Wij lazen voor U....
en pi
Roofmoord op
zijn grootmoeder
Radioprogramma
iPtohm op yet
iiohm aan vaal
DOOR
EDGAR RICE
BURROUGHS
13.
Spike greep Gonfala by den arm. „Vooruit!"
snauwde hij. Het meisje werd razend door
de aanraking van den schurk. Zy rukte zich
los. „Ik ga zo wel mee", zuchtte ze. Gon
fala had geen andere keus dan te voldoen aan
de wensen van haar ruwe bewakers. Intus
sen had Van Eijk een leeuw neergeschoten.
Maar Wood, die steeds aan zyn verloodfe
dacht, had niet veel belangstelling voor de
jacht. Toen hy drie schoten hoorde vallen uit
de richting, waarheen zy was gegaan, glim
lachte hy. Misschien zou ze voldaan zyn over
haar buit en konden zy de jacht staken. Op
weg naar haar toe ontmoette hy Van Eijk.
Maar toen ze op de plek waren aangekomen,
vanwaar zy de schoten hadden gehoord,
konden zyn Gonfala niet vinden. Twee uur
lang zochten ze, echter zonder resultaat, zy
riepen haar en schoten hun geweren af. Geen
antwoord! Tenslotte ontdekten ze de kleine
vallei waar Gonfala haar leeuw had geraakt.
Daar lag het dier op den doden geweerdra
ger. Doch er was geen spoor van het meisje
te ontdekken. De grond was rotsachtig en
voor de ongeoefende ogen van de blanken
vertoonden zich geen sporen van Gonfala's
verdwyning.
„TROELSTRA'S KOP VERPAND".
Het Nationale Dagblad (N.S.B.) wijdt twee
maal een geheele voorpagina aan het feit,
dat de Nederlandsche Bank een hypothe
cair crediet van f 500.000 op het pand van
de Arbeiderspers aan het Hekelveld te
Amsterdam verleend heeft. Het blad dat
dit feit als een „onthulling" opdient, schrijft
o.m., dat de arbeiders voortaan in hun pers
geen woord meer zullen kunnen lezen, dat
niet „door het internationale grootkapitaal
en door de R.K. Staatspartij is goedgekeurd"
(Dit laatste omdat de president der Ned.
Bank, mr. Trip is van de R.K.S.P.)
De voormannen der S.D.A.P. hebben voor
500.000 gulden de uit de spaargelden der
marxistische arbeiders gebouwde eigendom
men aan het grootkapitaal verpand, aldus
het blad, dat voorts vraagt:
Waarom aanvaardt „Het Hekel
veld" een dergelijke schuldlast te
genover het grootkapitaal?
Waar zijn de millioenen van het
N.V.V.?
Is het eigendom der arbeiders
verdwenen?
Welke noodzaak bestond er voor
de Arbeiderspers om zich te verkoo-
pen?
Arbeiders, eischt openbaarheid.
Vraagt of er ook geheime clausu
les zijn!
Zoo het bestaan van geheime clausules
Ontkend wordt, waarom heeft dan de S.D.A.
P. zich tot de Nederlandsche Bank gewend
om een dergelijken steun te .krijgen?-
Hypothecaire credietcn mogen door de Ne
derlandsche Bank alleen als hooge uitzon
dering uit het reservefonds verleend wor
den met toestemming van den minister van
Financiën.
Arbeiders let op Uw saeck.
De Mussertkrant herinnerf er verder aan,
dat Troelstra's bronzen beeltenis een eere
plaats heeft in het gebouw der Arbeiders
pers en vraagt zich af: Wat zou Pieter Jol
les hiervan hebben gezegd? Wat zou hij
hebben gedaan? Zij hebben zijn kop verpand
waarom? Tot zoover het Nationale Dag
blad.
Het arbcidersdagblad „Het Volk" levert op
dezen N.S.B. aanval een zakelijken commen
taar, waaraan wij het volgende ontlecncn:
Het „Nationale Dagblad" van 13 dezer
onthult, dat de Arbeiderspers in het begin
van het vorige jaar een hypotheek van een
half millioen gulden op enige harer gebou
wen gesloten heeft bij de Nederlandse Bank
Dit is geen onthulling, want iedereen kan
dit feit constateeren en controleren bij het
voor het publiek toegankelijke Hypotheek
kantoor aan het Droogbak te Amsterdam.
