Een ingenieur van Rijkswatirstaat beleedigd! )rd Arrondissements rechtbank te Alkmaar Gouden Bruidspaar Woensdag 5 April 1939 Vierde blad Vorj lt Kn N, oppen d di loet ntre'n ijsoj n rieej ensi MEERVOUDIGE STRAFKAMER, (Zitting van Dinsdag l April). har ^S. Dooi taani ft P b» >r di: celdH t vo« eenij 'ij f tij PERGEN. Is hier kwestie van smaadschrift NEEN, ZEGT DE OFFICIER. JA, MEENT PE VERDEDIGER. ZOO WORDT DE AANKLAGER TOT VERDEDIGER EN DE VERDEDIGER TOT AANKLAGER! Gisteren stond voor de Arrondisse mentsrechtbank terecht de heer J. Broersma, lid van de aannemersfir ma Broersma te Bergen. De Officier van Justitie, Mr. G. C. B. van der Feen de Lille, had verd. ten laste terzake dat hij: 1241 145! 162'; m 2081 2228 248! 2125 2858 3133 3231 3354 3591 3801 399V a. te Bergen, omstreeks half September 3937 opzettelijk den hoofdingenieur van den (Rijkswaterstaat, Dr. Ir. Wentholt in ver band met diens directe gemaakte werken betrekkelijk liet Maas-Waalkanaal in het openbaar bij geschrifte heeft beleedigd, zulks door opzettelijk een brochure getiteld: „Ik jzal handhaven" en opgedragen aan „allen idie geroepen zijn tot de vertegenwoordiging IVan het Nederlandsche volk", het licht te doen zien en afschriften daarvan te doen toekomen aan H.M. de Koningin, H.K.H. Prinses Juliana; de Tweede Kamerfracties, eenige dagbladen en Waterstaatsingenieurs, jn welke brochure voor Dr. Ir. Wentholt be- jcedigende passages voorkwamen. h. Dat 'hij in of omstreeks de maand Ja- huari 1938, opzettelijk de eer of goeden naam heeft aangerand van Dr. Ir. Wentholt door tenlastelegging van het knoeien met Rijks geiden, het om den tuin leiden van het De partement van Waterstaat, het saboteeren van den wil van H.M. de Koningin, het plegen van valschheid in geschrifte, alsme de het henadeelen van den Staat der Ne derlanden voor f 100.000, en het bekorten niet de rechten van de aannemersfirma Joh. cu Jac. Broersma, een en ander met het Kennelijk doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, zulks door opzettelijk een open brief te richten tot den Raad van Ministers, gedateerd 11 Januari 1938. De animo van het publiek voor deze zaak is slechts zeer matig. Slechts een tiental ionen bevindt zich op de publieke tri- 19*1 I.T.11 wrsoi fane. 781 824! L82' '241 >462 64' 821 24: 559 r> 2;: 211 448 315 UI II Verdediger van verdachte is Mr. Dr. Buis- tooi uit Schagen. Het verhoor van verdachte. De president Mr. A. M. Ledeboer merkt' op, dat de dagvaarding is gegrond op twee geschriften, n.1. op een brochure, getiteld: »lk zal handhaven" en op een open brief. Verdachte erkent zulks. 'Allereerst wordt de brochure onder de ïoupc genomen en haalt Mr. Ledeboer daar uit de passages aan, waardoor Dr. Ir. Went holt zich helocdigend kon gevoelen. Geeft U niet toe, dat zulks heleedigcnd.is? Vraagt Mr. Ledeboer aan verd. Nee, meneer, luidt het antwoord. Voor den Commissaris heeft U verklaard lioos te zijn geworden toen in 1937 Ir. Went holt werd gedecoreerd, merkt Mr. Ledeboer op. Is dus die brochure u niet ingegeven door een gevoel van wrok? Neen, meneer de president, zegt verd. nog maals, Het ging hier rechtstreeks tegen den slaat, omdat deze ir. Wentholt geschenken gaf. Het is niet zoozeer de bedoeling ge weest ir. Wentholt