BEGRAFENISFEESTEN- De Brabantsche Brief Eindstri d aan de 'peeênps van Dré a/s Carnavals r Zaterdag 18 Februari 1939 pe Balinees treurt niet lang hij verbrandt zijn dooden en eet zee-schildpadden Derde blad ONBESCHRIJFELIJKE VERNIELINGEN IN HET SPAANSCHE GRENSGEBIED. ALLE HUIZEN LEEGGEROOFD. (Van een bij zonderen correspondent,). PRATS DE MOLLO, Febr. 1939. In het Catalaansche gebied, dat te genover de Fransche stad Prats de Mollo ligt, is tusschen de republi- keinsclie en nationalistische troepen nog verder gestreden. Ongeveer 35.000 republikeinen boden daar nog weerstand aan de oprukkende nati onalisten om het transport der ge wonden van 't oorlogsmateriaal en van talrijke kudden vee naar Frankrijk te dekken. Deze tegen stand moest ook verhinderen, dat de 11de en lSde republikeinsche di visie, die zich nog op Catalaansch gebied bevonden in don nog open zak ingesloten werden. In dezen opzet zijn de republikeinen ge slaagd en thans worden de laatste vluch tende troepen in de reeds ingerichte kam pen aan de Fransche zijde opgenomen. Tal rijke afdeelingen zijn in de laatste dagen over de grens ontweken en verder ook een aantal politieke gevangenen, die door de republikeinen in vrijheid waren gesteld. Naar verluidt, schijnen ook bij Perthus nog eenige dorpen niet geheel van de republi keinsche milities .gezuiverd te zijn. De na tionalisten hopen echter, nog heden de zui vering van deze dorpen tot stand te bren gen. Bij Perthus was overigens ten gevolge van kleine incidenten tusschen nationalis tische afdeelingen en republikeinsche vluch telingen de grens eenigen tijd gesloten. Uit Port Bou komen verdere berichten over het onbeschrijfelijke vernietigings werk der republikeinen, die zich op hun terug tocht als Vandalen gedragen schijnen te hebben en alle huizen geheel hebben leeg geroofd, binnen. De materieele schade is ongekend groot en de nationalistische troepen zullen nog veel tijd aan het opruimingswerk moeten besteden. Een Fransch journalist, die tot Puigcerda doorgedrongen was, heeft de talrijke ver woestingen in oogcnschouw kunnen nemen. In talrijke gebouw-en en huizen schijnen ladingen dynamiet te zijn aangebracht, die van tijdlonten waren voorzien. Twaalf re publikeinen werden bij dit werk door de voorhoede der nationalistische troepen ver rast, na korten tegenstand gevangen geno men en tegen den muur gezet. In het gebied van Pcrpignan tot de grens patrouilleerden voortdurend afdeelingen Fransche cavallerie om de dalen in hei ge bergte te zuiveren van ongewcnschte ele menten, die zich daar verborgen houden. Talrijke arrestaties werden verricht. Bij de ze gelegenheid werden steeds weer plunde rende groepen, die groote hoeveelheden edele metalen, geld en andere zaken van waarde vervoerden, betrapt. De griffie van de rechtbank .te Perpi'gnan is reeds zoo vol van dit in beslag genomen geroofde goed, dat de griffier over heele bergen Spaanscb bankpapier moet stappen om zijn schrijfbureau te be reiken. In Port Vendres zijn nieuwe gewon den aangekomen en ook een bijzondere commissie van de Kamer van Afgevaar digden, die zich van den santairen toestand op de hoogte wil stellen. Het Fransche mi nisterie van volksgezondheid dementeert overigens de geruchten over typhusgevallen onder de Spanasche vluchtelingen in de grensdepartcmenten. Een andere commissie van linksche afge vaardigden is van plan, de concentratie kampen te bezoeken, over welker toestand de meest onwaarschijnlijke geruchten ver spreid worden. De republikeinsche soldaten, die daar ondergebracht zijn, zijn er voor een deel zelf schuldig aan, dat de barak ken, die in het kamp gezet zouden wor den, niet gebouwd konden wor&cn, wijl zij het gereedliggend materiaal als brandhout hebben