Olympische
gedachte
DAGBLAD VOOR HOLLAND'S NOORDERKWARTIER
Erkenning van Franco
practische noodzaak
De
schoone
r
Finland wacht de wereldsportsmen
Vergunningen voor de
baringvisscherij op
de Waddenzee
Italië pleegde
geen woordbreuk
President Azana
afgetreden
Porto Rico
Laan. Schagen. Tel.
WOENSDAG 1 MAART 1939. S3« Jaargang. No. 10817.
Uitgov* iet N.V. Uitg.-Mii". „KoHomh Hoo>derVwor*i«f"
ei'C'oiirtint
Spelen te Helsinski
„in het teeken van
de werkelijke sport"
EEN ONDERHOUD MET DEN VOORZITTER VAN HET ORGANISATIE
COMITÉ.
van een specialen verslaag ever.)
„Finland is een sportland en dus zullen de spelen van
1940 in het teeken van de werkelijke sport staan. Geen fees
ten, geen demonstraties, geen overbodige propaganda, maar
wedstrijden, waarbij het eenvoudige karakter, zooals wij dat
hier gewoon zijn. gehandhaafd blijft".
Aldus de president van het organi
satiecomité der Olympische Spelen
1940, de heer J. W. Rangell, lid van
het directorium der Finsche bank,
dien wij in de eenvoudige, smaakvol
ingerichte ontvangkamer van het
bankgebouw te Helsinki interview
den. De heer Rangell beantwoordt
ons de vragen op rustige wijze, als
iemand, die de materie, waar het
over gaat, door en door kent en be
grijpt, dat een ander, een vreemde
ling, er gaarne iets meer van zou
willen hooren. Zijn gezicht is scherp
gesneden, hoekig en drukt energie
uit. In zijn oogen ligt een onbuigza
me wil, strak is zijn betoog, karig
zijn zijn woorden.
Zoo is de Fin.»
Zoo is de Fin, zoo is het land. Suomi, het
land met de uitgestrekte, donkere naald-
bosschen, de koele meren, de steenige vlak
ten met ongenaakbare granietrotsen. Wij
hebben de door de natuur geharde bevolking
leeren kennen, deze menschen met de stroe
ve trekken en de magere, veelal athletisch
gevormde lichamen.
Een echt sportsman.
Deze verklaring van den president van
het organisatiecomité klinkt haast als een
geloofsbelijdenis, het zijn de in woorden uit-c
gedrukte diepste gevoelens van het Finsche
volk. Toch komen deze weloverwogen denk
beelden ook uit het hart van een echt sport
man. Onze zegsman was in zijn jonge ja
ren een enthousiast athleet, is er trotsch op,
dat hij in Finland de eerste is geweest, die
in het nummer hink-stap-sprong de 14-me-
ter-grens overschreed. Later, in 1913, bracht
hij het Finsch record op 14.20 meter en lan
gen tijd heeft het daarop gestaan. Meerma
len kampioen van zijn land blonk hij ook in
het polsstokhoogspringen uit en nu, meer
dan 25 jaren later, kan deze directeur der
Finsche Nationale Bank, nog met van geest
drift gloeiende oogen vertellen van zijn
sportcarrière.
Geen tijd voor discussies.
„De groote moeilijkheid voor ons is", en
de heer Rangell constateerde het feit met
nadruk, „dat Finland slechts 22 maanden,
dus nog geen twee jaar, voor de organisatie
der Olympische Spelen heeft, waar andere
landen vier jaren ter beschikking stonden.
Wij hebben geen tijd voor discussies, wij
moeten handelen.
Snel handelen zelfs en daarbij trachten
het zoo goed mogelijk te doen. Dit tekoi;t
aan tijd is ook oorzaak geweest, dat wij
hockey hebben moeten laten vallen. Wij
kunnen op korten termijn geen voor een
Olympisch hockeytournooi geschikte acco-
modatie uit den grond stampen, want dit
spel komt in Finland niet voor. Beter was
het deze tak van sport weg te laten, dan na
afloop gemopper over de organisatie, de
terreinen en dergelijke te moeten hooren.
