Wij lazen voor U.... iiNl Pi edgar rice burroughs Keurmeester van melkauto geslingerd Rijksdag komt Vrijdagmiddag bijeen Radioprogramma tfJtoïm op $ee> tloAm aan uud DOOR 17. de ontvoerders van Gonfala uit deze richting, goed zou zyn een bezoek te brengen aan het Terwtjl de regen het spoor wegvaagde, want er bevonden zich Bantango's by hen. opperhoofd. Waar het dorp precies lag, wist hield Tarzan onder een boom stil om na te Of misschien was het mogelyk, dat Gonfala gaan wat zyn volgende stap zou zijn. Hy was en haar ontvoerders op hun beurt door de hij niet, maar dat zou hij wel vinden. Hy beklom een heuvelrug, vanwaar hij naar be- in het land van de Bantango's, een oorlogs- Bantango's gevangen waren genomen. In neden keek in een grote mooie vallei. In het zuchtige kannibalenstam; Misschien kwamen ieder geval besloot de junglekoning dat het midden lag een dorp, groter dan de andere i^:t, wist hy, was zyn doel. Maar hy moest wachten tot het invallen van de duisternis. Toen het donker was, stond hij op en rekte zich uit. Zijn bewegingen waren als die van een leeuw, die op zoek naar voedsel is. Maar Tarzan van de Apen liep onhoorbaar voort. ■BHUit de Pers van heden WATERLOO IS NIET VER VAN BRUSSEL Onder den titel „Frankrijk zou zonder twijfel zoowel België als Nederland te Am sterdam hebben geslagen" geeft het Fran- sche avondblad „Paris Soir" een beoordee ling van den wedstrijd. Men bedenke, dat Frankrijk binnenkort tegen België in het krijt zal treden. Vandaar, dat de Fransohe criticus het spel beoordeelt vooral uit. een Fransch oogpunt. Indien men, gelijk dat bij tennis het ge val is, tien namen zou noemen van landen, die op het gebied van voetbal het beste spelen, dan zouden België en Nederland niet bovenaan komen, zeg het blad. De schrijver had beter spel verwacht; hij noemt beide elftallen te oud. Bij de Belgen vindt men altijd dezelfde mannen. Bij de Nederlanders is de spil Anderiesscn bijna S5 jaar en hij houdt het tempo geen ander half uur vol. De vleugels zijn beter. De match wordt zwak genoemd. Wat de techniek betreft, zou een Fransch natio naal elftal zeer waarschijnlijk beide équi pes hebben kunnen slaan. Niet dat een Fransch équipe tegenwoordig zulk een prima elftal is, maar het heeft meer rou tine en speelt met meer stijl. De schrijver zegt verder, dat individueel ook de Fransche spelers beter zijn; hij zag geen Ben Barek, geen Jordan, geen Bour- botle. Maar toch speelden, allos tezamen genomen, de Nederlanders met meer dap perheid dan de Franschen dat doen. Hoe het ook zij, de Franschen zullen goed moe ten oppassen, wanneer zij tegen België spe len, anders zou het in Brussel kunnen te genvallen. Van de Belgische spelers noemt de schrijver in het bijzonder Paverick, Fiévez, terwijl Voorhoof en Braine volgens hem niet m prima vorm speelden. Ten slotte waarschuwt hij met een histo rische tirade aldus: „Het Fransche elftal moet niet op 18 Mei te Brussel koenen als ware het de Keizer, anders zouden wij er aan moeten herinneren, dat Waterloo niet ver van Brussel verwijderd is". DE CELSTRAF MOET OP DE HELLING! Er zijn tusschen hooggeleerden reeds heel wat woorden gewisseld over de resultaten van de celstraf. De voorzitter van de ver- eeniging van reclasseeringsinstellingen te vens' lid van den Hoogen Raad. Mr. Dr. Kranenburg zegt er volgens het Volk het volgende van: Men heeft de strafmiddelen, die ter be schikking van den rechter worden gesteld, voortdurend uitgebreid en genuanceerd, in de hoop eiken delinquent op de voor hem passende