persoonlijk te beleedi- gen. Maar als iemand toch de hooge onderschei- Hing krijgt van „De Nederlandsche Leeuw", en u noemt hem dan: „Ridder van de droe vige figuur", dan is dat toch wel beleedi- gend, meent de president. Aandacht trekken! Verdachte' wil ér op wijzen, dat al le pogingen welke hij deed, om zijn zaak te verdedigen, mislukten. Hij kreeg geen aandacht hij de Regee ring. Daarna heeft verd. naar mid delen gegrepen. In de tweede plaats behandelt de presi dent den open brief. Mr. Ledeboer: U is er te goeder trouw van «verluierd, dat ir Wentholt valschheid in geschrifte pleegde? Zeker, meneer de president, zegt verd. U geeft dus toe, dat het ernstige verdacht- Blakingen zijn. nietwaar? vraagt de presid. Absoluut, aldus verd. Hiermede is het verhoor van verdachte Mgeloopen. Ir. Wentholt getuigt. rAfs getuige wordt dan voorgeroepen de Jjetuigé dr. ir. R. R. Wentholt, wonende te 's Gravcnhagc. Deze zegt zich beleedigd te gevoelen door de kwalificaties in de brochu re en in den open brief. Het ergste van alles is wel, de aaneenschakeling van onwaar heden in deze geschriften, aldus get. Deze boleedieingen zijn gebaseerd on een reeks onjuistheden. Als men dc brochure „Tk zal handhaven" uiteenrafelt, blijkt het, dat er Biets van overblijft. Het vreemde is, zegt get., dat aan mijzelf hooit oen brochure of een open brief werd gezonden. Ik nam van den inhoud toeval lig kennis. De verdediger vraagt, of get. later wel eens getoond heeft, den heer Broersma zéér slecht gezind te zijn? Volgens.Mr. Dr. Buis kool zou zijn cliënt voor de Spoorwegen uit voeren en zou ir. Wentholt gezegd hebben: ♦.•Veten iullic wel, met wicn jullie te doen Jiebhen?" Getuige zegt, dat een en ander aï zoo lang geleden is. dat hij zich daarvan niets meer kan herinneren. Vergeteft mag niet worden, dat ik al lang niet meer belast was niet de uitvoering van het Maas-Waalkanaal Ik acht mij zeer beleedigd en benadeeld door den open brief, merkt getuige op. De vordering van den Staat ad. f 115.000 werd op de lijst geplaatst van het faillisse ment van den heer Broersma. Zulks blijkt uit een brief van den Landsadvocaat aan get. Maar dat is een zaak, waar ik geheel buiten sta. "Wiel weet get. zich te herinneren, dat er sprake van is geweest Broers ma schadeloos te stellen. Get. zegt dit onder voorbehoud; en en ander dateert namelijk alreeds van 1925. Getuige kan het zich weer niet herinneren. Mr. Fruin gelooft, dat verd. zich ernstig benadeeld heeft gevoeld. Kunt U daarover de Rechtbank inlichten, vraagt de rechter aan get. Ir. Wentholt kan daarop niet positief ant woorden, ofschoon hij het niet gelooft. Mr. dr. Buiskool maakt er get. attent op, dat deze toch het werkplan heeft goedge keurd? Ik kan mij niet meer herinneren hoe een en ander vijftien jaar geleden in z'n werk is gegaan zegt ir. Wentholt. Maar wel weet ir. Wentholt zich te her inneren, dat 15 jaar geleden, het werk on deskundig werd uitgevoerd, ofschoon een en ander zijn sanctie had; roept verd. veront waardigd uit. Mr. dr. Buiskool komt tot de conclusie, dat die vordering van f 115.000 van den Staat op Broersma totaal ongegrond was. Heeft de opvolger van Broersma het zelfde werk afgemaakt, waarmede Broersma begonnen is; wil mr. Ledeboer weten. Get. antwoordt