Een ingenieur van
Rijkswatirstaat beleedigd!
)rd
Arrondissements rechtbank
te Alkmaar
Gouden
Bruidspaar
Woensdag 5 April 1939
Vierde blad
Vorj
lt Kn
N,
oppen
d di
loet
ntre'n
ijsoj
n
rieej
ensi
MEERVOUDIGE STRAFKAMER,
(Zitting van Dinsdag l April).
har
^S.
Dooi
taani
ft
P b»
>r di:
celdH
t
vo«
eenij
'ij f tij
PERGEN.
Is hier kwestie van
smaadschrift
NEEN, ZEGT DE OFFICIER. JA, MEENT
PE VERDEDIGER. ZOO WORDT DE
AANKLAGER TOT VERDEDIGER EN DE
VERDEDIGER TOT AANKLAGER!
Gisteren stond voor de Arrondisse
mentsrechtbank terecht de heer J.
Broersma, lid van de aannemersfir
ma Broersma te Bergen. De Officier
van Justitie, Mr. G. C. B. van der
Feen de Lille, had verd. ten laste
terzake dat hij:
1241
145!
162';
m
2081
2228
248!
2125
2858
3133
3231
3354
3591
3801
399V
a. te Bergen, omstreeks half September
3937 opzettelijk den hoofdingenieur van den
(Rijkswaterstaat, Dr. Ir. Wentholt in ver
band met diens directe gemaakte werken
betrekkelijk liet Maas-Waalkanaal in het
openbaar bij geschrifte heeft beleedigd, zulks
door opzettelijk een brochure getiteld: „Ik
jzal handhaven" en opgedragen aan „allen
idie geroepen zijn tot de vertegenwoordiging
IVan het Nederlandsche volk", het licht te
doen zien en afschriften daarvan te doen
toekomen aan H.M. de Koningin, H.K.H.
Prinses Juliana; de Tweede Kamerfracties,
eenige dagbladen en Waterstaatsingenieurs,
jn welke brochure voor Dr. Ir. Wentholt be-
jcedigende passages voorkwamen.
h. Dat 'hij in of omstreeks de maand Ja-
huari 1938, opzettelijk de eer of goeden naam
heeft aangerand van Dr. Ir. Wentholt door
tenlastelegging van het knoeien met Rijks
geiden, het om den tuin leiden van het De
partement van Waterstaat, het saboteeren
van den wil van H.M. de Koningin, het
plegen van valschheid in geschrifte, alsme
de het henadeelen van den Staat der Ne
derlanden voor f 100.000, en het bekorten
niet de rechten van de aannemersfirma Joh.
cu Jac. Broersma, een en ander met het
Kennelijk doel om daaraan ruchtbaarheid
te geven, zulks door opzettelijk een open
brief te richten tot den Raad van Ministers,
gedateerd 11 Januari 1938.
De animo van het publiek voor deze zaak
is slechts zeer matig. Slechts een tiental
ionen bevindt zich op de publieke tri-
19*1
I.T.11
wrsoi
fane.
781
824!
L82'
'241
>462
64'
821
24:
559
r>
2;:
211
448
315
UI
II
Verdediger van verdachte is Mr. Dr. Buis-
tooi uit Schagen.
Het verhoor van verdachte.
De president Mr. A. M. Ledeboer merkt'
op, dat de dagvaarding is gegrond op twee
geschriften, n.1. op een brochure, getiteld:
»lk zal handhaven" en op een open brief.
Verdachte erkent zulks.
'Allereerst wordt de brochure onder de
ïoupc genomen en haalt Mr. Ledeboer daar
uit de passages aan, waardoor Dr. Ir. Went
holt zich helocdigend kon gevoelen.
Geeft U niet toe, dat zulks heleedigcnd.is?
Vraagt Mr. Ledeboer aan verd.
Nee, meneer, luidt het antwoord.
Voor den Commissaris heeft U verklaard
lioos te zijn geworden toen in 1937 Ir. Went
holt werd gedecoreerd, merkt Mr. Ledeboer
op. Is dus die brochure u niet ingegeven
door een gevoel van wrok?
