iae garnalen DE LAMP Radioprogramma „Nat. socialisme niet in strijd met gereformeerde beginselen" in de Woestijn j DOOR EDGAR RICE BURROUGHS in. Gehoorzamend aan het bevel van Brulor ging een van de ptomen de troonzaal uit om het slechte nieuws aan de koningin te vertellen. Haar ogen schoten vuur en zij riep haar dap perste soldaten om de gevangenen weer te grijpen. „Zij hebben ons nu last genoeg ver- oorzaakt", zei ze, „nu k het met hen afgelo pen!" Terwijl Tarzan en zijn vrienden wanho pig vochten om vrij te komen, verging het Magra en Gregory niet veel beter. Nadat z>j beiden door de geheimzinnige arm waren vastgegrepen, werd Magra, ondanks haar tegenstribbelen, door een lang gang gevoerd. Zij werd naar een andere prachtige grot ge bracht. Aan het einde -i. van stona een lege troon opgesteld, voor een eveneens leeg altaar In het midden van de grot was een waterplas. Als schrille tegenstelling tegen de schoonheid van de grot, stonden op de achtergrond een dozijn priesters, in lange witte gewaden, die een spookachtige indruk maakten. Ifadat Gre- gory eveneens binnen gebracht was, kwam een der priesters naar voren en sprak: „Hoe durft U in de tempel van de ware god te komen? Slechte lieden uit Atha.r? Spionnen van den va.schen Brulor? Weet dan. dat wanneer onze ware god terugkeert, gij Uw lot zult horen en dat dit verschrikkelijk zal zijn!... VRIJDAG 3 MAART 1939. Hilversum I, 1875 en 301,5 m. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA. 10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA. 8.00 Gramofoonmuziek( Om 8.16 Ber.). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Gramofoonmuziek. 10.45 Declamatie. 11.00 Zang, piano en gramofoonmuziek. 11.30 Esmeralda. 12.00 Het AVRO-Aeolion-orkest (opn.). (Om 12.15 Berichten). I.20 De Twillight Serenaders. 2.05 Declamatie. 2.30 Viool en piano. 3 00 AVRO-Amusementsorkest. 4.00 Gramofoonmuziek. 5.05 Kinderuurtje. 5.30 VARA-orkest en gramofoonmuziek. 6.28 Berichten. 6.30 Overzicht van beeldende kunsten. 6.50 Orgelspel. 7.00 VAR A-Kalender. 7.05 Causerie: „De gemeentebesturen en hun taak". 7.23 Berichten ANP. 7.30 Berichten. 7,35 Causerie: „Levenswaarden in het heden". 8.00 Cello en piano. 8.30 Causerie: „De dienst aan het volk in de folklore". 9.00 50-jarig bestaan van den Algemeenen Nederiandschen Metaalbewerkersfcond. 9.40 Causerie: „Kent ge Uw land?" 10.00 Fragmenten uit de operette „Der ver lorene Walzer". 10.30 Berichten ANP. 10 40 Avondwijding. II.00 Viool en piano. 11.30 Jazzmuziek. 11.5012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II, 415,5 m. Algemeen Programma, verzorgd door den KRO. 8.009.15 Gramofoonmuziek (ca. 8.15 Ber.). 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Bybclsche causerie. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.45 Paul Wijnappel's strijkensemble. (1.15 1.30 Gramofoonmuziek). 2.00 Orgelconcert en gramofoonmuziek. 3.00 Gramofoonmuziek. 5.15 KRO-orkest. 6 00 Land- en tuinbouwcauserie. 6 20 KRO-Melodisten en solist. (:a 6.30 Ber.) i.00 Berichten. 7.15 Luchtvaartcauserie. 7 45 Causerie „Internationale «sa-menwerking van Jaarbeurzen in de maand Maart". 8.00 Berichten ANP. 8.15 De KRO New St.yle Artists en het plano duo Bormioli en Semprini. 9.00 Radiotooneel. 9.45 Vervolg concert. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Bela Kiss en zijn Hongaarsc'n orkest. 