oui Wij lazen voor TA Ei INIJ m Pi IF^IMTTS0 i ïMMEM Fokker T 8 W voldoet In het hart getroffen Radioprogramma iPJLohm op fyte. itoAm aan to-ai DOOR EDGAR RICE S BURROUGHS Terwijl de zwarten naar hen toe kwamen, wilde Spike pijl en boog van de grond op rapen, maar Troll hield hem tegen. „Laat liggen", waarschuwde Troll; „wy zyn immers in de minderheid om aan te vallen. En wie weet, misschien zyn ze ons goedgezind." De vreemden kwamen verwonderd naderbij, hun wapens gereed houdend. Op enkele passen afstand bleven ze staan. De aanvoerder wees naar de trillende safari's en vroeg op een arrogante toon: „Wat doen jullie in't land van Bantango?" „We zoeken naar een gids," zei Troll, „de grote Safari komt na ons met veel geweren." „Je liegt. Mijn mannen vol gen je al twee dagen. Geen groote safari. Geen geweren." „Dan hebben ze ons zeker in de steek gelaten," merkte Troll bevend op, terwy'1 hij naar de wilden keek, die tot aan de tanden gewapend waren en versierselen droegen van de kannibalen. „Neen," ver klaarde zijn metgezel, „we hebben nog een kans. De grote diamant. Misschien kunnen we, als we de steen laten zien, hen beïnvloe den en laten doen, wat wij willen, evenals Mafka dat deed." Dat was waar. In het land van de Kaji hadden ze het meegemaakt, dat Mafka gehoorzaamd werd, als ze een commando gaf, terwijl ze de steen aanraakte. Haastig wikkelde Spike de dierenhuid los en een grote steen, die schitterde in het flakke rende schijnsel van het kampvuur, kwam te voorschijn. De aanvoerder stond met zijn mond wijd open van verbazing. ■BUit de Pers van heden „PIETLUTTIGE UITVLUCHT." De Maasbode (R.K.) schrijft: Vorige week Dinsdag signaleerden we de (on)hebbelijkheid van het Nazi-dagblad, om 't koste wat het kost, zijn lezers op de mouw te spelden, dat „politiek katholicis me" en „Joodsche geldmacht" in ons land hand in hand gaan, teneinde hier een „dic tatuur" te vestigen. Een monsterachtige be wering, waarvoor nochtans schijn noch schaduw van een bewijs werd geleverd en ook niet geleverd worden kan. De redactie, die op het punt van logi- schen betoogtrant voor geen kleintje ver vaard is, probeert het nochtans in haar nummer van1 April. En wel in dezer voege: „Schijn noch schaduw van een bewijs". Dan moeten we maar weer eens in de kolommen van „De Maasbode" zelf duiken. En dan her inneren wij ons, dat de vorige Paus die zich herhaaldelijk als een fel te genstander van het nationaal-socia- lisme heeft doen kennen, die het steeds vóór de Joden en tegen het nalionaal-socialisme heeft opgeno men, openlijk heeft gezegd: „Wij zijn geestelijke semieten." (Men kan het nalezen in „De Maasbode" van 1 Oct. 1938). Kan het duidelijker ge zegd worden, dat het politieke ka tholicisme achter het internationale Jodendom staat?" We willen het gezond verstand van den lezer hiet höönen met aan zoo'n pietluttige uitvlucht nog één woord te verspillen. Het nazi-dagblad had waarlijk beter ge daan, met voor zijn doorzichtig bakerpraat je het „bewijs" maar verder schuldig te blijven. Dit smoesje is, zoo besluit de Msb., tè kinderachtig. GEEN TWEEDE MAAL! Uit ,De Vrijzinnig Democraat": Doordat de N.S.B. in Duitschland de in druk wekt dat er in Nederland 'n partij is die alles critiekloos toejuicht wat het na- tionaal-socialistisch bewind onderneemt óók een door niets gerechtvaardigde over rompeling van kleine nabuurstaten met een niet-Duitse bevolking, moet men daar te lande wel tot de conclusie komen, dat deze partij zich tegen een occupatie van Ne derland, als deze te eniger tijd in de Duitse kraam te pas mocht komen, evenmin zou verzetten (het ligt immers logisch