Neen, meneer de president, zegt verd. nog
maals, Het ging hier rechtstreeks tegen den
slaat, omdat deze ir. Wentholt geschenken
gaf. Het is niet zoozeer de bedoeling ge
weest ir. Wentholt persoonlijk te beleedi-
gen.
Maar als iemand toch de hooge onderschei-
Hing krijgt van „De Nederlandsche Leeuw",
en u noemt hem dan: „Ridder van de droe
vige figuur", dan is dat toch wel beleedi-
gend, meent de president.
Aandacht trekken!
Verdachte' wil ér op wijzen, dat al
le pogingen welke hij deed, om zijn
zaak te verdedigen, mislukten. Hij
kreeg geen aandacht hij de Regee
ring. Daarna heeft verd. naar mid
delen gegrepen.
In de tweede plaats behandelt de presi
dent den open brief.
Mr. Ledeboer: U is er te goeder trouw van
«verluierd, dat ir Wentholt valschheid in
geschrifte pleegde?
Zeker, meneer de president, zegt verd.
U geeft dus toe, dat het ernstige verdacht-
Blakingen zijn. nietwaar? vraagt de presid.
Absoluut, aldus verd.
Hiermede is het verhoor van verdachte
Mgeloopen.
Ir. Wentholt getuigt.
rAfs getuige wordt dan voorgeroepen de
Jjetuigé dr. ir. R. R. Wentholt, wonende te
's Gravcnhagc. Deze zegt zich beleedigd te
gevoelen door de kwalificaties in de brochu
re en in den open brief. Het ergste van alles
is wel, de aaneenschakeling van onwaar
heden in deze geschriften, aldus get. Deze
boleedieingen zijn gebaseerd on een reeks
onjuistheden. Als men dc brochure „Tk zal
handhaven" uiteenrafelt, blijkt het, dat er
Biets van overblijft.
Het vreemde is, zegt get., dat aan mijzelf
hooit oen brochure of een open brief werd
gezonden. Ik nam van den inhoud toeval
lig kennis.
De verdediger vraagt, of get. later wel eens
getoond heeft, den heer Broersma zéér
slecht gezind te zijn? Volgens.Mr. Dr. Buis
kool zou zijn cliënt voor de Spoorwegen uit
voeren en zou ir. Wentholt gezegd hebben:
♦.•Veten iullic wel, met wicn jullie te doen
Jiebhen?"
Getuige zegt, dat een en ander aï zoo
lang geleden is. dat hij zich daarvan niets
meer kan herinneren. Vergeteft mag niet
worden, dat ik al lang niet meer belast was
niet de uitvoering van het Maas-Waalkanaal
Ik acht mij zeer beleedigd en benadeeld
door den open brief, merkt getuige op.
De vordering van den Staat ad. f 115.000
werd op de lijst geplaatst van het faillisse
ment van den heer Broersma. Zulks blijkt
uit een brief van den Landsadvocaat aan
get. Maar dat is een zaak, waar ik geheel
buiten sta.
"Wiel weet get. zich te herinneren,
dat er sprake van is geweest Broers
ma schadeloos te stellen. Get. zegt
dit onder voorbehoud; en en ander
dateert namelijk alreeds van 1925.
Getuige kan het zich weer niet
herinneren.
Mr. Fruin gelooft, dat verd. zich ernstig
benadeeld heeft gevoeld. Kunt U daarover
de Rechtbank inlichten, vraagt de rechter
aan get.
Ir. Wentholt kan daarop niet positief ant
woorden, ofschoon hij het niet gelooft.
Mr. dr. Buiskool maakt er get. attent op,
dat deze toch het werkplan heeft goedge
keurd?
Ik kan mij niet meer herinneren hoe een
en ander vijftien jaar geleden in z'n werk
is gegaan zegt ir. Wentholt.
Maar wel weet ir. Wentholt zich te her
inneren, dat 15 jaar geleden, het werk on
deskundig werd uitgevoerd, ofschoon een en
ander zijn sanctie had; roept verd. veront
waardigd uit.
Mr. dr. Buiskool komt tot de conclusie,
dat die vordering van f 115.000 van den
Staat op Broersma totaal ongegrond was.
Heeft de opvolger van Broersma het
zelfde werk afgemaakt, waarmede Broersma
begonnen is; wil mr. Ledeboer weten.
