Slo waken?
Hij bemint me
me niet
Wij lazen voor U....
Wie zijn eigenlijk de
Werklooze
besteelt zijn vader
Woensdag 22 Maart 1939
Derde Wad
SLOWAKIJE ONDER HEERSCHAP
PIJ VAN HONGARIJE. HET LE
VEN DER SLOWAAKSCHE BOE
REN. MEER ANALPHABETEN
DAN ERGENS ANDERS IN EU
ROPA.
De gebeurtenissen der laatste dagen
hebben dé belangstelling der geheele
wereld geconcentreerd op Slowakije.
In het volgend artikel iets naders
over dit eigenaardige volk.
Ze bewonen een prachtig land! In het Zui
den en Westen bestaat het uit humüsrijke
akkergrond; in het Noorden en Oosten is het
nog bedekt met honderdduizenden morgens
dicht oerwoud. Het Tatragebergte is even
Schilderachtig als de Alpen en bevat gróo-
te rijkdommen aan mineralen. Aan de grens
heeft men zelfs petroleum gevonden.
■Oorspronkelijk was het land der Slowaken
$en grensprovincie van het Groot-Moravische
flijk. Eerst in het jaar 1031 is het door een
verdrag afgestaan aan de Magyaren. Sinds
dien is het tot 1918 in Oostenrijksch-Hon-
gaarsch rijksverband gebleven. De Hongaren
hebben de Slowaken nooit onnoodig hard
en wreed behandeld. Ze hebben weliswaar
ook nooit veel gedaan voor hun cultuur;
maar ze hebben taal noch gebruiken onder
drukt. In de oogen van Boedapest was Slo
wakije een onuitputtelijk reservoir van goed
koops arbeidskrachten. Als een Slowaak
wilde studeeren of in rijksbetrekking ko
men, dan stond hem dit vrijmaar hij moest
Hongaarsch lecren. Deed hij dat, dan ston
den de hoogste posten in het koninkrijk voor
hem open. Huwelijken tusschen de beide
rassen kwamen veelvuldig voor, vooral in
de eeuwen van de Turlcsche heerschappij
over Hongarije, toen de Hongaren uit hun
eigen streken verdreven werden en hun
hoofdstad van Boedapest naar Pozsony, het
tegenwoordige Bratislava of Presburg ver
legd hadden.
Zij waren nooit individueel on
afhankelijk.
Toen de Turken eindelijk verjaagd wer
den, bleven vele Magyaren in Slowakije,
waar ze zich vermengden met de oorspron
kelijke bewoners. Tot op den huidigen dag
is de groote meerderheid van dit volk echter
ontstellend onwetend gebleven; men telt er
meer analphabeten dan in eenig ander land
in Europa. Een Slowaaksche upper-ten be
staat er zoo goed als niet; want alle Slo
waken, die hoogerop gekomen zijn, w#rden
vanzelf gemagyaseerd. Ook tegenwoordig
hevihdt zich het grondgebied overwegend in
handen van de Hongaarsche aristocratie, die
het land laten bebouwen door de Slowaak
sche hoeren. En daar deze pas ongeveer 60
jaar geleden bevrijd werden van het lijf
eigenschap, hebben ze nog niet die trap van
individueele onafhankelijkheid, nog niet die
graad van elastisch denken bereikt, die een
vrije natie kenmerken. En daaruit is ook de
politieke tragicomedie te verklaren, die zich
jhans in dit land afspeelt.
Hoe de boer leeft.
De Slowaaksche boeren leven, zooals hun
Voorvaders, in huizen, die twee kamers groot
zijn en vervaardigd van in de zon gebrande
tegels of van leem met stroo. Ze bebouwen
hun akkers op primitieve wijze; maar ze
kunnen toch ruimschoots voorzien in hun
levensbehoeften. Is de oogst goed, dan kun
nen ze zelfs geld oversparen Ze bezitten
land (van één tot 300 morgens); maar zijn,
tengevolge van hun onwetendheid zoo wan
trouwend tegenover alle nieuwe technische
uitvindingen, dat ze van den zeer vruchtba
ren bodem nog niet het volle profijt trekken!