gebruikt. Tenslotte kan nog melding worden ge maakt van het gerucht, dat tusschen de Spaansche en Fransche autoriteiten onder handelingen over het herstel van het spoor wegverkeer aan de grens ingeleid zouden zijn. Deze foto uit het gebied, waarover onze correspondent schrijft, geeft een tref fend beeld, welke gevolgen de wilde vlucht der linksche troepen heeft gehad. Men ziet hier een chaos van automobiel resten en lijken van muildieren. Som migen auto's zijn eerst met benzine overgoten, daarna in brand gestoken. De organisatie van het vreem delingenverkeer op Java en Ba- li is nog niet alles DENPASS AR (Bali). De Mohammedanen begraven hun dooden, evenals wij. De aanhangers van den Hin doe-godsdienst, in Britsch-Indië zoowel als op Baü, verbranden, de lijken van de over ledenen, maar in de wijze, waarop dat ge- gebiedt, bestaat een groot verschil. In Britsch-Indië heb ik de lijkverbranding aanschouwd, te Benarcs, aan den oever van den heiligen stroom, de Ganges. Vrome Hin does, die hun einde voelen naderen, maken vaak nog de reis naar Bcnares om te ster ven nabij den heiligen stroom. Sterft een Hindoe te Bcnares, dan wordt zijn lijk ge stoken in feestkleedij en bedekt met bloe men. Zoo wordt bet lijk eerst eenigen lijd neergelegd dicht aan den oever van de Gan ges, opdat de heilige wateren zijn voeten be spoelen. Eerst daarna heeft de verbranding plaats op een brandstapel van heilig san delhout en de asch van het lijk en van het heilige hout wordt daarna in de Ganges ge worpen. Ik heb het bijgewoond, dat te Bc nares zeven lijken van pas gestorvenen, elk óp een aparten brandstapel, werden ver brand. Zonder groote plechtigheid geschiedt daar de verbranding. De familie begint te sparen. Een praalklst- De vaak na weken weer opgegraven doo- de of wat ervan over is, wordt naar de ver brandingsplaats gebracht in een meer of minder fraai bewerkten houten kist waarvan de voorzijde een houten dierenkop draagt. Welgestelde Balineezen zijn daarmede ech ter niet tevreden en zij laten een houten kist vervaardigen, die geheel den vorm van een dier heeft, meestal van een paard of een slier (als de overledene een man was). De- se houten dieren, die veel aan figuren uit een carnaval doen denken, zijn vaak meer dan levensgroot. In feestelijke optocht gaat het dan naar de verbrandingsplaats, waar reeds een hooge brandstapel is opgericht. Daar wordt dan het houten dier of de hou ten kist met het stoffelijk overschot onder vele plechtigheden, die meer feestelijkheden zijn, verbrand. Bij de „verbrandingsmaal tijden" vormt (ten minste bij welgestelden een der hoofdgerechten het vleesch van zee schildpadden, die aan de kust worden ge vangen. Bij een vcrbrandingsplechtigheid spelen meestal ook fraai gekleede „dans meisjes" en „dansknapen" met langzame dansen, die feitelijk meer een gebarenspel vormen, een belangrijke rol. Hoe de Balirees varkens vet mest. Op Bali vindt men, behalve tijgers, apen, herten en wilde zwijnen ook nog honderd duizendengemeste varkens. De aanhan gers van den Hindoe-godsdienst mogen, an ders dan de Mohammedanen, varkens- vleesch eten en talloos zijn er de varkens fokkerijen. Die varkens loopen niet rond, doch zitten in nauwe, kleine hokjes, waar in ze zeer vet worden. Ze zijn niet alleen iestemd voor plaatselijk gebruik, doch wor den ook uitgevoerd, o.a. naar Java. Deze 'arkens worden over land vervoerd in groo ts manden, welke door twee mannen wor den gedragen. Nog grooter dan het aantal der varkens 'P Bali is er het getal der honden. De kleinste kampong (dorp) heeft er al vele Onderden. Eiken dag worden er door auto mobielen tientallen overreden, zonder dat dt een merkbaren invloed heeft op hun tantal. Duizenden honden afgeslacht. Die honden zouden een