Wij lazen voor U....
iiNl Pi
edgar rice
burroughs
Keurmeester van
melkauto geslingerd
Rijksdag komt
Vrijdagmiddag bijeen
Radioprogramma
tfJtoïm op $ee>
tloAm aan uud
DOOR
17. de ontvoerders van Gonfala uit deze richting, goed zou zyn een bezoek te brengen aan het
Terwtjl de regen het spoor wegvaagde, want er bevonden zich Bantango's by hen. opperhoofd. Waar het dorp precies lag, wist
hield Tarzan onder een boom stil om na te Of misschien was het mogelyk, dat Gonfala
gaan wat zyn volgende stap zou zijn. Hy was en haar ontvoerders op hun beurt door de
hij niet, maar dat zou hij wel vinden. Hy
beklom een heuvelrug, vanwaar hij naar be-
in het land van de Bantango's, een oorlogs- Bantango's gevangen waren genomen. In neden keek in een grote mooie vallei. In het
zuchtige kannibalenstam; Misschien kwamen ieder geval besloot de junglekoning dat het midden lag een dorp, groter dan de andere
i^:t, wist hy, was zyn doel. Maar hy moest
wachten tot het invallen van de duisternis.
Toen het donker was, stond hij op en rekte
zich uit. Zijn bewegingen waren als die van
een leeuw, die op zoek naar voedsel is. Maar
Tarzan van de Apen liep onhoorbaar voort.
■BHUit de Pers van heden
WATERLOO IS NIET VER VAN
BRUSSEL
Onder den titel „Frankrijk zou zonder
twijfel zoowel België als Nederland te Am
sterdam hebben geslagen" geeft het Fran-
sche avondblad „Paris Soir" een beoordee
ling van den wedstrijd. Men bedenke, dat
Frankrijk binnenkort tegen België in het
krijt zal treden. Vandaar, dat de Fransohe
criticus het spel beoordeelt vooral uit. een
Fransch oogpunt.
Indien men, gelijk dat bij tennis het ge
val is, tien namen zou noemen van landen,
die op het gebied van voetbal het beste
spelen, dan zouden België en Nederland
niet bovenaan komen, zeg het blad. De
schrijver had beter spel verwacht; hij
noemt beide elftallen te oud. Bij de Belgen
vindt men altijd dezelfde mannen. Bij de
Nederlanders is de spil Anderiesscn bijna
S5 jaar en hij houdt het tempo geen ander
half uur vol. De vleugels zijn beter.
De match wordt zwak genoemd. Wat de
techniek betreft, zou een Fransch natio
naal elftal zeer waarschijnlijk beide équi
pes hebben kunnen slaan. Niet dat een
Fransch équipe tegenwoordig zulk een
prima elftal is, maar het heeft meer rou
tine en speelt met meer stijl.
De schrijver zegt verder, dat individueel
ook de Fransche spelers beter zijn; hij zag
geen Ben Barek, geen Jordan, geen Bour-
botle. Maar toch speelden, allos tezamen
genomen, de Nederlanders met meer dap
perheid dan de Franschen dat doen. Hoe
het ook zij, de Franschen zullen goed moe
ten oppassen, wanneer zij tegen België spe
len, anders zou het in Brussel kunnen te
genvallen.
Van de Belgische spelers noemt de
schrijver in het bijzonder Paverick, Fiévez,
terwijl Voorhoof en Braine volgens hem
niet m prima vorm speelden.
Ten slotte waarschuwt hij met een histo
rische tirade aldus: „Het Fransche elftal
moet niet op 18 Mei te Brussel koenen als
ware het de Keizer, anders zouden wij er
aan moeten herinneren, dat Waterloo niet
ver van Brussel verwijderd is".
DE CELSTRAF MOET OP DE HELLING!
Er zijn tusschen hooggeleerden reeds heel
wat woorden gewisseld over de resultaten
van de celstraf. De voorzitter van de ver-
eeniging van reclasseeringsinstellingen te
vens' lid van den Hoogen Raad. Mr. Dr.
Kranenburg zegt er volgens het Volk het
volgende van:
Men heeft de strafmiddelen, die ter be
schikking van den rechter worden gesteld,
voortdurend uitgebreid en genuanceerd, in
de hoop eiken delinquent op de voor hem
passende wijze te kunnen behandelen.