Regeering steunt.
Dank zij den steun van de regeering, van
de stad Helsinki, van vele particulieren en
de geheele Finsche bevolking, zullen wij
trachten de organisatie zoo goed mogelijk
te doen slagen. De regeering heeft 200 mill.
Finsche marken ter beschikking gesteld, de
stad Helsinki 100 millioen. Nieuwe wegen
worden aangelegd, extra voorzieningen op
het gebied der transmissie, van het vervoer
per spoor en tram, worden getroffen.
De stad Helsinki bouwt het zwem-
stadion, de wielerbaan, de roei- en
kanobaan. Een loterij zal 20 millioen
opbrengen ter dekking van de orga
nisatiekosten en de training der
Finsche ploeg. Meer dan vijfhonderd
mannen en vrouwen zijn thans da
gelijks werkzaam voor de Olympi
sche Spelen. De persafdeeling werkt
dag en nacht door."
VAN NEDERLAND GELEERD.
„Hoe wij dat alles in dien korten tijd ho
pen klaar te spelen?" De heer Rangell stelt
zelf do vraag en kijkt, ons doordringend
Mn, alsof wij bij voorbaat zouden twijfelen
aan de mogelijkheid daarvan. Het antwoord
klinkt in onze ooren verrassend en tegelij
kertijd sympathiek.
„In de leesboekjes op onze scholen komt
een verhaal voor over Nederland", vertelt
de heer Rangell. „WÜj leeren daar in mei
den strijd van uw landgenooten tegen het
water, tegen de zee, een levenskwestie. En
met spanning verslindt onze jeugd de regels
waarin verhaald wordt van den Holland-
schen jongen, die, toen de storm een gat.
in een der dijken sloeg en het water het
kostbare land dreigde te overstroomen, hij
in zijn eentje met zijn kleeren de opening
wist te stoppen, den geheelen nacht door,
tot er hulp kwam opdagen.
Deze strijd tegen het water om be
houd van het land is identiek aan
de worsteling van den Finschen
boer om meer land. Het Nederland
sche voorbeeld heeft ons geleerd,
wat energie beteekent, wat er ge
daan kan en moet worden om den
menschelijken wil te doen zegevie
ren over de ongenaakbare natuur.
Zoo ontrukken wij aan den karigen
bodem in den korten zomer een
oogst, zoo werken de houthakkers,
zoo leven de visschers. Hoe kon het
anders: zoo is de Fin ook in zijn
sport.
De jeugd groeit op met athletiek en
blinkt uit in die nummers, waarin uithou
dingsvermogen en onverzettelijke energie
een rol spelen.
Zoo bereikte het Finsche volk in de ski-
sport, bij 't schaatsenrijden, in de gymnas
tiek, bij de athletiek successen, welke over
dè geheele wereld bekend werden. De sport
is een wezenlijk bestanddeel van ons volk
geworden, vooral toen in 1912 Finland voor
het eerst onder eigen vlug deelnam aan de
Olympische Spelen te Stockholm en Hannes
Kohlemainen die onvergetelijke successen
behaalde.
Daarom is het ook volkomen ver
klaarbaar, dat nu, anderhalf jaar
vóór den aanvang dor spelen, in
Finland geen plaats meer te krijgen
is. Het is de gewoonte, dat het orga-
nisecrend land een bepaald percenta
ge van het aantal toegangsbewijzen
voor alle wedstrijden krijgt toege
wezen, de rest wordt gereserveerd
voor het buitenland. Welnu, het
Finsche aandeel is voor alle dagen
thans reeds volkomen uitverkocht,
ondanks het feit, dat Helsinki geen
wereldstad is en de geheele bevol
king, Lapland inbegrepen, nog geen
4 millioen menschen omvat".
Nederlanders hartelijk welkom.