ernstig gevaar hunnen gaan vormen voor de bevolking. Indien er op Bali hondsdolheid uitbreekt, zou dit. een ramp worden. Daarom werd er Indertijd door de regeering besloten een opruiming te houden. Gedurende eenigen tijd werden los loopende honden dood ge schoten. Per dag werden er drie- tot vijf honderd neergelegd, zonder dat dit het aantal honden merkbaar verminderde. Men 's toen tot een anderen maatregel overge daan. Zeer strenge bepalingen werden ge maakt op den invoer van honden om te voorkomen, dat op het eiland Bali, waar hondsdolheid onbekend is, die ziekte wordt ingevoerd. Bali is niet te vergelijken met Britsch-Indië. Bali is als Hindoe-merkwaardigheid niet g vergelijken met bij voorbeeld de heilige atad Benares in Britseh-Indië. Daar yerhei- Een doodkist voor een armen en één voor een rijken Balinees. Ulvenhout, 16 Febr. 1939. Amico, Lijk twee sterre- diamanten, fonkelend aan den staalblaau- wen gewulft van den nachtelijken hemel, daar boven de inkt zwarte silhouëtten van de vezelende bos- schen, waaruit den nacht te ritselen schijnt, Ijjk twee bonken van diamant, sprankelend als zon- bespatten daauw op zwarten, verschge- ploegden eerde, lijk twee veromketsende lichtsterren uit zonbeschenen kristal, zóó bloeiden open twe^ lichtblommen in de don kere velden van Nederland, afgepaald erf in 't zwarte gebied van deuze Weareld. Twee zilverwitte Nachtschoonen van blan ken bloei spitsten in sterrekrans de stralen de blommeblaren uit, in 't donkere tij van N egentiennegenendertig. Donkere tij van de Negentiendertiger jaren, waarin de hemelen verduisterd z(jn mee de lage wolken van kou egoïsme, van eigen waan, van., onderlingen haat. In deus tij bloeiden twee lelieblanke blom men los, gelijk ge wel meermalen ziet, dat schoonste blommen bloeiden langs den mest hoop... 't Leven wierd veul moeilijk. Den weareld- akker wierd bar dor. 't Is koloszaal moeilijk geworden van dieën akker te oogsten. Goei zaad is er bekans nie aan te besteed. Want misschien ontkiemt 't wel, maar 't gewa: groeit nie op. 't Vries deels kapot onder de gure vlagen uit dieën killen, lagen hemel. Deels verstikt 't, tusschen den wirwar van onkruid, dat sjuust op 'nen harren grond zoo welig tiert. En daar is heldenmoed noodig. om op dieën akker te arbeiden. Stillen, verbeten helden moed, die teugen den weerbarstigen grond tekeer gaat onder 't kraken der spieren. Verbeten heldenmoed is noodig om te zwoegen onder die kouwe lochten, dien den eenzamen, stuggen mensch, daar in de dorre vlakte van den schralen akker treiteren, tot ziek-wordens toe. Treiteren mee de snerpende, snijende sturmvlagen van wangunst, van eigenwaan, van haat. Treiteren mee den motregen van valschen spot, miskenning en dikkels verwensching! Ja 't leven wierd veul moeilijk eur dieën eenzamen boer, die daar stug, teugen alles en allen in, zijn zwaren arbeid verzet, hem van God opgeleed! En hij mag' wel hebben 'nen schedel lijk 'nen ijzeren pot, z'n hart vervurmen tot 'nen woestijn, zijnen wil harden tot koud staal, om vol te houwen zijnen zwaren arbeid, hem opgeleed van GodJ Een „droomstadje". Denpassar, het centrum van het toeristen verkeer, is een vriendelijk, aardig plaatsje tusschen hoog geboomte, een „droom-stad- je", uitermate aantrekkelijk voor „rustige" toeristen, want „mondaine' genoegens be staan er niet. Als de avond valt heerschen er de stilte en de duisternis en de hooge boomen fluisteren dan wondere geschiede nissen. „Dancings" en andere vermakelijk heden ontbreken er geheel, tenzij dat de toeristen onderling dansavonden organisee- ren. Er zijn niet slechts rijke toeristen. Zooals ik reeds opmerkte, gaat het met het toeristenverkeer op Bali thans niet naar wcnsch. Van groote plannen, die men er