Geestelijk Leven
Dr. E. Hoekstra's
ABDIJSIROOP
MACHINES
De geschiedenis van
het Oude Volk
Bloedzuiverende
Gezondheidspillen
,,M IJ N H A R DT J E S
Vastzittende
slijm
AKKER'S vetist&dde
rij
M"
in de vlasteelt
Zaterdag 11 Februari 1939
Twie'ede blad
door ASTOR
"Wij zijni n het vorige artikel gekomen tot
het jaar 70 n. Chr. Toen is feitelijk een
einde gekomen aan den zelfstandigen Jood-
echen staat. De verwoesting van stad en
tempel door den legeraanvoerder Titus, den
Jateren Romcinschen keizer, was volkomen.
Niet minder dan 900.000 slachtoffers vielen
in de wanhopige worsteling van het Jood
je volk tegen de geharde en geoefende
Jtomeinsche soldaten. Menschelijkerwijzc
gesproken was deze worsteling niet veel
meer dan waanzin. Hoe konden de Joden
zich verweren tegen de Romeinen, die be
schikten over onuitputtelijke bronnen wat
ibetreft materiaal en manschappen. Dat zij
het toch deden, vindt zijn oorzaak in het
feit, dat er een groep menschen de Zelo
ten onder hen leefde, die bezeten waren
<loor een ontembaren geloofsijver en een
onverwoestbaar vrtrouwen in den God,
waarin zij geloofden; zij hadden in zich
een fanatisme, dat op de menigte een onbe-
schrijfelijken invloed had. Aan het hoofd
.van deze Zeloten stonden Johannes van
jGischala en Simon bar Gioza. Tegenover
anderen sluiten zich aan bij de jonge op
komende Christengemeenten en aanvaarden
Jezus als den Messias.
Wat moest er van de schamele resten
van het oude volk overblijven, vooral nu
het centrale vereenigingspunt Jeruzalem
en de tempel, verdwenen was. Het kon niet
anders of langzamerhand moesten die res
ten worden opgeslorpt door de volken, waar
onder zij zich vestigden en waarvan zij taal
en zeden overnamen. En toch is dit niet ge
beurd. En dit is een van de wonderbaarlijk
ste feiten in de geheele menschheidsgesehie-
denis. Hoe dit te verkalrcn? Ik noemde
zooeven reeds den naam van Jochanam ben
Zakkai. Deze man is van uitzonderlijke he-
teekenis geworden voor de verdere geschie
denis van de Joden.
Toen Jeruzalem werd belegerd, wist hij
op een eigenaardige manier uit de stad te
komen. Door twee van zijn jongere volge
lingen, Josua en Eliezer, werd hij in een
doodkist door de vijandelijke linies ge
bracht, schijnbaar als lijk om beeraven te
worden. Dan wordt hij voor Titus gebracht
en in genade ontvangen, omdat bekend was
dat hij tot de partij behoorde, die den strijd
tegen Rome ten sterkste had ontraden. Ti
tus geeft aan Jochanam ben Zakkai toe
stemming om zich te Jabne (een plaatsje
gelegen tusschen Joppe en Asdod a. d. kust
Middellandsche Zee) te vestigen en daar
een school te openen en volgens den Jood-
schen ritus te leven. Titus had hiertegen
geen bezwaar. Waarom zou hij het wel
hebben gehad? Welk eèn gevaar stak er in,
dat die Joden vasthielden aan de in zijn oog
dwaze gebruiken en tradities? En toch zal
de thora, de wet en schreef zij deze niet toe
aan den vereerden Mozes?
Zoo lag het geheel in de lijn van Joha-
cham ben Zakkai en zijn medewerkers, dat
zij deze thora, waarin 613 voorschriften wor
den gegeven, verder gingen uitwerken en
daaruit ontstond de zoogenaamde tweede
wetgeving in het Grieksch deuterosis en in
het Hebreeuwsch mischna genaamd. Door
afgezanten (tegenwoordig zou men spreken
van zendelingen)) werd deze mischna aan
alle Joden in de verstrooiing bekend ge
maakt. En in de synagogen (de Jodenkerken
die ontstonden in de Babylonische balling
schap) werden daarvan verklaringen gege
ven. Daarom kregen de synagogen na het
jaar 70 n. Chr. den naam van Beth ha mii-
drasj, huis der prediking.