„Wij hebben voldoende gegevens ter be
schikking", zoo vervolgde de president van
het organisatiecomité, „waaruit blijkt, dat
in andere landen de belangstelling even
eens zeer groot zal zijn. Gaarne zullen wij
vele buitenlanders als onze gasten ontvan
gen. En als zich onder dat aantal een
groot percentage Nederlanders bevindt, zal
'heel Finland zich daar bijzonder op ver
heugen. Het aantal actieven zal met Ber
lijn wel niet veel verschillen. Aan 58 lan
den werden uitnoodigingen tot deelneming
verzonden. Vandaag zijn wij juist aan de
dertig landen toe, die in beginsel hun
komst met min of meer groote ploegen
hebben toegezegd. Het zijn Argentinië, Aus
tralië, België, Brazilië, Britsch Indië, Cos-
ta Rica, Denemarken, Duitschland, Enge
land, Estland, Griekenland, Haiti, Honga
rije, Italië, Letland, Lichtenstein, Luxem
burg, Malta, N e d e r 1 a n d, Noorwegen,
Palestina, Portugal, Roemenië, Tsjechoslo-
wakije, Vereenigde Staten, IJsland, Zuid-
Slavië, Zweden, Zwitserland en dan na
tuurlijk Finland."
Naar verwezenlijking van het ideaaL
Veel krijgen wij nog te hooren over de
organisatie, feiten, cijfers, berekeningen.
Maar door dit materiaal heen komt telkens
tot ons die onbuigzame wil van het Fin
sche volk, met eenvoudige typisch eigen
middelen, het ideaal der Olympische Spe
len te trachten te verwezenlijken: de rid
derlijke strijd op het sportveld tusschen de
jeugd der geheele wereld, ter bevordering
van een betere onderlinge verstandhouding
en het eerbiedigen van elkanders gevoelens
Zoo ooit dan zal deze zuiver Olympische
gedachte zeker haar stempel drukken op
de spelen van Helsinki 1940.
Minister de Wilde verlaat het
Diaconessenhnis
Baron van Lynden nog niet be
ter.
De minister van Financiën, Mr. J. A. de
Wilde, is thans in zooverre hersteld, dat hij
gistermiddag het Diaconessenhuis Bronovo.
te den Haag, waar hij verpleegd werd heeft,
kunnen verlaten. Het is nog niet bekend,
wanneer baron van Lynden, die eveneens
in Bronovo is opgenomen, naar huis zal
kunnen terugkeeren.
Voor het seizoen 1939-
Van bevoegde zijde vernemen wij, dat het
in het voornemen ligt, voor het seizoen '39
wederom een regeling te treffen voor de
visscherij op Waddenzeeharing. Met de uit
voering daarvan zal de Nederlandsche vis-
scherijcentrale te 's-Gravenhage worden be
last.
De regeling zal vermoedelijk o.m. inhou
den, dat in het algemeen een veigunning
tot het aanvoeyen van Waddenzeeharing
slechts zal worden verstrekt aan georgani-
seerden bij de Nederlandsche Visscherij Cen
trale, die zijn toegelaten tot de groep, Wad-
denzeeharingvisschers, en wien reeds in de
jaren 1936, 1937 of 1938 een vergunning tot
het aanvoeren van Waddenzeeharing is uit
gereikt. Vergunningen worden slechts ver
strekt ten aanzien van vaartuigen, welke
den georganiseerden reeds vóór 15 Mei '38
ter beschikking stonden of ten aanzien van
vaartuigen, welke dienden ter vervanging
daarvan.
Alle haring zal moeten worden aangevoerd
aan en worden verkocht over één der af
slagen te Zoutkamp, Harlingen, Makkum,
Den Oever of Den Helder. Als minimum
prijs zal f 2 per 100 Kg. worden vastgesteld.
Haring, die deze prijs niet opbrengt wordt
door de Nederlandsche Visscherijcentrale
uit de markt genomen.
Het ligt in de bedoeling, de regeling 15
Mei 1939 te doen eindigen.
Verbod kuil visscherij.