11.0512.00 Gramofoonmuziek. ren te komen. „O, ik kan er niet over praten, 't was vrccselijk! Majoor Ralston zei, dat hij geen pijn had, maar 't was verschrikkelijk om aan te zien en, o Tommy! Hij is al wat ik nog heb!" Tommy trachtte haar te troosten. „Zeg, zou je het niet prettig vinden als Everard bij je kwam?" „O neen, neen!" zei ze met nadruk. „Ik kan hem niet zien! Hoe kan je zooiets voorstellen! Je weet dat ik dat niet kan." „Ik weet dat hij een beste kerel is," zei Tommy op vasten toon. „En luister nu eens zusjelief, ik weet heel goed, dat de schijn te gen hem is. Zoo zelfs, dat hy wel genood zaakt zal zijn, zijn ontslag te vragen. Maar ik zeg je, dat er niets op hem valt aan te mer ken. Zoo heb ik eerst ook niet gedacht, toen dacht ik net als jij, maar die verdenking is nu volkomen opgeheven, 't Was afschuwelijk, zoo lang als 't duurde, maar ten laatste heeft mijn verstand toch de overhand gekregen. En dat ben ik hem gaan vertellen. Hij was heel vriendelijk tegen me, ofschoon hij me niets heeft gezegd. Ik heb hem ook niets gevraagd. Buitendien, hij is aityd vriendelijk. Hoe kan hij anders zijn? En nu zijn we weer als vroe ger, goede vrienden." Er sprak onmiskenbaar een zekere voldoe ning in Tommy's stem. zelfs een zekere trots en langzaam maakte Stella zich uit zijn ar men los. „Dat is voor jou heel wat anders, Tommy," zei ze. „Het standpunt van een man is zoo heel anders, dat weet ik wel. Er kunnen, wat je noemt, verzachtende omstandigheden zijn, ofschoon ik me dat niet kan voorstellen. Ik ben te moe om daarover te redeneeren, Tom my. Je moet niet boos op me zijn, maar ik kan het hierin niet met je eens zijn. Ik voel me, alsof ik zelf een vreeselijke misdaad heb begaan en die moet worden geboet en daarom wordt de kleine baby misschien wel van me weggenomen. Bernard zegt. dat het niet zoo is, maarBernard is ook een man." (Wordt vervolgd.) -tri* P« olg -1 -0 -2 -2 -2 -2 -2 -2 -0 van rnj. kkjg >bea He! op ft 14; lac id. 3( der 18 4— da an Interview in een schippersroefje ING EL. vei- llins oriet es eer- L. net; L; 28; ■sar der n air 2-1 dera l'iCSS 16; hing 4- ü-10 L.; cht 24 em i-6 fop- T -4 J- U Hoek van Holland tijdelijk visschecsdorp Hoek van Holland is tijdelijk visschersdorp geworden.. In de klei ne haven van dit in de winter maanden zoo verlaten oord, liggen de visscliersschepen rijen dik. Kort geleden hebben dé schippers van de plompe Zceuwsche loggers den steven naar de monding van den Waterweg gericht, om de garnalen te achtervolgen, die in de vleet naar dit gedeelte van de Noordzee getrokken zijn. In den loop van den middag, bij gunstig tij, komen deze vierkante loggers den Water weg opstoomen, om liet kleine ha ventje van Hoek van Holland binnen te vallen. Dan kent Hoek van Holland zich zelve niet meer. Wanneer de touwen om de meerpalen zijn geworpen en de plank is uitgelegd, heerscht er op de kade groote bedrijvigheid. Op een voor deze noeste werkers vermoei- enden dag, volgt een vermoeiende avond, want eenmaal in de haven beland, dient de vangst zoo spoedig mogelijk te worden verzonden. Het is een typisch bedrijf deze garnalen- vissehcrij, die thans hoogtij viert nabij den mond van den Waterweg. Waarom de visschers 't hier pro- beeren. Wij zijn er gisteren eens een kijkje we zen nemen, om uit de monden van deze stoere Zeeuwen iets omtrent den vangst te vernemen. Er is bij de Zeeuwsche kust bijna geen diertje meer te verschalken; zoo vertelden zij ons. De garnalen hebben dieper water gezocht en zijn om