Doch dat zullen ze thans wel anders leeren
van de Duitschersü Ze verbouwen hoofdza
kelijk tarwe, rogge, gerst, haver, mais, worte
len, aardappelen en klaver en houden koeien,
ossen, paarden en varkens. Overal ziet men
groote troepen ganzen; ganzeveeren vormen
een voornaam onderdeel der bruidsschatten
iVan de Slowaaksche meisjes.
De crisis tusschen Praag en Bra
tislava.
Heel anders staan de zaken er !n het
'gebergte, waar uitgestrekte bosschen afge
wisseld worden met armoedigerweiden. Sinds
onheuglijke tijden hebben de bewoners van
deze streken werk gevonden als landbouwer
in de vruchtbare vlakten van Hongarije. Van
hun verdiensten tijdens de zomermaanden
konden zij en hun geheele gezin het heele
jaar leven.
Voor den oorlog hacïden ze het vrij gé-
makkelijk, daar de Hongaarsche grondbe
zitters Magyaren, Duitschers en Joden
hen met open armen ontvingen. Ieder voor
jaar opnieuw had de Slowaaksche invasie
plaats. Mannen, vrouwen en kinderen in
hun schilderachtige kleederdrachten en met
groote pakken die hun heele hebben en hou
wen bevatten, trokken Hongarije binnen. Te
gen het begin van den herfst trokken ze
weer naar huis, om in hun armoedige hut
ten den winter in de Karpathen door te bren
gen. In de Tsjecho-Slowaaksche republiek
konden ze echter nooit genoeg werk vinden.
Het feit, dat ze afgesneden waren van het
Hongaarsche achterland, vormt een der
hoofdoorzaken van de crisis tusschen Praag
en Bratislava, die tot den huidigen toestand
geleicl heeft.
Bolwerk der Katholieke kerk.
Slowakije is een bolwerk der Katholieke
kerk. De godsdienst vormt een essentieel
deel van het nationale leven en de kerkelijke
feestdagen zijn eigenlijk de eenigc feestdagen
der Slowaken. Hun priesters, van wie er
een monseigneur Tisso dezer dagen
zoo'n belangrijke rol heeft gespeeld (het is
wel eens aardig in dit verband te .wijzen op
het verschil in de houding van dezen Hitier-
vriend en de officieele houding van het Va-
ticaan) zijn de eigenlijke aanvoerders en
raadgevers van dit eenvoudige boeren volkje.
De rol der Joden.
Een zeer belangrijke rol in Slowakije heb
ben de Joden gespeeld. De geheele handel
van het land lag in hun handen. Zij waren
bankiers, advocaten, doktoren en kooplieden.
Ook de heereboeren waren over het alge
meen Joden, die vele duizenden morgens
land van de Hongaarsche grondbezitters ge
pacht hadden. Sommigen bezaten ook eigen
landerijen. Daar de meesten gestudeerd had
den aan de landbouw-hoogeschool, waren ze
op de hoogte met de nieuwsje methoden.
Ze legden zich voornamelijk toe op de sui
kerbiet-industrie.
Ze oogstten 20 tot 50 meer dan de
andere boeren uit dezelfde streek en
het is gemakkelijk te begrijpen, dat
ze daardoor zeer onbemind waren.
De strijd tegen hun moderne metho
den en hun ondernemingsgeest heeft
ertoe bijgedragen Hitier populair té
maken in, Slowakije-.
Helaas zullen de arme Slowaken onder
vinden, dat ze van den regen in den drop
geraakt zijn 11 - 5 -
Frankrijk bestelt vier
forpedobooten
De Fransche minister voor oor
logsmarine, Campinchi, heeft gelast
vier torpedobooten met een water
verplaatsing van 17-72 -ton op stapel
te zetten. De vier schepen zullen „In-
tepide"; „Aventurier"; „Temëraire"
en „Opiniatre" gedoopt worden.