wijze te kunnen behandelen. Maar het hoofdbolwerk van het stelsel, de cellulaire gevangenis is innerlijk niet zo veel veranderd: zij is nog steeds de opslui ting in de cel, een leed, dat hem, die mis deed wordt opgelegd, waarvan men tevens hoopt, dat het hem tot inkeer zal brengen. Men zal niet ontkennen, dat dit gelukkig gevolg wel eens intreedt, maar het verwon dert toch niet, dat de toepassing van lietzclf de regime op zo geheel verschillende men sen geenszins op allen dezelfde uitwerking heeft. Wij weten allen ,hoe verschillend de gevangenis op de ingeslotenen werkt. Men heeft de gevangenisarbeid zeer belangrijk verbeterd en men moet respect hebben voor de toewijding van die afdeeling van hel de partement van Justitie, die liet plan van ar beid opmaakt en uitvoert. Spreker vroeg zich evenwel af, of. ondanks alle genomen maatregelen om enige verbete ring te brengen in het stelsel, liet beschei den doel, dat de delinquent de gevangenis althans niet slechter verlaat dan lui er kwam, in voldoende mate bevorderd wordt. Het bezwaar aan deze eenvormigheid ver bonden inziende heeft men twee grote ver beteringen aangebracht; de openluchtgevan- gems te Veenhuizen en de jeugdgevangenis te Zutfen. Daardoor heeft men twee categorieën van de grote hoop afgescheiden, op wie nu een speciale behandeling wordt toegepast. Als deze pogingen slagen, zou het naar sprekers inzicht in de lijn liggen, op die weg voort te gaan en het gevangenisstelsel verder te specialiseren en naar ieders aard voor verschillende categorieën van gestraf ten, verschillende gestichten in te richten. Met een meer doorgevoerde differentiatie is nog wel wat goeds te bereiken, vooral omdat men dan niet gedwongen is een zelf de arbeid te verrichten bij hen, voor wie men daarvan niets verwacht, als bij hen, voor wie niet alle hoop moet worden opge geven. Als een dergelijke herziening van on ze gevangenisregel in rustiger tijden ooit mogelijk is, laat men dan niet vergeten, ook dc hechtenisstraf op de helling te brengen, bij welke het samenbrengen van zo geheel verschillende mensenkinderen in dezelfde ge meenschap tot zo ernstige klachten aanlei ding geeft. 3400 jaar oud paleis in Griekenland ontdekt In het dorp Pylos nabij Navarino hebben oudheidkundigen de overblijfselen aan het licht gebracht van een paleis, dat volgens de deskundigen in 1500 v. Chr. gebouwd moet zijn en waarschijn lijk liet door Home rus genoemde paleis van Nestor is. In het paleis werden 150 tegels gevonden, welke liet archief vormden. Zij behelsten een lijst van de voorraden, van het personeel en van de loonsuitkeeringen. Rond het paleis wer den teekenen aangetroffen van een oude stad. Men acht het mogelijk, dat deze de spo ren zullen dragen van een onbekende bescha ving. De uitgravingen worden voortgezet en verdere waardevolle ontdekkingen worden verwacht. Was bij melkslijter opzet aan wezig? Vrijspraak gevraagd. De 35-jarige melkslijter A. van R., die gisterochtend voor de Haaz- sche rechtbank moest verschijnen, was ten laste gelegd, dat hij een keurmeester, die op zijn auto was gesprongen, om hem aan te hou den, door hard en woest rijden van de treeplank had geslingerd, waar door de keurmeester gewond werd. De melkslijter ontkende dit feit. Hij had in het geheel niet gezien, dat de keur meester op zijn auto was gesprongen. Hij was gewoon zooals hij eiken ochtend deed weggereden. De keurmeester, als getuige gehoord, deelde mede, dat hij de melkslijter ver dacht van overtreding van de Warenwet. Hij had zich op