den Noord getrokken. Daarom hebben wij de achtervolging inge zet. Tusschen IToek van Holland en Scheve- ningen zijn de garnalen meer naar de opper vlakte gekomen. Bij I-Ioek van Holland is het goed visschen, want de vangst valt geenszins tegen. Onmiddellijk na aankomst van de vloot, worden de garnalen, die reeds op zee zijn gekookt, in manden op den wal geheschen. Daarna wordt de vangst „gezeefd" en voor verzending naar het binnen- en buitenland gereed gemaakt. Dan wordt er onder hoogen druk gearbeid. Verpoozing in gezellige roefjes. Zoo tegen half zeven, wanneer de duister nis is ingetreden en alleen twee roode lich ten in de verte, aanduiden waar de Water weg ten einde loopt en het ruime sop be gint, keert de rust op de kade weer. De visschers gaan verpoozing zoeken in de enge maar gezellige roefjes van hun sche pen. Dat oogenblik meenden wij te moeten benutten, om aan boord van een der log gers een kijkje te gaan nemen. Ietwat angstvallig stapten wij over den wankelen loopplank en even la ter noodigde de schipper ons uit, om „wijer te komen", zoodat wij een blik konden werpen in liet schaars-verlichte, maar niettemin gezellige interieur. De schipper was direct bereid, ons liet een. en ander te vertellen o\er zijn geliefd bedrijf. Vanzelfsprekend was onze eerste vraag, of de vangst groot was? Ja, dat. wist de stoere Zeeuw niet. Of liever gezegd, hij wist het wel. Immers icderen dagen, wordt den visschers, alvorens zij uitvaren, medege deeld, hoeveel kilo's zij hoogstens mogen binnenbrengen, vertelde de schipper. Dat is voor icderen visscher verschillend en hangt af van de grootte van den logger. Procentsgewijze wordt dc vangst voor den volgenden dag over de loggers verdeeld. Een onverwacht groofe vangst, zooals vroe ger wel eens voorkwam, behoort nu dus tot het verleden. Wat was Ja, als wij over vroeger beginnen, dan veranderen de trekken van het verweerde visschersgezicht en plooit liet zich tot een weemoedigen glimlach. Vroeger gebeurde het wel, dat de boot van onder tot boven vól zat en als dan de ge- hcele vangst grif tegen een goed prijsje werd verkocht, dan was er ook een aardige duit verdiend. In die vervlogen dagen was liet ook een vriendschappelijke strijd tus schen de visschers, wplke logger niet den grootsten vangst zou thuisvaren. Maar die „sportieve" wedijver bestaat nu niet meer. Hoelang zullen de loggers hier nog blijven? Ja, daar valt nu eenmaal weinig van te zeggen. De diertjes zijn erg wispeltur_- VermoedeJijk zeggen wij eind Maart Hoek van Holland vaarwel. Maar als dc garnalen nog voor den Waterweg blijven „hangen", kan hot wel half April worden, voor wij Zeeland weer gaan opzoeken. En waar is de vaart dan heen? Dat hangt van verscheidene omstandig heden af, die moeilijk vooruit zijn te be palen. Overigens kunnen wij niet zonder meer onze steven naar een willekeurige plaats wenden. Wij moeten ons hiervoor in verbinding stellen met de bevoegde instan ties. Eerst als de vergunning is verleend, mogen wij die plaats af visschen. Ligt Hoek van Holland gunstig voor de garnalenvissohorij? Wat dat betreft, zitten we hier nog beter als in Zeeland, vooral met liet oog op den uitvoer naar Engeland. De aanlegplaats van dc Harwichbooten, die de gekookte garnalen naar de overzijde van de Noordzee vervoeren, ligt maar eenige honderden meters van de ha ven verwijderd. Ook voor onzen bin- nenlandschen afzet ligt Hoek -van Holland geenszins slecht. Wij