Maar het hoofdbolwerk van het stelsel,
de cellulaire gevangenis is innerlijk niet zo
veel veranderd: zij is nog steeds de opslui
ting in de cel, een leed, dat hem, die mis
deed wordt opgelegd, waarvan men tevens
hoopt, dat het hem tot inkeer zal brengen.
Men zal niet ontkennen, dat dit gelukkig
gevolg wel eens intreedt, maar het verwon
dert toch niet, dat de toepassing van lietzclf
de regime op zo geheel verschillende men
sen geenszins op allen dezelfde uitwerking
heeft. Wij weten allen ,hoe verschillend de
gevangenis op de ingeslotenen werkt. Men
heeft de gevangenisarbeid zeer belangrijk
verbeterd en men moet respect hebben voor
de toewijding van die afdeeling van hel de
partement van Justitie, die liet plan van ar
beid opmaakt en uitvoert.
Spreker vroeg zich evenwel af, of. ondanks
alle genomen maatregelen om enige verbete
ring te brengen in het stelsel, liet beschei
den doel, dat de delinquent de gevangenis
althans niet slechter verlaat dan lui er
kwam, in voldoende mate bevorderd wordt.
Het bezwaar aan deze eenvormigheid ver
bonden inziende heeft men twee grote ver
beteringen aangebracht; de openluchtgevan-
gems te Veenhuizen en de jeugdgevangenis
te Zutfen.
Daardoor heeft men twee categorieën van
de grote hoop afgescheiden, op wie nu een
speciale behandeling wordt toegepast.
Als deze pogingen slagen, zou het naar
sprekers inzicht in de lijn liggen, op die
weg voort te gaan en het gevangenisstelsel
verder te specialiseren en naar ieders aard
voor verschillende categorieën van gestraf
ten, verschillende gestichten in te richten.
Met een meer doorgevoerde differentiatie
is nog wel wat goeds te bereiken, vooral
omdat men dan niet gedwongen is een zelf
de arbeid te verrichten bij hen, voor wie
men daarvan niets verwacht, als bij hen,
voor wie niet alle hoop moet worden opge
geven. Als een dergelijke herziening van on
ze gevangenisregel in rustiger tijden ooit
mogelijk is, laat men dan niet vergeten, ook
dc hechtenisstraf op de helling te brengen,
bij welke het samenbrengen van zo geheel
verschillende mensenkinderen in dezelfde ge
meenschap tot zo ernstige klachten aanlei
ding geeft.
3400 jaar oud paleis
in Griekenland ontdekt
In het dorp Pylos nabij Navarino hebben
oudheidkundigen de overblijfselen aan het
licht gebracht van een paleis, dat volgens
de deskundigen in 1500 v. Chr. gebouwd
moet zijn en waarschijn lijk liet door Home
rus genoemde paleis van Nestor is. In het
paleis werden 150 tegels gevonden, welke
liet archief vormden. Zij behelsten een lijst
van de voorraden, van het personeel en van
de loonsuitkeeringen. Rond het paleis wer
den teekenen aangetroffen van een oude
stad.
Men acht het mogelijk, dat deze de spo
ren zullen dragen van een onbekende bescha
ving. De uitgravingen worden voortgezet en
verdere waardevolle ontdekkingen worden
verwacht.
Was bij melkslijter opzet aan
wezig? Vrijspraak gevraagd.
De 35-jarige melkslijter A. van R.,
die gisterochtend voor de Haaz-
sche rechtbank moest verschijnen,
was ten laste gelegd, dat hij een
keurmeester, die op zijn auto was
gesprongen, om hem aan te hou
den, door hard en woest rijden van
de treeplank had geslingerd, waar
door de keurmeester gewond werd.
De melkslijter ontkende dit feit. Hij had
in het geheel niet gezien, dat de keur
meester op zijn auto was gesprongen. Hij
was gewoon zooals hij eiken ochtend
deed weggereden.
De keurmeester, als getuige gehoord,
deelde mede, dat hij de melkslijter ver
dacht van overtreding van de Warenwet.