en con sequent in haar lijn!) en, in haar bewonde ring voor het in Duitsland heersende stel sel, zelfs bereid zou kunnen worden ge vonden een Seyss-Inquart of Gajda te leve ren, die zich op 't „historische" ogenblik wel in zijn ware gedaante zal demaskeren. Aan het eigen land is immers geen haar goed en bij den groten buurman alles even prachtig! Het is gelukkig, dat binnen enkele weken de verkiezingen voor de Provinciale Staten ons volk de gelegenheid schenken met een geen twijfel overlatende duidelijkheid uit te spreken, dat het in zijn brede lagen niets met deze onverbeterlijke vergoders van uitheemse moraal en methoden ge meen heeft; dat het zich geen tweede maal in zijn geschiedenis door „patriotten" aan vreemden zal laten uitleveren. Zorgt allen, dat die uitspraak niet alleen duidelijk is. Laat zij overweldigend zijn! HET DRAMA TE KOEDIJK. Een „Oproerige Krabbel" uit Het Volk (s.d.a.p.): Het drama van Koedijk, zoals het in onze krant met een volstrekt niet te dik woord genoemd is, wil mij niet uit de gedachte. Het is een aantal drama's van Strindberg, in één benauwend geheel samengevat. Alleen al een eis van levenslang, die door een vrijspraak wordt gevolgd. Stel U den mens voor, die deze twee uitersten in een tijdsbestek van twee weken te 'beleven krijgt. En dat dan op slag gevolgd door het in gestelde hoger beroep, zodat al deze ver schrikkingen nog ééns moeten worden doorstaan. Als het Hof de vrijspraak herhaalt, het drama gaat verder. Ook de rechtbank, die hem vrij liet uitgaan, achtte wèl bewezen, dat het idéé óm zijn vróuw en kinderen te doden, vroeger wèl bij hem geleefd heeft. Met dit oordeel in eik geval keert hij dan bij zijn vrouw terug. Met deze gedachte zullen zij tegenover elkander zitten voor taan, met één kind en met drie leeggewor- den kinderstoelen. Is zelfs bij Strindberg ooit zulk een gedachte opgekomen? Vrijspraak of veroordeeling... indien een onschuldige dit alles wordt aangedaan, welk een ontzetting, als men 't doordenkt. En indien het een schuldige betreft, welk een gruwel! „Thrillers" heten die bedenkselen der ver beelding, waar het den toeschouwer koud bij wordt. Doch hoe armelijk blijven deze verzinse len bij hetgeen het leven zelf aandurft, en waarbij ons menselijk verstand stil blijft staan, onmachtig om het te bevatten. Teeltpremie vlas Wij vernemen van bevoegde zijde, dat voor vlas van den oogst 1938, hetwelk werd verkocht van 1 December 1938 tot en met 2S Februari 1939, geen teeltpremie zal wor den verleend. Amateur-rechercheur heeft succes Twee fietsendieven aangehou den. Dinsdagavond heeft een Amsterdamsche burger met succes als rechercheur gefun geerd. Hij zag, dat twee mannen een fiets, welke voor een perceel aan het Frederik Hendrikplantsoen op slot stond, wegdroe gen naar de Genard Schaepstraat, waar zij het rijwiel neerzetten en het slot for ceerden. Daarna lieten zij de fiets staan om deze later, zooals dat bij fietsendieven gewoonte is, weg te halen. De amateur-rechercheur volgde de man nen op hun pad, dat naar de van Beunin- genstraat leidde. Hier ging een van hen een woning naar later bleek zijn eigen huis binnen, waaruit hij korten tijd later weer met een fiets verscheen. De burger vond nu den tijd gekomen om de politie op de hoogte te stellen en in de Haarlemmerstraat hield een agent de beide mannen aan. Ofschoon zij beweerden, dat zij dit rijwiel o*i het Waterlooplein gekocht hadden, hechtte de politie hier niet veel geloof aan en de mannen, resp. 26 en 28 jaar oud, wer den op het bureau ingesloten. Zeewaardigheidsproeven op Heldersche reede. de Dinsdagmiddag werden op de reede