hierop, dat de zaak zoo veel mogelijk is aangepast aan de opvattin gen van Broersma. Het was een geheel ander bestek! merkt de verdediger op. Daar staat en valt de vor dering van den staat op Broersma mee. Requisitoir. De officier van Justitie krijgt dan gelegen heid tot het houden van zijn requisitoir. Mr. v. d. Feen dc Lille komt tot de con clusie, dat de brochure „Ik zal handhaven" wemelt van beleedigingen en haalt eenige voorbeelden aan. Spr. noemt o.a. de uitdruk kingen: „Krankzinnige overschrijding van de raming"; „ongelooflijke oplichting"; „al de waanzin uit 's landsrapporten." Dat zijn volgens den officier toch alle termen, welke niet kunnen worden getolereerd. Maar de klap op de vuurpijl noemt mr. v. d. Feen de Lille, dat ir. Wentholt nog een der hoog ste onderscheidingen krijgt van H.M. de Ko ningin, terwijl verd. hem noemt, „ridder van de droevige figuur. Voorts wordt door verd. ir. Wentholt ver geleken met den schurk Estherhazy. Een en ander gaat toch werkelijk over de schreef, meent de Officier. Er valt dan ook niet aan te twijfelen, of de inhoud van de brochure is zéér beleedigend voor ir. Went holt, ofschoon verd. zegt niet de bedoeling te hebben gehad te beleedigen. Maar voor een mensch die verkeert in een hittere ge moedsstemming, is het zoo gevaarlijk naai de pen te grijpen! De Officier gelooft, dat dé firma Broersma dit werk heeft aangeno men, zonder daarvoor berekend te zijn. Dan komen, de moeilijkheden met het geld. Het is begrijpelijk, dat. de Staat op Broers ma verhaalt wat het werk meer heeft ge kost. Nu zegt Broersma: ,Ik moet f 300.000 van den Staat hebben en ik krijg er maar dertig. Op deze wijze komen de partijen tegenover elkaar te staan. Maar het gaat daarom nog niet aan, allerlei leclijke din gen over een ambtenaar te zeggen! Wat de Open brief betreft, kan hier vol gens den Officier niet van ruchtbaarheid worden, gesproken. Helaas voor verd., die daardoor geen gelegenheid krijgt, waar te maken, wat hij geschreven heeft. Immers, deze Open brief is alleen gezonden aan den Raad van Ministers. Later zou hij het vooronderzoek zijn gebleken, dat de Open brief ook was gezonden aan alle Kamerle den en aan 56 bladen. Maar volgens de dagvaarding is zulks niet geschied. De Officier concludeert dan ook. dat hier niet kan worden gesproken van een smaad schrift, doch alleen van beleediging. Mr. v. d. Feen de Lille heeft daar om de eer te requireeren verd. voor het onder sub a. genoemde te ver- oordeelen tot een geldboete van f 30 subs. 20 dagen hechtenis en hem te ontslaan van rechtsvervolging wat betreft het onder sub b. ten laste ge legde. Mr. Buiskool pleit. Mr dr. Buiskool krijgt dan gelegenheid tot het houden van zijn pleidooi en begint met te zeggen, dat de Officier voor het onder sub b. ten laste gelegde, ontslag van alle rechtsvervolging vraagt. Deze verdachte wilde vervolgd worden en niet bulten vervolging worden gesteld. Daarom heeft ook pleiter het zéér vreemd gevonden, dat zijn cliënt een bezwaar schrift indiende tegen dc dagvaarding. Vol gens pleiter moet verd. de gelegenheid heb ben bewijzen aan te voeren, voor hetgeen hij geschreven heeft. Pleiter wijst erop, dat in de dagvaarding alléén een brokje voorkomt van de brochu re: „Ik zal handhaven" en