een ochtend ergens ver dekt opgesteld om de gedragingen van verdachte na te gaan. Deze kwam met zijn auto aanrijden, leverde ergens melk af in een kan en nam weer in de auto waar van de motor was blijven doorloopen plaats. Op dat moment kwam de keur meester te voorschijn, sprong op de tree plank en riep: „Stop, rijkskeurmeester." Verdachte reed echter met groote vaart weg en nam aan het einde van de straat een bocht zoo wild, dat de keurmeester van r'" treeplank viel. Op een desbetreffende vraag van den verdediger, antwoordde de keur meester evenwel, dat hij niet kon verklaren, dat verdachte hem posi tief heeft gezien of gehoord. De vrouw van een anderen melkhande laar, in wiens huis de keurmeester zich verscholen had, verklaarde, dat verdachte dien ochtend met grooter vaart dan anders was weggereden. Verdachte zelf zeide, dat zijn auto een zeer. oud vehikel is, dat aan alle kanten rammelt en kraakt. Snel wegrijden ermee is onmogelijk; hij heeft de auto onlangs voor f 12.50 verkocht. Hij heeft ook den motor laten draaien, omdat hij anders het ding haast niet meer op gang kon krijgen Toen hij weg reed, had hij dan ook alle aandacht op de auto geconcentreerd, die zulk een lawaai maakte, dat hij het roepen van den keurmeester niet heeft kunnen hooren. Hij was trouwens voor een in spectie niet bevreesd, daar alles naar later bleek in orde was. De Officier van Justitie, achtte na dit on derzoek de schuld van verdachte niet be wezen en vroeg vrijspraak, hij welk requi sitoir de verdediger zich aansloot. Uitspraak 4 Mei. Het presidium van den Duitschen Rijks dag deelt mede, dat de Rijksdag Vrijdag middag om 12 uur (11.20 Ned. tijd) bijeen zal komen om de verklaring van Hitier aan te hooren. De officieele convocatie van het parlement is nog niet gepubliceerd. De rede zal over de radio worden uitge zonden, en in de fabrieken zullen de arbei ders van 12 uur tot half twee de rede door middel van luidsprekers kunnen beluiste ren. De winkels zullen gedurende dien tijd gesloten zijn. De rede zal ook voor de schooljeugd te volgen zijn. Canada zal zijn koningspaar huldigen Politieke vrede tijdens het bezoek. Teneinde het Britsclie Koningspaar waar dig te ontvangen maakt het Canadeesche parlement zich gereed een politieke wapen stilstand af te kondigen. Lang en breed is gesproken of de zittingen van het parlement voorloopig moesten worden gestaakt, dan wel dat het parlement verdaagd zou wor den. Minister-president Mackenzie King ver klaarde, dat het parlement gedurende het bezoek niet bijeen moest komen, teneinde alle leden in staat te stellen hulde te bren gen aan het Koningspaar en omdat het ge- heele land wenschte, dat de partijstrijd ge staakt zou worden. De -wapenstilstand om vat ook verkiezings-vergaderingen, hetgeen des te opmerkelijker is, omdat men in het najaar verkiezingen verwacht. Beroep op Duitschers in Zuid-Afrika Leef in vriendschap met de Afrikaners In een bijeenkomst ter gelegenheid van Hitiers 50en verjaardag, heeft de nieuwe Duitsche consul-generaal te Windhoek, dr. Lierau, een beroep gedaan op de Duitsche gemeenschap in Zuid-West-Afrika om de wetten strict na te leven en op voet van vriendschap te leven met hun Zuid-Afrikaan sche buren. Lierau verklaarde, dat het beste verja- ringsgeschenk. dat zij Hitier konden geven, was, zich als goede vrienden te gedragen. Hij voegde hieraan toe, dat er geen ge vaar voor moeilijkheden in Zuid-West-Afri ka bestond. De Duitschers aldaar koesteren in het geheel geen plan voor een „hinder lijke actie." Lierau maakte geen gewag van het feit, dat de regeering der unie onlangs de politie in Zuid-West-Afrika versterkt heeft... DONDERDAG 27 APRIL 1939. Hilversum I, 1875 en 415,5 m. 8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00—12.C0 NCRV. 8.00—9.15 Gramofoonplaten (Ca. 8.15 Ber.). 