Is het niet volkomen begrijpelijk, dat de
Joden trouw naar hun synagogen gingen
en stipt de voorschriften der mischna opvolg
den. Beleefden zij daarin niet hun één-zijn,
waar zij als vreemdelingen onder anders
denkende volken moesten leven? Het natio
naal gevoel zien wij het niet in onzen
tijd? heeft een taai leven!
Terwijl door de geestelijke leidslieden der
Joden gewerkt werd aan de versterking
van den Joodschen geest, ging ook de po
litieke geschiedenis door.
In 114 n. Chr. begint de Romeinsche Kei
zer Trajanus zijn aanval op Azié en daar
mede zijn strijd tegen de Joden. Het gevolg
daarvan was een opstandige beweging der
laatsten, die den Romeinschen godsdienst
niet konden en niet wilden aanvaarden. Hoe
kon het anders afloopen dan tot schade der
Joden? - Honderden worden gedood.
De opvolger van Trajanus, keizer Hadri-
anus (117138) neemt een andere houding
aan. Hij onderhandelt met de Joden en stelt
hun zelfs den herbouw van Jeruzalem en
den tempel in uitzicht. Dan liggen de Jo
den de wapenen neer. Maar het blijkt al
heel spoedig dat Jeruzalem een heidensehe
stad zal worden met een tempel gewijd aan
den Romeinschen oppergod Jupiter. Dit ver
den staatsgodsdienst, die er hij behoorde.
Dus werden ook de Christenen hevig ver
volgd. Zij hadden evenwel dit met de Jodên
gemeen dat zij onvoorwaardelijk geloofden
in de macht van den geest. Het lichaam kon
gedood worden bij de tallooze vervolgingen,
de geest bleef leven. Bij honderdtallen stier
ven de martelaren; in duizendtallen her
leefde hun geest.
En zoo kon de wereld getuige worden van
het aangrijpende verschijnsel, dat tegen al
le verdrukking in, het aantal Christelijke
gemeenten toenam.
Ik ken, waar ik de geschiedenis der Joden
beschrijf, hierop niet verder ingaan. Slechts
hierop moet ik even de aandacht vestigen
dat bij het streven naar uitbreiding het
Christendom steeds minder den'nadruk leg
de op de beleving van het evangelie en
steeds meer de aandacht richtte op de betee-
kenis van Christus als den verlosser en za
ligmaker en daarmede het zwaartepunt van
het mcnschenleven legde op het hiernamaals
In ieder geval kwam er een tijd dat de ro-
meinsohe heersehers een andere houding
aannamen tegenover het snel groeiend aan
tal christenen.
De eerste kiezer, die openlijk tot het chris
tendom overging was Constantijn die in het
jaar 323 zich door den doop in de inmid
dels ontstane kerk liet opnemen.
Deze zelfde Constantijn had toen hij nog
heiden was in 313 het bekende edict van
Milaan uitgevaardigd, waarbij vrijheid van
godsdienst werd gewaarborgd. Toen hij ech
ter steeds meer onder den invloed van de
geestelijkheid kwam werd dit edict, voor zoo
verre het de Joden betrof weer opgeheven
en dan worden deze Joden aangeduid als
een schandelijke secte.
Na 323 wordt het christendom de staats
godsdienst van het romeinsche rijk en als
in 325 het beroemde concilie van Nieaca
wordt gehouden is Constantijn de voorzitter.
Het voorspelde den Joden niet veel goeds,
dat zij in 315 als een schandelijke secte
werden gebrandmerkt. En inderdaad zouden
KENT U
Deze pillen bestrijden de ongemakken ont
staan door onzuiver bloed, herstellen on
voldoende spijsvertering en bevorderen de
natuurlij'ke verrichtingen des lichaams.
90 ct. of f 1.56 per doos met gebruiksaanw.
Verkrijgbaar in Apotheken en Drogisterijen.
schiedenis, zal er een zijn van diep en zwaar
lijden. Toch brak een enkele maal een licht
straal door de duisternis, een lichtstraal,
welke de hoop deed herleven.
De e<«ste was liet optreden van een nieu
wen keizer Julianus Apostata (361—363). De
ze keizer als christen opgevoed was in zijn
hart een heiden gebleven en, eenmaal kei
zer zijnde, brak hij openlijk met de kerk,
waardoor hij in de geschiedenis den bij
naam van Apostata de afvallige, verkreeg.