tracht dan aan te toonen, dat zijn cliënt nimmer de bedoe ling heeft gehad te beleedigen. Ingenieur Kohier heeft in 1928 nog veel krassere termen gebruikt tegen ir. Went holt, dien hij onbevoegd achtte voor het uitvoeren van groote werken. Maar in Kohier werd niet vervolgd! Wat betreft de uitlating over de benoe ming van ir. Wentholt tot Ridder van den Nederlandschen Leeuw, meent pleiter dat het Staatsorgaan zich hierdoor beleedigd moet achten en niet ir. Wentholt zelf. De tirade, 'dat ir. Wentholt zou zijn „een ridder van de droevige figuur" is een bepaald feit en dat valt wel degelijk onder smaadschrift. Mr. dr. Buiskool meent, dat verd. ten aan zien van het onder sub a. tenlaste gelegde dient te worden vrijgesproken. Wat betreft het onder sub b. ten laste ge legde rijst de vraag: kan verd. bewijzen wat hij heeft geschreven en wil de Rechtbank hem daartoe de gelegenheid geven? Verd. wil voor sub. b. niet ontslagen wor den van rechtsvervolging. Immers hier zijn bepaalde feiten, welke wel degelijk op smaadschrift wijzen. Verd. heeft langs le- galen weg getracht recht te krijgen, doch overal zijn neus gestooten. Behalve dan bij H.M. de Koningin, bij wie hij in audiëntie is ontvangen. En verd. was geen vreemde voor de Koningin. Deze man die onge schikt was voor het werk, dat hem door Waterstaat werd opgedragen, maakte een der grootste werken van de wereld, n.1. de sluis bij de Lemmer, waarover hij van alle mogelijke zijden den grootsten lof ontving. Hij had recht op arbitrage, maar deze werd als zijnde ongegrond, van de hand gewezen. Pleiter's cliënt heeft niet den opzet ge had om te beleedigen, maar hij wilde zich recht verschaffen. En toen heeft hij deze methode gevolgd. Als nu de rechtbank meent, dat het element „smaadschrift" ont breekt, dan zinkt verd. alle grond onder de voeten weg. Volgens pleiter zit in den open brief al reeds liet element van openbaarmaking. Het Hof heeft naar oordeel van verd. smaadschrift tenlaste gelegd; dus dan kan de rechtbank niet anders doen, dan verd. gelegenheid te geven, te bewijzen, wat hij heeft geschreven. Arbitrage heeft verd. niet gekregen; men heeft met hem gesold op een verschrikkelijke manier. Pleiter concludeert tenslotte, dat zijn cliënt van het onder sub. a. ten laste geleg de dient te worden vrijgesproken en wat sub. b. betreft moet de rechtbank verd. bij tusschenvonnis gelegenheid geven te bewij zen, wat deze in zijn open brief schreef. Na een korte repliek van den Officier, waarbij deze op z'n standpunt bleef staan, dat hier van smaadschrift niet gespro ken kon worden bepaalde de rechtbank de uitspraak in deze zaak op heden over veer tien dagen. SCHAGEN HENGELSPORTVEREEN. „DE BAARS". Bovengenoemde vereeniging hield haar jaarvergadering bij den liqer P. Bontes. Te ruim half negen opende de voorzitter de vergadering met een kort woUfrl van wel kom, waarna de secretaris de notulen der vorige vergadering las, welke onveranderd werden goedgekeurd. Hierna volgde het jaarverslag over het af- geloopen vereenigingsjaar. De peningmeester gaf vervolgens een keu rig overzicht der financiën. De kascommis- sie had boeken en bescheiden in orde be vonden, zoodat de penningmeester werd ge dechargeerd. Besloten werd den eersten wedstrijd op 4 Juni