10.00 Gramofoonplaten. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonplaten. 11.30 Godsdienstig halfuurtje. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonplaten. 12.30 KRO-orkest (1.001.15 Gramofoonpl.) 2.00 Hand\ erkuurtje. 3.00 Pianovoordracht en gramofoonplaten. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gramofoonplaten. 5.00 Handenarbeid voor de jeugd. 5.305.55 Gramofoonplaten. 6.00 Orgelconcert (Ca. 6.30 Berichten). 7.00 Berichten. 7.15 Boekbespreking. 7.45 Gramofoonplaten. 7.50 Causerie vanwege de Centrale voor Werk- loozenzorg 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Bericht. 8.15 NCRV-orkest en declamatie. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.30 De Postillons. (10.45—11.00 Gymnastiek) 11.25 Gramofoonplaten. Ca. 11.5012.00 Schriftlezing. Hilversum II, 801.5 m. AVRO-Ultzending. 8.00 Gramofoonplaten. (Om ca. 8.15 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gewijde muziek (gr.pl.). 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Orgelspel. 11.00 Voor de vrouw. 11.10 Het Omroeporkest en soliste. 12.15 Berichten. 12.17 Gramofoonplaten. 12.30 AVRO-Amusementsorkest. 1.15 Gramofoonplaten. I.30 Viool en piano. 2.00 Voor de vrouw. 2.30 Pianovoordracht. 3.00 Cursussen voor de vrouw. 3.45 Gramofoonplaten. 4.00 Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 AVRO-Musette-orkest en soliste (opn.). 5.00 Voor de kinderen. 5.30 Het AVRO-Aeolianorkset. 6.28 Berichten. 6.30 Sportpraatje. 7.00 Voor de kinderen. 7.05 De AV-RO-Dance-Band. 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten ANP, Radiojournaal, mede- deelingen. 8.20 Het Omroeporkest en solist. 9.20 Causerie „Het droomland Kashmir". 9.40 Disco-nieuws. 10.20 Interview. 10.30 ARVO-Vaudeville-orkest en Miff Fer- rie's Jakdauz. 11 00 Berichten ANP, dansmuziek (gr.pl.). II.3512.00 Ensemble Carel Alberts. FEUILLETON. Een zeemansverhaal doort Jaap Moulijn 29. Zes weken later wordt Tom op een mid dag door den piccolo binnengelaten in de di rectiekamer der Atlantische Lloyd. Na aan komst met de „Warnsveld" te Amsterdam, heeft de inspecteur hem gezegd, dat de heer Du Glaive, de nestor der directeuren, hem spreken wilde. De oude reeder met zijn scherp gezicht troont achter zyn groot bureau ministre, dat ®r keurig opgeruimd uitziet. Door deze orde lijkheid maakt het den indruk, dat hy die er aan werkt, zyn veelomvattende taak wel vol komen beheerschen moet. Geen gejaagd zoe ken in paperassen, alles rustig, geregeld en weldoordacht: de houding van „un homme arrivé". Met even een gebaar der rechterhand en ®en gaat u zitten, wordt Tom een stoel ^hgewezen. Hy neemt na een buiging plaats. Zyn ongedwongen houding maakt blykbaar ®en goeden indruk, want de heer Du Glaive informeert tamelijk vriendelijk naar Toms laatste reis. Dan zegt hij: Ik wilde je spreken, van Tuilen, over verzoek, mij een paar weken geleden ge daan door onzen president-commissaris, jonk heer van Bouwhuis tot Overhagen. Tom snapt er niets van, maar blijft beleefd uisteren. De kwestie is deze, dat jonkheer van Bouwhuis mij vraagt, je een werkkring aan den wal te geven. Stomverbaasd herhaalt Tom: Een werkkring aan den wal, meneer Du Glaive? Ja, ik zie dat je er niets van begrypt en