had voor hotclbouw, is thans afgezien, in afwachting van betere tijden. Echter, naar bet mij voorkomt, is men met het toeris tenverkeer op Bali (en in geheel Neder- landsch-Indié) op den verkeerden weg. Men rekent er nog steeds op groot-toeristen, die met geld niet behoeven te rekenen. En van dit standpunt uitgaande zijn vaak de prij zen te hoog. Men redeneert: toeristen, die hier komen, moeten groote reizen maken en zijn dus menschen die op geld niet be hoeven te zien. Deze redenccring is valsch. Er zijn thans vele toeristen, die „spaarzaam" groote rei zen maken. Met het schip, waarmede ik een jaar geleden van Britsch-Indië naar Nederlandsch-Indië voer, reisden ook eenige Amerikanen, die een tocht om de wereld maakten, wat bun op ongeveer elfhonderd guldon kwam te staan. In elke haven die wij aandeden, maakten die toeristen groote tochten, waarbij ze echter wel degelijk re kenden. Menigmaal zagen ze af van een tocht, omdat die te duur werd. Maar ook kapitaalkrachtige toeristen zijn niet steeds bereid alle gevorderde hooge prijzen te be talen. Dertig gulden per dag. Eenige maanden geleden ontmoette ik op Java een Amerikaansch echtpaar, dat voor zijn excursies op Java een automobiel had gekocht en zelfs een chauffeur in dienst genomen. Strenge zuinigheid was voor hen dus niet noodig. Toch klaagden ze over de duurte op Java. Te Batavia, te Scmarang. te Soerabaja hadden ze in hotels steeds 20 tot 30 gulden per dag voor hen beiden be taald. Dit vonden ze te veel en ze waren reeds van plan Java weder te verlaten, toen ze ontdekten, dat ze vrijwel overal on Java in keurige hotels 'n onderkomen kon den vinden voor acht a tien gulden per dag met hun beiden (voeding inbegrepen). Daarop besloten ze nog enkele maanden langer op Java fe blijven. Bij de organisatie van liet vreemdelingen verkeer op Java en Bali dient rntn meer rekening te houden met de veranderde om standigheden: toeristen met zeer ruime beurzen zijn zeldzaam geworden en men moet het thans hebben van de vele toeris ten met middelmatige beurzen. g J. K. BRF.DERODE. Tja gemakkelijker zou 't zijn veur 'm om „girinen ijzeren kop" te hebben, gin her senpan! En Gods water maar over Gods land te laten loopen. Maar net te doen of ie gek was enne... dus over niks anders te prakizee- ren dan over z'n eigenbelangen. Maar sjuust zulke uitgeslapen „gekken" zijn er al zooveul in deus egoïstische weareld, waarteugen... sjuust 'n „Katholiek Gemeen- schapsgedaeht" en 't Koninklijk gedacht veur „Moreele Herbewapening", zoo fel op komen. En daarom ploetert ie deur, dieën stug gen boer op den dorren weareldakker; veural nou, nou dan eigenlijk twee zilverblanke blommen losbloeien in dieën eigensten schra len akker, daar onder die graauwe tochten. Hij zwoegt eenzaam wijer, want hij wil: 'n Huishouwen, waarin è,lle lejen alleen aan eigenbelangen denken, zoo'n huishouwen is 'nen eksternest! Hij wit: 'n zaak waarin ólle „medewer kers" alleen op eigen belangen uit zijn, zoo'n zaak gaat er onder. En daarom verzaakt hij ni ede hem van God opgeleede taak! 'n Samenleving waarin ieder alleen aan z'n eigen denkt, zoo'n samenleving is éenen grooten eksternest en... gaat ten onder! Hij is boer! Ként den buiten. Speurt Gods bedoelingen dus. Hij wil: in 't bosch daar gunderwijd. ach ter 't eerpelland, daar groeit eiken boom naar den hemel, omdat... alles boomen mal kaars leven meugelijk maken. Den bosch- bojem wordt gemest mee malkaars herfst blaren. 