a.s. te houden in de Ringsloot bij Groenveld. De besprekingen omtrent het bouwtje aan de Schager Wiel, hadden tot resultaat, dat werd besloten dit bouwtje niet te pachten. Het vischwater in den polder Valkkoog bleef voor de vereeniging behouden. Er volgde bestuursverkiezing, met als uit slag: voorzitter de heer B. Visser, secretaris de heer H. Molenaar, penningmeester de heer J. Lingeman, commissarissen de heeren M. Roggeveen en M. Pepei's. In de inkoopcom missie werden gekozen de heeren A. Struijf. en M. Pepers, in de kascommissie de heeren W. v. Geelcn en R. v. Halm. Na rondvraag sluiting. HAVENVERKEER IN MAART 1939. In de maand Maart 1939 werd onze haven bezocht door 47 scheden, waarvan 9 met een inhoud van 1004 tori, geladen met steen, grint en cement, 22 met een inhoud van 647 ton, geladen met stukgoederen, 10 met een inhoud van 283 ton geladen met vee, 4 met een inhoud van 406 ton geladen met steen kool en 2 met een inhoud van 35 ton gela den met hout. HERHALINGSOEFENINGEN. De dienstplichtige Klaas Borst der lichting 1927 is opgeroepen om op 13 Juli a.s. te 's-Hertogenbosch bij het le Regiment Wiel rijders voor herhalingsoefeningen in werke- 1 ij ken dienst te komen voor den tijd van 10 dagen. STAND DER WERKLOOSHEID. Op Zaterdag 1 April stonden 61 werkloo- zen ingeschreven, waarvan 7 in de steunre geling, 12 in de centrale werkverschaffing en 37 in de gemeentelijke werkverschaffing (8 in het Rietbosch, 11 in de baggerregeling en 18 bij dc Algemeene Begraafplaats), 3 werkloozen maken een wacht week door, terwijl 2 werkloozen uit hun bondskas trok ken. STAND DER ARBEIDSBEMIDDELING. Op Zaterdag 1 April stonden 75 personen als werkzoekende ingeschreven, waarvan: 23 grondwerkei's, 3 timmerlieden, 1 metse laar, 1 opperman, 5 arbeiders-chauffeur, 1 monteur, 1 electricien, 31 landarbeiders en 9 losse arbeiders. In de overeenkomstige week in het vori ge jaar bedroeg dit aantal 109. Hiervan werkten in werkverschaffing Schager Kog ge 16 en baggerregeling 18 arbeiders, terwijl 41 stempelden. LOOP DER BEVOLKING IN MAART 1939. Ingekomen personen: Jan Boontjes, E 123, van Haarlem; Francisca M. van der Palm, D 153, van Rotterdam; Petronella Dijkstra, B 120, van Utrecht; Hendrika Johanna Ant. Sluijtcr (wed. J. E. Verboef), C 14, van Den Helder; Joscf Johann Faber en vrouw, H 26, van Ned. ïndië; Piefronella Bakker, E 84a, van Ileiloo; Jannetje Burger, B 192, v. Nieuwe Niedorp; Jan Pancras, H 9, van N. Niedorp; Elizabeth G. van der Eng, H 9, van Oude Niedorp; Guurtruida A. Wenink, E 53, van Apeldoorn; Jan Hop, D 120, van Alkmaar; Harmen van der Goot, B 6, van Deventer; Alewijn Bijpast, H 42, van Wie- ringerwaard; Nicolaas dc Boer, E 121, van Maasniel; Theodorus Johannes van Bragt, G 33, van Purmerend; Paulina Heije, C 95c, van Alkmaar; Editih Maria Mrakic, C207, v. Schaesberg; Jacob Jongerling en dochter, J 9 van Harenkarspel; Jan Homan en vrouw E 53, van Wieringerwaard; Maria Bosman, C 33, van Zaandam; Sipke Eriks en vrouw, C 71, van Zijpe; Arie Brommer en gezin, K 27, van Zijpe; Geert Weggemans en gezin, F 16, van Winkel; Petrus Joseph Stam, C 5, van Apeldoorn. Vertrokken personen: Aaltje Pees van D 121 naar Amsterdam, Hoogeweg 32 Alida Bakker van D 121 naar Beverwijk, Kagcr- weg 6; Dirk