dat kan ik me wel indenken... Eh... kèn je den jonkheer misschien persoonlyk? Nee meneer. Juist, dat meende ik al. Maar... eh... ik lyk misschien wat onbescheiden: je hebt vues op een meisje van Aghterkerke uit Heelsum nietwaar? Tom kleurt heusch, waarover de oude heer in zichzelf gnuift. Ja meneer, dat is zoo. Wat ik je nu ga meedeelen blyft onder ons van Tuilen: door middel van haar con necties verzoekt de tante van dat meisje, je een positie te bezorgen, die kansen schept op een behoorlijke carrière aan de wal. Ik vermoed dat zij ernstige bezwaren heeft tegen het huwelyk van haar nichtje met iemand, die vaart, omdat ze door het vele van huis zyn dan een ..ogal eenzaam bestaan tegemoet gaat. Tom kleurt weer, maar dit keer is het geen verlegenheid. Hij" is woedend. Want hij doorziet meteen de heele intrige. Het sluit allemaal prachtig aan bij de beschouwingen van Albert en Paula over de levenshouding van de Heelsumsche dameskliek. Impulsief als hij is, zegt hij opgewonden: Meneer Du Glaive, ik begryp het al. De familie- en kennissenkring van mijn meisje vindt een stuurman geen partij voor iemand van hun standing en daarom moet mij een baan aan den wal bezorgd worden, zoodat ik voor de oogen der wereld in waarde stijg. Maar ik ben absoluut niet van plan om hün koers te gaan voorliggen! U neemt me hoop ik niet kwalijk dat ik het zeg? De oude heer is inderdaad iets gepikeerd door Toms antwoord, maar laat het niet blij ken. Alleen zegt hij: Je toon is tamelijk hoog jongeman. Wij zyn bereid aan het verzoek van jonkheer van Bouwhuis te voldoen. Maar we verwachten daartegenover een eenigszins andere houding van je. Het is geen kleinigheid, als je zooiets wordt aangeboden. Zeker meneer, ik begryp dat heel goed en u moet niet denken dat ik u daarvoor niet erkentelijk ben. Maar mag ik u misschien even vertellen, hoe ik er precies tegenover sta? Ja? Ik heb indertijd mijn vak zelf gekozen, hoewel myn vader hoopte, dat ik evenals hij, notaris zou worden. Toch hebben mijn ouders geen invloed op myn keuze willen uitoefenen, maar me absoluut vrijgelaten. Hoewel het zeemansleven natuurlyk zijn bezwaren heeft, heb ik er nog steeds geen spyt van dat ik stuurman ben geworden. En om nu maar in eens, terwille van de opvattingen van een bepaalde categorie van richting te verande ren, daar heb ik bijzonder weinig lust in. Bovendien geloof ik stellig, dat myn meisje het met me eens zal zijn. In de oogen van den reeder is iets war mers gekomen, dan de gewone, weinigzeg gende uitdrukking, waarmede hy de men- schen te woord staat, die hem voor zaken komen spa-eken. Hij zegt: Van Tuilen, ik respecteer je houding. En je bent me als stuurman zeker niets min der waard dan als afdeelingschef of iets der gelijks aan den wal! Maar denk er toch nog- eens over na. En bericht me als je besluit vaststaat. Hij steekt Tom zijn hand toe ten afscheid. Reeder en stuurman voelen beiden den vasten greep van den ander en op dat oogenblik is hun verhouding mooier, dan enkel die van werkgever tot werknemer. Met opgestoken veeren komt freule van Aldemade de huiskamer van Bella Vista binnen zetten. De verontwaardiging straalt van haar uit, ze is ermee geladen als een accumulator met electriciteit. Ze' wacht slechts op contact om ervan af te geven, zooveel als maar ge vraagd zal worden. En dat contact verkrijgt ze hier, waar tante en Eva voor het open raam zitten te lezen in het gulden licht van de namiddagzon. Zonder groeten begint de freule meteen in één radde woordenvloed tegen tante te