Get. antwoordt hierop, dat de zaak zoo
veel mogelijk is aangepast aan de opvattin
gen van Broersma.
Het was een geheel ander bestek! merkt
de verdediger op. Daar staat en valt de vor
dering van den staat op Broersma mee.
Requisitoir.
De officier van Justitie krijgt dan gelegen
heid tot het houden van zijn requisitoir.
Mr. v. d. Feen dc Lille komt tot de con
clusie, dat de brochure „Ik zal handhaven"
wemelt van beleedigingen en haalt eenige
voorbeelden aan. Spr. noemt o.a. de uitdruk
kingen: „Krankzinnige overschrijding van
de raming"; „ongelooflijke oplichting"; „al
de waanzin uit 's landsrapporten." Dat zijn
volgens den officier toch alle termen, welke
niet kunnen worden getolereerd. Maar de
klap op de vuurpijl noemt mr. v. d. Feen
de Lille, dat ir. Wentholt nog een der hoog
ste onderscheidingen krijgt van H.M. de Ko
ningin, terwijl verd. hem noemt, „ridder
van de droevige figuur.
Voorts wordt door verd. ir. Wentholt ver
geleken met den schurk Estherhazy. Een
en ander gaat toch werkelijk over de
schreef, meent de Officier. Er valt dan ook
niet aan te twijfelen, of de inhoud van de
brochure is zéér beleedigend voor ir. Went
holt, ofschoon verd. zegt niet de bedoeling
te hebben gehad te beleedigen. Maar voor
een mensch die verkeert in een hittere ge
moedsstemming, is het zoo gevaarlijk naai
de pen te grijpen!
De Officier gelooft, dat dé firma
Broersma dit werk heeft aangeno
men, zonder daarvoor berekend te
zijn. Dan komen, de moeilijkheden
met het geld.
Het is begrijpelijk, dat. de Staat op Broers
ma verhaalt wat het werk meer heeft ge
kost. Nu zegt Broersma: ,Ik moet f 300.000
van den Staat hebben en ik krijg er maar
dertig. Op deze wijze komen de partijen
tegenover elkaar te staan. Maar het gaat
daarom nog niet aan, allerlei leclijke din
gen over een ambtenaar te zeggen!
Wat de Open brief betreft, kan hier vol
gens den Officier niet van ruchtbaarheid
worden, gesproken. Helaas voor verd., die
daardoor geen gelegenheid krijgt, waar te
maken, wat hij geschreven heeft. Immers,
deze Open brief is alleen gezonden aan den
Raad van Ministers. Later zou hij het
vooronderzoek zijn gebleken, dat de Open
brief ook was gezonden aan alle Kamerle
den en aan 56 bladen. Maar volgens de
dagvaarding is zulks niet geschied.
De Officier concludeert dan ook. dat hier
niet kan worden gesproken van een smaad
schrift, doch alleen van beleediging.
Mr. v. d. Feen de Lille heeft daar
om de eer te requireeren verd. voor
het onder sub a. genoemde te ver-
oordeelen tot een geldboete van f 30
subs. 20 dagen hechtenis en hem te
ontslaan van rechtsvervolging wat
betreft het onder sub b. ten laste ge
legde.
Mr. Buiskool pleit.
Mr dr. Buiskool krijgt dan gelegenheid
tot het houden van zijn pleidooi en begint
met te zeggen, dat de Officier voor het
onder sub b. ten laste gelegde, ontslag van
alle rechtsvervolging vraagt.
Deze verdachte wilde vervolgd worden en
niet bulten vervolging worden gesteld.
Daarom heeft ook pleiter het zéér vreemd
gevonden, dat zijn cliënt een bezwaar
schrift indiende tegen dc dagvaarding. Vol
gens pleiter moet verd. de gelegenheid heb
ben bewijzen aan te voeren, voor hetgeen
hij geschreven heeft.
Pleiter wijst erop, dat in de dagvaarding
alléén een brokje voorkomt van de brochu
re: „Ik zal handhaven" en tracht dan aan
te toonen, dat zijn cliënt nimmer de bedoe
ling heeft gehad te beleedigen.
