doetje cfoecH DE LAMP Wij lazen voor U Gonne Donker gedisqualificeerd op de 5000 meter Radioprogramma in de Woestijn j DOOR EDGAR RICE j BURROUGHS 110. i De ptomen sloegen er op in, en zouden zo j nodig, de gevangenen zeker doodgeslagen 5 hebben. De gevangenen vochten zo goed zij j konden met drietanden, die zij de ptomen ont- rukten, met stukken meubilair, of met hun vuisten. Zy waren vastbesloten liever te ster ven dan weer in hun kooien te worden terug gebracht. Het was Tarzan, de koning van de jungle die de zwaarste strfld te voeren had, want omdat hi, hun meest gevaarlijke tegen stander was, besteedden de ptomen de meeste aandacht aan hem. Het was moeilyk voor hem oi\ tegen deze overmacht stand te houden. Iedere keer als Tarzan een der ptomen had teruggedreven, sprong er een ander naar hem toe. Vele gevangenen hadden er het leven bij ingeschoten, doch Brian, Lavac en Herkoef hadden kans gezien hur vijanden van zich af te houden. De strijd was bijna ten einde, toen Brulor, door het lawaai gewekt, de troonzaal binnen kwam stuiven. „Mannen van de tempel van Brulor!" riep hij uit, „doodt hen! Doodt hen! Dood aan hen, die zich van den „Vader der Diamanten" meester hebben ge maakt! Verzamel de soldaten!" Tarzan wist, dat de komst van de soldaten noodlottig zou zijn voor hem en zijn vrienden. HET VOLK ANTWOORDT DE TELEGRAAF. De Telegraaf beschuldigde den voorzitter der soc. dem. raadsfractie in de hoofdstad, den heer Matthijsen van ernstige schuld in verband met de erfpachtsaffaire; de heer Matthijsen verweerde zich; de Telegraaf diende van repliek en deze repliek wordt thans door het soc. dem. orgaan „Hot Volk" gekwalificeerd als een „antwoord, dat geen antwoord is." De Telegraaf mis kent volgens het Volk de hoofdstrekking, van Matthijsens verweer, welke hierop neer komt, dat door middel van een dag blad-polemiek schuld of onschuld onmoge lijk is vast te stellen en slechts een rechter of oen c >mmissie met rechterlijke bevoegd heid, die hoor en wederjioor kan toepassen, zich een objectief oordeel kan vormen. „On ze taak is het, zoo hield de Telegraaf vol, „mede te werken om zuivere toestanden te scheppen". Het Volk schrijft nu aldus: Het is wel een kras staaltje van onbe schaamdheid, dat „De Telegraaf" hier durft spreken over het „scheppen van zui vere toestanden", nu voor iederen niet be- vooroordeclden toeschouwer overduidelijk is hoe weinig zuiver deze hetze van „De Te legraaf" is. Het duidelijke karakter van een verkiezingsrel, die de aandacht moet afleiden van het constructie ve beleid, dat vier jaar lang door een collego met drie socialistische wethouders is gevoerd; de innerlij ke tegenspraken van de artikelen van verschillenden datum; de insi- nueerer.de zinswendingen en de gif tige pijlen, die uit zoogenaamd-hu- moristische hoekjes worden afge zonden; en dan de bronnen, waar uit het materiaal is geput; het is alles even troebel en onzuiver! En dat spreekt van „zuiverheid schep pen!" Is het zuiver, tegelijk aanklager (en op wat voor wijze!) en rechter te willen zijn? Is het zuiver, om te stoken, maar zijn materiaal te onthouden aan een commissie, die bereid is tot een diepgaand onderzoek en die de middelen heeft om dat materiaal te toetsen? Is het zuiver zoo tijdens een onpartijdig onderzoek, door publicaties de atmosfeer van dat onderzoek te beïnvloeden? zoo vraagt het arbeidersorgaan