Op den dag van de Duitsche weermacht werd te Praag een grootsche parade
gehouden. Men ziet hier Hitiers troep en voorbijtrekken,
De Tsjechen en de
wereldtentoonstelling
Het paviljoen wordt volgens het
oorspronkelijk plan afgebouwd.
De Tsjechoslowaaksche kamer van koop
handel heeft medegedeeld, dat zij van de
Duitsche autoriteiten te Praag bericht heeft
ontvangen, dat het werk aan het Tsjecho
slowaaksche paviljoen op de wereldtentoon
stelling van New York kan worden voort
gezet. Men meent, dat het oorspronkelijke
plan zal worden uitgevoerd en dat niets
aan het paviljoen zal herinneren aan het
nationaal-socialistische protectoraat. Geen
enkele anti-Duitsche propaganda zal even
wel worden toegestaan.
De leiding van de tentoonstelling heeft
medegedeeld geen enkele officieele mededéc
ling inzake het paviljoen te hebben ontvan
gen.
DR. MARSTON VINDT EEN MERK-
WAARDIGEN LIEFDESMETER UIT.
ALICE HUSTED HET EERSTE
BLONDE „PROEFKONIJNTJE".
NEW YORK, Maart 1939.
Toegegeven, dat menigeen het wen-
schelijk zal vinden, over graad en
echtheid van het bemind worden om
zoo te zeggen wetenschappelijke in
lichtingen te krijgen of deze
wensch zich langs „machinalen" weg
laat vervullen, mag betwijfeld wor
den. Echter beweert een Amerikaan
natuurlijk een Amerikaan! een
'dergelijke „machine* uitgevonden
te hebben. Dr. William Marston
noemt zijn uitvinding „liefdesdetec
tor" en heeft haar reeds tot verbluf
fing van alle aanwezigen aan het
American Institute gedemonstreerd.
- t f
ïïietf Eal -niet onddriocht worden, of dr.
Marston den mond ietwat vol en de aange
legenheden van het hart ietwat licht geno
men heeft in ieder geval voorziet hij zijn
zonderlinge machine van een soort garantie
bewijs. Hij verzekert, dat het apparaat onder
alle omstandigheden in staat is te bewijzen;
1. of een echtgenoot zijn vrouw (of omge
keerd) inderdaad bemint en zoo neen,
waarom niet;
2. of iemand uit liefde of om der wille van
den snooden Mammon gehuwd is;
3. of de liefde, indien aanwezig, slechts van
physieken of ook van geestelijken en
psychisclien aard is.
Dr. Marston schijnt derhave een vijand
van alle poëzie te zijn. Hij wil klaarblijkelijk
het oeroude liefdesorakel, het madeliefje, uit
de de wereld van twijfel en hoop bannen Hij
wil het spel van „Hij bemint mij, hij be
mint mij niet" overbodig maken. Hij zegt:
„Laat de onbetrouwbare bloemblaadjes rus
ten, neemt mijn detector en gij zijn op de
hoogte!" Motto: „Geen vuur zoo heet, dat
Marstens detector het niet weet!
Het hart of het been
De uitvinder heeft natuurlijk getracht,
zijn beweringen door het stellen van een
voorbeeld te bewijzen. Derhalve nam hij naar
het American Institute maar meteen een
proefkonijntje in de gestalte van de blonde
en blauw-oogige AliCe Husted mede. De jon
ge dame verklaarde sinds weken slapelooze
nachten door te brengen over het probleem,
of zij een student uit Seattlc of een reclame-
expert uit New York zou huwen. Beiden
hadden haar ten huwelijk gevraagd, maar
zij kon het maar niet met zichzelf eens wor
den over de vraag, van wien zij nu in het
diepst van haar hart het meest hield.