't Vocht wordt bewaard deur mal kaars kruinen, die de hitte en de zon af schermen. In kwaje, felle wintertijen wordt de temperatuur bewaard... deur malkaar! Ginnen Noordooster is opgewassen teugen de boomen van 't bosch, die 'm samen ont krachten. Ieder sturmgeweld vindt z'n portuur teu gen de boomen van 't bosch, die wijzen „to! hier!" En zoo groeit 't bosch tot één natuurlijk paradijs, want daar is samenhang in 't be staan van al die boomen. Zoo groeit 't gras, zoo rypt 'n korenveld zóó... is de Schepping ingesteld deur God! Dieën boer wit dat. Nie uit boeken, opgesteld deur menschen; nie uit „wetten", geschreven deur menschen; nie uit kranten, nie uit de radio geleid duer menschen, hij ként de geheimen van den buiten deur God eigens, Dien ie daar ziet in Zijn werken! Van God eigens, Die Zich nie teugensprikt in verschillende boeken, in verschillende wet ten, in verschillende politieke redevoeringen, maar Die eigens één Wet is, waaraan Hij, waaraan dieën boer. waaraan elk redelijk wezen, waaraan elk dier, waaraan eiken boom, waaraan eiken korenhalm waaraan elke planeet alleen maar gehoorzamen kón! De groote Wet der Liefde der Saamhoorig- heid, der... Gemeenschap, of hoe ge die Wet betitelen zult. Wat is de kracht van onze Kerk Den' on verbreekbaren samenhang tusschen den St. Pieter te Rome. ons Ulvenhoutsche Tjynpe! tje, 't bergkapelleke daar ieveraans in den eeuwigen sneeuw en 't schuurkerkske daar in de tropische missie. De éénheid, de Gemeen schap kortom! Neeë, sjuust dieën boer mee z'n ijzeren harsenpan kón „Gods water nie over Gods land laten loopen." Sjuust hij kón nie doen of ie gek is en dan alleen maar denken aan z'n eigen. Zijn harsenpan, zijn Redelijkheid, zijn grootste Gave Gods verzet zich daarteugen! Hoe jammer 't ook is, dat veul harsenpannen nie de wijsheid der boomen hebben Mijn vader was van hooge geboorte, dus „ik" ben beter dan die boerenkevers. Mijn meesters hebben me veul lessen laten leeren, dus „ik" ben beter, dan die zwoegers. „Ik" heb veul geld, dus „ik", dus „ik", dus „ik". Dus altij „ik". Ochcrme! Adel, Geleerd heid, Rijkdom. eenmaal komt veur ons alle gaar den lesten dag, de allerleste minuut. Eenmaal komt den zwarten kuil, den eerde, die veur iedereen 't zelfde is. De eeuwigheid, waarin wij allemaal „Niks" zijn! Niks, al worden we naar dieën kuil gedra gen in de planken van 'nen dennenboom, 'nen eikenboom of van 'nen notenleer. Planken mee hars en splitsers, geschaafd of gepolitoerd. Planken, versierd mee 'n zilverpampieren kruiske, 'n gesmeed kruiske, of een geslagen uit edel-metaal. Éénmaal keeren we verom tot de ééne. Gemeenschap, daar in de eerde, waar we niks te commandeeren, te willen, te eischen, te „ikken" hebben. 'n Gemeenschap ,die de tijen, de eeuwen telt lijk seconden...! En waar zestig, zeuventig jaren van „ikheid" zoo belachelijk zijn! Zekers, 't is wel veul gemakkelijk om er „gin harsenpan" op na te houwen en lijk 'n dier altij op roof uit te zijn naar de vette slob bers. 't Is veul gemakkelijk om mee twee han den in de zakken langs dieën dorren, guren levensakker te staan bespotten en te treite ren dieën stuggen, eenzamen boer, die daar ploetert veur despotters! Ja, 't is gemakkelijker dieën boer zijnen arbeid kapot te critiseeren, dan te prijzen. Want gichelen en misprijzen gaat deuze dorre weareld. waarin we al zoo content zijn mee twee schoone bloeiers, zoo triestig gemakke lijk af! Deuze weareld, wier hemmeke waait zooals de wind waait. Deuze weareld, waarin 't „Hosanna!" en „kruisigt hem" malkaar steeds schaamteloos- sneller gaan opvolgen. Verlejên week was President Roosevelt den grooten raddraaier van de Waereld. Hij stak den oorlog aan! Vandaag is 't alles gelogen en den Roos is 'nen soortement van Vredesengel (mee 'n bietje griep). In September kwam het oorlogsgevaar uit 't Oosten, verlejen week uit 't Westen, daar- tusschen in uit 't Zuiën. En onderwijl krijgen wij, erme deftighedens, erme geleerdhedens, erme rijkaards, erme prullen nooit rust. Worden we oud, schuiffelen