Hij verwerpt het christendom als staatsgods
dienst en geeft don Joden de volle vrijheid
om volgens eigen inzettingen en gebruiken
te leven. Maar wat den Joden het meest ver
heugde, was dat hij in een rondschrijven
aan de Joodschc gemeenten beloofde Jeru
zalem en den tempel te herbouwèn. Hoe
moet het hun gespelen hebben dat deze van
elk fanatisme verstoken keizer een zoo vroe
gen dood moest sterven. Na hem werd het
christendom' weer tot staatsgodsdienst ver
heven, ofschoon erkend moet worden, dat de
geest van Constantius niet meer herleefde,
zoolang het groot-Romcinsclie- rijk bleef be-
Hoofdpijn - Kiespijn - Zenuwpijnen
Rheumatische pijnen -Spit-Spierpijn
Periodieke pijnen - Kou en Griep.
Koker 12 cachets 50 ct. 2 stuks 10 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
ES
[hun jrcwcldige opzwieping van de strijd
lust baatte het niet, dat een man als Jocha
nam wii Zakkai wees op het onzinnige van
denstrijd, die op een vrceselijken naderlaag
motst uitloopcn.
Gelijk reeds is opgemerkt, eindigde de
oorloz met de volkomen vernietiging van
liet zelfstandig volksbestaan der Joden. Wel
wordt buiten Jeruzalem, met name in dc
bemestingen Herodium, Machaerus en Mas
«adi tle strijd voortgezet, maar ook daar
word het verzet in bloed gesmoord.
Het grootste deel der Joden wordt gc-
'dtoi, als slaven verkocht en weggevoerd,
eozi deel wordt medegenomen naar Rome
om tij den intocht van het overwinnende
lezer door de straten van Rome te worden
geleid.
/aw.'Kastein in zijn geschiedenis van
Jiet loodsche volk maakt terecht deze op
merking: „Andere volken, die in zulk een
omvaiig overwonnen worden als hier, gaan
te gronde. Het Joodschc volk is niet te
gronde gegaan. Het had reeds 500 jaar te
Koren de energie loeren kennen, die een
behoud mogelijk maakt: „de geest".
Dit is een belangrijke en bemoedigende
/opmerking en het is van het hoogste be
hing dat wij ons van de waarheid daarvan
tiisp.doodringen juist in onze dagen, waar
in het weer den schijn heeft om geweld en
terreur de-eenige machton in de wereld
|ti|n, waardoor het lot van volken en men-
tehen wordt bepaald. Daarom is het ver
kwikkend zich te verdiepen in dc geschie-
te der Joden. Want daaruit leeren wij
èl vervolging, marteling, tyrannie veel
huen, maar tot één ding niet in staat
59.nl tot het vernietigen van den geest!
li laat hierbij in het midden of wij dien
tyriaal Joodschen geest kunnen waardee-
ho-.daarover zóu nog heel wat te zeggen
J'%i. Ik constateer alleen het feit en dat
Is na vvereldbeteekenis.
•Mie verwoesting van Jeruzalem was er
irel meer van het Joodsche volk over.
I klein deel blijft in de dorpen en stad
jes over. Velen trekken weg naar andere
landen, waar zij pogen een bestaan te vcr-
- overerii Het tijdperk van de diaspora (ver-
jkooiine) is aangebroken. Daar ziin er, die
f ral ondergang niet kunnen overleven en
^1 plegen zelfmoord; anderen komen tot
boeteleven in dc eenzaamheid, weer
werken Uw ademhalingsorganen
niet voldoende. Hun werking wordt
gehinderd doordat de slijm de lucht-
toetreding belemmert en de slijm
vliezen prikkelt, waardoor bij het
ademhalen benauwdheden ontstaan.
Neem die hinderpaal zoo snel mo
gelijk weg door het gebruik van
Abdijsiroop. De heilzame kruiden,
w. o. de zeer actieve Aconltum en
Drosera lossen die benauwdheid-
veroorzakende slijmlagen op. die
Uw slijmvliezen verontreinigen,
maken ze los van het weefsel en
zorgen dat U in den kortsten ttfd
weer heerlijk vrij kunt ademhalen.
f ruf™ Sfiep. bronchitis, asthme
I ct.. f 1.50, 12.40. f 4.20. Alom verkrijgbaar
s v«k-
1, vlal
tscheii"
iemen.
pijp®*
diezelfde jochanan ben Zakkai in het kleine
Jabne den grondslag leggen voor de een
heid van het verstrooide Joodsche volk! Het
Romeinsche volk zal binnen enkele eeuwen
te grond gaan; Juda zal 't overleven, on
danks haar uiterlijke vernietiging.
