iae
garnalen
DE LAMP
Radioprogramma
„Nat. socialisme niet in
strijd met gereformeerde
beginselen"
in de Woestijn
j DOOR
EDGAR RICE
BURROUGHS
in.
Gehoorzamend aan het bevel van Brulor ging
een van de ptomen de troonzaal uit om het
slechte nieuws aan de koningin te vertellen.
Haar ogen schoten vuur en zij riep haar dap
perste soldaten om de gevangenen weer te
grijpen. „Zij hebben ons nu last genoeg ver-
oorzaakt", zei ze, „nu k het met hen afgelo
pen!" Terwijl Tarzan en zijn vrienden wanho
pig vochten om vrij te komen, verging het
Magra en Gregory niet veel beter. Nadat z>j
beiden door de geheimzinnige arm waren
vastgegrepen, werd Magra, ondanks haar
tegenstribbelen, door een lang gang gevoerd.
Zij werd naar een andere prachtige grot ge
bracht. Aan het einde -i. van stona een lege
troon opgesteld, voor een eveneens leeg altaar
In het midden van de grot was een waterplas.
Als schrille tegenstelling tegen de schoonheid
van de grot, stonden op de achtergrond een
dozijn priesters, in lange witte gewaden, die
een spookachtige indruk maakten. Ifadat Gre-
gory eveneens binnen gebracht was, kwam een
der priesters naar voren en sprak: „Hoe durft
U in de tempel van de ware god te komen?
Slechte lieden uit Atha.r? Spionnen van den
va.schen Brulor? Weet dan. dat wanneer onze
ware god terugkeert, gij Uw lot zult horen en
dat dit verschrikkelijk zal zijn!...
VRIJDAG 3 MAART 1939.
Hilversum I, 1875 en 301,5 m.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA.
12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00
VARA. 10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA.
8.00 Gramofoonmuziek( Om 8.16 Ber.).
10.00 Morgenwijding.
10.20 Gramofoonmuziek.
10.45 Declamatie.
11.00 Zang, piano en gramofoonmuziek.
11.30 Esmeralda.
12.00 Het AVRO-Aeolion-orkest (opn.). (Om
12.15 Berichten).
I.20 De Twillight Serenaders.
2.05 Declamatie.
2.30 Viool en piano.
3 00 AVRO-Amusementsorkest.
4.00 Gramofoonmuziek.
5.05 Kinderuurtje.
5.30 VARA-orkest en gramofoonmuziek.
6.28 Berichten.
6.30 Overzicht van beeldende kunsten.
6.50 Orgelspel.
7.00 VAR A-Kalender.
7.05 Causerie: „De gemeentebesturen en hun
taak".
7.23 Berichten ANP.
7.30 Berichten.
7,35 Causerie: „Levenswaarden in het heden".
8.00 Cello en piano.
8.30 Causerie: „De dienst aan het volk in
de folklore".
9.00 50-jarig bestaan van den Algemeenen
Nederiandschen Metaalbewerkersfcond.
9.40 Causerie: „Kent ge Uw land?"
10.00 Fragmenten uit de operette „Der ver
lorene Walzer".
10.30 Berichten ANP.
10 40 Avondwijding.
II.00 Viool en piano.
11.30 Jazzmuziek.
11.5012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II, 415,5 m.
Algemeen Programma, verzorgd door den
KRO.
8.009.15 Gramofoonmuziek (ca. 8.15 Ber.).
10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Bybclsche causerie.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.45 Paul Wijnappel's strijkensemble. (1.15
1.30 Gramofoonmuziek).
2.00 Orgelconcert en gramofoonmuziek.
3.00 Gramofoonmuziek.
5.15 KRO-orkest.
6 00 Land- en tuinbouwcauserie.
6 20 KRO-Melodisten en solist. (:a 6.30 Ber.)
i.00 Berichten.
7.15 Luchtvaartcauserie.
7 45 Causerie „Internationale «sa-menwerking
van Jaarbeurzen in de maand Maart".
8.00 Berichten ANP.
8.15 De KRO New St.yle Artists en het plano
duo Bormioli en Semprini.