ïndien dit noodig mocht blijken, zal het
aanvoeren van haring welke in do Wad
denzee met kuilnetten is gevangen, reeds
met ingang van een vroegeren, nader te be
palen datum worden verboden.
De Afsluitdijk geen
uitvinding van dr. Lely?
Door legenden wordt Lely's nage
dachtenis niet geëerd.
„In geheel Nederland is de gangbare mee
ning dat de dijk op Zurich van dr. Lely is.
De prioriteits-eer èn het beste inzicht om
trent plaatsing der sluizen, komt echter, zoo
schrijft het „Polytechnisch Weekblad", K. K.
Kooy toe. Hij schreef zijn brochure op 66-
jarigen leeftijd, werd geboren te Stavoren
in 1804 en overleed te Sncek in 1885. Nu de
Afsluitdijk in verschillende richtingen, voor-
deelen belooft te geven voor geheel ons volk,
is het een daad van strikte rechtvaardigheid,
om aan de nagedachtenis van Kooy eer
bied te schenken. Dr. Lely heeft, op ander
terrein zijn verdiensten gehad. Door legen
den wordt zijn nagedachtenis niet geëerd".
Britsche verklaring over de ver
sterking van het Italiaansche
garnizoen in Lybië.
Bij de verdaging van het Britsche Lager
huis vestigde Henderson (Labourpartij) dc
aandacht op de vermeerdering van de Itali-
aansche troepen in Lybië. Hij vroeg waar
om de Italiaansche legermacht in Lybië
werd versterkt, aangezien er toch geen aan
duidingen waren, dat Frankrijk kwade be
doelingen koesterde ten aanzien van Italië.
Waarom zendt Italië duizenden soldaten
naar Lybië en waarom doen thans Duitschc
technici en andere leden van het Duitsche
leger dienst in Lybië? "vroeg hij.
Butler -herhaalde zijn reeds eer-
fier gegeven uiteenzetting, dat Ita
lië dor geen enkele overeenkomst
geboden is zijn legermacht in Ly
bië niet te versterken. De Italiaan
schc regeering is thans van oordce'
dat deze macht versterkt moet wor
den en het huis kan van spreke
niet verwachten, dat hij zal zegger
of deze Italiaansche vrees al dan
niet gerechtvaardigd is.
Tenslotte zeide Butler, dat Italië, over
eenkomstig den geest van het Britsch-Ital»-
aansch verdrag, duidelijke micrledeelingen
over de troepenverplaatsing heeft gedaan.
De republikeinen in moeilijke
positie, er zijn geen leden van
de Cortes genoeg meerotn'nnieu
wen president te kiezen!
SPAANSCHE AMBASSADE TE PARIJS
ONTRUIMD.
Azana heeft een schrijven gericht tot den
presidentvan de Cortes, Martinez Barrio,
waarin hij zijn ontslag aanbiedt ais presi
dent van de Spaansche republiek.
Azana schrijft, dat sedert het oogenblik,
waarop de generale staf van de republi-
keinsche troepen den nederlaag onvermij
delijk achtte, hij 'n vorstander was van 't
snel sluiten van een wapenstilstand. Dit
was niet alleen zijn eigen meening, volgens
zijn eigen geweten, doch ook de meening
van de meerderheid van het Spaansche volk
Bij het verlaten van den Spaanschen bodem
trad hij niet onmiddellijk af, aangezien hij
van meening was, dat een goed oogenblik
was aangebroken om vredesonderhandelin
gen te openen. Nu evenwel Frankrijk en
Groot-Brittannië de regeering van generaal
Franco de Jure hebben erkend, is geen mo
gelijkheid meer open voor onderhandelin
gen of actie van zijn kant.
Wat nu?
Martinez Barrio, de president van de Cor
tes, heeft na het aftreden van Azana de
volgende verklaring afgelegd tegenover den
vertegenwoordiger van Havas:
„Ik heb de mededeeling van Azana ont
vangen, dat hij aftreedt als president van
de republiek. Ik heb minister-president
Negrin en de leden der republikeinsche re-
geering direct kennis gegeven van het be
sluit van het hoofd van den staat en de re
geering verzocht de Cortes bij decreet bijeen
te roepen om het ontslag van den president
der republiek te bekrachtigen.