van Den Helder de zeewaardigheidsproeven ge houden met het eerste van de thans in aanbouw zijnde serie, van vijf Fokker T. 8 W. torpedovliegtuigen, bestemd voor de Koninklijke Marine, welke zooals bekend, dezer dagen een nieuwe serie van 31 toe stellen van hetzelfde type heeft besteld. Het toestel werd bsetuurd door den officier- vlieger eerste klasse P. Vroon, terwijl de chef-constructeur der Fokkerfabrieken, ir. M. Beeling en de fabrieksvlieger, de heer T. H. Legstra, zich eveneens aan boord bevonden. De zeegang was in overeenstem ming met de voor de zeewaardig heidsproeven contractueel gestelde eischen, waaraan de T. 8 W. volko men bleek te voldoen. Admiraal A. Vos, hoofd der 4e afd. A., materieel der zeemacht, vergezeld van den hoofdofficier M.S.D. tweede klasse, J. N. Kramer, sloegen de verrichtingen van het toestel aan boord van de begeleidende sleepboot gade. De Fokkerfabriek was vertegenwoordigd door den heer J. E. van Tven en ir. P. J. C. Vos. De snelle motorboot van Hr. Ms. vlieg kamp „De Mok" welke speciaal is aan geschaft om in nood verkeerende water vliegtuigen te hulp te snellen, bleef gedu rende de proeven in de nabijheid, doch behoefde gelukkig geen dienst te doen. Vechtpartij om een meisje in de rechtzaal beslecht. Voor de rechtbank te Leeuwarden stond gisteren de 19-jarige landarbeider J. v. d. P. uit Oosternijkerk, terecht, die op Oude jaarsavond van 1938 na een woordenwisse ling den 18-jarigen P. de Boer zoo ernstig heeft mishandeld, dat deze aan de gevol gen is overleden. Tusschen den verdachte en de Boer be: stond een kwestie over een meisje. De Boer had verdachte al eens bedreigd en deze leefde in vrees, dat hij zou worden mis handeld. Dit kwam op Oudejaarsavond tot uiting. Nadat de Boer van der P. bij de keel had gegrepen, had verdachte een nies getrokken en de Boer tal van steken toegebracht. Een hiervan trof het hart, waardoor het slacht offer overleed. De Officier van Justitie had op 22 Maart noodweerexcuus verworpen en achtte v. d. P. schuldig aan ernstige mishandeling, den dood tengevolge hebbende. I-Iij vroeg vcroor- deeling van den verdachte tot drie jaar gevangenisstraf. De rechtbank veroordeelde van der P. gisteren wegens zware mishandeling tot zes maanden gevangenisstraf. Dief wierp baksteen door spiegelruit Aotief agent weet den onverlaat te arresteeren. In den vroegen ochtend van gister, om streeks half vijf, heeft een surveilleerende agentop dè Ceintuurbaan te Amsterdam, door actief optreden, een brutalen dief op heeterdaad betrapt. De agent hoorde, terwijl hij zijn ronde deed, een verdacht geluid in de Ferdinand Bolstraat. Hij begaf zich er heen en zag een man haastig de Eerste Jan van der Hevdenstraat inloopen. Eveneens zag de agent, dat de spiegelruit van een goud smidswinkel met een baksteen was inge gooid. Enkele oogenblikken later was de vluchtende dief gegrepen. Hij werd over gebracht aan het politiebureau en daar voorloopig maar ingesloten De buit welke de man door een greep in de étalage te doen, hadw eten te bemachtigen, bestond uit een hoeveelheid kleine gouden sieraden, tot een totale waarde van ongeveer dertig gulden. Uaet&al DE DRIEKAMP E.D.O.-HILVERSUM-H.B.S. Het programma van de promotie-degra datie wedstrijden van den Koninklijken Ne- derlandschen Voetbalbond voor een plaats in de eerste klasse van een der westelijke afdeelingen is als volgt samengesteld: 16 April: HilversumE.D.O. 30 April: H.B.S.—Hilversum. 14 Mei: E.D.O.—H.B.S. VRIJDAG 7 APRIL. Hilversum I. 1875 en 415,5 m. N CRV-uitzending. 8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten, gramofoonmuziek. 