Toen de treurige, mare van den val en
de verwoesting van Jeruzalem en den tem.-
pel tot Jabne doordrong, stelde Jochanam
zich de vraag, welke taak hij nu verder te
genover zijn volk had te vervullen.
Hij begreep dat, waar het dagelijkscho of
fer niet meer op het altaar des tempels kon
worden gebracht, waar de priesterdienst
was afgeloopen, iets anders daarvoor in de
plaats moest komen.
En dat wordt hij de stichter van twee
instellingen, welke het Jodendom over de
gansche wereld ten diepste zullen beïn
vloeden. Hij sticht het Beth-din (het huis
der wet), dat de plaats inneemt van het
vroegere Sanhedrin en het Beth-ha-midrasj
(het huis der leering), dat wij 't best kun
nen vergelijken met. wat men tegenwoordig
een seminarie of acadentie noemt.
Hiermede legt hij den grondslag voor die
wonderbaarlijke geestelijke eenheid, waar
door, verstrooid over de gansche wereld, het
Joodsche volk zal blijven voortleven.
Daar wordt> tegenwoordig veel geschermd
met de rassentheorie en gesproken over
meer- en minderwaardigheid der rassen.
Maar dat is toch, althans voor Europa en
Amerika, volkomen onzin. Daar is een door-
eenmenging van rassen geweest van zoo
groote intensiteit dat van zuivere rassen
geen sprake meer is. Dat is wel erg jam
mer voor Hitier en Mussolini, maar histo
rische feiten zijn nu eenmaal niet te ver
doezelen. Maar nu is het eigenaardige, dat
de Joden als volk met hun eigenaardige
gebruiken en hun godsdienst als een af
zonderlijkheid zich hebben weten te hand
haven.
Dit is te danken aan de geestesgesteld
heid, welke vroeger een Ezra en later een
Joaciianam ben Zakkai en, na deze twee
belangrijke figuren, weer anderen hebpen
gewekt, onderhouden, gesterkt.
In Jabne gebeurt, wat we later zien
plaats hebben in de Roomsch-Katholieke
kerk en waardoor die kerk in macht en
aanzien moest groeien. Daar wordt n.1. be
paald, dat alle verschillen over den uitleg
der heilige boeken bij meerderheid van stem
men moesten worden uitgemaakt. Degenen,
die tegen bepaalde wettelijke bepalingen
waren, moesten zich bij den uitslag der
stemming neerleggen op straffe van uit
stooting uit de gemeente. Ook de Joden ken
den reeds dc ban (nidduj).
Als vrij-denkende menschen uit de twin
tigste eeuw, lijkt ons dit onzinnig, maar
wij moeten ons verplaatsen in den tijd,
waarover wij schrijven en ons indenken in
den geest van hen, die opgevoed werden
door Ezra en zijn navolgers, die historisch
gebonden waren door oeroude geheiligde en
gemeenschappelijke gebruiken en daarom
sterk nationalistisch gevoelden.
Zonder Jabne was het Joodsche volk een
voudig verdwenen, geabsorbeerd door de
volken, waaronder het op zijn zwerftocht te
recht kwam.
De Joodsche staat verdwijnt; daarvoor
komt in de plaats de uniformeering van het
Joodsche leven. Met 't oog daarop wordt in
Jabne vastgesteld dat, waar de tcmpelritus
niet meer mogelijk was. nu moest worden
ingesteld, dat elke Jood 3 maal daags een
bepaald gebed moest uitspreken en daarbij
zich moest omkleedcn met het gebedskleed
(Tallith) en om arm en voorhoofd de ge
bedsriemen (tefilliem) binden. Nu wist iede
re Jood, waar ter wereld hij ook zich be
vond, dat gelijk met hem tienduizenden des
morgens het Sjachariet .des middags het
Mincha en des avonds het Maarieuw uit
spraken. Hierbij moeten wij ook aandacht
schenken aan het psychologisch verschijnsel
dat lijden en onderdrukking altijd als ge
volg hebben, dat de slachtoffers zich nau-
wer aaneensluiten en sterker aan elkaar
verbonden gevoelen en óók dit zij zich te
meer hechten aan de gemeenschappelijke tra
dities en de door overlevering geheiligde
geschriften En had niet het Joodsche volk
oorzaakt een geweldige gisting onder de
Joden en nog ééns het zal de laatste
keer zijn vlamt het verzet als een laai
end vuur op. Nog ééns zal het oude Israël
een wanhopige poging doen om zijn onaf
hankelijkheid op eigen bodem te herwinnen.
