het staat in scherpe tegenstelling met datgene, wat de Landsvorstin bepleitte en steekt zoo schril mogelijk af bij den serenen roep om onderlinge liefde en eenheid, die uit den koninklijken mond geklonken heeft. Het „Nationale Dagblad" geeft als ant woord op de bede om eendracht een feilen aanval op de politieke partijen, „waarvan vele zich christelijk noemen om des te on: christelijker te handelen". De politieke partijen zijn de vij anden van het volk. Indien zij moreel herbewapenen, zou 't. gedaan zijn met hun macht. Zij zullen het niet doen. Zij zullen bij de verkiezingen we derom alles aan het volk beloven en de beloften vergeten als de ver kiezingen achter den rug zijn. Zij zullen de leuze der „moreele her bewapening" misbruiken terwille hunner politieke macht. Zij zullen onder de leuze „moreele bewape ning" zich tezamen vereenigen te gen het volk dat opstaat. En dan had de schrijver van het 'artikel, zoo gaat de Msb. verder, nog de ongeloof lijke vrijpostigheid om het heel zacht uit te drukken in het Amsterdamsche Con certgebouw uit te roepen: „Wij moeten op passen dat de politieke partijen de rede van de Koningin niet verdraaien!" Blinden en leiders van blinden! En de spreker schreef 'aan Hare Majesteit een andere volgorde voor: „Moreele herbewapening, ja zeker, maar eerst zal het volk eten." En: „Voor ons is geestelijke en moreele herbe wapening om allé parasieten, allen die te gen het volk zijn, allen die de liefde voor het volk ondermijnen eruit te ranselen." (Daverende instemming). De heer Rost had liever duidelijk en klaar moeten zeggen: Hare Majesteit blijvc ons met haar praatjes van het. lijf! Maar hij sprak weer over „Oss" en „zwijnenstal", streed verder -„met open vizier op het front van Gods zonlicht" en verklaarde, dat zij eens „in zwart hemd" voor de Koningin zullen staan en zeggen: „Mevrouw, Uwe roepstem om geestelijke en moreele herbewapening hebben wij uitge voerd." Waarlijk de Koningin, aldus het r.k. dag blad, bleek nóg meer reden te hebben, dan wie o<5k kón vermoeden, voor haar zoo behartigingswaardige woorden: „Deze prik- Keibaar makende en benauwende toestand i*. oorzaak, dat goede eigenschappen wel eens in het gedrang komen, terwijl minder goe de soms haar vrijen loop nemen." Hij (/ing lukraak ten anker. Gistermorgen heeft de Raad voor de Scheepvaart uitspraak gedaan in zake de stranding van de motorlogger „Maarten" Sch. 102 onder de Deensche kust bij Esbjerg op 22 Mei van het vorige jaar. Dit schip is, zooals bekend, later voor de Scheveningsche haven verongelukt. In verband met deze stranding had de in specteur-generaal togen den schipper een klacht ingediend wegens het feit. dat hij de wacht aan dek had overgelaten aan min der dan twee man, voorts vanwege het feit, dat van het ongeval in het scheepsjour naal geen aanteekening was gehouden en tenslotte, omdat bij binnenkomst van Sohe- veningen de scheepvaartinspectie onkundig was gelaten. De raad heeft den betrokken schipper voor deze overtredingen streng gestraft Reeds eenige malen zoo wordt in de uitspraak opgemerkt hoeft de Raad zich met de tekortkomingen van dezen schipper moeten bezighouden. Een strenge straf acht de Raad op haar plaats. Hij straft hem mits" dien wat de stranding betreft, door hem de bevoegdheid te ontnemen om als kapitein te varen op een schip, als bedoeld bij artikel 2 der Schepenwet, voor don tijd van drie maanden en wat de klacht betreft, door hem deze bevoegdheid te ontnemen foor den tijd van veertien dagen. Het getuigt öf van groote onbekwaamheid, öf van groote onverschilligheid zoo zegt de Raad in de motiveering van zijn uit spraak o.m. wanneer men zonder eenige controle van de plaats waar men zich be vindt ten anker komt. DONDERDAG 2 FEBRUARI 1939. Hilversum I. 1875 en 301,5 m. AV RO-U i tzending. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Berichten), 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Het Omroeporkest, m.m.v. solisten. (In de pauze: Declamatie. Om 12.15 Berichten) 12.30 Het AVRO-Amusementsorkest. I.15 Ensemble Jetty Cantor. 2.00 Voor de vrouw. 2.30 Vervolg Jetty Cantor. 3.00 Cursussen voor de vrouw. 3.45 Gramofoonmuziek. 4.00 Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Gramofoonmuziek. 5.00 Week-kaleidoscoop. 5.25 Gelukwenschen. 5.30 Het AVRO-Aeolian-orkest, m.m.v. solist (Om 6.25 Berichten). 6.30 Sportpraatje. 7.00 Voor de kinderen. 7.05 AVRO-Dansorkest. 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten ANP; radiojournaal. Mededee- lingen. 8.20 Het Omroeporkest, m.m.v. solisten. 9.20 Radiotooneel. 9.50 Gevarieerd concert (Opn.). 10.35 Pianovoordracht. II.00 Berichten ANP, hierna tot 12.00 Gra- mofooniguziek. Hilversum H. 415,5 m. 8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00—13.00 NCRV. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Berichten). 10.00 Gramofoonmuziek. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-01-kest. (1.001.20 Gramofoonmu ziek). 2.00 Handwerkuurtje. 3.00 Zang, piano en gramofoonmuziek. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.00 Handenarbeid voor de jeugd. 5.30 Orgelconcert. 6.30 Berichten, gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Boekbespreking. 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP., herhaling SOS-Bericht. 8.15 Koper-ensemble (Opn.) en gramofoonmu ziek. 8.50 Causerie „Europeesch bouwen en wonen in Nederlandsch-Indië". 9.20 Christelijk Radiokoor met orgelbegelei ding, en gramofoonmuziek. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.30 Gramofoonmuziek. 10.45 Gymnastiekles. 11.00 Hobovoordracht met pianobegeleiding en gramofoonmuziek. 11.30 Gramofoonmuziek. 11.50—12.00 Schriftlezing. Feuilleton door Ethel M. Dell 42. Ze ging hem ietwat zenuwachtig tegemoet, want ze dacht dat zijn gelaat ernstig stond, maar toen hij sprak was hij een en al vrien delijkheid en was ze gerustgesteld. Hij keek haar niet onderzoekend aan en maakte ook geen toespeling op hetgeen een uur geleden was voorgevallen. Peter bediende hen vlug en zwijgend en Stella deed een dappere poging om eetlust voor te wenden die ze geenszins voelde. De vensters stonden wgd open en van den oever der rivier drong het geluid van een snareninstrument tot hen door, dat een som- beren, treurigen klank had, alsof het uiting gaf aan verborgen smart. Buitendien hoorde men nog duizend geluidjes, sommige dichtbij andere ver af, maar alles maakte den indruk, alsof ze werden geuit door een klein gevangen schepsel, dat aanhoudend voor zijn vrijheid streed. Het begon eindelijk op Stella's zenuwen te werken. Het klonk zoo zacht, zoo gevoelig, voortdurend in mineur; een paar noten kwamen telkens en telkens terug totdat het kleine refrein haar steeds door het hoofd speelde en haar bijna gek maakte. Ze was dankbaar toen de maaltijd was af ge loopen en ze reden had om naar de zitkamer te gaan. Daar was een piano, een oude afge speelde rammelkast, maar ze ging er voor zitten. Alles was beter dan stil te zitten en te luisteren naar dat kleine, zachte, klagelijke