Het zal moeilijk zijn een nieuwe presi
dent te benoemen, daar de leden van de
Cortes overal verspreid zijn.
Gisteravond om zes uur heeft dc leider
der Spaansche nationalistische drtl *"-ue.
Quinones te Leon, gewezen am! ur
van Spanje te Parijs, met de dek ;le
lokalen der Spaansche ambassade tc arijs
in bezit genomen.
Commentaar uit Berlijn.
Over de erkenning van het Rechtsche
Spanje door Frankrijk en Engeland, schrijft
de Deutsche diplomatisch politische kor-
respondenz o.m.:
Mocht het tot een normale betrekking ko
men tusschen het nieuwe Spanje en de
mogendheden, die zijn regcering om der
wille van dwingende omstandigheden heb
ben erkend, dan zal het zaak dezer mogend
heden zijn Spanje er van te overtuigen, dat
van een inmenging in de Spaansche bin-
nenlandsche aangelegenheden evenmin spra
ke mag zijn als het zelf geen enkele inmen
ging in zijn aangelegenheden, van welke
zijde ook, mag dulden.
Pas op deze basis zal zich na alle bittere
ondervinding, een atmosfeer van weder-
zijdsch vertrouwen, ook in Spanje weer
kunnen ontwikkelen en pas dan zal de
waarborg bestaan, dat het Spaansche pro
bleem ophoudt een haard van gevaren te
zijn voor de rust en den vrede in Europa.
Dit nummer bevat 12 pagina's
Britsche marine kost
meer dan ooit
1940 topjaar voor de vlootuit-
gaven.
De maritieme medewerker van Reuter
verklaart, dat de Britsche marine-begrooting
van dit jaar het hoogste bedrag aanwijst,
dat in Groot Brittannië ooit in vredestijd is
aangevraagd. Dit hooge bedrag is voor een
deel toe te schrijven aar» het feit, dat nog
steeds groote uitgaven worden vereischt
voor het bouwprogram van 1936.
Met het oog op het groote pro
gramma van 1937 wordt het waar
schijnlijk geacht, dat de begrooting
het volgend laar nog hooger zal
zijn.
Onvoorziene omstandigheden voorbehou
den, schijnt het wel, dat 1940 het topjaar
zal zijn voor wat betreft de vlootuitgaven.
Een der meest opmerkelijke posten in de be
grooting voor dit jaar is het gTooie aantal
kleine schepen, waarbij zijn twintig nieuwe
escortevaartuigen, Deze zullen een grooter
snelheid heben dan de vaartuigen van het
gewone type en daarom geschikt zijn om
snelle koopvaarders to convoyeeren en vooi
het gebruik ten behoeve van de vloot zelf.
Een depotschip voor motortorpedobooten,
een andere belangwekkende post, maakt het
mogelijk van deze torpedobooten een veel
ruimer gebruik te maken dan vroeger, toen
men voor herstellingen geheel afhankelijk
was van kuststations..
Het verluidt, dat het, met. toestemming
van den koning, zeer gemakkelijk zal zijn
het nieuwe koninklijke jacht in oorlogstijd te
veranderen in hospitaalschip.
Verwacht wordt, dat binnenkort een plan
zal worden gepubliceerd dat beoogt tegemoet
te komen aan het tekort aan jonge officie
ren.
Een nieuwe „directe" marinereserve, be
stemd om voor een feitelijke mobilisatie tc
worden opgeroepen, 4000 tot 5000 personen,
zal worden gevormd*
DE BILT S EI N Ti
Verwachting: Meest krachtige,
tijdelijk stormachtige, Z.W.
wind, wisselende bewolking,
plaatselijk nog enkele buien
iets kouder dan gisteren.
Alg. vooruitz.: Aanhoudende de,
pressie-activiteit.