Wij vermoeden zo, dat onze lezers sedert
Januari 193S het tijdstip van afsluiting
der hypotheek van deze bemoeiingen en
controle van en door het groot-kapitaal en
de R.K. Staatspartij nog niet veel bemerkt
zullen hebben. Maar dat zal dan wel aan
hun domheid liggen!
Het Volk noemt alles wat het N.D.B.
schrijft: „klinkklare nonsens" en vervolgt:
Inderdaad heeft de Arbeiderspers in Janu
ari 1938 bij de Nederlandse Bank een hypo
theek gesloten van 500.000 gld.
Uit de Pers van heden
Deze hypotheek is verleend op vol
strekt zakelijke en normale voor
waarden, zoals zij in iedere hypo
theek-acte voorkomen, en vanzelf
sprekend zonder toekening van eni
ge zeggenschap aan de Nederlandse
Bank of aan wie dan ook, over de
zaken der Arbeiderspers En nog-min-
der over de inhoud van onze dag
bladpers.
De hypotheek is ook niet aangegaan, om
dat de Arbeiderspers in ginanciële moeilijk
heden verkeerde maar alleen en uitsluitend
met de bedoeling om daardoor de rentelast
van ons bedrijf te verminderen. Met de hy
potheek der Nederlandsche Bank, die ver
kregen wer tegen een rente van 4 procent,
heeft de Arbeiderspers namelijk een twee
tal bestaande hypotheken op haar gebouwen
ten bedrage van 295.000 gld., en rentende
lh» procent, alsmede een bedrag aan obliga
ties van pl.m. 200.000 gld., waarvan de ren
te deels VA procent, deels 5 procent bedroeg,
afgelost.
Het arbeidersorgaan ontkent met nadruk
dat van eenige „geheime clausule" sprake is.
In dit feit (de transactie) ligt aldus het
blad, een compliment voor de Arbeiders
pers: in het oog dezer grote financiële spe
cialiteiten (de Ned. Bank) is zij een solide
en deugdelijke onderneming, die aan haar
verplichtingen kan en zal voldoen.
Veeleer is het verlenen van deze
hypotheek door de Nederlandse
Bank dan ook een brevet van ver
trouwen in een harer instellingen,
waarop wij trots kunnen zijn.
Wij moeten, zo besluit het Volk,
de financiers van erkende reputatie
nog zien, die eenzelfde vertrouwen
zouden tonen ten opzichte van het
„Nationale Dagblad"!
SCHAFT EEN „LEIDER" AAN!
De Maasbode (r.k.) publiceert fragmenten
uit twee circulaires, welke onder de N.S.B.-
ers verspreid worden en afkomstig zijn van
elkaar in de N.S.B. bestrijdende groepen.
De eerste circulaire is gericht tegen de
actie „Door verzet tot zuivering" en begint
met'n huldiging van Mussert als „Leider in
Nederlandschen zin, die bij de inlijving van
Tsjecho-Slowakije openlijk tegen het verla
ten van het Volksche beginsel door Hitier
heeft geprotesteerd." De circ. noemt het op
vallend, dat in alle pamfletten van „Door
verzet tot zuivering" nimmer een aanval
voorkomt op „kam. Rost van Tonningen
(hoofdredacteur van het Nationale Dag
blad), die door dik en dun de gedragingen
van Duitschland verdedigt."
„Er zijn, aldus de schr., door al deze te-
genstclingen in onze officieele uitingen, ka
meraden, die zijn gaan gelooven, dat kam.
Rost de aanstaande Leider onzer Beweging
is, ook al omdat, zooals wordt beweerd,
Mussert in Berlijn geen „persona grata"
meer zou zijn. Dat dit laatste onzen Leider
tot oneer zou strekken, is niet waar Hij
heeft zich beter Nederlander getoond dan
kam. Rost van Tonningen, die geregeld te
zamen met den gewezen kameraad en idem
generaal Seijffardt zijn instructies uit
Duitschland gaat halen".
De circulaire richt zich tenslotte met een
trouwbetuiging tot Mussert, aan wien ze
nog de vraag voorlegt: Waarom neemt Gij
zelf niet de leiding van het „Nationale Dag
blad" op U, opdat onze Beweging tegenover
het Nederlandsche Volk uit één mond
spreekt?