9.00 Radiotooneel.
9.45 Vervolg concert.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Bela Kiss en zijn Hongaarsc'n orkest.
11.0512.00 Gramofoonmuziek.
ren te komen. „O, ik kan er niet over praten,
't was vrccselijk! Majoor Ralston zei, dat hij
geen pijn had, maar 't was verschrikkelijk om
aan te zien en, o Tommy! Hij is al wat ik
nog heb!"
Tommy trachtte haar te troosten. „Zeg, zou
je het niet prettig vinden als Everard bij je
kwam?"
„O neen, neen!" zei ze met nadruk. „Ik kan
hem niet zien! Hoe kan je zooiets voorstellen!
Je weet dat ik dat niet kan."
„Ik weet dat hij een beste kerel is," zei
Tommy op vasten toon. „En luister nu eens
zusjelief, ik weet heel goed, dat de schijn te
gen hem is. Zoo zelfs, dat hy wel genood
zaakt zal zijn, zijn ontslag te vragen. Maar ik
zeg je, dat er niets op hem valt aan te mer
ken. Zoo heb ik eerst ook niet gedacht, toen
dacht ik net als jij, maar die verdenking is
nu volkomen opgeheven, 't Was afschuwelijk,
zoo lang als 't duurde, maar ten laatste heeft
mijn verstand toch de overhand gekregen. En
dat ben ik hem gaan vertellen. Hij was heel
vriendelijk tegen me, ofschoon hij me niets
heeft gezegd. Ik heb hem ook niets gevraagd.
Buitendien, hij is aityd vriendelijk. Hoe kan
hij anders zijn? En nu zijn we weer als vroe
ger, goede vrienden."
Er sprak onmiskenbaar een zekere voldoe
ning in Tommy's stem. zelfs een zekere trots
en langzaam maakte Stella zich uit zijn ar
men los.
„Dat is voor jou heel wat anders, Tommy,"
zei ze. „Het standpunt van een man is zoo
heel anders, dat weet ik wel. Er kunnen, wat
je noemt, verzachtende omstandigheden zijn,
ofschoon ik me dat niet kan voorstellen. Ik
ben te moe om daarover te redeneeren, Tom
my. Je moet niet boos op me zijn, maar ik
kan het hierin niet met je eens zijn. Ik voel
me, alsof ik zelf een vreeselijke misdaad
heb begaan en die moet worden geboet en
daarom wordt de kleine baby misschien wel
van me weggenomen. Bernard zegt. dat het
niet zoo is, maarBernard is ook een
man."
(Wordt vervolgd.)
-tri*
P«
olg
-1
-0
-2
-2
-2
-2
-2
-2
-0
van
rnj.
kkjg
>bea
He!
op ft
14;
lac
id.
3(
der
18
4—
da
an
Interview in een schippersroefje
ING
EL.
vei-
llins
oriet
es
eer-
L.
net;
L;
28;
■sar
der
n air
2-1
dera
l'iCSS
16;
hing
4-
ü-10
L.;
cht
24
em
i-6
fop-
T -4
J- U
Hoek van Holland
tijdelijk visschecsdorp
Hoek van Holland is tijdelijk
visschersdorp geworden.. In de klei
ne haven van dit in de winter
maanden zoo verlaten oord, liggen
de visscliersschepen rijen dik. Kort
geleden hebben dé schippers van
de plompe Zceuwsche loggers den
steven naar de monding van den
Waterweg gericht, om de garnalen
te achtervolgen, die in de vleet
naar dit gedeelte van de Noordzee
getrokken zijn. In den loop van
den middag, bij gunstig tij, komen
deze vierkante loggers den Water
weg opstoomen, om liet kleine ha
ventje van Hoek van Holland
binnen te vallen. Dan kent Hoek
van Holland zich zelve niet meer.
Wanneer de touwen om de meerpalen
zijn geworpen en de plank is uitgelegd,
heerscht er op de kade groote bedrijvigheid.
Op een voor deze noeste werkers vermoei-
enden dag, volgt een vermoeiende avond,
want eenmaal in de haven beland, dient
de vangst zoo spoedig mogelijk te worden
verzonden.
Het is een typisch bedrijf deze garnalen-
vissehcrij, die thans hoogtij viert nabij den
mond van den Waterweg.
Waarom de visschers 't hier pro-
beeren.
Wij zijn er gisteren eens een kijkje we
zen nemen, om uit de monden van deze
stoere Zeeuwen iets omtrent den vangst te
vernemen.