geluidje, dat in dien Indischen nacht tot hen doordrong. Ze dacht en hoopte dat Monck een sigaret zou opsteken en zou indommelen bij de melodie die zij aan dat leelijke instrument kon ontlok ken, maar hij stelde haar teleur. Hij rookte wel, lui liggende in de veranda terwijl ze trachtte hem binnen te krijgen en hem heerlijk slaperig te maken. Maar nu drong het tot haar door, dat er iets halsstarrigs in hem was, dat hij zich niet lokken liet en toen ze haar zachte n«o c t u r n e plotseling had be ëindigd, keerde ze zich eenigszins teleurgesteld naar hem toe. Hij bleef in de deuropening staan, had geen sigaret in den mond. Hij keek in den duisteren nacht. Uit zijn houding sprak het geduld dat volgt op een ijzeren besluit. Toen ze ophield met spelen, keek hg" over den schouder naar haar. „Waarom zing je niet?" vroeg hij. Ze was eenigszins verbaasd en verontwaar digd. Hij sprak tot haar met de welwillende toegevendheid, waarmee men een kind tracht tevreden te stellen. Ze had nog maar eens voor hem gezongen en toen had hij zoo onbewegelijk en stil gezeten, dat ze zich later had afge vraagd of het hem iets kon schelen. Ze stond op en antwoordde onbewust «>-nigszins hooghartig: „Ik heb vanavond geen stem." „Kom dan hier," zei hij. Z'n stem klonk vriendelijk, maar er was toch iets in wat haar de wenkbrauwen deed fronsen. Ze ging niet temin naar hem toe, hg stak de hand door haar arm en trok haar naar zich toe. De nacht was drukkend. Er hing een warme nevel, die het licht der sterren verduisterde. Het muziekinstrumQnf aan de rivier zweeg. Eenige oogenblikken zweeg Monck en de spanning week bij Stella. Eindelijk legde ze haar wang tegen zgn schouder. Toen sloeg hg den arm om haar heen en zei: „Stella, denk je dezer dagen weieens, dat ik een vreeselijk mensch ben om mee te leven?" „Nooit!" zei ze. Hg sloeg den arm om haar heen. „En ben je niet langer bang van me?" Ze glimlachte. „Waar wil je heen?" Hij boog zich en kuste haar op het voor hoofd. „Lievèling, ik doe verkeerd, vergeef me. Maar waarom tracht je mg te bedriegen?" Ze had nooit tevoren zooveel teederheid in zijn stem gehoord. Het ontroerde haar. Ze legde het hoofd tegen zgn borst en hield hem stevig vast, terwgl ze van het hoofd tot de voeten beefde. Hg ging met haar naar binnen en liet haar op de sofa plaatsnemen. Daar zaten ze samen. „Arm kind," zei hg zacht, ,,'t Is niet ge makkelijk geweest, is 't wel?" En ze kwam tot de ontdekking, dat hij alles wist wat zij zoo zorgvuldig voor hem verbor gen had trachten te houden. De strijd was ge streden en ze was verslagên. Een groote ont roering kwam over haar en ze barstte in snik ken uit. „Neen, neen," zei hg en legde de hand op haar hoofd. „Je moet niet schreien, 't Is alles in orde, alles is in orde, lieveling. Waarom schrei je nu?" Ze klemde zich nog steviger aan hem vast en snikte hartstochtelijk. „Everard!... ik... laa je... niet alleen!" „Ah!" zei hg, „daar zgn we er!" „Ik kan niet!" hernam ze. „Ik kan niet!" Hij streek haar zachtjes met de hand over het hoofd, met een teederheid die ze zelfs nooit had vermoed. „Toe schrei nu niet meer," zei hg. „God weet, dat ik het je wel gemak kelijker, maar niet moeilijker maken wil." „Ik kan alles dragen," zei ze snikkend. „Al les... als ik maar bg je ben. Ik kan je niet verlaten. Je zult me er... toch niet toe dwin gen?" „Stella, Stella!" zei hij. Ze schrikte van zijn stem, want ze begreep, dat ze hem gekwetst had. Ze keek naar hem op. „Lieveling, vergeef me," zei ze. „Ik wist toch wel, dat