Het pamflet is onderteekend door: Eenige
oprechte Nederlandsche Nationaal-Socialis-
tcn.
Het jongste drukwerkje van het comité
„Door verzet tot zuivering" bevat de vol
gende zinsneden:
„Een voor allen, allen voor èen" en niet
„Allen voor Mussert en Mussert voor zich
zelf".
Geeft Uw stem bi? de a.s. Verkiezingen
niet aan deze misleiders van ons Volk.
Helpt dezen burcht van leugen en bedrog
slechten, eerst dan kunnen wij verdergaan."
De Maasbode teekent bij bovenstaande uit
latingen aan:
Moraal: Wilt ge in een minimum van tijd
tot de meest hartroerende eenheid komen:
schaft een „Leider" aan!
Boete wegens beleediging
van joden
Oud-cultureel redacteur van het
Nationale Dagblad" veroor
deeld.
De gewezen cultureele redacteur van „Het
Nationale Dagblad" E. J. R. onder wiens
verantwoordelijkheid in het nummer van
23 April van het vorig jaar van genoemd
blad een artikel verscheen, getiteld: „De
boer ontplooit de zwarte noodvlag", is door
de Haagsche rechtbank veroordeeld tot- een
geldboete van f 200.— subs. 100 dagen hech
tenis, omdat in dit artikel uitdrukkingen
voorkwamen, welke beleedigend werden ge
acht voor de Joodsche volksgroep in Ne
derland.
De advocaat-generaal bij het Haagsche
gerechtshof heeft bevestiging van deze straf
gevraagd.
Het hof verlaagde de opgelegde straf tot
f 25.— boete subs. 10 dagen hechtenis.
Als uw auto wordt aangehouden
Man de veiligheid niet in ge
drang komen.
De Minister van Justitie heeft op verzoek
van den ANWB tot de procureurs-generaal
fungeerend directeuren van politie een
schrijven gericht, waarin nogmaals de aan
dacht wordt gevestigd op de noodzaak dat
de controleerende politie-ambtenaren, wan
neer zij er toe overgaan op verkeerswegen
een voertuig aan te houden, een zoodanige
plaats dienen te kiezen, dat het den be
stuurder van het voertuig mogelijk is op
zij te gaan en den rijweg vrij te laten voor
het achter hem komenden verkeer.
Hieraan wordt toegevoegd dat, hoewel
deze handelwijze in de eerste plaats des
natchs van belang is, ook overdag daarme
de rekening dient te worden gehouden.
De veiligheid op den weg, welke bij on
oordeelkundige aanhouding van motorrij
tuigen meermalen in gevaar gebracht werd,
zal ongetwijfeld door de door den minister
gegeven richtlijnen in hooge mate worden
bevorderd.
Het drama in de Jordaan Be
handeling der zaak op o Mei a.s.
De vierde kamer van de Amsterdamsche
rechtbank zal op 5 Mei a.s. behandelen de
strafzaak tegen de beide jeugdige verdach
ten die terecht zullen staan wegens roof
moord, gepleegd op de weduwe J. Storch
aan de Lindegracht te Amsterdam op 20
Januari j.1. De hoofdverdachte, Frans N. E.
wordt verdedigd door mr. W. Schorlesheim
en de tweede verdachte, L. K., door mr. van
Everdingen.
De verdachten staan gezamenlijk terecht
en primair heeft de officier van Justitie,
mr. G. J. van Arkel, ten laste gelegd roof
moord.
Hij beschrijft in de dagvaarding
uitvoerig, hoe Frans E. de woning
van zijn grootmoeder is binnengeko
men, hoe hij haar heeft overvallen
en hoe toen verdachte K. haar bee-
ncn bijeen bond, terwijl E. haar
hoofd in de kussens van het bed
drukte, waarna hij een sok uit een
zijner zakken haalde, daarvan een
prop maakte en deze in haar mond
stopte, tengevolge waarvan de vrouw
kort daarop door verstikking is
gestorven.
Subsidair is verdachte E. doodslag ten
laste gelegd, welke doodslag is gevolgd door
diefstal.
Aan verdachte K. is subsidair medeplich
tigheid aan doodslag ten laste gelegd.