liggen bier immers dicht bij de groote ver keerswegen, die het mogelijk maken dat.de visch in korten tijd op de plaats van bestemming kan worden afgeleverd, Wanneer komen de loggers weer in Hoek van Holland terug? Naar alle waarschijnlijkheid niet voor het volgende jaar. De wekker waarschuwt ons. In tusschen wijst de wekker, die op het ta feltje staat, half aClit. Nog gaarne willen de visschers onder het genot van een kopje koffie, rustig een uurtje babbelen en een pijpje rooken. Dan wordt het tijd om de „kooi" weer op te zoeken, want... het is weer vroeg dag. Wij meonen geen misbruik te mogen ma ken van de Zeeuwsche gastvrijheid en ne men afscheid. Om vier uur in den vroegen morgen, zal de wekker weer afloopen en di»n 1vgi»t dn I-,nee dac. Neen, die Zeeuwsche visschers zijn toch niet zoo s,tug als de hoekige trekken van hun gebruinde gezichten voorspellen. Zoo zii'lrui He kleine neringdoenden van Hoek v. Hollandn og wel eenigen tijd kun nen profiteeren van dezen tijdelijk en bevol kingsaanwas, want al zijn de Zeeuwsche visschers niet zoo veoleisehend, noodzake lijke levensbehoeften en een pijpje tabak, moeten er toch minstens te Hoek van Hol land worden „ingeslagen." En als dc vloot weer naar elders zal zijn vertrokken, zal de rust op den uitersten hoek van den Waterweg weer terugkceren enzal vooral de kleine middenstand weer verlansrend uitzien naar het oogenblik, waarop de Zeeuwsche schepen weer op den Waterweg voor anker zullen gaan. Maar daar is nog wel een heele.tijd mee gemoeid. Atiisterdamsche predikant ver weert zich. In Ned. Hervormde kringen in de hoofd stad is reeds lang een oppositie gaande te gen de nat. socialistische manifestaties van ds. mr. L. C. W. Ekering. Bezwaarschriften zijn bij den bijzondcren kerkeraad ingediend, waarop deze besloot, ds. Ekering gelegenheid te geven het natio- naal-socialisme te verdedigen in een daar toe speciaal bijeengeroepen buitengewone vergadering van genoemd college. Deze bij eenkomst welke het karakter droeg van een discussie-avond had dezerd agen plaats. Ds. Ekeiings betoog, dat, aldus het Hsbl., ruim een uur duurde, had in hoofdzaak deze strekking, dat de grond-idee van het nationaal-socia- lisrqe met de gereformeerde beginse len niet in strijd, maar juist in overeenstemming is. Spr. beriep zich daarbij op Voet nis en op kopstukken der confessioneele richting, zoo als Hoedeinaker. en onderscheidde drie ver houdingen. Elk dezer verdeelend, kwam spr. bij de „positieve" op die van hiaat naast Kerk: dit is dc verhouding, welke, aldus spr., de N.S.B. wenscht, en die ook'de geref. theologen steeds hebben gezocht. Spr. had zijn betoog in tien stellingen samengevat. Een antwoord. Het antwoord op deze inleiding was toe vertrouwd aan dr. K. H. Miskotte, die even eens ongeveer een uur sprak. Spr. betoog de, dat de kerk, mede blijkens duidelijke voorbeelden in het buitenland, liet natio naal socialisme streng moet afwijzen, im mers, deze politieke geestesrichting wil den Staat over dc Kerk doen hcersclicn. De kerk en haar dienaren, aldus dr. Mis kotte verder, moeten zich verzetten tegen el ke politiek, die niet in waarheid christelijk, d.i. in overeenstemming met Gods Woord is; dus ook tegen de zg. christelijke politiek, gelijk wij die in ons land kennen; alleen de critische, profetische houding legcnovei de fouten der politiek past de Kerk, en schromelijk is zij daarin tekort geschoten. Na deze inleiding