Hij had zich op een ochtend ergens ver
dekt opgesteld om de gedragingen van
verdachte na te gaan. Deze kwam met zijn
auto aanrijden, leverde ergens melk af in
een kan en nam weer in de auto waar
van de motor was blijven doorloopen
plaats. Op dat moment kwam de keur
meester te voorschijn, sprong op de tree
plank en riep: „Stop, rijkskeurmeester."
Verdachte reed echter met groote vaart
weg en nam aan het einde van de straat
een bocht zoo wild, dat de keurmeester van
r'" treeplank viel.
Op een desbetreffende vraag van
den verdediger, antwoordde de keur
meester evenwel, dat hij niet kon
verklaren, dat verdachte hem posi
tief heeft gezien of gehoord.
De vrouw van een anderen melkhande
laar, in wiens huis de keurmeester zich
verscholen had, verklaarde, dat verdachte
dien ochtend met grooter vaart dan anders
was weggereden.
Verdachte zelf zeide, dat zijn auto een
zeer. oud vehikel is, dat aan alle kanten
rammelt en kraakt. Snel wegrijden ermee
is onmogelijk; hij heeft de auto onlangs
voor f 12.50 verkocht. Hij heeft ook den
motor laten draaien, omdat hij anders het
ding haast niet meer op gang kon krijgen
Toen hij weg reed, had hij dan ook alle
aandacht op de auto geconcentreerd, die
zulk een lawaai maakte, dat hij het roepen
van den keurmeester niet heeft kunnen
hooren. Hij was trouwens voor een in
spectie niet bevreesd, daar alles naar
later bleek in orde was.
De Officier van Justitie, achtte na dit on
derzoek de schuld van verdachte niet be
wezen en vroeg vrijspraak, hij welk requi
sitoir de verdediger zich aansloot.
Uitspraak 4 Mei.
Het presidium van den Duitschen Rijks
dag deelt mede, dat de Rijksdag Vrijdag
middag om 12 uur (11.20 Ned. tijd) bijeen
zal komen om de verklaring van Hitier
aan te hooren.
De officieele convocatie van het parlement
is nog niet gepubliceerd.
De rede zal over de radio worden uitge
zonden, en in de fabrieken zullen de arbei
ders van 12 uur tot half twee de rede door
middel van luidsprekers kunnen beluiste
ren. De winkels zullen gedurende dien tijd
gesloten zijn. De rede zal ook voor de
schooljeugd te volgen zijn.
Canada zal zijn
koningspaar huldigen
Politieke vrede tijdens het bezoek.
Teneinde het Britsclie Koningspaar waar
dig te ontvangen maakt het Canadeesche
parlement zich gereed een politieke wapen
stilstand af te kondigen. Lang en breed is
gesproken of de zittingen van het parlement
voorloopig moesten worden gestaakt, dan
wel dat het parlement verdaagd zou wor
den.
Minister-president Mackenzie King ver
klaarde, dat het parlement gedurende het
bezoek niet bijeen moest komen, teneinde
alle leden in staat te stellen hulde te bren
gen aan het Koningspaar en omdat het ge-
heele land wenschte, dat de partijstrijd ge
staakt zou worden. De -wapenstilstand om
vat ook verkiezings-vergaderingen, hetgeen
des te opmerkelijker is, omdat men in het
najaar verkiezingen verwacht.
Beroep op Duitschers
in Zuid-Afrika
Leef in vriendschap met de
Afrikaners
In een bijeenkomst ter gelegenheid van
Hitiers 50en verjaardag, heeft de nieuwe
Duitsche consul-generaal te Windhoek, dr.
Lierau, een beroep gedaan op de Duitsche
gemeenschap in Zuid-West-Afrika om de
wetten strict na te leven en op voet van
vriendschap te leven met hun Zuid-Afrikaan
sche buren.
Lierau verklaarde, dat het beste verja-
ringsgeschenk. dat zij Hitier konden geven,
was, zich als goede vrienden te gedragen.
Hij voegde hieraan toe, dat er geen ge
vaar voor moeilijkheden in Zuid-West-Afri
ka bestond. De Duitschers aldaar koesteren
in het geheel geen plan voor een „hinder
lijke actie."
Lierau maakte geen gewag van het feit,
dat de regeering der unie onlangs de politie
in Zuid-West-Afrika versterkt heeft...
DONDERDAG 27 APRIL 1939.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO.
2.00—12.C0 NCRV.