Een motie van wantrouwen ver
worpen. Chamberlain motiveert
de erkenning.
Wederom heeft Attlee namens Labour
zich in een motie van wantrouwen uitge
sproken tegen de erkenning van Franco
door de Britsche regeering en critiek uit
geoefend op het feit, dat Chambei'lain hét
Lagerhuis niet eerder in kennis had ge
steld van dit besluit. De motie is met 344
tegen 137 stemmen verworpen.
Voor het zoover was, verklaarde Cham
berlain o.m.:
„Wij voeren hedenmiddag debatten over
een onderwerp van groot belang, het besluit
der regeering om 'n andere regeering te er
kennen, die langen tijd in bitteren strijd ge
wikkeld was. Het schijnt mij niet in over
eenstemming met onze waardigheid, dat
die bespreking zou ontaarden in een per
soonlijk krakeel". Chamberlain verklaarde
niet in staat te zijn, het Huis te misleiden
of debatten te ontwijken, zelis wanneer het
onderwerp de regeering in verlegenheid zou
brengen. De regeering was van meening,,
dat het oogenblik gekomen is voor erken
ning van Franco. Zij wenschte echter in
nanwe overeenstemming te blijven met de
Fransche regeering en had - de toekenning
van de erkenning niet voorbereid, voor zij
ervan overtuigd waren, dat de Franschen
het ermede eens waren.
Het gebruik rechtvaardigt ook de
erkenning.
Sprekende over het punt, dat de erkenning
een grove inbreuk vormde op het volken
recht, zeide Chamberlain, dat dit niet de
eerste actie van dien aard was. Precedenten
waren reeds geschapen. Chamberlain ci
teerde autoriteiten in het constitutioneele
recht teneinde aan te toonen, dat de en-
kenning gerechtvaardigd wordt door het
gebruik.
Chamberlain toonde vervolgens aan, dat
niemand meer verwachten kan dat de re
publikeinen zouden zegevieren, dus nie
mand ook belang had hij niet-erkenning van
Franco. Ook sprak Chamberlain tegen, dat
strategische belangen van Engeland in het
gedrang zouden komen.
Chamberlain las vervolgens een telegram
voor van Franco, waarin gezegd wordt, dat
het nationale Spanje den oorlog heeft ge
wonnen en dat het aan de overwonnenen
was om zich onvoorwaardelijk over te ge
ven. Voorts werd in dit telegram gezegd,
dat de edelmoedigheid, die betoond is in de
bevrijde gebieden een hechten waarborg
vormt voor alle Spanjaarden, die geen mis
dadigers zijn.
De premier besloot met de hoop uit te
spreken, dat alle Spanjaarden zich aaneen
zullen sluiten om cle vernieling te herstel
len, de wonden te heelcn en tezamen een
voorspoedig cn gelukkig land op te bouwen,
dat zijn eigen roemrijke verleden waardig
zijn zal.
Ook Eden geeft toe.
Eden, de groote opposant, heeft, .eveneens
ingezien dat de zaak voor het linksche Span
je is verloren. Hij bleef bezorgd,, verklaarde
hij, doch na alles wat gebeurd is zou niet-
erkenning geen hulp geven aan het onaf
hankelijke Spanje en dat moet toch het doel
blijven.
onneembare defensiebasis
Kosten: 25 millioen dollar.
Hooge vlootautoriteitcn deelen den inhoud
mede van plannen, om Porto-Rico te maken
tot een onneembare defensie-basis als sleu
tel-stelling in het Amerikaansche defensie
program voor liet Westelijk halfrond.
De plannen voorzien, volgens de Msb., in
een uitgave van circa vijf-en-twintig millioen
dollar met inbegrip van den onmiddellijken
aanleg van lucht- en vlootbasis op het. ei
land Isla Grande, terwijl het. departement
van oorlog plannen heeft uitgewerkt, voor
een luchtbasis, waarvan de kosten geraamd
worden op tien tot vijftien millioen.'