Meer subsidiair is moord in vereenigirtg
ten laste gelegd, Ook heeft de officier nog
mee rsubsidiair ten-"laste gelegd: mishande
ling, een dood tengevolge hebben de en het
gelegenheid geven tot het door verdachte E.
gepleegde misdrijf.
In deze zaak zijn acht getuigen gedag
vaard.
Diamanten spoorloos verdwenen
Iedereen kon er bij
Dinsdagmiddag zijn op tot nu toe
onverklaarbare wijze uit het direc
tiekantoor van een diamantslijperij
in de Alb. Cuypstraat te Amsterdam
zes-en-lwintig geslepen diamantjes
ter waarde van ongeveer tweedui
zend gulden verdwenen.
De diamantjes waren geborgen in een
blikken doosje, dat voor het grijpen stond
in een kantoortje, waar niet doorloopend
iemand ter controle aanwezig is. Toen een
der leden van de directie na korten tijd
weg te zijn geweest, weer in het kantoor
kwam, ontdekte hij dat het doosje met zijn
kostbaren inhoud niet meer op zijn plaats
stond. De kamer, welke niet was afgeslo
ten, was voor ieder toegankelijk. De ver
dwijning werd echter geconstateerd, in den
tijd, dat het personeel van twaalf tot twee
naar huis was.
De politie welke des middags werd ge
waarschuwd, fouilleerde het geheele perso
neel. Doch ook een buitenstaaander kan
de fabriek zijn binnengedrongen, ofschoon
de directie dit minder aannemelijk acht.
Tot nu toe is van de verdwenen diamant-
jes geen spoor gevonden.
VRIJDAG 21 APRIL 1939.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
Algemeen programma, verzorgd door de
NCRV.
8.00 Schriftlezing, meditatie.
8.15 Berichten, gramofoonmuziek (9.309.45
Gelukwenschen).
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.15 Zang, piano en gramofoonmuzik
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.30 „Quintolia" en gramofoonmuziek,
2.00 Gramofoonmuziek.
2.30 Christ. Lectuur.
3.00 Hendriks-trio en gramofoonmuziek.
4.15 Gramofoonmuziek.
5.00 All Round sextet en gramofoonmuziek.
(6.30 Berichten).
6.30 Voor tuinliefhebbers.
7.00 Z. Exc. Minister Mr. M. P. L. Steenberghe
De landbouwcrisispolitiek (De groenten-,
fruit- en sierteelt, de pluimveehoudery en
de visscherij).
7.30 Berichten.
7.45 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Berichten.
8.15 NCRV-orkest en solist.
9.30 Actueel halfuur.
10.00 Berichten ANP.
10.05 Causerie „Gezins- en huwelyksmoeiiyk-
heden (7).
10.35 Orgelconcert.
11.15 Gramofoonmuziek.
Ca. 11.50—12.00 Schriftlezing.
Hilversum H, 301,5 m.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00
AVRO. 4.00 VARA. 7.3 VPRO. 9.00 VARA.
10.40 VPRO, 11.00—12.00 VARA.
8.00 Orgelspel. (Ca. 8.16 Berichten).
8.30 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Viool, cello en piano.
10.50 Declamatie.
11.10 Esmeralda en gramofoonmuziek.
12.00 De Palladians (Ca. 12.15 Berichten).
12.50 Gramofoonmuziek.
I.10 AVRO-Amusementsorkest en solist.
2.00 Declamatie.
2.30 Disco-Variété.
3.30 De AVRO-Dance Band en solist.
4.00 Gramofoonmuziek.
4.30 Esmeralda.
5.00 Voor de kinderen.
5.306.00 Orgelspel.
6.05 De Ramblers.
6.28 Berichten.
6.30 Letterkundig overzicht.
6.50 Berichten ANP.
7.00 Zie Hilversum I.
7.30 Berichten.
7.35 Causerie „De beginselverklaring van de
Centrale Commissie voor het Vrijzinnig Protes
tantisme (1).
8.00 Zang, en piano.
8.30 Causerie „Vryzinnige Protestanten in En
geland".
9.00 Gramofoonmuziek.
9.45 VARA-orkest.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Avondwyding.
II.00 VARA-orkest en solist.
11.35 Jazzmuziek (gr.pl.).
11.5512.00 Gramofoonmuziek.
FEUILLETON.