tenslotte en on derstreept nog eens het standpunt van den heer Matthijsen, eerst het oordeel der on- derzoek-commissie af te wachten. Uit de Pers van heden MINISTER ROMME'S BEROEP OP HET NATUURRECHT. De Maasbode (r.k.) schrijft: Gelijk bekend is en dankbaar worde ge memoreerd, is men zoo goed als van anti- revolufionnairen kant ook van christelijk- historische zijde bereid het ontwerp-Romme inzake kinderbijslag-verzekering te steunen. Nochtans kan men uit dien hoek geen volledige instemming verwachten met den rechtsgrond, waarop de bewindsman de wet telijke regeling heeft gefundeerd. Zijn be roep op het natuurrecht wordt daar niet aanvaard. Wanneer de minister stelt: „het algemeen welzijn brengt mede, dat de redelijk en ze delijk handelende mensch, die voor het le vensonderhoud van zich en de zijnen aange wezen is op zijn arbeidskracht, in de orga nisatie der loonvorming niet in het alge meen een belemmering ontmoet tot het vol doen aan zijn recht op vorming van een ge zin naar de wetten der natuur en aan zijn plicht tot onderhoud van het aldus door hem gevormde gezin" dan klieft de re dactie van „De Nederlander" deze gedachte in tweeën. Aan de vorming van een gezin zegt zij mag het loon niet in den weg staan; maar wat die „wetten der natuur" betreft, moeten wc den redelijken mensch aan zijn zedelijke verantwoordelijkheid hou den, die op het gebied der gezinsvorming haar woord heeft mee te spreken. Ons wil het toch voorkomen, dat men zich bij zulke splitsing op een heel gevaar lijk pad begeeft. Inderdaad mag bij de ge zinsvorming de ethische zijde van het pro bleem niet veronachtzaamd worden; maar wij geven waarschijnlijk aan deze gedachte een anderen inhoud, dan de christelijk-histo- rische redactie. Wij zien nl. ook zedelijke ver antwoordelijkheid in de knel komen, wan neer de loonvorming zich basseert op een minimaal volgen van de „wetten der na tuur'. Precies hetzelfde motief, dat het recht op gezinsvorming tot 'n misstap voor loons- bepaling maakt, kan tot gelding worden ge bracht ten aanzien van een normaal beleven van het huwelijk. Wie beide begrippen scheidt, meer nog wie ze min of meer tegenover elkaar gaat stellen, moet tot consekwentieS komen, die naar wij vreezen heel diepgaand verschil van meening in deze materie zouden aan het licht brengen. Waarvan de onschuldigste nog wel is, dat niet de rechtvaardigl^id maar de sociale liefde ten aanzien vair het groote gezin hier den rechtsgrond moet verschaffen. „WAAR OBERS SCHIELIJK TOE SCHIETEN". „Ad int." vertelt in Het Volk van een ober dien hij in een groot hotel te Barcelona ontmoette en die wel eens behalve andere hooggeplaatste gasten van het oude Spaan- sche régime, koning Alfons zélf bediende, doch later met nauw verborgen haat in de oogen spijzen moest brengen aan de ruwe Franco-soldaten. Doch, nu Franco Barce lona is binnengetrokken, komen er weer generaals en diplomaten, is alles weer als van ouds „Mijn ober hoeft nu niet meer verwon derd naar zijn gasten te kijken; de kwalijk verholen haat mag nu van zijn gelaat wij ken", aldus „Ad int.". „Mijn ober is een symbool. Als ik voor de zooveelste keer nette lieden eq brave Ne derlanders betoogen vol wanbegrip en on kunde hoor houden over de onchristelijk- bolsjewistische Spaansche republiek, waar mede nu ook Nederland de diplomatieke banden heeft verbroken, dan moet ik aan hem