Portegies en vrouw van D 134 naar Hoorn, Achter de Vest 20; Femmigje Dekker van C 196 naar Sint Maarten, Stroe- lerdijk C 131; Neeltje Wardenaar van E 84 naar Wieringerwaard, Walingsweg C 20a; Klaas Rempt en gezin van J 40 naar Bar- singerliorn, Hemme; Engelina M. Donpel- mans van B 10S naar Alkmaar, Nieuwlan- dcrsingcl 70; Reijer Toornstra van B 146 n. Callantsoog, wijk A 85 Dirk Nierop van E 136 naar Harenkarspel, Dirkshorn B 85; Ja cob Weijer van B 23 naar Wildervank, C 81 Hendrik J. Tobsvoort en gezin van D 7b n. Nieuwleusen, De Hulst C 102b; Arie Brom mer en vrouw van K 27 naar Harenkar spel, Schagerwaard C 32; Rinze Douma van H 70 naar Zijpe, Ruigeweg D '32; Willem Dekker en gezin van II 20 naar Zijpe, Bur- gerbrug B 89; Hendrikus Ruijs en gezin n. Apeldoorn, Oranjedwarsstraat 4; Pieter Bronder en gezin van B 86 naar Den Hel der, Middenstraat 118; Gerbrand Snijders en dochter van B 199 naar Den Helder, Middenstraat. 28; Pieter Slotemaker van A 31 naar Utrecht, Paramaribostraat 39bis; Simon Kuiper van B 47 naar Hensbroek, A 72; Maria R. Vrielink, van E 15 naar Am sterdam, Valeriusstraat 21; Neeltje "Kreijger (wed. J. Jonker) van E 84a naar Ned. ïn dië, Sumatra O.K.; Petrus Bommer en gez. naar Groningen, Vcrl. Oosterweg 35 A; Arend Wemmenhove en gezin van E 156 naar Kampen, Dorpsstraat 8. ZIJPE DE A.S. GEMEENTERAADSVERKIE ZINGEN. De lijst der V.D. en Vrijheidsbond. De Vrijz. Democratische Kiesvereenigingen en de alhier beslaande afdeeling van den Vrijheidsbond die bij de a.s. Gemeente raadsverkiezing zullen samenwerken zul len de volgende candidatenlijst inleveren: 1. G. van der Sluijs 2. P. Doorn; 3. K. Jansma; 4. W. Bos (alle vier aftredend); 5. H. Jonker; 6. C. Tiel; 7. C. Nierop; 8. D. Jimmink Jbz.; 9. G. Appel; 10. P. Vries; 11. J. Buisman; 12. D. Raat; 13. V. Bakker; 14. G. Rademaker; 15. G. Blaauboer Kz. en 16. H. Swan. BOUWVERGUNNINGEN. B. en W. dezer gemeente hebben de vol gende bouwvergunning verleend: aan H. Konijn te 't Zand tot het uitbreiden van zijn broodbakkerij; aan de Molenmeesters van de polderafdeeÜng P. te Oudesluis tot het bouwen van een bergplaats; aan S. Heida te St. Maartensbrug tot het bouwen van een uitneembaar schuurtje. VERBETERING DER BEGRAAFPLAATS. De Minister van Sociale Zaken heeft goèd- gevonden, dat het volgende werk in werk verschaffing wordt uitgevoerd: „Verbete ren van de algemeene begraafplaats te St. Maartensbrug" en heeft biervoor een bijdra ge uit het Werkloosheidssubsidiefonds toe gekend. ST. MAARTENSBRUG. TOESTEMMING VERLOTING. Burg. en Weth. van Zijpe hebben aan de Gyftmastiekvereen „S.S.S.D.I.N.D.U.A." al hier toestemming verleend tot het houden van een kleine verloting op haar e.v, uit voeringen. ST. MAARTENSVLOTBRUG OVERPLAATSINGEN. De heer G. de Graaf, brugwachter bij den Rijkswaterstaat alhier, is per heden aan gesteld als sluiswachter bij den dienst dei' Zuiderzeewerken ter stftndplaats De Kooij, gemeente Den Helder. Als brugwachter wordt naar St. Maartens- vlotbrug overgeplaatst de heer J. Schippers te Spijkerboor, Gemeente Jisp. Sluiswachter Brouwer van De Kooij gaat als brugwachter naar Spijkerboor. SINT PANCRAS NIEUWE KIESVEREENIGING. In café Bouwstra kwamen de vrijz. dé- mocraten en de partij van Kampen bijeen; teneinde