je dat niet doen zoudt." Hg kuste de trillende lippen, die ze hem toestak, zonder een woord te spreken en daar na heerschte er een oogenblik stilte. Eindelijk slaakte Stella een diepen zucht. ,,'t Is heel lief van je, om zooveel geduld met me te hebben," zei ze. „Is 't nu wat beter?" vroeg hg vriendelijk. Ze sloot de oogen, omdat ze zgn onderzoe kenden blik niet kon verdragen. „Ik ben weer heelemaal in orde", zei ze, „ik zal goed op mezelf passen. Heb over mg maar geen zorg!" Zijn hand zocht en vond de hare. „Ik heb me al een heele poos bezorgd over je ge maakt." zei hg. Ze keek verschrikt op. „En ik dacht nogal dat je niets merkte!" „Ja," antwoordde hij half ernstig. „Ik merkte het al, toen je om mijnentwil voor het eerst je wangen verfde. Ik wist natuurlijk dat het alleen om mijnentwil was, want anders was ik woedend geweest." „O Everard!" en beschaamd wendde ze het gelaat af. Maar zonder medelijden ging hij voort: „Ik ben niet zoo gemakkelijk te bedriegen, weet je. Je zoudt jezelf veel verdriet hebben kunnen besparen. Ik hoopte dat je 't eerder bekennen zoudt. Ook dat zou je veel zorg en verdriet hebben bespaard. „Maar ik heb er niet aan toegegeven!" zei ze. „Neen, je zoudt liever doodgaan als ik je je gang liet gaan," zei hij, „maar dacht je dat ik dat doen zou?" - „Maar ik zou sterven als ik je verlaten moest!" zei ze. „En wat dan als het je dood is or.i te blij ven?" vroeg hij plotseling hoogst ernstig. „Luister eens een oogenblik, ik moet je eens wat zeggen. Zooals ik je reeds zei, heb ik me al een poosje ongerust over je gemaakt. Ik was vandaag aan het werk in het compag nies-bureau. toen Ralston toevallig bij me kwam. Hij vroeg me hoe je 't nnakte en ik zei: ik ben bang dat ze niet tegen het klimaat kan. Wat denk jij van haar? Hg antwoordde: ik zal je eens zeggen wat ik van jou denk: Dat je een vervloekte gek bent. Dat opende me de oogen," eindigde Monck op zijn ge wonen, ernstigen toon. Ik bedankte hem voor zgn inlichtingen en verzocht hem om zoo gauw mogelijk naar je te komen kijken. Hij beloofde het morgen te doen." „O, maar Everard, ik heb hem niet noodig. Ik wil hem niet zien!" Hij hield haar hand vast en zei: ,,'t Spijt me, maar daar sta ik nu op." „Sta je daar op?" ze keek hem nieuwsgie rig met trillende lippen aan. Zijn oogen voor spelden weinig goeds. „Als 't noodig is!" Ze trachtte zich te bevrijden, maar hg hield haar vast, zacht en vriendelijk, maar zijn overwicht overwon het. „Stella," zei hij, ,,'t is misschien niet mak kelijk, dat weet ik wel, maar maak het niet onmogelijk. Laten we dit, evenals Mies, samen dragen." Ze keek hem aan. „Maar je weet wel wat gebeuren gaat, is 't niet? Hg zal me naar Bhulwana sturen!" Monck's hand drukte de hare. „Beter dat," zei hg zachtjes, „dan je ge heel te verliezen." „Als het nu mijn dood is je te verlaten," zei ze, „wat dan?" Hij maakte een heftig gebaar, maar was zichzelf aanstonds weer meester. „Ik geloof, dat je daar te dapper voor bent," zei hij. „Maar ik ben heelemaal niet dapper," zei ze. ,,Ik heb al mijn moed, al mijn geloof ver loren in de bergen... op dien vreeselgken mor gen, toen God me vervloekte, omdat ik een man getrouwd had dien ik niet liefhad en dien man wegnam." „Lievejing," zei Monck en drukte haar weer hartstochtelijk tegen zich aan, terwijl hij de 'rillende lippen kuste, tot ze zijn kus beant woordde. „Kun je dat alles niet vergeten? Tracht het van je te zetten en denk alleen wat voor je ligt." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 7