Ingenieur Kohier heeft in 1928 nog veel
krassere termen gebruikt tegen ir. Went
holt, dien hij onbevoegd achtte voor het
uitvoeren van groote werken. Maar in
Kohier werd niet vervolgd!
Wat betreft de uitlating over de benoe
ming van ir. Wentholt tot Ridder van den
Nederlandschen Leeuw, meent pleiter dat
het Staatsorgaan zich hierdoor beleedigd
moet achten en niet ir. Wentholt zelf.
De tirade, 'dat ir. Wentholt zou
zijn „een ridder van de droevige
figuur" is een bepaald feit en dat
valt wel degelijk onder smaadschrift.
Mr. dr. Buiskool meent, dat verd. ten aan
zien van het onder sub a. tenlaste gelegde
dient te worden vrijgesproken.
Wat betreft het onder sub b. ten laste ge
legde rijst de vraag: kan verd. bewijzen wat
hij heeft geschreven en wil de Rechtbank
hem daartoe de gelegenheid geven?
Verd. wil voor sub. b. niet ontslagen wor
den van rechtsvervolging. Immers hier zijn
bepaalde feiten, welke wel degelijk op
smaadschrift wijzen. Verd. heeft langs le-
galen weg getracht recht te krijgen, doch
overal zijn neus gestooten. Behalve dan bij
H.M. de Koningin, bij wie hij in audiëntie
is ontvangen. En verd. was geen vreemde
voor de Koningin. Deze man die onge
schikt was voor het werk, dat hem door
Waterstaat werd opgedragen, maakte een
der grootste werken van de wereld, n.1. de
sluis bij de Lemmer, waarover hij van alle
mogelijke zijden den grootsten lof ontving.
Hij had recht op arbitrage, maar deze werd
als zijnde ongegrond, van de hand gewezen.
Pleiter's cliënt heeft niet den opzet ge
had om te beleedigen, maar hij wilde zich
recht verschaffen. En toen heeft hij deze
methode gevolgd.
Als nu de rechtbank meent, dat
het element „smaadschrift" ont
breekt, dan zinkt verd. alle grond
onder de voeten weg.
Volgens pleiter zit in den open brief al
reeds liet element van openbaarmaking.
Het Hof heeft naar oordeel van verd.
smaadschrift tenlaste gelegd; dus dan kan
de rechtbank niet anders doen, dan verd.
gelegenheid te geven, te bewijzen, wat hij
heeft geschreven. Arbitrage heeft verd. niet
gekregen; men heeft met hem gesold op een
verschrikkelijke manier.
Pleiter concludeert tenslotte, dat zijn
cliënt van het onder sub. a. ten laste geleg
de dient te worden vrijgesproken en wat
sub. b. betreft moet de rechtbank verd. bij
tusschenvonnis gelegenheid geven te bewij
zen, wat deze in zijn open brief schreef.
Na een korte repliek van den Officier,
waarbij deze op z'n standpunt bleef staan,
dat hier van smaadschrift niet gespro
ken kon worden bepaalde de rechtbank de
uitspraak in deze zaak op heden over veer
tien dagen.
SCHAGEN
HENGELSPORTVEREEN. „DE BAARS".
Bovengenoemde vereeniging hield haar
jaarvergadering bij den liqer P. Bontes.
Te ruim half negen opende de voorzitter
de vergadering met een kort woUfrl van wel
kom, waarna de secretaris de notulen der
vorige vergadering las, welke onveranderd
werden goedgekeurd.
Hierna volgde het jaarverslag over het af-
geloopen vereenigingsjaar.
De peningmeester gaf vervolgens een keu
rig overzicht der financiën. De kascommis-
sie had boeken en bescheiden in orde be
vonden, zoodat de penningmeester werd ge
dechargeerd.
Besloten werd den eersten wedstrijd op 4
Juni a.s. te houden in de Ringsloot bij
Groenveld.
De besprekingen omtrent het bouwtje aan
de Schager Wiel, hadden tot resultaat, dat
werd besloten dit bouwtje niet te pachten.
Het vischwater in den polder Valkkoog bleef
voor de vereeniging behouden.