Er is bij de Zeeuwsche kust bijna geen
diertje meer te verschalken; zoo vertelden
zij ons. De garnalen hebben dieper water
gezocht en zijn om den Noord getrokken.
Daarom hebben wij de achtervolging inge
zet.
Tusschen IToek van Holland en Scheve-
ningen zijn de garnalen meer naar de opper
vlakte gekomen. Bij I-Ioek van Holland is
het goed visschen, want de vangst valt
geenszins tegen.
Onmiddellijk na aankomst van de vloot,
worden de garnalen, die reeds op zee zijn
gekookt, in manden op den wal geheschen.
Daarna wordt de vangst „gezeefd" en voor
verzending naar het binnen- en buitenland
gereed gemaakt. Dan wordt er onder hoogen
druk gearbeid.
Verpoozing in gezellige roefjes.
Zoo tegen half zeven, wanneer de duister
nis is ingetreden en alleen twee roode lich
ten in de verte, aanduiden waar de Water
weg ten einde loopt en het ruime sop be
gint, keert de rust op de kade weer. De
visschers gaan verpoozing zoeken in de
enge maar gezellige roefjes van hun sche
pen. Dat oogenblik meenden wij te moeten
benutten, om aan boord van een der log
gers een kijkje te gaan nemen.
Ietwat angstvallig stapten wij over
den wankelen loopplank en even la
ter noodigde de schipper ons uit,
om „wijer te komen", zoodat wij
een blik konden werpen in liet
schaars-verlichte, maar niettemin
gezellige interieur. De schipper was
direct bereid, ons liet een. en ander
te vertellen o\er zijn geliefd bedrijf.
Vanzelfsprekend was onze eerste vraag,
of de vangst groot was? Ja, dat. wist de
stoere Zeeuw niet. Of liever gezegd, hij wist
het wel. Immers icderen dagen, wordt den
visschers, alvorens zij uitvaren, medege
deeld, hoeveel kilo's zij hoogstens mogen
binnenbrengen, vertelde de schipper. Dat
is voor icderen visscher verschillend en
hangt af van de grootte van den logger.
Procentsgewijze wordt dc vangst voor den
volgenden dag over de loggers verdeeld.
Een onverwacht groofe vangst, zooals vroe
ger wel eens voorkwam, behoort nu dus tot
het verleden.
Wat was
Ja, als wij over vroeger beginnen, dan
veranderen de trekken van het verweerde
visschersgezicht en plooit liet zich tot een
weemoedigen glimlach.
Vroeger gebeurde het wel, dat de boot van
onder tot boven vól zat en als dan de ge-
hcele vangst grif tegen een goed prijsje
werd verkocht, dan was er ook een aardige
duit verdiend. In die vervlogen dagen was
liet ook een vriendschappelijke strijd tus
schen de visschers, wplke logger niet den
grootsten vangst zou thuisvaren. Maar die
„sportieve" wedijver bestaat nu niet meer.
Hoelang zullen de loggers hier nog
blijven?
Ja, daar valt nu eenmaal weinig van
te zeggen. De diertjes zijn erg wispeltur_-
VermoedeJijk zeggen wij eind Maart Hoek
van Holland vaarwel. Maar als dc garnalen
nog voor den Waterweg blijven „hangen",
kan hot wel half April worden, voor wij
Zeeland weer gaan opzoeken.
En waar is de vaart dan heen?
Dat hangt van verscheidene omstandig
heden af, die moeilijk vooruit zijn te be
palen. Overigens kunnen wij niet zonder
meer onze steven naar een willekeurige
plaats wenden. Wij moeten ons hiervoor in
verbinding stellen met de bevoegde instan
ties. Eerst als de vergunning is verleend,
mogen wij die plaats af visschen.
Ligt Hoek van Holland gunstig
voor de garnalenvissohorij?
Wat dat betreft, zitten we hier
nog beter als in Zeeland, vooral
met liet oog op den uitvoer naar
Engeland. De aanlegplaats van dc
Harwichbooten, die de gekookte
garnalen naar de overzijde van de
Noordzee vervoeren, ligt maar
eenige honderden meters van de ha
ven verwijderd. Ook voor onzen bin-
nenlandschen afzet ligt Hoek -van
Holland geenszins slecht. Wij liggen
bier immers dicht bij de groote ver
keerswegen, die het mogelijk maken
dat.de visch in korten tijd op de
plaats van bestemming kan worden
afgeleverd,
Wanneer komen de loggers weer in
Hoek van Holland terug?