„That's allright!" zei dr. Marston, „dat
zullen wij dan eens nagaan." En reeds bond
hij de goede Alice een instrument, dat hij
„pneumograaf" noemde, in de omgeving van
het hart om de borst en en ander apparaat
om het rechterbeen! Daarna schakel
de hij den electrischen stroom in, volgde de
bewegingen van een wijzer en stelde onmid
dellijk met veel overtuiging vast: de in
waarheid uitverkorene is de heer uit New
York. Voor de aanwezigen bleef slechts on
duidelijk, wat daar langs electrischen weg
bij miss Alice nu eigenlijk de beslissing ge
bracht had het hart of het been
Waarheid of bluf?
Dr. Marston heeft reeds 25 jaren geleden
den z.g. „leugendetector" uitgevonden. Op
hétzelfde technische principe is de „liefdes
detector" gebaseerd. Uit de meeting van be
paalde menschelijke reacties kan men vol
gens den uitvinder, bepaalde conclusies trek
ken ten aanzien van het „waarheidsgehalte"
van gevoelens en verklaringen.
Niet ontkend kan worden, dat in derge
lijke experimenten wellicht een vonkje waar
heid schuilt, maar dan ook slechts een vonk
je. De rest is bluf. De ziel openbaart zich
niet op den meter van een „liefdesdectcctor"
of eenig ander apparaat.
Iets geheel anders is het met de moderne
psycho-technische keuring, die ook in Neder
land meer en meer wordt toegepast en die
dank zij geniale apparaten op bepaalde ge
bieden het menschelijke reactievermogen
met groote nauwkeurigheid kan vaststel
len. Maar dezen „liefdesdetector", dezen ge-
luksmanometer, mogen de Amerikanen voor
zich behouden. Wij blijven liever bij ons ma
deliefje
Twee jaar geëischt.
Op 24 Januari j.1. veroordeelde de recht
bank te Utrecht een werkloozen jongeman,
die zijn vader zou hebben bestoien tot een
gevangenisstraf van twee jaar.
Verdachte, die reeds eerder met de Justi
tie in aanraking is geweest, hield vol, dat
hij onschuldig was. Hij teekende hooger
beroep aan en gisteren stond hij voor het
gerechtshof terecht.
Opnieuw betoogde hij zijn onschuld. Op
8 September had zijn vader f 180.gemist
uit een geldkistje. Dienzelfden dag was ver
dachte tweemaal per taxi vanuit Utrecht
naar Amsterdam gereden, waar hij met
vrienden en vriendinnen de bloemetjes had
buitengezet. Hij hield echter vol, dat hij
maar heel weinig geld had uitgegeven.
Eén der getuigen, een vriend met wien
verd. een deel van den bewusten dag had
doorgebracht, legde thans een andere ver
klaring af als voor de rechtbank.
Hij leed aan geheugenzwakte.
Maar voor hij zijn verklaringen aflegde,
bereidde hij er den president op voor, dat
hij aan geheugenzwakte leed...
Wél wist hij nog, dat verdachte geld had
geleend.
Nu beweert u weer, dat u f 100.bij u
hebt gehad, maar vroeger hebt u steeds ge
zegd, dat u slechts f 10 a f 15.bezat, toen
u met verdachte uitging. U zegt nu wel,
dat u aan geheugenzwakte lijdt, maar «lat
behoedt u niet voor een vervolging wegens
meineed als u ons staat voor te liegen.
Getuige: Ik had werkelijk f 700.en ik
heb aan verdachte drie of vier gulden gege
ven, misschien iets meer...
Verdediger: U hebt hem toch geld geleend
om de last te betalen, omdat verdachte
heelemaal blut was?
Getuige: Herinner ik me niet meer.
Verdediger: En hebt u niet gezien, dat
iemand verd. in de Amstelstraat geld gaf?
Ook dit wist getuige niet meer.
Pres. (tot getuige): Vroeger hebt u eens
gezegd: „Die B. is een groote boef, ik gun
hem drie jaar". En iemand, die zijn vader
besteelt, verdient zoo'n straf inderdaad.