Er volgde bestuursverkiezing, met als uit
slag: voorzitter de heer B. Visser, secretaris
de heer H. Molenaar, penningmeester de heer
J. Lingeman, commissarissen de heeren M.
Roggeveen en M. Pepei's. In de inkoopcom
missie werden gekozen de heeren A. Struijf.
en M. Pepers, in de kascommissie de heeren
W. v. Geelcn en R. v. Halm.
Na rondvraag sluiting.
HAVENVERKEER IN MAART 1939.
In de maand Maart 1939 werd onze haven
bezocht door 47 scheden, waarvan 9 met een
inhoud van 1004 tori, geladen met steen,
grint en cement, 22 met een inhoud van 647
ton, geladen met stukgoederen, 10 met een
inhoud van 283 ton geladen met vee, 4 met
een inhoud van 406 ton geladen met steen
kool en 2 met een inhoud van 35 ton gela
den met hout.
HERHALINGSOEFENINGEN.
De dienstplichtige Klaas Borst der lichting
1927 is opgeroepen om op 13 Juli a.s. te
's-Hertogenbosch bij het le Regiment Wiel
rijders voor herhalingsoefeningen in werke-
1 ij ken dienst te komen voor den tijd van 10
dagen.
STAND DER WERKLOOSHEID.
Op Zaterdag 1 April stonden 61 werkloo-
zen ingeschreven, waarvan 7 in de steunre
geling, 12 in de centrale werkverschaffing
en 37 in de gemeentelijke werkverschaffing
(8 in het Rietbosch, 11 in de baggerregeling
en 18 bij dc Algemeene Begraafplaats), 3
werkloozen maken een wacht week door,
terwijl 2 werkloozen uit hun bondskas trok
ken.
STAND DER ARBEIDSBEMIDDELING.
Op Zaterdag 1 April stonden 75 personen
als werkzoekende ingeschreven, waarvan:
23 grondwerkei's, 3 timmerlieden, 1 metse
laar, 1 opperman, 5 arbeiders-chauffeur, 1
monteur, 1 electricien, 31 landarbeiders en
9 losse arbeiders.
In de overeenkomstige week in het vori
ge jaar bedroeg dit aantal 109. Hiervan
werkten in werkverschaffing Schager Kog
ge 16 en baggerregeling 18 arbeiders, terwijl
41 stempelden.
LOOP DER BEVOLKING IN MAART 1939.
Ingekomen personen: Jan Boontjes, E 123,
van Haarlem; Francisca M. van der Palm,
D 153, van Rotterdam; Petronella Dijkstra,
B 120, van Utrecht; Hendrika Johanna Ant.
Sluijtcr (wed. J. E. Verboef), C 14, van Den
Helder; Joscf Johann Faber en vrouw, H
26, van Ned. ïndië; Piefronella Bakker, E
84a, van Ileiloo; Jannetje Burger, B 192, v.
Nieuwe Niedorp; Jan Pancras, H 9, van N.
Niedorp; Elizabeth G. van der Eng, H 9,
van Oude Niedorp; Guurtruida A. Wenink,
E 53, van Apeldoorn; Jan Hop, D 120, van
Alkmaar; Harmen van der Goot, B 6, van
Deventer; Alewijn Bijpast, H 42, van Wie-
ringerwaard; Nicolaas dc Boer, E 121, van
Maasniel; Theodorus Johannes van Bragt,
G 33, van Purmerend; Paulina Heije, C 95c,
van Alkmaar; Editih Maria Mrakic, C207, v.
Schaesberg; Jacob Jongerling en dochter, J
9 van Harenkarspel; Jan Homan en vrouw
E 53, van Wieringerwaard; Maria Bosman,
C 33, van Zaandam; Sipke Eriks en vrouw,
C 71, van Zijpe; Arie Brommer en gezin, K
27, van Zijpe; Geert Weggemans en gezin,
F 16, van Winkel; Petrus Joseph Stam, C 5,
van Apeldoorn.
Vertrokken personen: Aaltje Pees van D
121 naar Amsterdam, Hoogeweg 32 Alida
Bakker van D 121 naar Beverwijk, Kagcr-
weg 6; Dirk Portegies en vrouw van D 134
naar Hoorn, Achter de Vest 20; Femmigje
Dekker van C 196 naar Sint Maarten, Stroe-
lerdijk C 131; Neeltje Wardenaar van E 84
naar Wieringerwaard, Walingsweg C 20a;
Klaas Rempt en gezin van J 40 naar Bar-
singerliorn, Hemme; Engelina M. Donpel-
mans van B 10S naar Alkmaar, Nieuwlan-
dcrsingcl 70; Reijer Toornstra van B 146 n.