Een zeemansverhaal
doori Jaap Moulijn
84.
O ja, dat is een mooi voorbeeld. Kyk,
die ryke, ongetrouwde dames zyn verbazend
onmaatschappelijk van aard. Alle dingen, die
maar even buiten hun gezichtskring vallen,
laten hen koud. Werkeloosheid, armoede,
klassenstrijd, de groote vraagstukken van
onzen tijd, het zyn enkel woorden voor ze
zonder inhoud. De oorlogsbedreigingen doen
hun niets, zoolang die Nederland of hun geld
maar niet raken. Je krygt soms den indruk,
^at wat hen betreft, de heele beschaving te
gronde zou mogen gaan, als hun stoeltje
maar staan blyft. Maar de kring heeft één,
veelgekoesterd troetelkindje: de zending! Ze
kerkelijk, ze lezen van den nood der zen-
en hooren de kreten om hulp en gelde-
M)ken steun. Ze zetten zich aan het werk, ze
komen hun mooie huizen uit en gaan met
hiteekenlysten rond om geld te verzamelen.
Ze spannen zich geweldig in, maar hoeveel
ataan ze van hun schatten af voor de ver
breiding -an Gods koninkryk? Zoo kwam ik
'aatst by een dame, die begon met te zeggen,
dat ze het vrééselyk vond, dat de zending
zooveel te kort kwam. Maar ze had gehoord,
dat die zendelingen ook zulke hooge tracte-
menten kregen: soms wel vier en twintig
honderd gulden! En die dam- .elf is schat-
en schatrijk Dat maak., me kriegel. Toen ze
even later dan nog zwaar zuchtte: O wat
zou ik het héérlijk vinden als ik veel voor de
zending doen kon! liet ik me ontvallen:
Maar juffrouw, dat künt u! U bent ryk
met aardsche goederen gezegend. Als u nu
die ééne antieke schaal daar eens van de
hand deed ten bate van de zending, dan kunt
u een ryke gift geven en hèbt u de zoo ge-
wenschte voldoening! De juffrouw ia se
dert dien dag woedend op me en ik mag er
niet meer in huis komen!
Ja, peinst Tom: dat is stellig in
teressant en droevig, maar wat raakt dat
allemaal Eva en mij tenslotte
Het is voor ons niet prettig om dat
ronduit te vertellen, want je zult erdoor ge
kwetst worden. Maar jongen, vervolgt
Paula tegen haar man: het zal wel moe
ten. Tom heeft het recht te weten welke
moeilykheden wy voorzien.
Je hebt gelyk meiske, ik zal duideiyker
zyn. Tom, ik vertelde daarnet dat die dame
vond, dat de zendelingen te veel verdienen.
Weet je hot ze die zendelingen van haar
standpunt beziet? Als lui uit een klein bur
ger lyk milieu, die zeer geschikt kunnen zyn
voor hun werk in verre landen, waar zyzelf
niet de minste notie van heeft, maar die ze
toch byvoorbeeld niet graag door een huwe-
lyk aan haar eigen deftige familie geparen
teerd zou zien. Mijn neef de dokter of de
officier, dat zou wel klinken, maar myn
neef de zendeling, nee, daar zou ze niet
op gesteld zyn!
Tom begint te begrypen en kykt diep ver
ontwaardigd.
Je bedoelt natuurlyk, dat myn neef
de stuurman ook niet klinkt! Dèt bedoel
je hè Albert? Zeg het maar ronduit alsje
blieft!
Ja, het is zoo kerel, dè.t bedoel ik.
Maar dat is... dat is, o wat is dèit ge
meen!
Tom weet, hier in Paula's gezelschap zoo
gauw geen woorden te vinden, die hem lucht
kunnen geven.
Heeft zoo'n wezen, dat haar heele leven
in haar ryke gedoente zit, wel eenig idee
wat een zeeman doet of wat een... een myn-
werker doet of een visscher of desnoods
een... kleermaker hier in Heelsum? Is dat
een christelyk oordeel soms, zeg, Albert?
Dan heb ik er zwaar tabak vtn, dat wil ik je
wel zeggen!
Het niet aan ons daarover te oor-
deelen Tom!
En was dan jouw heele verhaal daarnet
over die antieke schaal niet één veroordee
ling? Trouwens, de consequentie zou zyn, dat
we alles maar moesten slikken en daar be
dank ik stichtelyk voor! Ik peins er niet
over!