denken, zooals hij in „zijn" spiegelzaal stond: een en al verwonderde haat, een en al niet willen begrijpen, niet willen waar- deeren, niet willen liefhebben. En als ik lees, hoe Den Haag zich gehaast heeft, om nog vóór Frankrijk en nog vóór Engeland schielijk den veroveraar van uitgehongerd Barcelona te erkennen, dan denk ik al wéér aan mijn ober, wiens booze droom nu geweken is en die nu weer leeft in wat voor hem de eenig-werkelijke wereld is: een wereld, waarin de macht geëerd en waarin voor de macht minzaam gebogen wordt; een wereld, waarin obers doen wat van hen verlangd wordt: schielijk toeschieten, als men een bevelenden gast op zijn eerste wenk van dienst kan zijn. Mijn ober is een symbool. Zijn booze droom is voorbij. Hij heeft het tóch nog mogen be leven, dat alles weer werd, zooals het een maal was en zooals het toch eigenlijk hoort te zijn. In gedachten zie ik hem voor mij. In zijn tijdelijk ontwijde hotel mag hij Fran co zélf bedienen. Buigend en voorkomend. Op en top een ober, met zijn koel, aristocra tisch gelaat, waarvan de gezichtstrekken, toen ik ze het eerst aanschouwde, herin nering wekten aan die van mr. Patijn." Zij nam de verkeerde baan. Maandagavond, na beëindiging van de wereldkampioenschappen hard rijden voor dames, heeft mevrouw Nehringova (Polen) een protest in gediend tegen Gonne Donker, omdat onze landgenoote na haar val op de 5000 meter in de bocht de ver keerde baan had genomen. Dit pro test werd toegewezen, zoodat Gonne Donker gedisqualificeerd werd op de 5000 meter. Het gevolg was voorts, dat zij ook haar tweede plaats in de algemeene rangschikking verloor en het eindresultaat moest worden herzien. Wat was er gebeurd? De val op de 5000 meter geschiedde in een der buitenbochten. Gonne Donker is vervolgens naar binnen gegaan, en bij de volgende bocht rechtuit gereden, zoodat zij dus opnieuw de buiten baan nam. Hiertegen heeft mevr. Nehrin gova geprotesteerd. Intusschen blijft Gonne Donker in het be zit van den eersten prijs op de 500 meter, den gedeelden tweeden en een derden prijs op de 3000 meter en den derden prijs op de 1000 meter. Het eindresultaat werd na toewijzing van het protest als volgt: 1. en wereldkampioene Verne Lesche 239.793 punten; 2. Lisa Salmi 252.506 pun ten; 3. Laura Tamminon 252.786 punten; ■4. Karin Wilberg 26S.650 punten; 5. Sofia Nehringova 269.750 punten; 6. Anna Lisa Tuommen 274.866 punten; 7. Mej. Nieminen 277.940 punten. Duiven bedreigen kathedraal Tal van heiligenbeelden te Rouaan beschadigd. De Normandische commissie voor schoone kunsten heeft verslag uitgebracht over den toestand van den kathedraal „Notre Dame" te Rouaan. In dit verslag wordt gezegd, dat de kostbare gevel van het gebouw en de beelden aan den gevel met ondergang wor den bedreigd door de tallooze duiven, die er huizen. In de eerste tien jaar is menig heiligenbeeld ernstig beschadigd, doordat een duivenfamilie er haar nest heeft geko zen. Aangezien Rouaan vele duivenliefheb- bers herbergt, zoekt men thans naar een oplossing, waardoor zoowel de kerk als de duiven gespaard zouden kunnen worden. DONDERDAG 2 MAART 1989. Hilversum I, 1875 en 801,5 m. AVRO-uitzending. 8.00 Gramofoonmuziek (Om 8.15 Berichten), 9.00 Het AVRO-Amusementsorkest. 9.30 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Het Omroeporkest. 11.00 Declamatie. 11.20 Vervolg concert, m.m.v. soliste. 