Callantsoog, wijk A 85 Dirk Nierop van E
136 naar Harenkarspel, Dirkshorn B 85; Ja
cob Weijer van B 23 naar Wildervank, C 81
Hendrik J. Tobsvoort en gezin van D 7b n.
Nieuwleusen, De Hulst C 102b; Arie Brom
mer en vrouw van K 27 naar Harenkar
spel, Schagerwaard C 32; Rinze Douma van
H 70 naar Zijpe, Ruigeweg D '32; Willem
Dekker en gezin van II 20 naar Zijpe, Bur-
gerbrug B 89; Hendrikus Ruijs en gezin n.
Apeldoorn, Oranjedwarsstraat 4; Pieter
Bronder en gezin van B 86 naar Den Hel
der, Middenstraat 118; Gerbrand Snijders
en dochter van B 199 naar Den Helder,
Middenstraat. 28; Pieter Slotemaker van A
31 naar Utrecht, Paramaribostraat 39bis;
Simon Kuiper van B 47 naar Hensbroek,
A 72; Maria R. Vrielink, van E 15 naar Am
sterdam, Valeriusstraat 21; Neeltje "Kreijger
(wed. J. Jonker) van E 84a naar Ned. ïn
dië, Sumatra O.K.; Petrus Bommer en gez.
naar Groningen, Vcrl. Oosterweg 35 A;
Arend Wemmenhove en gezin van E 156
naar Kampen, Dorpsstraat 8.
ZIJPE
DE A.S. GEMEENTERAADSVERKIE
ZINGEN.
De lijst der V.D. en Vrijheidsbond.
De Vrijz. Democratische Kiesvereenigingen
en de alhier beslaande afdeeling van den
Vrijheidsbond die bij de a.s. Gemeente
raadsverkiezing zullen samenwerken zul
len de volgende candidatenlijst inleveren:
1. G. van der Sluijs 2. P. Doorn; 3. K.
Jansma; 4. W. Bos (alle vier aftredend); 5.
H. Jonker; 6. C. Tiel; 7. C. Nierop; 8. D.
Jimmink Jbz.; 9. G. Appel; 10. P. Vries; 11.
J. Buisman; 12. D. Raat; 13. V. Bakker;
14. G. Rademaker; 15. G. Blaauboer Kz. en
16. H. Swan.
BOUWVERGUNNINGEN.
B. en W. dezer gemeente hebben de vol
gende bouwvergunning verleend: aan H.
Konijn te 't Zand tot het uitbreiden van
zijn broodbakkerij; aan de Molenmeesters
van de polderafdeeÜng P. te Oudesluis tot
het bouwen van een bergplaats; aan S.
Heida te St. Maartensbrug tot het bouwen
van een uitneembaar schuurtje.
VERBETERING DER BEGRAAFPLAATS.
De Minister van Sociale Zaken heeft goèd-
gevonden, dat het volgende werk in werk
verschaffing wordt uitgevoerd: „Verbete
ren van de algemeene begraafplaats te St.
Maartensbrug" en heeft biervoor een bijdra
ge uit het Werkloosheidssubsidiefonds toe
gekend.
ST. MAARTENSBRUG.
TOESTEMMING VERLOTING.
Burg. en Weth. van Zijpe hebben aan de
Gyftmastiekvereen „S.S.S.D.I.N.D.U.A." al
hier toestemming verleend tot het houden
van een kleine verloting op haar e.v, uit
voeringen.
ST. MAARTENSVLOTBRUG
OVERPLAATSINGEN.
De heer G. de Graaf, brugwachter bij den
Rijkswaterstaat alhier, is per heden aan
gesteld als sluiswachter bij den dienst dei'
Zuiderzeewerken ter stftndplaats De Kooij,
gemeente Den Helder.
Als brugwachter wordt naar St. Maartens-
vlotbrug overgeplaatst de heer J. Schippers
te Spijkerboor, Gemeente Jisp.