9.309.4§ Gelukwenschen) 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Cellovoordracht met pianobegeleiding eq gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.45 Orgelspel. I.45 Gramofoonmuziek. 2.45 „Laudatio". 3.30 Gramofoonmuziek. 3.40 Declamatie, afgewisseld door het Lauda- tio-strykkwartet. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.00 Zang. 5.45 De Arnhenische orkestvereeniging en solisten ((Om 6.30 Berichten). 7.00 Berichten. 7.15 Christ. Friesch programma. 7.45 Berichten ANP, herhaling SOS-Ber. 8.00 Nederlandsch Hervormde Kerkdienst, Hierna: Orgelspel. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Koninklijke Christ. Oratoriumvereeni* ging, Utrechtsch Stedelijk orkest en solis ten (opn.). 10.45 Gramofoonmuziek. II.5012.00 Schriftlezing. Hilversum H. 301,5 m. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA. 10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA. ^.00 Orgelspel (ca. 8.16 Berichten). 8.30 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Declamatie. 10.40 Viool en piano. 11.05 Declamatie. 11.20 Residentie-orkest en solist (opn 12.00 Het Lyra-Trio (ca. 12.15 Berichten). 12.50 Gramofoonmuziek. I.10 AVRO-Aeolianorkest en soliste. 2.00 Declamatie en gramofoonmuziek. 2.30 Omroeporkest en solisten. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.30 De Ramblers. 5.00 Voor de kinderen. 5.306.00 Gramofoonmuziek. 6.05 Esmeralda. 6.28 Berichten. 6.30 Causerie ..Kunstenaar en geweldswaan", 6.50 Orgelspel. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 „Socialisme en humanisme", lezing. 7.23 Berichten ANP. 7.30 Doopsgezinde kerkdienst. 9.00 VARA-Strykorkest en gramofoonmuziek. 10.00 Zang met gitaarbegeleiding (opn.). 10.20 Gramofoonmuziek. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Avondwyding. II.00 Orgelspel. 11.30 Jazzmuziek (gr.pl.). 11.5512.00 Gramofoonmuziek. FEUILLETON. Een zeemansverhaal door* Jaap Moulijn 13. Om acht uur vraagt kapitein Buiting van de „Willem Barendz" of hij op de ankerket ting van de „Warnsveld" mag sleepen. Van Eist stemt direct toe, want als de zware an kerketting op de tros van de sleepboot wordt vastgemaakt, hangt hij in een groote bocht en zal de verbinding tusschen de beide sche pen zooveel werk geven, dat bij het stampen en silngeren en het aantrekken der sleepboot, niet alles dadelijk harpstijf komt te staan, waardoor de kans op bx*eken der tros aan zienlijk minder wordt. Tegen drie uur op de achtermiddagwacht is het even droog en ook het zicht wat beter. Maar een kwartier later jagen er weer zware nimbuswolken langs de lucht en plast de regen neer op de „Warnsveld". De lijnen van de „Aldebaran verdoezelen tegen den grauwen achtergrond, als werden ze met een stukje gum weggeveegd Achteruit in het volkslogies zit een deel der bemanning thee of koffie te slurpen en zich te drogen bij de verwarming. Straks gaan ze weer aan dek. maar een kwartiertje blazen hebben ze wel noodig. Hoewel de lichtmatrozen hun best doen het logies knap te houden, is ook hier te zien dat het schip al een paar dagen bar geslin gerd heeft: het er niet zoo netjes als anders. Er helpt dan ook geen vechten tegen: bijna Iedere haal van het schip wordt begeleid door een harde klap van een deur, die open slaat, of iets dat ergens afvalt en dan heen en weer rolt van het eene schot tegen het andere, 't Is hopeloos, je kunt toch Alles niet vast zetten! Ook het telkens dreigend rommelen der werkende lading in de ruimen is hier te hooren. Hoe laat zou die sleepboot d'r nou weze' vraagt de jonge matroos onder de gage. Misschien met 'n uurtje, veronder stelt de bootsman. Vertrouwe' jullie d'r moar niks op, dat die sleepboot ons hier weghoalt! Dat is natuurlijk de oude kwartiermeester Toon van Dalen, de zure, die zichzelf altijd beklaagt en vast gelooft, dat nooit iemand zooveel narigheid door het leven te torsen als hij. As ik oan boor bin, dèn kraage' me eeuwig bakkies! vervolgt hij somber. Ik tref 't altaad zoo beloaserd as 'et moar ken! 