pra ten, Eva volkomen negeerend, als ging haar tic liecle geschiedenis niets aan Maar in haar hart vindt ze het prachtig, dat het meisje haar mee aanhoort, want nu kan ze meteen vernemen, dat van een engagement van „die Tuilen" geen sprake meer zijn kan. Stel je voor, zoo'n aap van een jongen, die de ge boden kansen van de hand wijst met een air de dédain! Zeker zes maal gebruikt de freulè deze uitdrukking „air de dédain". Het klinkt Eva telkens in de ooren als het kras sen van een zaag op een spijker in het hout. Tante noch Eva krijgen een kwartier lang gelegenheid ook maar één woord te zeggen. Tot besluit leest de freule den brief voor, die ze van haar neef, jonkheer van Bouwhuis, heeft ontvangen. Overigens had ze daarmee alleen ruimschoots kunnen volstaan. Tante zit verschrikt en verbaasd rechtop in haar stoel. Eva klemt haar handen stijf om de leuningen van de hare. Ze ziet spier wit, haar oogen staan star, haar mond is strak en verbeten. Dan hoort ze ook het slot van den brief, dat de freule niet weglaat, maar dat ze vooraf laat gaan door het com mentaar: En dan moet je déze verregaande dwaas heden toch eens hooren: De heer Du Glaive verzoekt mij je erop te wyze Adèle, dat het besluit van den heer van Tuilen om zyn eens gekozen richting te blyven volgen, zyn respect en dat zijner me dedirecteuren heeft afgedwongen. De heer Du Glaive hoopt, dat deze mededeeling een gunstige uitwerking zal hebben op de hou ding der familie van de jongedame in kwes tie. Flinke jongemenschen hebben zijns in ziens recht op de waardeering, die hun toe komt. Vóór de freule gelegenheid heeft, verder hierop in te gaan, zegt Eva met een haar zelf vreemd klinkende, yzig kalme stem: Freule, ik verzoek u beleefd uw verdere beleed igingen aan het adres van Tom voor u te houden. U vergeet, dat ik hem liefheb! En het eenige wat u ermee bereikt is, dat ik hem nog veel meer lief krijg en dat ik vasle besloten ben hem te trouwen, alle in triges ten spyt! Fier en uiterlijk kalm loopt ze de kamer uit. De freule staart haar verslagen na. Zóó veel brutaliteit en gebrek aan eerbied heeft ze nog nooit by elkaar gezien. Langzaam draait ze haar hoofd in tantes richting. Me juffrouw Carolien van Aghterkerke zit daar nog in dezelfde houding: stijf rechtop, maar nu met wat verwezen blik in haar oogen. Het is of ze de doorluchte persoon harer vriendin niet meer ziet. Nee, zóóiets! wil de freule beginnen. Dan ontwaakt tante en valt haar, ook al met zoo'n eigenaardig kalme stem in de rede; Adèle, neem me niet kwalyk, maar ik geloof, dat je de zaak verkeerd hebt aange pakt. En dat zeg jij tegen my Carolien? Te gen my, die zoo getracht heb je te helpen? Foei, wat vreeselijk ondankbaar! De freule is vuurrood geworden en voelt zich diep gegriefd. Nee, Adèle, vervolgt tante bedaard: vat het nu niet verkeerd op en luister eens goed naar me. Ik bedoel het werkelyk niet beleedigend, maar ik ben zooeven wel tot de conclusie gekomen, dat de jongelui veel van elkaar houden en daarom vind ik dat we voorzichtig moeten zyn. Als het nu toch inderdaad echte liefde is, mogen wij dan als christenen Carolien, je wordt zwak God heeft ons geplaatst in de positie, die wij' in de wereld innemen. Dat is myn heilige overtuiging! En wij moeten hem onze dankbaarheid be wijzen door ons die positie waardig te too- nen en haar te handhaven! De zwakte waar aan jjj toegeeft is'zondig Carolien! Je moet sterk blijven en je eer hooghouden, dèt is christenplicht! (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 7