12.30 AVRO-Amusementsorkest. I.15 De Palladians. 2.00 Voor de vrouw. 3.00 Cursussen voor de vrouw. 3.45 Gramofoonmuziek. 4,00 Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Gramofoonmuziek. 5.00 Week-kaleidoscoop. 5.25 Gelukwenschen. 5.30 Het AVRO-Aeolian-orkest, m.m.v. solist (Om 6.25 Berichten), 6.30 Sportpraatje. 7.00 Voor de kinderen. 7.05 Pianovoordacht. 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten ANP, mededeelingen. 8.10 Gevarieerd concert (Opn.), 8.55 Radiotooneel. 9.40 Het Concertgebouw-orkest. 10.30 Gramofoonplatenconcert. II.00 Berichten ANP; hierna: AVRO-Danct Band. 11.4012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum H, 415,5 m. 8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00—12.00 NCRV. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om S.15 BerJ 10.00 Gramofoonmuziek. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonmuziek. 11.00 Reportage (Opn.). 11.30 Godsdienstige causerie. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-Orkest (1.001.20 Gramofoon- muziek). 2.00 Handwerkuurtje. 3.00 Gramofoonmuziek. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.00 Harideharbeid voor de jeugd. 5.30 Het Marcando-ensemble en gramofoon* muziek. (Om 6.30 Berichten). 7.00 Berichten. 7.15 Boekbespreking. 7.45 Causerie: „In Christus één". 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Ber, 8.15 Bidstond voor het gewas. 9.45 Het Nederlandsch strijkkwintet. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.30 Vervolg concert. (10.4511.00 Gymnas tiekles). V 11.25 Gramofoonmuziek. 11.50—12.00 Schriftlezing. Feuilleton door Ethcl M. Dell 66. Hy zag naar zijn vrouw, die op haar beurt lady Harriet verlegen aankeek. Majoor Ral ston wendde zich plotseling zelf tot haar. Hij liet zich door niets en niemand in verlegenheid brengen en bleef altijd in dezelfde opgewekte ■temming. „Die moordgeschiedenis zal heel wat stof opwerpen,' 'zei hij. „Ik ben juist naar het ge rechtsgebouw geweest om getuigenis af te leggen omtrent de doodsoorzaak en ik heb van betrouwbare zijde vernomen, dat een zeker voornaam personage in Markestan zit te ril len en te beven over den afloop van de zaak." „Dat heb ik ook gehoord," zei lady Harriet. Het was een eigenaardig verschijnsel, dat zij er alt\jd op uit was, om de vrouw van den dokter tegen te spreken en haar onaange naam te zijn, maar zich tegenover den dokter zelf, altijd van de meest vriendelijke en mee gaande zijde liet zien. „Ik geloof niet. dat hij er daadwerkelijk aan heeft deelgenomen, daarvoor is hij te ge slepen," ging majoor Ralston voort, „maar volgens Barnes, valt er nie£ aan te twijfelen dat hy ervan geweten heeft, en heel wat, zou ik denken!" Hij keek rond, „Mevrouw Erm- sted is toch niet hier, is 't wel?" „Neen, manlief, ze rustte toen ik heenging." zei zijn vrouw. „Die zaak is voor haar zeer onaangenaam, natuurlijk.' Hij knikte ernstig, ,,'t Verbaast me, dat ze hier is gebleven. Tessa daarentegen, spitst zich op de terechtstelling." „Dat kind wordt in haar denken veel te Oostersch, 't zal goed voor haar zijn als ze naar Engeland gaat." Mevrouw Burton mengde zich met een on- noozel lachje in het gesprek: „Ja, inderdaad, het is een ondeugend klein ding en ik kan niet zeggen, dat ik erom treuren zal als ze heengaat. Mijn zoontje is op zoo'n ontvankelijken leeftijd." „Ja, hij is oud genoeg om naar