Naar alle waarschijnlijkheid niet voor
het volgende jaar.
De wekker waarschuwt ons.
In tusschen wijst de wekker, die op het ta
feltje staat, half aClit. Nog gaarne willen
de visschers onder het genot van een kopje
koffie, rustig een uurtje babbelen en een
pijpje rooken. Dan wordt het tijd om de
„kooi" weer op te zoeken, want... het is
weer vroeg dag.
Wij meonen geen misbruik te mogen ma
ken van de Zeeuwsche gastvrijheid en ne
men afscheid. Om vier uur in den vroegen
morgen, zal de wekker weer afloopen en
di»n 1vgi»t dn I-,nee dac.
Neen, die Zeeuwsche visschers zijn toch
niet zoo s,tug als de hoekige trekken van
hun gebruinde gezichten voorspellen.
Zoo zii'lrui He kleine neringdoenden van
Hoek v. Hollandn og wel eenigen tijd kun
nen profiteeren van dezen tijdelijk en bevol
kingsaanwas, want al zijn de Zeeuwsche
visschers niet zoo veoleisehend, noodzake
lijke levensbehoeften en een pijpje tabak,
moeten er toch minstens te Hoek van Hol
land worden „ingeslagen."
En als dc vloot weer naar elders zal zijn
vertrokken, zal de rust op den uitersten
hoek van den Waterweg weer terugkceren
enzal vooral de kleine middenstand
weer verlansrend uitzien naar het oogenblik,
waarop de Zeeuwsche schepen weer op den
Waterweg voor anker zullen gaan.
Maar daar is nog wel een heele.tijd mee
gemoeid.
Atiisterdamsche predikant ver
weert zich.
In Ned. Hervormde kringen in de hoofd
stad is reeds lang een oppositie gaande te
gen de nat. socialistische manifestaties van
ds. mr. L. C. W. Ekering.
Bezwaarschriften zijn bij den bijzondcren
kerkeraad ingediend, waarop deze besloot,
ds. Ekering gelegenheid te geven het natio-
naal-socialisme te verdedigen in een daar
toe speciaal bijeengeroepen buitengewone
vergadering van genoemd college. Deze bij
eenkomst welke het karakter droeg van een
discussie-avond had dezerd agen plaats.
Ds. Ekeiings betoog, dat, aldus het
Hsbl., ruim een uur duurde, had in
hoofdzaak deze strekking, dat de
grond-idee van het nationaal-socia-
lisrqe met de gereformeerde beginse
len niet in strijd, maar juist in
overeenstemming is.
Spr. beriep zich daarbij op Voet nis en op
kopstukken der confessioneele richting, zoo
als Hoedeinaker. en onderscheidde drie ver
houdingen. Elk dezer verdeelend, kwam spr.
bij de „positieve" op die van hiaat naast
Kerk: dit is dc verhouding, welke, aldus
spr., de N.S.B. wenscht, en die ook'de geref.
theologen steeds hebben gezocht. Spr. had
zijn betoog in tien stellingen samengevat.
Een antwoord.
Het antwoord op deze inleiding was toe
vertrouwd aan dr. K. H. Miskotte, die even
eens ongeveer een uur sprak. Spr. betoog
de, dat de kerk, mede blijkens duidelijke
voorbeelden in het buitenland, liet natio
naal socialisme streng moet afwijzen, im
mers, deze politieke geestesrichting wil den
Staat over dc Kerk doen hcersclicn.
De kerk en haar dienaren, aldus dr. Mis
kotte verder, moeten zich verzetten tegen el
ke politiek, die niet in waarheid christelijk,
d.i. in overeenstemming met Gods Woord
is; dus ook tegen de zg. christelijke politiek,
gelijk wij die in ons land kennen; alleen
de critische, profetische houding legcnovei
de fouten der politiek past de Kerk, en
schromelijk is zij daarin tekort geschoten.