Vroeger dacht u blijkbaar anders over uw
vriend dan op het oogenblik.
Ook van die uitlating herinnerde de jeug
dige getuige, die in de strafgevangenis te
Haarlem is gedetineerd wegens een diefstal
zich niets meer.
Onvriendelijk.
Een meisje, waarmee verd. te Amsterdam
uit was geweest, verklaarde, dat hij niet
buitengewoon royaal was geweest.
Een andere vrouw wist echter te vertel
len, dat de jongeman flink in zijn geld. zat.
In zijn portefeuille had hij een pakje bank
biljetten.
Pres.: En hoe zou hij aan al dat geld ge
komen zijn?
Getuige: Hij beweerde veel met smokke
len te hebben verdiend.
Requisitoir.
De Procureur-generaal, zeide in zijn re
quisitoir, dat verd. niet duidelijk heeft
kunnen maken, hoe hij aan het geld geko
men is, dat hij in Amsterdam heeft ver
teerd. Het reclasseeringsrapport luidt zeer
ongunstig, verd. is reeds eerder wegens ver
mogensdelicten veroordeeld. De vader van
verd. leefde in tamelijk behoeftige om
standigheden en het gestolen geld moest
hij weer aan iemand anders afdragen.
Gezien de ernst van de feiten en
het gedrag van verd. vorderde de
procureur-generaal bevestiging van
het vonnis (twee jaar gevangenis
straf.)
De verdediger achtte het bewijs niet ge
leverd en concludeerde tot vrijspraak.
Arrest 5 April.
Hongaren bezetten de Karpathlsche Oekraïne.
VANAF DE STRAAT IS 'T ANDERS
Ter gelegenheid van de inlijying
van Tsjechoslowakije door Duitsch-
land hcesch de Duitsche school aan
<le Dreibholzstraat te Den Haag,
een school die in stand gehouden
wordt door het Nederlandsche Rijk
en een Nederlandsche gemeente, de
hakenkruisvlag.
De Nederlander (Chr. hist.) schrijft
hierover:
„De memorie van Antwoord op de
Onderwijsbegroting van dit jaar zegt
ervan, dat „de hier (d.w.z. in het
voorlopig verslag) genoemde Duitse
school in werkelijkheid een Ncder-
lundse school is." En als de minister
dat zegt is dat natuurlijk zo. Maar
bekijkt men deze school als gewoon
mens zo van de straat dan ziet het
geval er toch anders uit. Zou een
Nederlandse school in deze dagen
een Duitse vlag uithangen uit
vreugde over de inlijving van delen
van Tsjechoslowakije? Dat wil er bij
ons niet in. En nu we met eigen
ogen die vlag hebben zien wapperen
zouden wij geneigd zijn te verklaren,
„dat de eerder genoemde Nederland
se school in werkelijkheid een Duitse
school is." Waaruit de lezer ziet,
dat elke zaak twee kanten heeft en
dat de werkelijkheid er anders uit
ziet als men haar beschouwt van
het departement of van de straat".
In de Avondpost (lib.) lezen wij:
„Onder allerlei smoesjes wordt dit door
ons gezag getolereerd. Maar dat nu bij deze
overweldiging van Tsjechoslowakbe, waar
over de gehele beschaafde werelo diep-ver-
ontwaardigd is, de vlag opnieuw aan deze
school wordt uitgestoken (en .wie weet wat
Uit de Pers van heden
de kinderen wordt medegedeeld). Dit is zo
erg en zo ergerlijk, dat wij vragen hoe groot
de nationale slapheid wel moei zijn, om dit
te tolereren en er niets tegen te doen.
Van tweeën één: or het is een Nederland
se school en dan kan zo iets niet worden ge
duld, of het is een Duitse school, en dan
kome zij niet langer voor onze rekening.
Laten Duitsland of de Haagse Duitsers
die school dan zelf betalen.