we naar 't End in éénen angst en vrees, in éenen onrust en zurg. Ons korte leven hangt aan malkaar van proefverduisteren, van 't bouwen van bom vrije kelders, van 't kerven van loopgraven in den eerde, van 't passen van gasmaskers, van onruststokende berichten deur radio en pers, vanvervolging. Vervolging op den weg naar 't graf, alttf vervolging, die den mensch ginnen tijd tot bidden laat...! En 'm de „ik"-ziekte bezurgt. Waaraan 't bosch der Menschheid kapot gaat, omdat eiken boom den anderen in den weg gaat staan! Maar: Lijk twee sterrediamanten, fonkelend aan den staalblauwen gewulft van den nachtelij ken hemel, daar boven de inktzwarte bos- schen, waaruit den nacht te ritselen schijnt, - lijk twee bonken diamant, sprankelend als zon bespatten daauw op zwarten, verschge- ploegde eerde, lijk twee veromketsende lichtsterren uit zonbeschenen kristal, zóó bloeiden open twee lichtblommen in de don kere velden van Nederland. Twee zilverwitte Nachtschoonen van blan ken bloei splitsten in sterrekarns de stralende blomme-blaren uit' in 't donkere tij van Negentiennegenendertig. Op 't donkerste moment begost de Gemeen schapsgedachte weer aan te gloren. De eenzame boeren, hier en daar op gure, dorre akkers, ze hebben nie heelegaar veur niks geploeterd! Huilie gewas komt in den bloei, begint te blossemen! Allee, da's óók de Wet van God, die gin nen zaaiarbeid zonder oogst laat, al valt den arbeid soms veul zwaar Amico, ik schei er ^f 'k Wou deus gedachten over de Geestelijke Herbewapening 'ns kwijt. Veul groeten van Trui, Dré n en den Eeker, en ging horke minder van oewen. t.a.v! DRA Op Bali evenwel is een lijkverbranding aanleiding tot een groot feest eneen [eest kost geld. Daarom wordt op Bali ge- ituonlijk liet lijk eerst ter aarde besteld. De familie begint dan te sparen voor de fees- ten, welke bij de lijkverbranding volgens eeuwenoude gewoonte moeten worden ge geven. Is er genoeg geld bijeen, dan wordt het lijk, dat dan meestal reeds in verre- gaanden slaat van ontbinding verkeert, we der opgegraven en de verbranding heeft plaats. Regel is, dat op een bepaalden dag meerdere lijkverbrandingen tegelijk plaats hebben. Voorpret. Bij Oostersche volken maakt een overlij- densgeval nooit zoo'n diepen indruk als bij ons in het westen. Sterft er een vader, een moeder, een kind, dan treuren de nabe staanden hoogstens één of twee dagen. Maar dan is het sterfgeval ook vergeten. Op Bali blijft dan nog het vooruitzicht van een pretje, de lijkverbranding, die aan- ltiding is tot groote maaltijden. Zoo'n lijkverbranding is een feest, geen droeve plechtigheid en van weemoedige na gedachtenis aan den doode valt niets te be speuren, ook niet bij zijn naaste verwanten. fen zich aan de Ganges, de heilige rivier, vele machtige tempels, die elk voor zich een bezienswaardigheid zijn. Immer vertoe ven daar duizenden pelgrims afkomstig uit alle doelen van het groote Britsch-Indië. Op elk uur ven den dag baden zich er vele honderden in den heiligen stroom; eiken dag hebben daar lijkverbrandingen plaats. Maar... als hij dit twee dagen heeft aange zien, heeft de gemiddelde toerist er ook ge noeg van. En iets anders dan de duizenden pelgrims, de zeer onzindelijke heilige „aard- sche goden" (de priesters), de machtige tempels heeft Benares niet te bieden. Het landschap is er troosteloos. Bali echter, het eiland, dat door twee wereldzeeën bespoeld wordt, is landschappelijk buitengewoon bekqprlijk met zijn heuvels, zijn bergen, zijn zilveren riviertjes, ziin sawahs (rijstvelden), zijn wouden, waar men telkens weder een tempel vindt met wonderlijke versieringen. Het klimaat is er meestal aange naam en de avonden zijn er koel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 9