'k Heb al wat sjaggerijn geslikt van me lefe'! As ik dé.t zou vertell', nou! Moar dit is 'et loatste, me goane d'r allemoal on derdoor mit die keleraboot, dat fóel ik! Lig niet zoo te kletse, Toon! zegt de zegt de baas nijdig. Noem jij dat moar kletse, moar let op maan woorde' voader, je zei nog an me den ken! Trouwens, ik heb 't altaad wel gewete', dat 'et mis zou goan mit me, op een goeië dag. Juist joa, een góeië dag! herhaalt de baas hatelijk. Maar Toon zanikt lustig verder en de an deren laten hem maar gaan. Daar valt niet tegen te praten. Zij luisteren nauwlijks naar zijn klagerig stemgeluid. Wil je gloofe, dat dit nou de eerste keer is da'k bij een fesoendeleke kapitaan voar? Ik tref altaad en eeuwig fen die rotkerels, die 'et erop oanlegge' om Jan Boeseroen te peste' soofeel azze ze moar kenne'. Me forige reis op de „Galgenveld" nog, mit die vrijer, joa 'k bin z'n noam gelukkig alweer vergete', •noar hij heb zoo 'n seehondesnor. Die was nou nog te verwoand, dat-ie wat teuge' je zee! Eene keer sting ik oan 't roer, toe zee- tie teuge' de stuurman, hij segt: Zeg is tegen de roerganger, dat-ie niet zoo staat te haongen! zee-tie. En self sting-ie nog geen drie voet by me fendoan. En van deze reis hèb ik nou is een goeië ouwe en nou mot ik 't belefe' dadde me allemoal versuipe as ratte'! Vroeger smete' ze zoo'n vent as jij over de muur! zegt de baas. Nou, goane' jullie je gang manne', goa gèrust je gang, dan bin ik uit me lye'. 'k Bin toch foor 't ongeluk gebore'. Een ander wil 'et nog wel is treffe', dat-ie de korte taad dat-ie thuis is, nog is een bruiloft meemoakt of een jubileum. Moar ik, niks hoor! Alle lolletjes loop ik mis. Twee doage' noadat ik mit deze rotboot weggong, wier me schoon zuster geopereerd. Ik sting d'r netuurlek weer net noast! Moar wat sjou 'et?" 't Is nou toch afgeloope'! As je nog is wat lolligs weet! ani meert de bootsman en staat op. De deur van het logies gaat open en gelijk met een windvlaag waait een van de matro zen, die aan dek is gebleven, naar binnen. De „Barendsz" is in zicht menschen, an bakboord vooruit! roept h\j. Op niet meer dan dertig meter afstand stoomt de sleepboot achter de „Warnsveld" om, komt zoo aan haar lijkant en loopt vlak langs het schip naar voren om de sleeptros vast te maken. Maré, de bootsman, de baas-timmerman en eenige matrozen staan op den bak klaar. Be halve op hun werk, dat geroutineerd zee manschap eischen zal, moeten ze ook op zichzelf passen, want ieder oogenblik kan een klap water hen verraderlijk bespringen. Bovendien staan ze niet op een rustigen bo dem, maar worden telkens weer uit hun even wicht gesmeten, zoodat ze zich vast moeten grijpen aan de gespannen looplynen of aan de reeling. In de adembenemende windvlagen moe ten ze tegen elkaar schreeuwen om zich verstaanbaar te maken. Maar even toch vergeten ze dat alles, in hun bewondering voor de manoeuvre van de „Barendsz", die daar gevaarlijk dichtbij in de hooge deining aan stuurboord van de „Warns veld" naar voren komt zetten. Vol intense spanning staren ze allemaal Verduveld, hoe zll dét afloopen? schreeuwt Maré. En dan is de sleepboot ineens vlakbij den bak. Eerst kijken ze er hoog tegenop en zien ze de bakboordsschroef boven water malen. Tien