samenwerking te zoeken in ver band met de aanstaande gemeenteraadsver kiezingen. Het resultaat van een en ander was, dat werd opgericht een kiesvereeni- ging van algemeene strekking, welke de naam Burgerplicht zal dragen. Van de on geveer 40 aanwezigen gaven zich 20 als lid op. Door de nieuwe kiesvereeniging zal uit sluitend het algemeen belang worden voor gestaan. BURGERLIJKE STAND IN MAART. Geboren, gehuwd en overleden: Geene. LOOP DER BEVOLKING. Ingekomen personen: Pieter van den Berg, z.b. van Warmenhuizen naar no. 14a; Chris- tina Alberdina Dalenberg, z.b. van Alkmaar Doelenstraat 19 naar No. 119b., gehuwd met G. Groen; Jacob Stammes en gezin, tuinbou wer, van Broek op Langendijk naar No. 220d; Jannetje Zeekant, z.b. van Amsterdam, naar No. 197. Vertrokken personen; Arendina ten Wol- de, z.b. van No. 347 naar Zijpe; Hendrik G. Smeenk, stoffeerder, van No. 263 naar Zei- hem; Nicolaas Ploeger, timmerman, van No. 135 naar Koog a. d. Zaan. WARMENHUIZEN 't Lot van de tramlijn nog niet beslist Eventueels naasting beslist niet over voortzetting of staking. Aan de memorie van antwoord betreffende dit ontwerp (inzake de spoorwegen Sauwerd- Roodeschool, Groningen—Wei werd en Alk maarWarmenhuizen) wordt het volgende ontleend. Tegenover de beschouwingen der leden, die van meening waren, dat de wetgever, door naasting te bevelen, min of meer zou voor- uitloopen op sluiting van de genaaste lijnen, werd van andere zijde terecht er aan herin nerd, dat naasting omtrent voortzetting of staking van de exploitatie niets beslist. Het is thans slechts de vraag, of de drie lijnen moeten komen te verkeeren in denzelfden rechtstoestand als het geheele overige net, dan wel,of het inderdaad redelijk ware voor dit drietal "bestendiging van contract te'ver zekeren, die het ten l.aste der schatkist ko mend verlies met een totaalbedrag van be- denkelijken omvang zouden blijven vergroo- ten. De regeering zou een dergelijke uitzon deringspositie niet gerechtvaardigd en jegens hen, die vroegere naastingen moesten onder gaan, niet billijk achten. Eenige stellige uitspraak omtrent het lot van de drie lijnen zou thans nog voorbarig zijn. De na 1 Januari 1940 voor elke lijn af zonderlijk blijkende omstandigheden zullen moeten worden afgewacht. Een voorspelling kan dus niet dan onder voorbehoud worden gegeven. HEER-HU GOWAARD Echtpaar K. van Bodegraven Hoogland a.s. Vrijdag in de bloe metjes. Op Vrijdag 7 April a.s. hoopt het echtpaar K. van BodegravenHoog land den dag te herdenken dat het vijftig jaar geleden zijn huwelijks reis begon. Naar aanleiding van dit heuglijk feit heb ben wij de familie Bodegraven een bezoek gebracht. Beiden waren in de smederij bezig De bruidegom arbeidde aan een werkstuk, dat nog af moest en de bruid vond dat de ruiten van de smederij nog eens een flinke beurt moesten hebben. Wij gingen naar binnen en al spoedig was de bruidegom op zijn praatstoel. „Ja, vertel jij maar," zei de bruid. ,,'t Viel vijftig jaar geleden niet mee om te beginnen, aldus dc heer van Bodegraven. Het was een slechte tijd. Toen wij trouw den, werkte ik op dc scheepswerf de „Honds bos" te Alkmaar. Na een jaar kochten wij een verloopen smederij te Haringhuizen. Wij hebben daar krappe jaren beleefd. Doch wij waren jong en konden er tegen. En ik hield van mijn vak. Dien eersten winter van 1890 op 1S91 zal ik nooit vergeten. Er was wel veel werk, maar ook de boeren hadden geen geld. Doch allengs werd het beter. In den winter 18971S9S bezocht ik een cur sus voor hoefbeslag in Haarlem. Ik was zoo gelukkig het diploma reeds in één winter te halen, hoewel het een tweejarige cursus was. Ik kreeg alle boeren uit den omtrek met de paarden. Zij kwamen uit Zijdewind. Schagen en Dirkshorn. 