heeft men ongeveer ccn uur lang gediscussieerd; tot een utspraak is hot niet gekomen. IJe voorzitter, ds. J. R. van Bruggen, sprak de meening uit dat men gezien de verantwoordelijkheid die op den Kerkeraad in deze dingen rust, met dit vraagstuk nog niet gereed was, en op zijn voorstel zullen de besprekingen in een vol gende vergadering worden voortgezet. Feuilleton door Ethel M. Dell 67. „Ik ben een beest!" zei hij. „een smeerlap! In ben niet waard om tegen je te praten!" Een flauwe glimlach' speelde om Monck's mond. „En heb je dien heelen tocht gemaakt, om me dat te komen vertellen? Je had hier toch zeker niets anders te doen? Je moest nu in de cantine zijn." „Laat de cantine naar de bl... loopen!" zei i Tommy. „Morgen zullen ze wel zeggen, dat ik afvallig ben geworden, maar dat kan me niet schelen. Ze kunnen zeggen wat ze willen. Het gaat om jou! Man, wat zie je er verba zend slecht uit!" Monck keek bij die persoonlijke opmerking Verwonderd op. „Ik ben niet ziek," zei hij. „en wat is er met jou aan de hand? Heb je herrie gehad?" Tommy trachtte te lachen. „O, niets van belang. Die idioten hebben me gisteren „ge- duikt" omdat ik niet eerbiedig genoeg was geweest, dat is alles! Maar 't laat me koud. Over jou maak ik me ongerust, Everard, beste kerel!" Z'n stem trilde en hij wendde 't gelaat af. Hij had meer willen zeggen, maar hij kon niet. Hij stond zich wanhopig op de lippen te bijten om zichzelf weer meester te worden. Everard wachtte een oogenblik om hem gelegenheid te geven tot kalmte te komen. Toen stak hij de hand uit en klopte Tommy op den schouder. ,Kom, Tommy, doe niet zoo verduiveld dwaas! Ik Schaam me over je. Wat scheelt eraan?" Tommy vatte de hand, maar hield zijn ge laat afgewend. „Dat is het juist! Ik voel me zoo kinderachtig. Ik kwam eigenlijkik kwam... om je vergiffenis te vragen en nu ik hier bendurf ik niet." „Maar waarom heb je mijn vergiffenis noo- dig? Ik dacht dat ik de boosdoener was!" In Everards stem klonk een mengeling van humor en droefheid. Maar Tommy maakte plotseling op echt jongensachtige manier aan alle aarzeling een eind. „O ja, dat weet ik allemaal wel. Maar dat doet er niet toe. Maar ik begrijp nu nog niet, hoe ik zoo aanmatigend heb durven zijn, om jou rekenschap te vragen van je daden! Ik heb geen uitleg noodig! Ik geloof in je, ook zonder dat. Eenvoudig omdat ik niet anders kan. Ik weet, ook zonder eenig bewijs, dat er op jou niets valt aan te merken. Ziezoo, dat kwam ik je zeggen. En nu is het jou beurt!" De tranen stonden hem in de oogen, maar hij deed geen moeite om ze te verbergen. Alles wat er grootsch was in zijn karakter was naar voren gekomen, zoodat er geen plaats' meer was voor eenigen eigendunk. Dat besefte Monck en het trof diep, zoodat hij een oogenblik niet instaat was te ant woorden. Hij had 't niet van Tommy ver wacht, en er hem ook niet toe in staat ge acht. Doch aan de oprechtheid van den jon gen viel niet te twijfelen, want door de tranen heen, straalde hem het oude liefhebbende ver trouwen tegemoet, de oude bewondering en de oude eerbied, zonder eenige reserve, geheel en volkomen. Hij opende den mond om te spreken, maar er schoot hem iets in de keel dat hem dit on mogelijk maakte. Hij stak zwijgend de hand uit en in dien zwijgenden handdruk werd tus schen hen een onverbreekbaren band gelegd, die door geen aardsche omstandigheden kon worden verbroken; een band gelegd door de liefde, die sterker is