Welk Kamerlid neemt deze zaak nu eens
flink ter hand?"
„WE HEBBEN ZELF EEN POLIEP".
Het Handelsblad (lib.) schrijft:
Zooals men weet, heeft het Kon. Ned.
Landbouw Comité zich niet willen aanslui
ten bij de Ned. Anti Poliep Actie (N.A.P.A.)
Wij hebben toen de veronderstelling geuit,
evenals b.v. „Schakels", dat men deze hou
ding wel zal hebben aangenomen, omdat
men in dien kring zélf bezig is, een „poliep"
van fiksch formaat te fokken, n.1. de groote
centrale inkoop-coöperatie Centraal Bureau
uit. het Ned. Landbouw Comité, welk mil-
lioenenlichaam zijn bemoeiingen thans ook
is gaan uitbreiden tot verwerking en ver
koop. Reeds is een zaad-bedrijf aangekocht,
terwijl men zich eveneens op het terrein
van de bacon zal gaan begeven.
Over deze veronderstelling was men wei
nig gesticht, doch bij het doorlezen der no
tulen van den Veenkolonialcn Boerenbond
(hoofdbestuursvergadering van 1 Maart j.1.)
vonden wij onder „rondvraag" het volgende:
„De heer Veldkamp (Oude Pekela) zegt,
dat in spr.'s afdeeling de opmerking naar
voren is gekomen, dat de voorzitter van het
K.N.L.C. een uitspraak heeft gedaan in
verband met de bestrijding van trusts en
kartels. Spreker meent, dat in dezen me»
alle leden achter die uitspraak staan.
„De voorzitter antwoordt, dat het de bedoe
ling van den voqrzltter van het K.N.L.C. zal
zijn geweest, er op te wijzen, dat men eerst
de hand in eigen boezem moet steken,
vóór men accoord gaat met het streven van
de Napa. Men meent, dat de zaak met eeni-
ge voorzichtigheid moet worden behandeld."
Hier wordt derhalve, aldus het Hsb., door
een onverdachten agrariër zij het in be
sloten kring precies dezelfde veronder
stelling geuit, n.1. „we moeten voorzichtig
zijn met die poliep-bestrijding, want we heb
ben er zélf één."
HET KRUIT DROOG.
De Maasbode (r.k.) gelooft niet, dat
Duitschland, behoefte heeft aan een drang
naar het Westen.
Bovendien:
„Eén stap van den Duitschen nationaal-
socialist over onze grenspalen roept geheel
de ontzagwekkende macht van Engeland,
van zijn dominions en zijn bondgenoot en
onfeilbaar als bij tooverslag in het geweer.
Slechts een wanhopige zou daarmede geen
rekening houden, want de historie is daar
om het te getuigen: een Engeland, dat de
tanden op elkaar zet, wint, op den duur,
eiken oorlog."
Verder schrijft het blad:
Het Duitsche volk rilt bij de. gedachte
aan de mogelijkheid zelfs van een nieuwe
uithongeringstortuur, als waaraan het van
1914 tot 1918 baast tot dreigende uitsterving
toe werd onderworpen.
De Msb. besluit:
Zijn .wij eenerzijds er volkomen gerust
op, dat Duitschland geen moment aan aan
randing van ons grondgebied of van ons
recht of van onze economische positie denkt
en kunnen wij dus het hoofd koel houden,
anderzijds valt niet. te ontkennen, dat een
hoogspanning tot bei-stens toe. als thans
in een omenschelijk bewapende wereld
lioerscht, ieder oogenblik kan leiden tot een
uitbarsting, die door niemand werd ge-
wenscht, maar die ook door niemand meer
te keeren was.
Dat wij niet in een dergelijke uitbarsting
betrokken worden blijft mogelijk: onze neu
traliteit kan voor beide partijen een voor-
Meel zijn, maar de kans is zeer zeker veel
geringer dan in 1914.
Het hoofd koel, de hand paraat, en dus
ook, het moet nu eenmaal, het kruit droog.