Sluiswachter Brouwer van De Kooij gaat
als brugwachter naar Spijkerboor.
SINT PANCRAS
NIEUWE KIESVEREENIGING.
In café Bouwstra kwamen de vrijz. dé-
mocraten en de partij van Kampen bijeen;
teneinde samenwerking te zoeken in ver
band met de aanstaande gemeenteraadsver
kiezingen. Het resultaat van een en ander
was, dat werd opgericht een kiesvereeni-
ging van algemeene strekking, welke de
naam Burgerplicht zal dragen. Van de on
geveer 40 aanwezigen gaven zich 20 als lid
op. Door de nieuwe kiesvereeniging zal uit
sluitend het algemeen belang worden voor
gestaan.
BURGERLIJKE STAND IN MAART.
Geboren, gehuwd en overleden: Geene.
LOOP DER BEVOLKING.
Ingekomen personen: Pieter van den Berg,
z.b. van Warmenhuizen naar no. 14a; Chris-
tina Alberdina Dalenberg, z.b. van Alkmaar
Doelenstraat 19 naar No. 119b., gehuwd met
G. Groen; Jacob Stammes en gezin, tuinbou
wer, van Broek op Langendijk naar No.
220d; Jannetje Zeekant, z.b. van Amsterdam,
naar No. 197.
Vertrokken personen; Arendina ten Wol-
de, z.b. van No. 347 naar Zijpe; Hendrik G.
Smeenk, stoffeerder, van No. 263 naar Zei-
hem; Nicolaas Ploeger, timmerman, van No.
135 naar Koog a. d. Zaan.
WARMENHUIZEN
't Lot van de tramlijn nog
niet beslist
Eventueels naasting beslist niet
over voortzetting of staking.
Aan de memorie van antwoord betreffende
dit ontwerp (inzake de spoorwegen Sauwerd-
Roodeschool, Groningen—Wei werd en Alk
maarWarmenhuizen) wordt het volgende
ontleend.
Tegenover de beschouwingen der leden, die
van meening waren, dat de wetgever, door
naasting te bevelen, min of meer zou voor-
uitloopen op sluiting van de genaaste lijnen,
werd van andere zijde terecht er aan herin
nerd, dat naasting omtrent voortzetting of
staking van de exploitatie niets beslist. Het
is thans slechts de vraag, of de drie lijnen
moeten komen te verkeeren in denzelfden
rechtstoestand als het geheele overige net,
dan wel,of het inderdaad redelijk ware voor
dit drietal "bestendiging van contract te'ver
zekeren, die het ten l.aste der schatkist ko
mend verlies met een totaalbedrag van be-
denkelijken omvang zouden blijven vergroo-
ten. De regeering zou een dergelijke uitzon
deringspositie niet gerechtvaardigd en jegens
hen, die vroegere naastingen moesten onder
gaan, niet billijk achten.
Eenige stellige uitspraak omtrent het lot
van de drie lijnen zou thans nog voorbarig
zijn. De na 1 Januari 1940 voor elke lijn af
zonderlijk blijkende omstandigheden zullen
moeten worden afgewacht. Een voorspelling
kan dus niet dan onder voorbehoud worden
gegeven.
HEER-HU GOWAARD
Echtpaar K. van Bodegraven
Hoogland a.s. Vrijdag in de bloe
metjes.
Op Vrijdag 7 April a.s. hoopt het
echtpaar K. van BodegravenHoog
land den dag te herdenken dat het
vijftig jaar geleden zijn huwelijks
reis begon.
Naar aanleiding van dit heuglijk feit heb
ben wij de familie Bodegraven een bezoek
gebracht. Beiden waren in de smederij bezig
De bruidegom arbeidde aan een werkstuk,
dat nog af moest en de bruid vond dat de
ruiten van de smederij nog eens een flinke
beurt moesten hebben.
Wij gingen naar binnen en al spoedig was
de bruidegom op zijn praatstoel.
„Ja, vertel jij maar," zei de bruid.
,,'t Viel vijftig jaar geleden niet mee om
te beginnen, aldus dc heer van Bodegraven.