Na deze inleiding heeft men ongeveer ccn
uur lang gediscussieerd; tot een utspraak
is hot niet gekomen. IJe voorzitter, ds. J. R.
van Bruggen, sprak de meening uit dat men
gezien de verantwoordelijkheid die op den
Kerkeraad in deze dingen rust, met dit
vraagstuk nog niet gereed was, en op zijn
voorstel zullen de besprekingen in een vol
gende vergadering worden voortgezet.
Feuilleton
door Ethel M. Dell
67.
„Ik ben een beest!" zei hij. „een smeerlap!
In ben niet waard om tegen je te praten!"
Een flauwe glimlach' speelde om Monck's
mond.
„En heb je dien heelen tocht gemaakt, om
me dat te komen vertellen? Je had hier toch
zeker niets anders te doen? Je moest nu in
de cantine zijn."
„Laat de cantine naar de bl... loopen!" zei
i Tommy. „Morgen zullen ze wel zeggen, dat
ik afvallig ben geworden, maar dat kan me
niet schelen. Ze kunnen zeggen wat ze willen.
Het gaat om jou! Man, wat zie je er verba
zend slecht uit!"
Monck keek bij die persoonlijke opmerking
Verwonderd op.
„Ik ben niet ziek," zei hij. „en wat is er
met jou aan de hand? Heb je herrie gehad?"
Tommy trachtte te lachen. „O, niets van
belang. Die idioten hebben me gisteren „ge-
duikt" omdat ik niet eerbiedig genoeg was
geweest, dat is alles! Maar 't laat me koud.
Over jou maak ik me ongerust, Everard,
beste kerel!"
Z'n stem trilde en hij wendde 't gelaat af.
Hij had meer willen zeggen, maar hij kon
niet.
Hij stond zich wanhopig op de lippen te
bijten om zichzelf weer meester te worden.
Everard wachtte een oogenblik om hem
gelegenheid te geven tot kalmte te komen.
Toen stak hij de hand uit en klopte Tommy
op den schouder.
,Kom, Tommy, doe niet zoo verduiveld
dwaas! Ik Schaam me over je. Wat scheelt
eraan?"
Tommy vatte de hand, maar hield zijn ge
laat afgewend. „Dat is het juist! Ik voel me
zoo kinderachtig. Ik kwam eigenlijkik
kwam... om je vergiffenis te vragen en nu ik
hier bendurf ik niet."
„Maar waarom heb je mijn vergiffenis noo-
dig? Ik dacht dat ik de boosdoener was!"
In Everards stem klonk een mengeling van
humor en droefheid.
Maar Tommy maakte plotseling op echt
jongensachtige manier aan alle aarzeling een
eind.
„O ja, dat weet ik allemaal wel. Maar dat
doet er niet toe. Maar ik begrijp nu nog niet,
hoe ik zoo aanmatigend heb durven zijn, om
jou rekenschap te vragen van je daden! Ik
heb geen uitleg noodig! Ik geloof in je, ook
zonder dat. Eenvoudig omdat ik niet anders
kan. Ik weet, ook zonder eenig bewijs, dat er
op jou niets valt aan te merken. Ziezoo, dat
kwam ik je zeggen. En nu is het jou beurt!"
De tranen stonden hem in de oogen, maar
hij deed geen moeite om ze te verbergen.
Alles wat er grootsch was in zijn karakter
was naar voren gekomen, zoodat er geen
plaats' meer was voor eenigen eigendunk.
Dat besefte Monck en het trof diep, zoodat
hij een oogenblik niet instaat was te ant
woorden. Hij had 't niet van Tommy ver
wacht, en er hem ook niet toe in staat ge
acht. Doch aan de oprechtheid van den jon
gen viel niet te twijfelen, want door de tranen
heen, straalde hem het oude liefhebbende ver
trouwen tegemoet, de oude bewondering en
de oude eerbied, zonder eenige reserve, geheel
en volkomen.
Hij opende den mond om te spreken, maar
er schoot hem iets in de keel dat hem dit on
mogelijk maakte. Hij stak zwijgend de hand
uit en in dien zwijgenden handdruk werd tus
schen hen een onverbreekbaren band gelegd,
die door geen aardsche omstandigheden kon
worden verbroken; een band gelegd door de
liefde, die sterker is dan de dood, een al
machtige kracht, die alles overwint.
HOOFDSTUK II.
Het licht.