28 jaar hebben wij daar gewoond, 't Begin is heel erg moeilijk geweest, maar wij hebben er ook beste da gen gehad. Wij verkochten de zaak, omdat ik het niet langer kon volhouden, ik had het te druk. Naar Heerhugowaard. Toen hebben wij een Jaar in Alkmaar ge woond, waar wij grond hadden gekocht met de bedoeling met onzen zoon een kweekerij te beginnen. Doch dit liep mis. Toevallig kwam toen dit huis le koop. Wij kochten het, zetten er een nieuwe werkplaats bij en nu zitten wij hier al weer 20 jaar. „En druk dat hij 't heeft gehad", zegt de bruid. „De eerste 4 jaren werkte hij van 's morgens vroeg tot 's avonds 12 uur, half één." „Ja, en toen kreeg ik dat ongeluk met dat paard," vult de echtgenoot aan: „Het beest stond in de travalie, en ik besloeg het uit de hand. Ik stond met mijn rug tegen de paal, het beest trapte achteruit, mij tegen het onderlijf. Ik raakte bekneld tusschen het paard en de paal. Van dien tijd af heb ik dat werk nooit meer mogen doen. Dat is nu 14 jaar geleden. Nu maak ik gereedschap en werktuigen. Ik heb ook nog een tijd ge had dat ik met een greppel ploeg demon streerde. Overal kwam ik met dat ding; ik heb 't er goed mee gehad." Op onze vraag: „Wie is nu eigenlijk uw leermeester geweest?" antwoordt spr.: „ik heb mijn kennis uit de vakbladen opgediept Door zelfstudie heb ik mij zoo goed moge lijk bekwaamd. De gouden echtelieden vertelden verder, dat zij vijf kinderen hebben gehad, doch twee hebben moeten missen. Toen was het even stil in de kamer. Ja, het leven kan ook hard zijn. „Wij hadden zoo'n lief gezin, maar wij hebben nog drie kinderen en die hebben het gelukkig nu allemaal goed. Wij prijzen ons gelukkig dat wij beiden nog zoo gezond en flink zijn." Niet op een plaatje! „Maar mag ik nu weer aan het werk gaan?" vraagt de baas/ „of wilde u nog iets weten?" Neen wij weten nu genoeg, maar zouden zoo graag een foto van U beiden hebben. „Neen boor! U kunt alles van ons krijgen cn wij willen u alles zeggen, maar een foto neen, dat moet u ons niet kwalijk nemen, maar wij willen niet op de foto in de krant!" Hoe wij ook aandrongen, het hielp niet, en wij begrepen, dat we de gevoelens van onzen gastheer en gastvrouwe in dezen moesten eerbiedigen. Zónderf oto kwamen we dus op het redactiebureau terug Echter niet dan na beiden hartelijk be dankt te hebben voor hun vriendelijke ont vangst en hun een prettigen dag te hebben tóegewenscht.. Wij gelooven, dat het 't bruidspaar op 7 April niet aan belangstelling z.al ontbre ken, want niet alleen dat van Bodegraven door zijn prima vakkundig werk in heel den omtrek een goede reputatie heeft, doch ook de bruid geniet de sympathie van al len, die haar kennen. Een gelukkigen levensavond wenschcn wij heil toe!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 11