8.00—9.15 Gramofoonplaten (Ca. 8.15 Ber.).
10.00 Gramofoonplaten.
10.15 Morgendienst.
10.45 Gramofoonplaten.
11.30 Godsdienstig halfuurtje.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonplaten.
12.30 KRO-orkest (1.001.15 Gramofoonpl.)
2.00 Hand\ erkuurtje.
3.00 Pianovoordracht en gramofoonplaten.
3.45 Bijbellezing.
4.45 Gramofoonplaten.
5.00 Handenarbeid voor de jeugd.
5.305.55 Gramofoonplaten.
6.00 Orgelconcert (Ca. 6.30 Berichten).
7.00 Berichten.
7.15 Boekbespreking.
7.45 Gramofoonplaten.
7.50 Causerie vanwege de Centrale voor Werk-
loozenzorg
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Bericht.
8.15 NCRV-orkest en declamatie.
10.00 Berichten ANP, actueel halfuur.
10.30 De Postillons. (10.45—11.00 Gymnastiek)
11.25 Gramofoonplaten.
Ca. 11.5012.00 Schriftlezing.
Hilversum II, 801.5 m.
AVRO-Ultzending.
8.00 Gramofoonplaten.
(Om ca. 8.15 Berichten).
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gewijde muziek (gr.pl.).
10.30 Voor de vrouw.
10.35 Orgelspel.
11.00 Voor de vrouw.
11.10 Het Omroeporkest en soliste.
12.15 Berichten.
12.17 Gramofoonplaten.
12.30 AVRO-Amusementsorkest.
1.15 Gramofoonplaten.
I.30 Viool en piano.
2.00 Voor de vrouw.
2.30 Pianovoordracht.
3.00 Cursussen voor de vrouw.
3.45 Gramofoonplaten.
4.00 Voor zieken en thuiszittenden.
4.30 AVRO-Musette-orkest en soliste (opn.).
5.00 Voor de kinderen.
5.30 Het AVRO-Aeolianorkset.
6.28 Berichten.
6.30 Sportpraatje.
7.00 Voor de kinderen.
7.05 De AV-RO-Dance-Band.
7.30 Engelsche les.
8.00 Berichten ANP, Radiojournaal, mede-
deelingen.
8.20 Het Omroeporkest en solist.
9.20 Causerie „Het droomland Kashmir".
9.40 Disco-nieuws.
10.20 Interview.
10.30 ARVO-Vaudeville-orkest en Miff Fer-
rie's Jakdauz.
11 00 Berichten ANP, dansmuziek (gr.pl.).
II.3512.00 Ensemble Carel Alberts.
FEUILLETON.
Een zeemansverhaal
doort Jaap Moulijn
29.
Zes weken later wordt Tom op een mid
dag door den piccolo binnengelaten in de di
rectiekamer der Atlantische Lloyd. Na aan
komst met de „Warnsveld" te Amsterdam,
heeft de inspecteur hem gezegd, dat de heer
Du Glaive, de nestor der directeuren, hem
spreken wilde.
De oude reeder met zijn scherp gezicht
troont achter zyn groot bureau ministre, dat
®r keurig opgeruimd uitziet. Door deze orde
lijkheid maakt het den indruk, dat hy die er
aan werkt, zyn veelomvattende taak wel vol
komen beheerschen moet. Geen gejaagd zoe
ken in paperassen, alles rustig, geregeld en
weldoordacht: de houding van „un homme
arrivé".
Met even een gebaar der rechterhand en
®en gaat u zitten, wordt Tom een stoel
^hgewezen. Hy neemt na een buiging plaats.
Zyn ongedwongen houding maakt blykbaar
®en goeden indruk, want de heer Du Glaive
informeert tamelijk vriendelijk naar Toms
laatste reis. Dan zegt hij:
Ik wilde je spreken, van Tuilen, over
verzoek, mij een paar weken geleden ge
daan door onzen president-commissaris, jonk
heer van Bouwhuis tot Overhagen.
Tom snapt er niets van, maar blijft beleefd
uisteren.
De kwestie is deze, dat jonkheer van
Bouwhuis mij vraagt, je een werkkring aan
den wal te geven.
Stomverbaasd herhaalt Tom:
Een werkkring aan den wal, meneer Du
Glaive?