De gouden morgenschemering brak aan
toen twee ruiters op den weg naar Kurrum-
pore reden en tusschen de rijstvelden stil
hielden
„Ga nog een eindje mee," stelde Tommy
voor, „je hebt nog tijd genoeg."
Maar de ander schudde 't hoofd.
„Neen, dat kan ik niet, want ik heb Bar
nes beloofd tijdig terug te zijn. Dag Tommy,
jongen. Houd je goed!"
„Dat zal ik," beloofde Tommy en stak de
hand uit. „En jy zult oppassen, hè? Beloof je
me dat?"
„Ja, voorloopig wel! De groeten aan Ber
nard!"
Everard sprak op zyn gewone korte ma
nier, maar de druk van zijn hand herinnerde
Tommy zich lang daarna.
„En aan Stella?" vroeg hij, terwijl hij zijn
paard wat dichterbij bracht.
Everard's ernstige, donkere oogen staarden
voor zich uit.
„Och, 't is niet noodig," zei hy. „Ze heeft
erverder geen behoefte aan."
„Maar dat zal ze krijgen!"
Everard ging hier niet verder op in.
„Je moet maken, dat je wegkomt," zei hij,
terwijl hy zijn hand losliet. „Dag jongen. Je
hebt me goed gedaan, als dat je tot troost
kan zijn!"
„O heerlyk!" zei Tommy en bloosde als een
meisje.
Everard lachte even en gaf Tommy's
paard een tikje op de schoften. „Kom, malle
jongen, maak dat je wegkomt!"
Tommy grinnikte en ging
Een half uur later, klopte hy ongeduldig
op de deur van zijn zusters kamer. Ze deed
hem zelf open, maar toen hij haar aankeek,
bestierf de begroeting hem op de lippen,
„Lieve hemel! Wat scheelt er aan?" vroeg
hy.
Ze huiverde alsof ze het koud had, ofschoon
de zon, die inmiddels was opgekomen, een
heerlijke lentewarmte verspreidde.
Toen hij binnnekwam viel het hem op, dat
ze er slecht en ziek uitzag en hy sloeg be
schermend den arm om haar heen.
„Stella-lief, wat is er?"
Ze antwoordde hem snikkend: „Ik heb me
zoo vreeselyk angstig over je gemaakt!"
„Is dat alles?" vroeg Tommy. „Wat een
tijd verknoeien! Ik bij alleen naar Khanmulla
geweest en heb den nacht in Barnes' bunga
low doorgebracht. Ze wilden me in het donker
niet door de rimboe laten rijden!"
„Ze?" vroeg ze.
„Barnes en Everard," zei Tommy en keek
haar vlak in 't gezicht. „Ik heb Everard op
gezocht „Ah!" haar adem stokte .„Majoor
Ralston was hier. Hij zei meze legde
haar hoofd op Tommy's schouder.
Hij drukte haar vaster tegen zich aan.
't Is schande dat Ralston je ongerust durft
maken. Hij is niet ziek!"
Maar toen schoot hem plotseling iets door
het hoofd. „En wat deed hij hier zoo vroeg?
Is de kleine niet in orde?"
Ze huiverde. „Hij heeft vannacht een heel
zonderlingen aanval gehad en majoor Ralston
zegto Tommy! Hij zegt, dat ik hem wel
verliezen zal. Hij is niet als andere kinde
ren."
„Zei Ralston dat?" vroeg Tommy.
„Hy zei 't me niet, maar vertelde 't aan
Bernard, wien ik letterlijk gedwongen heb het
me te vertellen. Maar ik geloof, dat hij ook
van meening was, dat ik het behoorde te we
ten en hij zeihij zeidat het ook niet
wenschelijk was, dat de baby zou blijven
leven."
„Wat!" riep Tommy verschrikt uit. „Ach,
lieve kind, wat vind ik dat vreeselijk! Wat
scheelt de kleine man?"
Met het hoofd tegen hem aangeleund, fluis
terde ze: „Je weetdat hij te vroeg is ge
komen. Eerst dachten ze dat alles in orde
was, maar nu vertoonen zich symptomen...
Ze dachten, dat hij alleen maar zwak en teer
was, maar dat is het niet alleen en van
nachtvannachtze beefde plotseling
hevig en zweeg een oogenblik om tot beda