Rabbi Akiba wordt de geestelijke leider
dezer beweging en Bar Kochba de onver
schrokken aanvoerder der opstandelingen.
Het kon wel niet anders of ook deze be
weging tegen het machtige Rome moest
mislukken. Precies op den dag af 65 jaar
na den val van Jeruzalem door Titus in het
jaar 135 werd de laatste vesting Bethar ver
overd.
De naam Jeruzalem wordt veranderd in
Aelia Capitolina en Hadrianus gedraagt
zich als een tweede Antiochus Ejiiphanes.
Het is aan alle Joden verboden liet grond
gebied der stad te betreden. Met uiterste
gestrengheid wordt tegen hen opgetreden; 't
werd hun verboden in de hun dierbare ge
schriften te lezen, hun gebeden uit te spre
ken noch één hunner godsdienstplichten te
vervullen. Het martelen en dooden van de
wetsgetrouwe Joden was aan de orde van
den dag.
Nu scheen dan toch het Jodendom volko
men vernietigd.
In dezen benarden tijd hielden eenige
Joodsche geleerden een geheime bijeenkomst
te Lydda, waar zij de vraag bespraken wat
zij konden doen om een algeheelen onder
gang af te wenden.
Zij namen dit belangrijke besluit: „Een
Jood mag zij het dan slechts in schijn
zijn Jodendom verloochenen, indien het on
der bedreiging met den dood van hem ver
langd wordt. In "drie gevallen is hij echter
verplicht den dood van den martelaar op
zich te nomen: wanneer men afgodendienst,
ontucht of moord van hem verlangt."
Dit besluit is karakteristiek niet alleen,
omdat hij ons den ellendigen toestand van
de Joden teekent, maar meer nog, omdat
het een afspiegeling is van het hooge moree-
le peil, waarop men de diep vernederden
plaatste.
Als keizer Hadrianus sterft, wordt hij op
gevolgd door Antonus Pius, die door een
milder gevoel zich liet leiden. Hij heft de
besluiten van Hadrianus op, laat den Jood
schen godsdienst weer toe. Alleen het ver
bod om Jeruzalem (Aelia Capitolina) te be
treden blijft van kracht.
Intusschen waren vele Joden weggetrok
ken naar Babylonië, dat langen tijd voor
hen een tweede vaderland zou zijn en is
het niet een ongelooflijk feit. getuigend van
de onvernietigbare kracht van den geest dat
zij daar drie hoogescholen stichten, te Sura,
Nahardea en Pumbanita?
Daar, evenals in Usja (waarheen het
Sanhedrin uit Jabne was overgehaald) in
Galilea, werd gearbeid aan de samenstel
ling van een nieuw werk dat van geweldi
ge beteekenis zou worden voor het Joden
dom n.1. de Talmud. Dit reusachtige verza
melwerk, uit vele deelen bestaande, werd
door verschillende geleerden geschreven in
een tijdperk van 250 jaar en vond zijn defi
nitieve afsluiting in het jaar 500. In dui
zenden exemplaren ging het door heel de
wereld, waar Joden woonden. Op al hun
zwerftochten, die, zooals wij later zullen
zien, geen einde namen vergezelde hun dit
boek, symbool van het vaderland dat hun
ontroofd was.
Toen in 70 n. Chr. Jeruzalem door Titus
werd veroverd en verwoest bestond aldaar
de eerste gemeente van een nieuwe secte
uit het Jodendom voortgekomen en volgens
de overlevering gesticht door Jezus van Na-
zareth. Deze gemeente nam den wijk naar
een klein plaatsje, Pella genaamd. Bezield
met een fanatieke zucht om hun geloof uit
te dragen trokken de ij veraars (Paulus!) et-
op uit om de wereld voor hun inzichten te
winnen en het duurde niet lang of door het
heele Romeinsche rijk werden aanhangers
gewonnen. In dien tijd van geweld en ruw
heid moest de nieuwe leer, die universeele
menschenlicfde predikte wel bijzondere aan
trekkingskracht uitoefenen vooral op die
duizenden, die in ellendige omstandigheden
leefden.