seconden later blikken ze er laag op neer. Een manoeuvre van kapitein Buiting, bijna fabelachtig handig, op precies het juiste momenten het achterschip van de „Barendsz" is geen vijf meter van den bak der „Warnsveld af. Op dat oogenblik gooit de bootsman de kanaallijn overwèg vliegt de tamp met de dikke knoopja... nee... ja!! Een van de matrozen aan boord van de sleepboot heeft de lyn te pakken en zet haar meteen vast op een dunne stalen tros. Het andere eind der kanaallyn, dat is van te voren op de „Warnsveld" zoo klaar ge maakt, loopt van buiten door de ankerkluis naar binnen en vandaar met een paar torns om den kop van het spil. Op een sein van de sleepboot: inhieuwen! laat de baas-timmerman het spil draaien, de lijn komt stijf en langzaam en voorzich tig wordt de staaldraad aan boord van de „Warnsveld" gehieuwd. Deze draad zeult op haar beurt de enorme dikke sleeptros achter zich aan en door de kluis naar binnen. Op de „Barendsz" wordt willig bygestoken. Na een kwartier ploeteren, scheuren en trekken is de tros vastgezet op de ankerketting. Ketting steken! brult Maré en schalm na schalm boldert langzaam naar buiten. Ook het anker gaat mee, want in het j slechte weer is er geen kwestie van geweest, dat ze het, los van de ketting, binnen boord hebben kunnen krijgen vanmorgen, evenmin als voor den boeg opvangen. Dus besloten ze het maar te laten waar het was: aan de ketting. Opeens realiseeren ze zich, dat de verbin ding met de redder nu dan toch werkelyk tot stand is gebracht, dat het gelukkige visioen van zooveel angstige uren eindelijk een feit is geworden. Ja, kyk, daar loopt de anker ketting schuin het water in. En een eind verder zien ze, onduidelijk in het woelige wa ter, de sleeptros van de „Barendsz" naar haar achterschip wyzen. Langzaam en voorzichtig begint de sleep boot kracht te zetten. Op de brug der „Warnsveld" ziet kapitein van Eist hoe de kompasroos niet meer als doelloos heen en weer zwaait in den ketel, maar begint te draaien tot het schip de afgesproken koers voorligt, de koers die voert naar de Portu- geesche kust, waar een veilige haven wacht, ydie hier geen doodgepraat en -gelezen beeld, maar letterlijk, levende werkelijkheid is. De „Aldebaran" zet ook haar reis voort, nu de „Warnsveld" geen behoefte meer heeft aan haar nabijheid. Maar kiest dan na veel hartelijke en welgemeenden dank, zee. In de marconihut heeft Jan zich vastge bonden op zijn stoel, want zoo is het werken iets minder vermoeiend bij het eeuwigdurend slingeren en stampen. Het wordt trouwens, nu het schip weer wat vaart begint te loo- pen, al merkbaar beter. De, via de tros, over gebrachte kracht van de sterke sleepboot, treedt dadelijk energiek op tegen de volsla- n hulpeloosheid van de „Warnsveld" ge rende de laatste etmalen. Jan seint aan de directie in Amsterdam: Sleepboot Willem Barendsz vastgemaakt te 15u30 hedenmiddag, worden langzaam naar Lissabon gesleept, zullen U verder op de hoogte houden. In Nederland roept 's avonds het pers bureau dit bericht per radio om en den vol genden morgen is het in de ochtendbladen te vinden. Maar waar het geen sensatie wekt er staan immers geen tientallen menschen- levens op het spel en het schip is evenmin in onmiddellijk gevaar geweest van te vergaan wordt er aan de ontbijttafels, in trams en treinen, in steden en dorpen maar weinig aandacht aan geschonken. En als straks de „Warnsveld" veilig Lissabon zal zijn binnen gesleept, dan denkt of spreekt niemand er meer over, wat ook wel te begrijpen is; want dan is er feitelijk niets byzonder gebeurd. Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 7