Ja, ik zie dat je er niets van begrypt
en dat kan ik me wel indenken... Eh... kèn
je den jonkheer misschien persoonlyk?
Nee meneer.
Juist, dat meende ik al. Maar... eh... ik
lyk misschien wat onbescheiden: je hebt vues
op een meisje van Aghterkerke uit Heelsum
nietwaar?
Tom kleurt heusch, waarover de oude heer
in zichzelf gnuift.
Ja meneer, dat is zoo.
Wat ik je nu ga meedeelen blyft onder
ons van Tuilen: door middel van haar con
necties verzoekt de tante van dat meisje, je
een positie te bezorgen, die kansen schept op
een behoorlijke carrière aan de wal. Ik vermoed
dat zij ernstige bezwaren heeft tegen het
huwelyk van haar nichtje met iemand, die
vaart, omdat ze door het vele van huis zyn
dan een ..ogal eenzaam bestaan tegemoet
gaat.
Tom kleurt weer, maar dit keer is het
geen verlegenheid. Hij" is woedend. Want hij
doorziet meteen de heele intrige. Het sluit
allemaal prachtig aan bij de beschouwingen
van Albert en Paula over de levenshouding
van de Heelsumsche dameskliek. Impulsief
als hij is, zegt hij opgewonden:
Meneer Du Glaive, ik begryp het al. De
familie- en kennissenkring van mijn meisje
vindt een stuurman geen partij voor iemand
van hun standing en daarom moet mij een
baan aan den wal bezorgd worden, zoodat ik
voor de oogen der wereld in waarde stijg.
Maar ik ben absoluut niet van plan om hün
koers te gaan voorliggen! U neemt me hoop
ik niet kwalijk dat ik het zeg?
De oude heer is inderdaad iets gepikeerd
door Toms antwoord, maar laat het niet blij
ken. Alleen zegt hij:
Je toon is tamelijk hoog jongeman. Wij
zyn bereid aan het verzoek van jonkheer van
Bouwhuis te voldoen. Maar we verwachten
daartegenover een eenigszins andere houding
van je. Het is geen kleinigheid, als je zooiets
wordt aangeboden.
Zeker meneer, ik begryp dat heel goed
en u moet niet denken dat ik u daarvoor niet
erkentelijk ben. Maar mag ik u misschien
even vertellen, hoe ik er precies tegenover
sta?
Ja?
Ik heb indertijd mijn vak zelf gekozen,
hoewel myn vader hoopte, dat ik evenals hij,
notaris zou worden. Toch hebben mijn ouders
geen invloed op myn keuze willen uitoefenen,
maar me absoluut vrijgelaten. Hoewel het
zeemansleven natuurlyk zijn bezwaren heeft,
heb ik er nog steeds geen spyt van dat ik
stuurman ben geworden. En om nu maar in
eens, terwille van de opvattingen van een
bepaalde categorie van richting te verande
ren, daar heb ik bijzonder weinig lust in.
Bovendien geloof ik stellig, dat myn meisje
het met me eens zal zijn.
In de oogen van den reeder is iets war
mers gekomen, dan de gewone, weinigzeg
gende uitdrukking, waarmede hy de men-
schen te woord staat, die hem voor zaken
komen spa-eken. Hij zegt:
Van Tuilen, ik respecteer je houding.
En je bent me als stuurman zeker niets min
der waard dan als afdeelingschef of iets der
gelijks aan den wal! Maar denk er toch nog-
eens over na. En bericht me als je besluit
vaststaat.
Hij steekt Tom zijn hand toe ten afscheid.
Reeder en stuurman voelen beiden den vasten
greep van den ander en op dat oogenblik is
hun verhouding mooier, dan enkel die van
werkgever tot werknemer.
Met opgestoken veeren komt freule van
Aldemade de huiskamer van Bella Vista binnen
zetten. De verontwaardiging straalt van haar
uit, ze is ermee geladen als een accumulator
met electriciteit. Ze' wacht slechts op contact
om ervan af te geven, zooveel als maar ge
vraagd zal worden. En dat contact verkrijgt
ze hier, waar tante en Eva voor het open
raam zitten te lezen in het gulden licht van
de namiddagzon.