school te gaan om mores te leeren," zei majoor Ral ston driftig. „Telkens als ik voorbij ryd, gooit hij met steenen naar mijn wagen, maar als ik eens den tyd heb, zal ik stoppen en hem zelf eens een flink pak voor zijn broek geven." „Maar majoor Ralston!" riep mevrouw Burton uit. „Zoo wreed zult u toch niet zijn Bovendien straffen wij hem zelf nooit." „Jammer genoeg!" zei majoor Ralston. „Een ondeugende jongen, die nog nooit een pak slaag heeft gehad, is een kruis voor de maatschappij. Stuur hem naar eens een poosje naar my toe. Ik zal hem lichamelijk en geeste lijk zoo opknappen, dat u hem niet meer her kennen zult!" Tommy onderdrukte bij die woorden een lachbui. „Wat scheelt jou?' 'vroeg majoor Burton. „Niets!" zijn somberheid had reeds weer de overhand. „Is u vandaag den geheelen dag te Khanmulla geweest?" „Ja, tyd verknoeien!" Ralston nam een flinken teug en zette zijn glas neer. „U vindt het geloof ik altijd tijd verknoeien, als u niet over iemand kunt dokteren," mom pelde Tommy. „Je moet niet beleedigend worden, mijn zoon," zei Ralston. „Ik weet wat jou scheelt, maar ik zou er maar over zwijgen, als ik jou was. Een feit is, dat ik van middag iemand medisch advies heb gegeven, maar het is de vraag, of hy mijn raad zal opvolgen." Tommy werd vuurrood. En alleen het moederlijk instinct van mevrouw Ralston deed haar zich vooroverbuigen en vragen: „Meen je kapitein Monck, Gerald?" vroeg ze. Majoor Ralston keek het kringetje rond en richtte toen den blik op Tommy's gloeiend gelaat „Ja, Monck!" zei hij. „Hij blyft met Barnes te Khanmulla, totdat de zaak is afgeloopen. Als ik mevrouw Monck was, zou ik me tame lijk ongerust maken. Hy zegt dat hij aan slapeloosheid lijdt." „Is hij ziek?" 't Was Tommy die het vroeg, haastig en zachtjes en alle onzekerheid was uit zyn houding verdwenen. De dokter keek hem nog een oogenblik aan, vóór hij antwoordde: „Ik heb nog nooit in zulk een korten tijd iemand zóó zien ver anderen. Als hy niet oppast zal 't niet goed afloopen!" „Hij werkt te hard," merkte mevrouw Ral ston vriendelijk op. Haar echtgenoot knikte. „Als het niet was om dat ziekelijke kind, zou ik zijn vrouw raden onmiddellijk naar hem toe te gaan en op hem te passen. Maar als dit is afgeloopen, en ik kans zie, stuur ik de heele familie naar Bhulwana." Hij had zijn woorden met opzet gekozen en keek het gezelschap uitdagend aan. ,,'t Is hard," zei hij, „als je zoo'n flinken kerel zoo ziet aftakelen. Hij is de flinkste persoon dien we hebben, we kunnen hem niet missen." Hij wachtte of iemand hem ook zou tegen spreken, maar niemand scheen daartoe lust te voelen. Maar na een oogenblik sprong Tom my op, er was iets in den toestand dat hem meer hinderde dan hij dragen kon. Ralston keek hem weer onderzoekend, maar niet al te vriendelijk. „Waar ga je zoo haastig heen?" vroeg hfl. Tommy haalde de schouders op en was plotseling een en al weerbarstigheid. „Rijden," mompelde hy. „Is daar wat op tegen Ralston keerde zich om. „Niet het minste, mijn lief stekelvarkentje. Maar heb mede lijden met je paard, en breek je eigen nek niet." Tommy ging woedend heen, geprikkeld door het gichelend lachje van mevrouw Bur ton. Uitgezonderd mevrouw Ralston, die in derdaad niet meetelde, haatte Tommy ieder lid van het gezelschap, dat hij in .de veranda van de Club achterliet en hij deed geen moeite om dat te verbergen. Maar