dan de dood, een al machtige kracht, die alles overwint. HOOFDSTUK II. Het licht. De gouden morgenschemering brak aan toen twee ruiters op den weg naar Kurrum- pore reden en tusschen de rijstvelden stil hielden „Ga nog een eindje mee," stelde Tommy voor, „je hebt nog tijd genoeg." Maar de ander schudde 't hoofd. „Neen, dat kan ik niet, want ik heb Bar nes beloofd tijdig terug te zijn. Dag Tommy, jongen. Houd je goed!" „Dat zal ik," beloofde Tommy en stak de hand uit. „En jy zult oppassen, hè? Beloof je me dat?" „Ja, voorloopig wel! De groeten aan Ber nard!" Everard sprak op zyn gewone korte ma nier, maar de druk van zijn hand herinnerde Tommy zich lang daarna. „En aan Stella?" vroeg hij, terwijl hij zijn paard wat dichterbij bracht. Everard's ernstige, donkere oogen staarden voor zich uit. „Och, 't is niet noodig," zei hy. „Ze heeft erverder geen behoefte aan." „Maar dat zal ze krijgen!" Everard ging hier niet verder op in. „Je moet maken, dat je wegkomt," zei hij, terwijl hy zijn hand losliet. „Dag jongen. Je hebt me goed gedaan, als dat je tot troost kan zijn!" „O heerlyk!" zei Tommy en bloosde als een meisje. Everard lachte even en gaf Tommy's paard een tikje op de schoften. „Kom, malle jongen, maak dat je wegkomt!" Tommy grinnikte en ging Een half uur later, klopte hy ongeduldig op de deur van zijn zusters kamer. Ze deed hem zelf open, maar toen hij haar aankeek, bestierf de begroeting hem op de lippen, „Lieve hemel! Wat scheelt er aan?" vroeg hy. Ze huiverde alsof ze het koud had, ofschoon de zon, die inmiddels was opgekomen, een heerlijke lentewarmte verspreidde. Toen hij binnnekwam viel het hem op, dat ze er slecht en ziek uitzag en hy sloeg be schermend den arm om haar heen. „Stella-lief, wat is er?" Ze antwoordde hem snikkend: „Ik heb me zoo vreeselyk angstig over je gemaakt!" „Is dat alles?" vroeg Tommy. „Wat een tijd verknoeien! Ik bij alleen naar Khanmulla geweest en heb den nacht in Barnes' bunga low doorgebracht. Ze wilden me in het donker niet door de rimboe laten rijden!" „Ze?" vroeg ze. „Barnes en Everard," zei Tommy en keek haar vlak in 't gezicht. „Ik heb Everard op gezocht „Ah!" haar adem stokte .„Majoor Ralston was hier. Hij zei meze legde haar hoofd op Tommy's schouder. Hij drukte haar vaster tegen zich aan. 't Is schande dat Ralston je ongerust durft maken. Hij is niet ziek!" Maar toen schoot hem plotseling iets door het hoofd. „En wat deed hij hier zoo vroeg? Is de kleine niet in orde?" Ze huiverde. „Hij heeft vannacht een heel zonderlingen aanval gehad en majoor Ralston zegto Tommy! Hij zegt, dat ik hem wel verliezen zal. Hij is niet als andere kinde ren." „Zei Ralston dat?" vroeg Tommy. „Hy zei 't me niet, maar vertelde 't aan Bernard, wien ik letterlijk gedwongen heb het me te vertellen. Maar ik geloof, dat hij ook van meening was, dat ik het behoorde te we ten en hij zeihij zeidat het ook niet wenschelijk was, dat de baby zou blijven leven." „Wat!" riep Tommy verschrikt uit. „Ach, lieve kind, wat vind ik dat vreeselijk! Wat scheelt de kleine man?" Met het hoofd tegen hem aangeleund, fluis terde ze: „Je weetdat hij te vroeg is ge komen. Eerst dachten ze dat alles in orde was, maar nu vertoonen zich symptomen... Ze dachten, dat hij alleen maar zwak en teer was, maar dat is het niet alleen en van nachtvannachtze beefde plotseling hevig en zweeg een oogenblik om tot beda

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 7