Zonder groeten begint de freule meteen in
één radde woordenvloed tegen tante te pra
ten, Eva volkomen negeerend, als ging haar
tic liecle geschiedenis niets aan Maar in haar
hart vindt ze het prachtig, dat het meisje
haar mee aanhoort, want nu kan ze meteen
vernemen, dat van een engagement van „die
Tuilen" geen sprake meer zijn kan. Stel je
voor, zoo'n aap van een jongen, die de ge
boden kansen van de hand wijst met een
air de dédain! Zeker zes maal gebruikt de
freulè deze uitdrukking „air de dédain". Het
klinkt Eva telkens in de ooren als het kras
sen van een zaag op een spijker in het hout.
Tante noch Eva krijgen een kwartier lang
gelegenheid ook maar één woord te zeggen.
Tot besluit leest de freule den brief voor, die
ze van haar neef, jonkheer van Bouwhuis,
heeft ontvangen. Overigens had ze daarmee
alleen ruimschoots kunnen volstaan.
Tante zit verschrikt en verbaasd rechtop
in haar stoel. Eva klemt haar handen stijf
om de leuningen van de hare. Ze ziet spier
wit, haar oogen staan star, haar mond is
strak en verbeten. Dan hoort ze ook het slot
van den brief, dat de freule niet weglaat,
maar dat ze vooraf laat gaan door het com
mentaar:
En dan moet je déze verregaande dwaas
heden toch eens hooren:
De heer Du Glaive verzoekt mij je erop
te wyze Adèle, dat het besluit van den heer
van Tuilen om zyn eens gekozen richting te
blyven volgen, zyn respect en dat zijner me
dedirecteuren heeft afgedwongen. De heer
Du Glaive hoopt, dat deze mededeeling een
gunstige uitwerking zal hebben op de hou
ding der familie van de jongedame in kwes
tie. Flinke jongemenschen hebben zijns in
ziens recht op de waardeering, die hun toe
komt.
Vóór de freule gelegenheid heeft, verder
hierop in te gaan, zegt Eva met een haar
zelf vreemd klinkende, yzig kalme stem:
Freule, ik verzoek u beleefd uw verdere
beleed igingen aan het adres van Tom voor
u te houden. U vergeet, dat ik hem liefheb!
En het eenige wat u ermee bereikt is, dat
ik hem nog veel meer lief krijg en dat ik
vasle besloten ben hem te trouwen, alle in
triges ten spyt!
Fier en uiterlijk kalm loopt ze de kamer
uit. De freule staart haar verslagen na. Zóó
veel brutaliteit en gebrek aan eerbied heeft
ze nog nooit by elkaar gezien. Langzaam
draait ze haar hoofd in tantes richting. Me
juffrouw Carolien van Aghterkerke zit daar
nog in dezelfde houding: stijf rechtop, maar
nu met wat verwezen blik in haar oogen.
Het is of ze de doorluchte persoon harer
vriendin niet meer ziet.
Nee, zóóiets! wil de freule beginnen.
Dan ontwaakt tante en valt haar, ook al
met zoo'n eigenaardig kalme stem in de
rede;
Adèle, neem me niet kwalyk, maar ik
geloof, dat je de zaak verkeerd hebt aange
pakt.
En dat zeg jij tegen my Carolien? Te
gen my, die zoo getracht heb je te helpen?
Foei, wat vreeselijk ondankbaar!
De freule is vuurrood geworden en voelt
zich diep gegriefd.
Nee, Adèle, vervolgt tante bedaard:
vat het nu niet verkeerd op en luister eens
goed naar me. Ik bedoel het werkelyk niet
beleedigend, maar ik ben zooeven wel tot de
conclusie gekomen, dat de jongelui veel van
elkaar houden en daarom vind ik dat we
voorzichtig moeten zyn. Als het nu toch
inderdaad echte liefde is, mogen wij dan als
christenen
Carolien, je wordt zwak God heeft ons
geplaatst in de positie, die wij' in de wereld
innemen. Dat is myn heilige overtuiging!
En wij moeten hem onze dankbaarheid be
wijzen door ons die positie waardig te too-
nen en haar te handhaven! De zwakte waar
aan jjj toegeeft is'zondig Carolien! Je moet
sterk blijven en je eer hooghouden, dèt is
christenplicht! (Wordt vervolgd.)