toen hij een uur later het erf van de bungalow van den Commissaris van politie te Khanmulla opreed, was zijn stemming een geheel andere. Er was niets uitdagends of aanmatigends in de wijze, waarop hij toegang verzocht. Hij zag er verslagen uit .alsof hij te veel van zijn krachten had gevergd. Het begon reeds donker te worden, toen hij Barnes' Khansama volgde naar een lange, kale kamer, die tot zijn privé-kantoor was ingericht. De man bracht hem een lamp en zeide, dat de Sahibs wel spoedig zouden te rugkomen. Ze waren weer naar het gerechtsgebouw gegaan en konden ieder oogenblik terug zijn. Hy bracht hem cognac met sodawater, waar Tommy niet aanraakte, terwyl hy den tijd trachtte te verdrijven met zenuwachtig heen en weer te loopen. Na Tessa's verjaardag, nu by'na drie we ken geleden, had hij Monck niet weergezien. Onder voorwendsel ,dat zaken, in verband met het aanstaande rechtsgeding, zijn tegen woordigheid noodzakelijk maakte, was Monck onmiddellijk naar Khanmulla vertrokken en had men hem slechts nu en dan terloops te Kurrumpore gezien. Maar nu wilde hy hem alleen spreken, en hij had te- dien opzichte duidelijke instructies gegeven aan den bediende en deze kracht bij gezet door een flinke fooi, wat zeker zijn uit werking niet zou missen. Doordat geluid van stemmen hem bewees, dat de beide mannen waren teruggekeerd, ging hij van het raam weg, terwijl de over gedienstige Khansama zijn boodschap over bracht. Even daarna hoorde hij hen afscheid nemen en slechts één kwam zyn richting uit. Everard kwam binnen met den stap van een vermoeid man. Het licht deed hem een oogenblik met de oogen knipperen en Tommy zag hem 't eerst. Hij mompelde iets onver staanbaars en deed een stap vooruit. „Tommy?" zei Monck ongeloovig. Tommy stond voor hem met de hand in de zS. „Ja, ik ben het. Ik moest eens komen kij ken hoe 't met je is. Ralston zei... zei... och, 't doet er toch eigenlyk niet toe wat hij zei! Ik wilde zelf... gaan zien hoe je 't maakte. Ja zie je, ik... ik..." hij hakkelde, maar werd zichzelf onder den strakken blik van Ever- ards oogen weer meester. „Ik ben een ellen dige lammeling geweest. Ik kon de ge dachte aan jou maar niet van me afzetten en als je niet wilt, behoef je natuurlijk niet te gen me te spreken. Maar toen Ralston van middag zoo over je aan 't boomen was, toen..." hij aarzelde even, „toen kon ik het niet langer uithouden!" Monck keek naar hem bij het licht van de lamp, die op de tafel stond, dat vol op hem viel en ook zijn eigen gestalte helder belichtte. De ernstige trek in zijn gelaat scheen scher per geworden, hij leek jaren ouder. Het haar bij de slapen schitterde als zilver in het licht Hij sprak niet dadelijk, maar toen Tommy een beweging maakte om heen te gaan, stak hij de hand uit en pakte hem bij den arm. „Tommy!" zei hij, „wat heb je uitge voerd?" De diepliggende oogen keken hem, evenals vroeger, doordringend aan en de jongen boog het hoofd .Hij trilde eenigszins onder dien onderzoekenden blik, maar deed geen moeite om weg te komen. „Kijk me aan!" beval Monck. Hij sloeg de oogen op en ondanks zichzelf, werd Monck getroffen door de groote droef heid die erin te lezen stond. „Je bent altyd een ezel geweest!" besloot hij, „maar ik dacht toch, dat je steviger in je schoenen stond." Tommy maakte een gebaar van onmacht Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 12