Maar de heersehers in het machtige Rome
voelden heel goed, dat die Christenen een
gevaar beteekenden voor het rijk en voor
zij ervaren, dat de christelijke kerk er niet
voor zou terugdeinzen hun het leven moei
lijk te maken. Hoe sterker het leven omlei
den invloed der kerk komt, des te sterker
wordt de afkeer van de Joden. De Jood wordt
de uitzonderlijke mcnsch, die zich niet kon
aanpassen bij de christelijke gebruiken Hij
hield vast aan zijn ouden godsdienst, hij
aanvaardde den Zondag niet, maar bleef
trouw uan zijn sabbathsviering. Hij liet zijn
reinheidsvoorschriften niet varen en bleef
zijn spijswetten volgen. Dit alles maakte van
hem den mensch, die anders was dan de an
deren, den zonderling, den eigengerechtigde
en daardoor werd hij veroordeeld, gesmaad,
bespot. Maar het ergste was, dat men in hem
ging zien den moordenaar van Christus. En
waar de persoon van Christus steeds meer
in het middelpunt van den kerkelijken eere-
dienst kwam te staan, is het begrijpelijk dat
hierdoor bij de groote massa een antipathie
tegen de Joden moest opkomen. Keizer Con
stantijn bevestigde opnieuw de oude wet van
Keizer Hadrianus dat geen Jood in Jeruza
lem mocht komen. (Deze plaats tijdelijk
herdoopt tot Aelia Capitolina had haar oor-
spronkelijken naam weer terug gekregen na
dat Helena, de moeder van Constantijn,
daarheen was geweest ter bedevaart en op
de plaats, waar men het graf van Jezus
meende te zijn, een grafkerk was gebouwd).
De opvolgers van Constantijn was Con
stantius (337361) die zich deed kennen als
echten Jodenhater. Hij ging zelfs zoo ver,
dat hij in 339 de doodstraf stelde op het hu
welijk van een Christen met een Jodin; hij
verbood de viering van het hoogste Joodsche
feest nl. den verzoendag. Vele Joden zoeken
een toevlucht in Babylonië, zooals ik eerder
reeds opmerkte.
Het zag er voor de Joden somber uit en
de toekomst zal bewijzen, dat deze somber
heid overgaat in angstwekkende duisternis
de weg, dien zij zullen gaan door de ge-
Maar arbeiders met „vlashanden"
blijven onmisbaar.
De heer ir. L. J. A. de Jong, te Gronin
gen, rijkslandhouwconsulent voor vlasteelt
en vlasbewerking, heeft voor 't Netlerland-
sche Landbouwweekblad een beschouwing
geleverd over de vraag, wat de mechanisa
tie in de vlasteelt bijdragen kan tot het
goedkooper produceeren van de vlasvezel.
Gezien de toename van belangrijkheid
der vlascultuur ook in ons gebied, meenen
wij goed te doen enkele gedeelten uit de
zeer belangwekkende beschouwing over te
nemen.
Wel is waar wordt, aldus merkt de
schrijver op,de vlascultuur juist
zeer gewaardeerd om de arbeids
intensiteit De loonpost voor vlas is
ruim tweemaal zoo hoog als voor
granen en erwten en notr flink bo
ven dien van de suikerbieten. Be
halve de cultuur in den zomer te
velde, heeft 't repelen of elders het
boken van vlas groote beteekenis
voor de arbeidsgelegenheid in den
winter. Anderzijds is het echter,
zoo gaat de heer De Jonge voort,
voor den vlasbouw en de vlasbewer
king een levensvraag, hoe de vlas
vezel goed en goedkoop op de we
reldmarkt kan worden gebracht.
Want de concurrcerende vezels, spe
ciaal de katoenvezel, zouden een te
dure vlasvezel nog verder verdrin
gen. Het blijft dus uitermate be
langrijk, de vlasvezel goed en goed
koop te produceeren, zoodat deze
inhcemsche vezel niet enkel steunt
op de onmisbaarheid voor bepaalde
doeleinden.