Maak je nu niet zoo kwaad jongen,
kalmeert Paula: daar winnen we voor Eva
en jou toch niets mee!
En laten we ook niet van de zaak af
dwalen, valt Albert zijn vrouw by: maar
bedenken wat we doen kunnen om jullie te
helpen. Daar hebben we meer aan, dan aan
woede over opvattingen, die we toch niet
veranderen kunnen. Je weet dat Paula en ik
er heel anders over denken, kerel! voegt
hy er hartelyk aan toe.
Ja, Je hebt gelijk. Neem me myn uitval
niet kwalijk, maar ik kan dit allemaal zoo
gauw niet verwerken. Dus is tante van
Aghterkerke ook dat soort opvattingen toe
gedaan?
Natuurlyk, ze weet niet beter, zegt
Paula en doet verslag van het gesprek over
Tom op de krans van twee weken geleden en
hoe zonderling de freule het vond, dat een
zoon van een notaris stuurman was gewor
den. Toms verontwaardiging laait hierby
weer op, maar hy beheerscht zich en hoort
Paula zwijgend aan.
Besef je nu, vraagt Paula: hoe tante
het op zou nemen, als ze van de achterwacht
te hooren zou krijgen dat Eefje, haar nichtje,
dat aan haar zorgen is toevertrouwd, zoo maar
met een vreemde jongeman gefietst heeft?
Zelfs al blykt later, dat jy myn neef bent. dan
zou dit de situatie nog niet redden. Want je
bent niet aan haar voorgesteld, Eva heeft je
nog maar één avond by ons ontmoet en... en...
En ik ben maar een stuurman en dus
geen geschikte party voor de nicht van een
Mejuffrouw van Aghterkerke, maakt Tom
bitter af.
Ja, daar komt het op neer, zegt Albert
en daarom vind ik, dat we niet moeten
wachten tot de achterwacht begint te praten.
Ik zal nu dadelijk naar Bella Vista gaan en
tante te spreken vragen.
Wil je d&t voor ons doen? vraagt Tom
getroffen: dat vind ik reusachtig van je
kerel! Maarmaar wat moet je in
'ahemelsnaam zeggen?
Precies weet ik het natuurlijk nog niet
maar ik heb wel iets in myn hoofd. Enfin
dat vertel ik je na afloop wel. Ik moest met
een maar vertrekken. Wacht, ik zal eerst
telefonisch belet vragen. Als ze nu maar
thuis is.
Eva's stem antwoordde hem. Tante blykt
thuis te zyn en ze maakt geen bezwaar de
dominee nog even te ontvangen, zoodat Albert
per fiets Bella Vista-waarts tijgt met zyn
precaire zending, waartegen hy in stilte op
ziet.
Paula en Tom blyven in de salon der pas
torie wachten op het resultaat.
Eva zit tegenover tante aan de huiskamer
tafel, bezig met een handwerkje. Tante leest.
Voor haar staat het theeblad. Het theelichtje
geeft een bescheiden cirkeltje van rustige,
gele gloed, dat een symbool schynt van de
stille tevredenheid in de kamer. Het is ech
ter slechts schijn, tenminste voor zoover het
Eva betreft. Want inwendig voelt ze zich
zóó zonderling gejaagd, angstig en toch ge
lukkig, dat ze zich zelf niet begrypt, hoe ze
nog uiterlijk kalm kan zitten handwerken.
Sedert haar thuiskomst hebben voortdurend
dezelfde woorden door haar hoofd gemaald,
in eindelooze herhaling:
Ik móet het tante zeggen, voor ze het
van juffrouw Baldriaansen hoort!
Eerst dacht ze het voor tafel te doen.
Hoe eerder hoe beter, dan was ze erdoor.
Telkens drong zich de eerste zin naar voren
in haar hoofd: Tante, ik moet u een be
kentenis doen. Dan zou tante wat ver
baasd en achterdochtig opkijken en daarop
zou Eva moedig verder gaan en haar alles
ronduit vertellen. Maar telkens weer joeg 'n
angstgevoel dè woorden op de vlucht. En al
schold ze zichzelf voor bang schaap, het hielp
niets. Ze kón er niet toe komen.
(Wordt vervolgd.)