Het was een slechte tijd. Toen wij trouw
den, werkte ik op dc scheepswerf de „Honds
bos" te Alkmaar. Na een jaar kochten wij
een verloopen smederij te Haringhuizen.
Wij hebben daar krappe jaren beleefd. Doch
wij waren jong en konden er tegen. En ik
hield van mijn vak. Dien eersten winter van
1890 op 1S91 zal ik nooit vergeten. Er was
wel veel werk, maar ook de boeren hadden
geen geld. Doch allengs werd het beter. In
den winter 18971S9S bezocht ik een cur
sus voor hoefbeslag in Haarlem. Ik was zoo
gelukkig het diploma reeds in één winter
te halen, hoewel het een tweejarige cursus
was. Ik kreeg alle boeren uit den omtrek
met de paarden. Zij kwamen uit Zijdewind.
Schagen en Dirkshorn. 28 jaar hebben wij
daar gewoond, 't Begin is heel erg moeilijk
geweest, maar wij hebben er ook beste da
gen gehad. Wij verkochten de zaak, omdat
ik het niet langer kon volhouden, ik had
het te druk.
Naar Heerhugowaard.
Toen hebben wij een Jaar in Alkmaar ge
woond, waar wij grond hadden gekocht met
de bedoeling met onzen zoon een kweekerij
te beginnen. Doch dit liep mis. Toevallig
kwam toen dit huis le koop. Wij kochten
het, zetten er een nieuwe werkplaats bij en
nu zitten wij hier al weer 20 jaar.
„En druk dat hij 't heeft gehad", zegt de
bruid. „De eerste 4 jaren werkte hij van
's morgens vroeg tot 's avonds 12 uur, half
één."
„Ja, en toen kreeg ik dat ongeluk met dat
paard," vult de echtgenoot aan: „Het beest
stond in de travalie, en ik besloeg het uit
de hand. Ik stond met mijn rug tegen de
paal, het beest trapte achteruit, mij tegen
het onderlijf. Ik raakte bekneld tusschen
het paard en de paal. Van dien tijd af heb
ik dat werk nooit meer mogen doen. Dat is
nu 14 jaar geleden. Nu maak ik gereedschap
en werktuigen. Ik heb ook nog een tijd ge
had dat ik met een greppel ploeg demon
streerde. Overal kwam ik met dat ding; ik
heb 't er goed mee gehad."
Op onze vraag: „Wie is nu eigenlijk uw
leermeester geweest?" antwoordt spr.: „ik
heb mijn kennis uit de vakbladen opgediept
Door zelfstudie heb ik mij zoo goed moge
lijk bekwaamd.
De gouden echtelieden vertelden verder,
dat zij vijf kinderen hebben gehad, doch
twee hebben moeten missen.
Toen was het even stil in de kamer. Ja,
het leven kan ook hard zijn.
„Wij hadden zoo'n lief gezin, maar wij
hebben nog drie kinderen en die hebben
het gelukkig nu allemaal goed. Wij prijzen
ons gelukkig dat wij beiden nog zoo gezond
en flink zijn."
Niet op een plaatje!
„Maar mag ik nu weer aan het werk
gaan?" vraagt de baas/ „of wilde u nog
iets weten?"
Neen wij weten nu genoeg, maar zouden
zoo graag een foto van U beiden hebben.
„Neen boor! U kunt alles van ons krijgen
cn wij willen u alles zeggen, maar een foto
neen, dat moet u ons niet kwalijk nemen,
maar wij willen niet op de foto in de krant!"
Hoe wij ook aandrongen, het hielp niet,
en wij begrepen, dat we de gevoelens van
onzen gastheer en gastvrouwe in dezen
moesten eerbiedigen. Zónderf oto kwamen
we dus op het redactiebureau terug
Echter niet dan na beiden hartelijk be
dankt te hebben voor hun vriendelijke ont
vangst en hun een prettigen dag te hebben
tóegewenscht..
Wij gelooven, dat het 't bruidspaar op 7
April niet aan belangstelling z.al ontbre
ken, want niet alleen dat van Bodegraven
door zijn prima vakkundig werk in heel
den omtrek een goede reputatie heeft, doch
ook de bruid geniet de sympathie van al
len, die haar kennen.
Een gelukkigen levensavond wenschcn
wij heil toe!