De heer de Jonge is van meening. dat
voor het trekken van vlas de arbeidsmc-
thoden veel slechter zijn geworden, van
staan. Dit rijk valt in twee deelen uiteen
na den dood van keizer Theodosius de Groo
te (379395) die den Joden nog zijn bescher
ming gaf. Maar wat vermocht deze bescher
ming tegenover de aanwakkering van Joden
haat van de zijde der kerk? Hier moet ik de
namen noemen van twee in de kerkgeschie
denis beroemd geworden bisschoppen: Am-
brosius van Milaan en Johannes Chrysosto-
mus. Deze beide kerkelijke hoogwaardig-
heidsbekleeders genoten een zeer groote po-
pulairitcit en beschikten vooral Chrysos-
tomus over zeldzame redenaarsgaven;
duizenden kwamen onder hun gehoor en
dus onder hun invloed. Zij verkondigers
van het evangelie! ontzagen zich niet
openlijk tegen de Joden op te treden. Chry-^
sostoinus wijdde zelfs een serie van zes
precken aan hen.
Hierdoor wordt het begrijpelijk, dat gaan
deweg bij de christenen de Jodenhaat moest
opkomen. De Jood werd steeds meer de ver
achte, de verschoppeling. Het leven werd
hem voortdurend moeilijker gemaakt; van
ambten werd hij buitengesloten en gaande
weg zien wij hem uit het maatschappelijk
leven verdrongen worden.
Als, zooa's ik zooeven opmerkte, het groot-
romeinsehe rijk in tweeën wordt gesplitst:
het west- en het oóst-ronieinsche rijk (dit
krijgt dan den naam van het byzantijnsche
rijk) dan zien wij het west-romeinsche rijk
spoedig vervallen en teniet, gaan in 476. Het
byzantijnéclie rijk blijft, bestaan tot 29 Mei
1453 toen de Turken den Europeeschen bo
dem betraden en de oude keizerstad Con-
stantinopel veroverden onder de aanvoering
van sultan Mohammed II. Daarmede eindigt
dan het tijdvak der middeleeuwen. Hoe het
onder de wisselende omstandigheden en dik
wijs onheilvolle tijden don Joden verging,
daarvan vertel ik u het voornaamste over
veertien dagen.
ASTOR.
zorgvuldig werk is geen sprake in weinige
uren wordt vaak een een edel product ver
knoeid. Daarom houdt de practijk de oogen
gevestigd op de
vlastrekmachine,
welke volgens de schrijver een uitkomst is.
Wellicht staan wij, aldus de schrij
ver, op den drempel van een nieuwe
phase in den vlaspluk. Niet alleen,
dat het probleem van het machi
naal trekken technisch goeddeels is
opgelost, waardoor zich in de ko
mende jaren zal aandienen een niet
dure machine, die aan de te stellen
eisclien voldoen zal, maar ook oeco-
nomische en personeelskwesties wer
ken deze ontwikkeling in *le hand.
In verschillende deelen des lands
zijn er in de periode van den vlas
oogst geen arbeiders over en zeker
igeen vakbekwame menschen. Men
staat daar dus voor het risico, zijn
vlas er niet tijdig dit te krijgen, of
op een onkundige manier, waardoor
groote schade niet kan uitblijven.
Het repelen
voldoet volgens de heer de Jonge eveneens
niet. aan te stellen eischon.
Ook hier is echter een tweede weg zicht
baar geworden, door een nieuwe repelma
chine. die het vlas van don knop ontdoet
eri zoowel top als voet uitkamt, waardoor
onzuiverheden geheel worden verwijderd.
Dc trckmachine en de repelmachine ma-
kon beide groote» 'besparingen op het ar
beidsloon mogelijk. Maar het automatisch
repelen zal veel winterwerk wegnemen en
daarmede, naar de schrijver opmerkt, de
arbeidsgelegenheid bijzonder ongewenst
drukken.
Wat de vakbekwaamheid van de land
arbeiders betreft, z,p is, zoo schrijft de heer
De Jonce, des te meer vereischte, naarmate
de mechanisatie voortschrijdt. Ook hii de re
pelmachine moet gesorteerd en gebonden
worden, en bij de vele onderdeden, die de
mensch bij de machine leiden moet of voor
en na moet verzorgen, zal het er op aan
komen, of hij over „vlashanden" beschikt.